Historisch Archief 1877-1940
i
i
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 28 MAART 1931
No. 2808
Tikblaadjes
door Dr. R. Feenstra
Verspilde porto*s
TOT op zeker hoogte is er geen
ding waar luxueuzer mee geleefd
en gesold wordt, dan de postzegel.
Geen papier waar stommer in gegokt
wordt dan het dunne belikbare met
het kartelrandje.
Een heel eenvoudig voorbeeld. By
mij op de mat vind ik twaalf tot
zestien stukken daags, die onbekeken,
ongeopend, trots de slagzinaanroepen
van hun impertinente afzenders het
vuilnisvat ingaan.
Het is een klein voorbeeld. Wilt gij
een grooter? Het Berlynsche Ullstein
boulevard blad Der Tempo geeft
iederen dag een prentjesraadsel, dat
zoo eenvoudig is, dat wie niet imbeciel
is, in staat is het direct op te lossen.
Het looft iederen dag een prijs uit van
tien mark voor een der goede oplossers
of oplosters, ter beoordeeling
uitsluitenderwijs door het
Bildsratseldepartement van haar Redactie.
Naar deze tien Mark als dagprijs
dingen behalve de zelfbezorgers
postzegel\ erspillende candidaten met een
omzet van tegen de drie mille daags.
Met tien Mark als lokaas, laat Ullstein
de Bijkspost drie mille verdienen.
Maar niets haalt bij het
postzegelgeld, dat vergokt wordt in de drie
mud brieven die Charlie Chaplin
dagelijks ontvangt. In Berlijn en in
Weenen zijn journalisten dat zaakje
aan gaan kijken. Zeker: wij wisten,
de sportmaniak en de filmheld of
heldin noteeren in de wereld der
kudde-appreciatie momentaan het
hoogst. Zelfs Einstein kan daar niet
tegen op. Maar wij wistten niet,
dat Charlie zijn postkantoor vernuf
tiger had ingericht dan de vernuftig
ste zeef-, schift- en
ruim-maar-opredaksie, die haar volontairs laat
snip'pêrscheuren: gotzegene den greep !
Het werkt namelijk zóó
hyper-vernuttig, dat van de drie mud brieven
die binnenkomen, Charlie er geen
enkele te zien krijgt. Mr. Robinson,
zyh boven secretaris met de
hoornbril, krijgt er een dozijn te zien;
miss Shephard met haar staf een
paar gros. En daarvoor zit het rup
senkantoor, dat alles stukknaagt, het
groene blad tot op de nerf verslindt.
Als ik weer op de wereld, kom, zou ik
chef-rups-afdeeling op het
brievenkantoor van een filmheld of neen,
dan liever van een diva.... willen
wezen.
Men is er niet mee af, met te zeggen,
dat Charlie een kunstenaar" is; dat
hij met zijn ongelukkige sleepbeeneti
meer weet te zeggen, dan menig schrij
ver met duizend woorden; menig
schilder met grossen tubes verf
en dat dit alles alleen mogelijk is,
omdat de motor van zijn hart en
van zy'n kunstenaarschap het hooge
lied zoemt op de nllemans bougie.
Men is er pok niet mee af met te
zeggen, dat krant en film samen den
felsten roem-potentiaal, zij het ook
van korten adem, kunnen laden; en
dat deze roempbtentiaal alle begeerte,
alle ledigheid, alle ijdelheid en alle
kleine onderscheidingsonmacht als een
magneet aantrekt. Men zou nog eerder
kunnen zeggen: Charlie is nog zeld
zamer dan de honderdduizend in de
Staatsloterij; en hier grissen reeds
zooveel handen, zinnen, droomen
en slaken zuchten naar! Bovendien
is Charlie levend een mensch,
die zelf stom en op het stomme doek
een stomme wereld met een gebaar
of een wending ontroert en beteutert.
Daar zou hij zich op zijn beurt niet
beteuteren laten; zij het door het
bedelproza van drie mud brieven
daags!
Zy willen niet allen... geld; al willen
98 procent dat de postzegelver
spillers en verspilsters ! Er zijn er ook,
die ideeën willen slijten; en er zijn er
die persoonlijke kennismaking na
streven. Dat in de laatste categorie
de vrouwtjes de majoriteit vormen
is wiedes. Toch lachen de beide ietwat
donkere juffies van het liefdes
departement" goedig tegen de inter
viewende journalisten.
Het liefdesdepartement heeft het
niet erg druk. Bij Chevalier en Men jou
zal dat beter zijn. Natuurlijk hangt
het erg van de lokale dagreportage
af. Wanneer er met een topline staat:
Er ist ein leïdenschaftlicher
Tangotanzer; en er staat roerend beschreven
hoe hij 's nachts in de bar om half
drie nota bene behutsam und
vornehm seine Tanzpartnerin führt. Er
neigt den Kopf mit einem
vertraumten L&cheln zu ihr".... enz.;
allicht dat er dan den volgenden
ochtend een vijftigtal aanvragen bij
zijn van dansvrouwtjes om ook eens
een Tango met hem te mogen zweven.
Charlei danst een Tango met Irene
Palasthy, de ster van het
Burgertheater: Stille; und dann stürmischer
nicht enden wollender Applaus.
Charley ist entzückt, strahlend und
animiert zooiets geeft natuurlijk even
branding en deining in het liefdes
departement. Maar overigens is het
daar matig. Berlijn leverde rnaar
n echt huwelijksaanzoek op, van
een dame die beloofde hem den
godganschen dag aan het lachen en gieren
te zullen houden. En Weenen leverde
misschien vijf honderd aanzoeken;
maar vermoedelijk voor een huwelijk
ter linker hand.
Financiën heeft het .zwaarder.' Char
lie is een menschenpapier en hausse;
en menig arme jobber wil even
meeloopen. Ook zijn er gepensionneerden
die een ingedroogde roos sturen, in
de hoop, dat een sappig tuintjes
ideaal via Charlies
reuzenportemonnaie daaruit moge groeien.
Alles sommeert zich tot postzegels
en portokosten. Het
rupsendepartement vreet de dagclijksche mudden
groen blad kaal. Alleen de Staat met
het briefmonopolie profiteert. En
Charlie Chaplin zelf leest nooit n
enkelen brief, waaruit te concludeeren
valt, dat er meer in hem zit dan in
zijn verwezen ontroerend
schlemielengezicht op kilometers film staat ge
stempeld.
Vraag toezending van
catalogus met beqroohnq
f F. SINEMUS
Leldaoheatraat 2O-22
AMSTERDAM C.
Overhemden
naar maat vanaf f 9.50
PRIMA COUPE
Eigen Atelier.
Sea~Horse
de allerbeste
Moutwjn Jenever
M.PPOUEH G- ZOON ROTTERDAM
STEUNZOLEN
s VST. PROP. HOFFA'
NAAR MAAT'
FA J.A.MASSING COMM.VENI
O.Z.VOORBURGWAL 334
*/? HET BINNENGASTHUIS
THE AMERICAN LUNCHROOM Cy.
K A L VE R S T R A A T 16-18 AMSTERDAM
RESTAURANT A LA CARTE
PLATS DU JOUR
IY
SCOTS WHISKV
VERTEGENWOORDIGERS:
N.V, H006EWERFF, CHABOT & VISSER's
WIJNHANDEL
DEN HAAG - ROTTERDAM - ARNHEM
Sandwiches op een Bridgeavondje,
natuurlijk met
roomkaas van OUD-BUSSEM
«en» vroeg aan de ruyter een landrai
naar den naam van den man, die In 't want zat.
deze vraag was vrij dom, ,
maar dat kwam alleen om
dat men toen nog geen uitkijk" aan land had.
Snel schrift *» -r
i RIENTS BALT ""~ %
I-**-M.^*W*«^I*
Zelfond 95 Ct Ir.
In den Boekh. en na
postwissel bij RIËNTS
BALT, Den Haag,
- Daguerrestraat 28.
DEGELIJKE OPLEIDING, mond. en schrift aan bovenstaand adres.
VICTORIA-WATER
Opwekkend en
gezond
OBCRLAHMSTCIM
Natuurlijk
Bronwater
Witte Tanden: Chlorodont
o
de heerlijk verfrisschend smakende pepermunt tandpasta Tube 35 cent en 6O cent
No. 2808
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 28 MAART 193*
Uit de Natuur
Kievieten en Kievietseieren
door J. Drijver
O EEN voorjaar kan zoo guur zijn, of in Maart
reeds kunnen de eerste kievitseieren verwacht
worden. Eigenlijk behoort dat al omstreeks den
15den het geval te zijn, maar daar hapert toch
nog al eens wat aan. Bismarck kreeg ieder jaar op
?den eersten April van zy'n getrouwen uit Jever 101
kievitseieren, overmacht natuurlijk voorbehouden;
-van overmacht was evenwel slechts bjj hooge uit
zondering sprake. In het voorjaar van 1029,
toen het ijs in de eerste Maartdagen nog legenda
risch sterk was, zaten we vier weken later al
jgoed in de eieren.
Geen andere waadvogel is er, die zoo vroeg aan
Ijroeden denkt. Wel weet ik van een
bontbekplevier, die op 27 Maart zijn legsel compleet had,
maar dat is steeds een unicum gebleven. Wat
«len kievit er toe brengt zoo heet gebakerd te zijn,
weten wij niet; het lijkt nu juist geen pretje voor
?de donajongen om vóór half April ter wereld te
komen en om dan het gevaar te loopen die wereld
In het park in Maart
*
te zien als een eindeloos sneeu w veld. Want dat
komt in dien tijd van het jaar nog wel eens voor.
Of er van zulke jongen veel terecht komt, valt te
betwijfelen; in ieder geval lijken hun kansen een
maandje later heel wat beter.
At Toch moeten, dunkt mij, de omstandigheden
voor vroeggeboren kievitjes gunstiger zijn, dan
?wij dikwijls veronderstellen. Als de natuur er een
of andere vogelsoort toe brengt zoo vroeg te gaan
nestelen vooral een dier, welks leven niet van
.-den mensch afhankelijk is dan moet daar toch
wel een goede reden voor zijn. Ongetwijfeld zou
?de kievit dan ook blijven bestaan, al moesten
.alleen de eerste legsels voor de vermenigvuldiging
.?zorgen. Een wat grootere jeugdsterfte zou niet
van zoo veel invloed zijn, als de mensch de kieviten
maar niet te veel vervolgde.
In ons land geniet de kievit zelf het geheele jaar
-door wettelijke bescherming; de eieren mogen
?evenwel geraapt worden tot en met 28 April.
Nu is er dikwijls een hemelsbreed verschil tusschen
wettelijke bescherming genieten" en werkelijk
beschermd worden". In het buitenland en ook
in óns Indiëkan men krasse staaltjes vernemen
over het falen van papieren bescherming". In
Nederland is de Vogelwet gelukkig geen dpode
letter meer; Politie en Marechaussee laten zich
zelfs veel aan de naleving er van gelegen liggen.
Toch is het nog niet zoo lang geleden, dat h.ier
ook nog heel wat kieviten gevangen werden, vooral
in Zuid-Holland en in het Maasgebied van
NoordBrabant. Een uitvoer van meer dan duizend atuk-s
per dag was toen geen zeldzaamheid. Het betere
toezicht maakt dit bedrijf niet loonend meer.
In het buitenland staat men anders tegenover
de kievitenbescherming, ook al is men overtuigd
van het nut dezer vogels voor den landbouw. Het
rapen van eieren wordt dan verboden, doch de
kieviten zelf mogen er veelal worden geschoten
en gevangen, maanden achtereen. In het goede
seizoen worden er alleen op de Londensche markten
eenige duizenden per dag verhandeld. Hoe groot
moet het aantal dan wel niet per jaar zijn in heel
Engeland, in Belgiëen in Frankrijk, om van andere
landen nog maar niet eens te spreken?
