De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 4 april pagina 6

4 april 1931 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

. \ H"""""""T^ nri .ET Latafel TTIT den treure wordt ons verhaald dat de 18e eeuw inHollandeentijdperk van verval was, dat ons land in burgerlijke zelfvoldaanheid niet anders deed dan genieten van de rijkdommen, bijeengebracht door de stoere voor ouders uit de 17e eeuw, die, in een goudkoorts, nauwelijks tijd hadden om van het door hen vergaarde te profiteeren en dat aan hun nazaten over lieten. Is dit nu eigenlijk wel juist, en maken we ons bij de indeeling in eeuwen, wel een goede voorstelling van de lengte van zoo'n tijdperk? Als over 200 jaar over onzen tegenwoordigen tijd gesproken wordt, zal men Waarschijnlijk alle jaren vóór 1914 tot de 19e eeuw rekenen ,en met dat jaar, dat dan misschien wel tot rampjaar zal bevordeid zijn, een schoone lei, de 20e eeuw beginnen. Maar dan is het thans levende ge slacht meteen ingedeeld hij de 19e eeuw, met de nalatenschap van. Napo leon n, in Nederland, het herstel van 1813, tot begin. Zoo een eeuw is heel lang en wat weten wij nu nog van den aanvang, terwijl wij toch het slot hebben meegemaakt. In die 19e eeuw is o.a. maar eventjes de toepassing van stoom n'electi-iTERIEUR DER 18E EEUW Tentoonstelling in het Rijks-Museum te Amsterdam BONTE VERZAMELING citeit doorgeroerd en toch.... reien van het tegenwoordige geslacht zullen met eenige geringschatting over de geheele 19e eeuw spreken. En hu» zal het nageslacht oordeelen? Het is niet gemakkelijk 100 heele jaren tegelijk te overzien. Dit be denkt men bij het zien van d*- ten toonstelling die thans in het Bijksmuseum wordt gehouden: Het Hollandsen, interieur in do 18e eeuw. Men roeit dat de organisatie wat licht geschat is en al te veel het tijdperk van '«Ie Fransche revolutie en de jaren, die onmiddellijk daaraan voorafgingen, als 18e eeuw zijn beschouwd. Den catalogus der verzameling, die als een groot geheel behandeld is, en niet in interieurs onderverdeeld, vol gend, komt eerst het aardewerk en porcelein. Curieus is daarbij eengroet Saksisch eetservies, versierd met kleu rige stadgezichten en landschappen uit Holland (zie Af b.) Verder laat Delftsch, specimens van WeesperLooedrechtsch en Haagsch porcelein en een heel enkel stuk Chineesch. Toch was ons land in die jaren zoo overvoerd met Chineesch porcelein in alle soorten, dat er welhaast geen huis was zonder porceleinkast, waar over de ? voorzichtige Hollandsche vrouwen moederden. Bij het glas werk zijn eenige stalen vari het Zilveren terrine met onderstel UIT BEWOGEN DAGEN graveerweiK van Greenwood, Schouman en Wolff, die als de besten in deze kunst beschouwd kunnen worden. VooratNo. 47, (zie Af b.) met de voor stelling naar Van der Werff, is zeer fraai n een wonder van techniek. Er is een groote verzameling boeken met illustraties en in fraaie banden, maar behalve n uitgave van de Fabelen van La Fontaine en een waalsch psalmboek, is er geen enkel buitenlandsch boek; niettemin was Amsterdam in de geheele 18e eeuw een belangrijk centrum van boekhandel en uitgeverij, waar de werken van de meeste Fransche schrijvers uit die dagen het licht zagen. jfc De collectie kantwerk, die door de Vereeniging Het Kantsalet" is bijeengebracht, is het meest repre sentatief, en duidelijk kan men hier een streven naar overzichtelijkheid bespeuren. De fijne mutsenbollen en slippen, de engageantes en berthes zijn er in hun verscheidenheid^ te bewonderen en te vergelijken. Het is Werktafeltje met marquetterie Cdrtelklok slechts jammer, dat de aard va.i het artikel, dat een garneering is, een <%;u *: zekere gelijkmatigheid bij de expositie meebrengt. De meubelen, betimmeringen, klok ken en schoorsteenen vormen niet bet grootste deel der tentoonstelling. Een monumentale schoorsteen met mar meren boezem, een voorstelling van Venus en Vulcanus door B. en T. de Wilde