Historisch Archief 1877-1940
T^rHfr"""--1 - -r?----~?-?-.
l
J ;
1 ':
Kleine Ad verten tien
50 cent per regel
Aanbieding
vóór Woensdag 10 uur
ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JITTA
Redacteuren: L J. JORDAAN, F. G. SCHELTEMA EN
M. KANN. Secretaris der Redactie: C F. VAN DAM
KEIZERSGRACHT 355» AMSTERDAM C.
Telefoon 37964
Postgiro 72880
Gem. Giro G. 1000
OPGERICHT IN 1877
No. 2810
ZATERDAG n APRIL 1931
De nieuwe Gouverneur-Generaal
DE Nederlandsche Regeering zal binnen
korten tijd een beslissing moeten nemen ten
?aanzien van de vervulling van een ambt, dat zonder
eenige restrictie het gewichtigste ambt genoemd
moet worden, dat zij te vergeven heeft: de benoe
ming van een Gouverneur-Generaal van
Nederlandsch-Indië, die gedurende een volgende periode
van 5 jaar op den troon van Onderkoning te
Buitenzorg zal zetelen.
Zelden zullen in den loop der historie de om
standigheden, waaronder die benoeming moet ge
schieden, zoo moeilijk zijn geweest als thans.
En zelden zal der vraag, of deze keuze goed is
geweest, een zoo beslissende factor zijn voor de
toekomst van Nederland in Europa en zijn over*
-zeesche gewesten.
Er rust een zware verantwoordlijkheid op de
Regeering om voor deze functie den besten man
aan te wijzen, waarover zij kan beschikken. Alle
overwegingen van bijkomstigen aard, alle partij
politieke overwegingen bijvoorbeeld, dat men bij
voorkeur een man van rechts zou willen aanwijzen,
of ditmaal zoo mogelijk eens een Roomsen*
Katholiek moeten op het tweede plan terug
gedrongen worden.
Zoo ooit bij eenige benoeming, moet bij deze
benoeming, vóór al het andere, worden gelet op
karakter, bekwaamheid en kennis van zaken.
Natuurlijk is de benoeming in de eerste plaats
van beteekenis voor Nederlandsch-Indië. Welis
waar staat de Regeering te Buitenzorg tegenwoor
dig in heel wat betere verbinding met de Kegeeving
to 's-Gravenhage, dan vroeger ooit het geval was.
Binnen 14 dagen kan een brief per vliegtuig worden
overgebracht. Het is zelfs mogelijk van Buitenzorg
met Den Haag te telephoneeren. Maar zeer veel
belangrijke beslissingen veel meer dan vroeger
het geval was?zullen in Indiëgenomen moeten
worden. .
Wühebben nog kort geleden ervaren, hoe groote
waarde men in Indiëaan de persoonlijke uitla
tingen van den Gouverneur-Generaal hecht en hoe
elk van zijn woorden, dat misschien niet geheel
gelukkig mag zijn geweest, een krachtige actie
van de een of andere groep der bevolking kan
? ontketenen.
De gebeurtenissen, die zich in de laatste maanden
in het. naburige Engelsch Indiëhebben afgespeeld,
hebben aan ieder, die' daarvan nog niet doordron
gen mocht zijn geweest, duidelijk gemaakt,
wat er onder de inheemsche bevolking van Indi
leeft.
Economisch maakt Nederlandsch-Indiëop dit
«?«ogenblik een ernstige crisis door, veroorzaakt door
de geweldige daling van de prijzen'van haar voor
naamste exportartikelen, welke crisis, al zou zij
.spoedig voorbij gaan, haar gevolgen nog verschei
dene jaren op het budget van Indiëzal doen ge
voelen.
' ? ?.' -.'*.?*'. ' '
Het is nauwelijks mogelijk de beteefcenis, di
Nederlandsch-Indiëvoor de positie, die Nederland
in de wereld inneemt, te overschatten. De welvaart
van Nederland is voor een groot deel van
Nederlandsch-Indiëafhankelijk. Rechtstreeks blijkt dat
uit de uitkeeringen, die men in Nederland ontvangt
uit de' Indische cultures. Indirect uit het werk,
,-dat de Nederlandsche scheepvaart, handel en
.industrie tega behoeve van Indiëverricht.
Niet alleen de kapitalisten, die een deel van hun
vermogen in Indiëhebben belegd, maar iedereen,
die in de Nederlandsche scheepvaart, handel en
industrie, werkzaam is, elkeen, die in handel en
wandel de vruchten van de betrekkelijk groote
welvaart van Nederland in vergelijking niet andere
landen, zij het ook in bescheiden mate, geniet,
zou het verlies van Nederlandsch-Indiëonmiddel
lijk ernstig ondervinden.
* *
Van verschillende, in tal van opzichten hoogst
verdienstelijke personen, die door den volksmond
voor de functie van Gouverneur-Generaal worden
genoemd, overtreft de heer H. Colijn, de andere
candidaten in bijna alle opzichten.
Hij kent Indië, en zelfs de buitengewesten,
omdat hij daar vele jaren als officier en als ambte
naar van het gouvernement werkzaam is geweest.
Hij heeft als Minister van Oorlog, als Minister
van Financiën, als lid van de Tweede Kamer en
als lid van de Eerste Kamer, blijk gegeven niet
alleen een goed organisator te zijn, doch bovendien
op de belangen en economische problemen ven
Nederland een frisschcn en helderen kijk te hebben.
Do heer Colijn is zeker geen radicaal, maar
men zou hem onrecht doen, door hem voor een
conservatief te verslijten.
Hoewel hij oorspronkelijk van beroep militair
was en in Nederland zijn naam heeft gevestigd
als reorganisator van ons leger, heeft hij meer
dan eens blijk gegeven omtrent onze defensie een
oordeel te hebben, dat van het gros zijner
beroepsgenooten afweek.
Hoewel de leider van een politieke partij, welke
gedurende tientallen van jaren een handelspolitiek
heeft vooi'gestaan, die inging tegen de klassieke,
Nederlandscho vrijhandelspolitiek, heeft hij niet
geschroomd, zelfs toen de omstandigheden daartoe
niet bijzonder gunstig schenen, zich vrijwel on
omwonden voor de handhaving van onze handels
politiek uit te spreken,
Hoezeer men overtuigd mag zijn, dat het een
hartewensch van den heer Colijn zou zijn, dat
Nederldndsch-Indiëin' gereformeerden getest ge
kerstend zou worden, behoeft men van hem niet
te vreezen, dat hij als hoofd van het Indisch
gouvernement in dit opzicht niet voldoende etrbied
zou betoonen voor de godsdienstige overtuiging,
der inheemsche bevolking, of dat hij geen rekening
zou houden met de van zijn eigen overtuiging
afwijkende beginselen zijner landgenootem
De heer Colijn is in den loop van zijn werkzaam
leven in verschillende, functies in de gelegenheid
geweest de positie, die Nederland in de wereld
inneemt, van het gezichtspunt van een buiten
lander waar te nemen, doordat hij in Engeland
eenige jaren een der hoofden is geweest van een der
grootste, zoo niet de grootste Nederlandsche onder
neming ter wereld: de Koninklijke Petroleum, en
doordat hij op verscheidene internationale confe
renties de belangen van Nederland heeft verte
genwoordigd.
Nog versch in het geheugen liggen zijn werk
zaamheden als voorzitter der economische confe
renties téGenève, over de verlaging der douane
tarieven. Al hebben deze conferenties slechts zeer
weinig resultaat opgeleverd, zij hebben desniette
min de capaciteiten van den heer Colijn, om aan
zult moeilijk werk leiding te geven, helder in het
licht gesteld.
Welke andere candidaat voor de functie van
Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indiëkan
op zulke antecedenten bogen ?
INHOUD:
t. Mr. A. C. Josephus Jltta, De nituwe
GouverneurGeneraal.
2. Prof. Mr. F. O. Scheltema, Huwelijks goederenrecht,
3. Joh. Braakensiek, Politici naar Londen Spreektaal.
4. Albert Heiman, De les der vaderen.
5. L. J. Jardaan, Scheuring bij de Nallonaal-Soeialisten.
Constant van Wessem, Muziek.
6. Dr. R. Feenstra, Tikbtaadjes.
7. Dr. Jac. P. Thijsse, Aprtl Mr. Frans Coenen,
Kroniek.
9. D. Th. Jaarsma, Licht.?Tegenstellingen.
10-11. A. E. v. d. Tol eri A. Plasschaert, Schilder
kunst,
12. Mr. H. Scholtc, Dram. Kroniek.
13. L. J. Jordaan, Bioscopy.
14. C. A. K'aasse., Holland-Amerika lijn.
15. Beursspiegel.
17. J. Oreshoff, Litteratuurgeschiedenis.?Uit Jantje's
kladschrifl. H. K- T., Elise Poons?van Biene.
18. Ph., Radiocritiek J. Drijver, Boekbespreking.
19. Allda Ze venboom, Croquante Croquttjes
Charlvarius, Charivarij. Dr. C. F. Haje, Taalschut.
20. Dr. A. Melchior, Chineesch theater.
Omslag: Spelproblemen.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Wibaut contra Wibaut.
In de voorafgaande beschouwingen is het pleit
gevoerd voor de benoeming van den lieer IJ. Colijn
tot Gouverneur-Generaal van.
NederlandsenIndië. Op de beginselen van'eenige politieke partij
is daarbij niet gelet. Uitsluitend is aandacht
geschonken aan overwegingen, die voor bijna
elk Nederlander moeten gelden, welke gods
dienstige overtuiging hij pok moge zijn toegedaan
en tot welke politieke partij hij zich ook moge
rekenen.
Wie de verschillende candidaten, die voor deze
hooge functie worden genoemd, toetst aan de in de
eerste plaats gestelde eisenen van karakter, be
kwaamheid en kennis van zaken, zal tot de con
clusie moeten komen, dat de lieer Colijn alle an
deren in bijna alle opzichten overtreft.
Hij heeft in zeer verschillende, moeilijke omstan
digheden blijk gegeven van groote vastheid van
karakter, ook al zou menigeen somti-ds gewenscht
hebben, dat zijn beslissingen anders waren uit
gevallen.
Hij heeft zijn bekwaamheid getoond als ambte
naar van het Indische gouvernement, als Minister
van Oorlog en van Financiën, als een der hoofden
van de grootste Nederlandsche onderneming in
het buitenland en als vertegenwoordiger van ons
land op tal van internationale conferenties.
Niemand zal den heer Colijn een buitengewone
mate van kennis van zaken omtrent Nederlandsen
Indiëen omtrent Nederland'» positie in de wereld
kunnen ontzeggen. ,
Waar de zaken zoo staan, 'is de keuze, waar
voor de Nederlandsche Begeering gesteld is bij de
benoeming van een nieuwen Gouverneur-Generaal,
indien de heer Colijn bereid gevonden zou wprden
die functie te aanvaarden, bij nadere overweging
niet zoo .moeilijk, als zij op het eerste gezicht lijkt.
A. C. JOSEPHUS 'JITTA
!i
r . *
i 'C ?'