Het is een eenvoudige waarheid, dat een wegge
nomen legsel door een ander vervangen wordt, een
gevangen of geschoten vogel niet. Om die reden
is de Nederlandsche regeling verre te verkiezen
boven die van andere staten.
Een onbeperkt uithalen der eieren zou natuurlijk
funest zijn; de wet verbiedt dit evenwel na 28
April. In gunstige jaren kunnen vóór dien datum
wel drie legsels van ieder paar geraapt worden,
in totaal dus twaalf eieren. De kievit houdt even
wel vol en in de eerste week van den verboden tijd
liggen overal weer volle bakjes.", die aan hun
bestemming kunnen beantwoorden. Vooral in die
streken, waar vele kieviten huizen en waar het
zoeken der eieren een sport, en een aardige bij
verdienste tevens, vormen, wordt de wetsbepaling
behoorlijk nageleefd. Deed men anders, men zou
het hoen slachten, dat de gouden eieren legt.
Kievitseieren vormen voor velen een gezocht
lenteproduct; in den aanvang, maar dat geldt
alleen voor de allereerste eieren, zijn prijzen
van ?2.50 of /l.?per stuk geen zeldzaamheid.
Later in het seizoen moet de zoeker zich met een
dubbeltje of minder nog tevreden stellen. Maar
desondanks geschiedt het zoeken zoo grondig,
dat maar weinig paren er in slagen vóór 28 April
tot broeden te geraken.
Tot voor kort was het niet zoo bezwaarlijk
urn de eieren tot 28 April te laten uithalen; de
vogels hadden na dien tijd nog volop gelegenheid
hun broedsel groot te maken, en meer dan vier
jongen stuurt geen enkel paar jaarlijks de wereld
in, ook al zouden de eieren nooit verzameld
worden.
Tegenwoordig evenwel schudt men het hoofd
over de wettelijke regeling, omdat vele kieviten
hun plicht, jegens het nageslacht niet meer behoor
lijk kunnen vervullen. De verslechtering van den
toestand is te wijten aan dévenToegde hooioogst
en die is weer het gevolg van betere ontwatering,
doelmatiger bemesting en van de wetenschap, dat
jong gras het voedzaamst is.
Wij dienen er tegen te waken, dat kievitenlegsels
door de maaimachines verpletterd worden en
het wordt daarom hoog tijd, dat de raaptijd ver
kort wordt. Een week zou al heel wat uitmaken.
Sinds Engeland den invoer van kievitseieren
verboden heeft', zal het wel gaan met het geldelijk
nadeel van zulk een regeling; immers de eieren
zijn de laatste dagen zoo goed als onverkoopbaar.
Het zoeken als sport zou er zelfs door winnen;
men zou gevrijwaard zijn van de ietwat bittere
bijgedachte, dat de vogelstand aan een lief
hebberij wordt opgeofferd.
Een gemakkelijke taak is het vinden van kievits
eiren niet, al liggen zij ook open en bloot. Het is
een heele kunst om de geel-groenachtige eieren
met de zwarte vlekken te vinden in het weiland
met zyn vele licht- en schaduwplekjes. Zelfs een
ervaren zoeker loopt de eieren wel eens voorbij,
of trapt die stuk. Het gaat niet aan, om land na
land af te zoeken, daargelaten nog, dat dit al
spoedig een eentonig werkje begint te worden.
»oede zoekers gaan dan ook alleen op de vogels af.
Een kievitswijfje op het nest is zeer waakzaam
en loopt onmiddellijk weg, als er gevaar nadert,
zoo veel mogelijk partij trekkend van greppels en
slootkanten, om maar niet gezien te worden.
Vliegt ergens een kievit op, dan moet op het eerste
gezicht vastgesteld kunnen worden, of men mét
een mannetje of met een wijfje, te doen heeft en
bovendien, of de vrouwelijke Vogel eieren bezit.
Het eerste is nog al gemakkelijk; in den broedtijd
maakt het donkere mannetje met zijn forsche
vleuKRONIEK
Zeer tot mijn misnoegen nam ik ditmaal kennis
van de Kroniek in de Groene j.l. Studeerende
Jeugd". Het moet TJ toch zeker bekend zijn, dat
er nog een duidelijk onderscheid bestaat tusschen
de Corps-Student" en het lid van den Bond",
waaraan de publicatie in het door TJ genoemde
Studentenmaandblad debet is.
Nog meer spijt me dit, daar U zich aan- een
generalisatie overgeeft, die de Corps-Student in
een onjuist daglicht stelt.
Bezie ik met deze kennis de tweede alinea dan
blijken uwe conclusies wel voorbarig. Het pijnlijke
van de bekentenis van de eenvoudige waarheid
dat er geen verschil meer is tusschen een
Studentenfuif en een feestavond van een buurtvereeniging
(hier was de buurtver. Oranje-Nassau te Utrecht
bedoeld) wil ik niet ontkennen maar het is meer
een juiste typeering van de sfeer van dergelijke
Studenten-fuifen, het betreft hier een fuif van de
Bondsleden, welke sfeer zij hierdoor slechts ver
raden, hetgeen toch werkelijk niet pijnlijk voor die
bond behoeft te zijn, dan dat het een grond zou
kunnen zijn voor de hedendaagsche lakschheid,
die toch al vele jaren als feit bekend waren.
Daarmee wil ik niet ontkennen dat zich ook in on
ze kring merkbare lakschheid doet gelden, welke
echter aan. geheel andere motieven toe te schrijven
zijn dan zooals TJ meende te moeten opmerken
Radio en bisocoop".
Om in finesses te treden welke die andere motie
ven zijn, zou ik U, indien het U mocht interes
seeren materiaal kunnen verschaffen.
Het zou mij aangenaam zijn, indien U een
en ander wilde rectifieeren, door bijv. in de eerste
plaats dat maandblad met naam en toenaam te
willen noemen, omdat ik de Corps-studenten nog
wel degelijk als exclusief wil zien aangemerkt.
Hoogachtend
,.Jur. Cand."
Zeer tot mijn misnoegen nam ik kennis van
bovenstaand schrijven van een ..Corpsstudent",
en zelfs van een Jur. Cand". Zeker zal ik mij niet
aan een generalisatie overgeven", want het is
waarachtig al erg genoeg, dat er n Corpsstudent"
en n jur. cand." bestaat, die zulke briefjes
schrijft. Het is alles behalve een recommandatie
voor de academische, noch voor de gymnasiale
examens, als het kan voorkomen, dat zij zulke
analfabeten afleveren, die niet kunnen spellen,
geen enkelen zin in elkaar weten te zetten en ten
slotte maar een schuin idee van vreemde woorden
blijken te hebben. Men mag hopen, dat de
Studentenbond zich exclusief" betoont tegenover
deze en dergelijke jonge heeren, die als Corps
student" nog zeer wel toonbaar blijken en. zich wel
degelijk als electief of eclectisch (bedoelt hij dit ?) wil
len zien aangemerkt" .Wat zij dan, in zekeren zin,
ook zijn. F. C.
gels een heel anderen indruk dan het vale wijfje,
dat veel kleiner lijkt. In een roepend wijfje, een
schreeuwer", stelt de eierenzoeker geen belang;
een vogel, die van het nest met eieren gaat, laat
geen geluid hooren. Aan de manier van vliegen,
aan een reeks van kleinigheden eigenlijk, is het te
zien, of er met kans op succes gezocht kan worden.
Is het legsel vol en kunnen de eieren derhalve
bebroed zijn, dan peilt" of schouwt" de zoeker
die onmiddellijk in een sloot. Het zou zijn eer te na
komen waardelooze eieren mee te nemen. Zijn er
minder eieren, dan worden die door aardappeltjes
.vervangen.
Wij kunnen onze plattelandsbevolking nog wél
het genoegen van het eieren zoeken gunnen, mits
er maar voor gezorgd wordt, dat ieder
kievitenpaar een goede kans krijgt een broedsel groot te
maken. Wijziging van de Vogelwet is daartoe een
eerste vereischte.
J