uit 1745, behoort tot het aller belangrijkste. Onder de kleine meubels is een werktafeltjo met marquetterie Glas met graveenuerk door Topinot (zie{Afb.) en een wortel-notenhouten ladetafel (zie Af b.) interessant, terwijl de cartelklok (No. 240) door zijn fraaie lijnen de aandacht verdient. Enkele buffetten en kasten in rozen-of satynhout Ulustreeren het derde kwartaal der 18e eeuw; noode mist men eenige goede voorbeelden in Directoire- en Empirestijl. Behalve enkele fraaie bijoux en snuisterijen, is er een collectie zilverwerk, waarbij eenige zeer merkPothoven De Hacgsche Kermis waardige stukken. De massief zilveren chenets" (haardstukken.), geven een; tipje van den rijkdom dier dagen te zien. Het stel soep- en. groententer* ' rines door den Franschman A. Bouillier uit 1787, hebben dat edele van vorm, dat hier nimmer is geëvenaard, hoe viytig men zich ook op Fransche voorbeelden inspireerde. Een' zilveren spiegellij at in rocaille-stijl en eenige zeer fraaie comforen, zijn. de hoofdnummers uit deze af deeling. Best ons nog de af deeling paetels, schilderijen en teekeningen. Ook hier is de eerste helft van de 18e eeuw nauwlijks aanwezig. Na de realistische voorstellingen uit de 17e eeuw, was men via De Lairesse tot de mythologie gekomen en meesters als Van Mieris Jr en Van der Werff, die zeer vruchtbaar en zeer gezocht waren, had men hier gaarne vertegenwoordigd gezien. De deftige interieurs van de 18e,eeuw, met hun verfynd paneel- en behangwerk,en vergulde lijsten en krullen, waren behalve met*.de werken van ..fynschilders" als de boveugenuemden, versierd met bloemstukken", een genre, dat in die jaren pas in de mcdo gekomen is. Tot ver in de 19e eeuw is dat zoo gebleven. Jan van Huysum was de grootmeester en een uitgebreid aantal leerlingen en navol gers in ^binnen-j [en buitenland, bleef dit genre beoefenen. De allerrijkste interieurs waren versierd met geschilderde paneelen of behangsels, niet vogels, landschappen en ,,Chinoiseries". Aart Schouman. Glauber en Isaac de Moucheron hadden hier evenmin alsdebloemenschilders mogen schitteren door afwezigheid. Thans KOU men gaan gelooven. dat alleen Oornelis Troost en Jacob de Wit goede schilders waren in al die l OU jaren. Zij zijn beiden hit r te bestu deeren door pastels. schilderijen en decors; het zeer eigen genn» van Dt« Wit, de grauwtjes" leert men kennen uit de fraaie schets voor een plafond (No. 368). Van de schilders van stads gezichten is Hendrik Pothoven hier het best vertegenwoordigd met een geestig stuk van de Haugsche Kermis (zie Afb.) De portretten en miniaturen geven geen hoogen dunk van de kunst uit die jaren, maar ook hier waren het voornamelijk buitenlanders, die de goede opdrachten kregen. De teekeningen' tenslotte, verCom. Troost Listige Vrijster tuonen in hun verscheidenheid, een onopzettelijk beeld van het huiselijk en buitenleven van onze voorouders. Alles bijeen, een verzameling, bont van qualiteit en suhakeerhxg, die de lust tot bestudeei'ing van een hoogstbelangrijk en dikwijls fel-bt-wogen tijd perk, zeker bij menig beschouwer zal opwekken, H. KKKiKK Xieuwe uitgavt-n Bij J. B. Wolter's Uitgevers Maat schappij, Groningen is verschenen: Dr. C. G. N. de Vooys, J. H. van den Bosch en Dr. D. C. Tinbergi-n. Letterkundig Leesboek voor Hoogor Burgerscholen, Gymnasia en Kweek scholen. Eerste deel, bewerkt door J. H. van den Bosch en Dr. C. <?'. N. de Vooys. 3e druk. Delly, Veryuldf ellende, Uitgave: J. J. Romen & Zonen, Ro«irmond. Delly, Onder het masker. Uitgave J. J, Romen, Roermond. Delly. Het geheim ran den JKvukounöor. Uitgave J. J. Romen, Roermond. De Moederkerk, door J. Hoogeveld, G. Kreling. G. P. N. Sanders, O. F. M. G. van Noort. Alph. Mulders, H. Mets, Fr. Feron. Jus. Heulers, Gerant Brom, Jac. van Ginneken S. J. Uitgave J. .T. 'Romen*!A: JZonen, Roermond. Ovale terrine van Saksisch eetservies

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl