Historisch Archief 1877-1940
'"V
\
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN n APRIL 1931
No. 2810
De les der vaderen
door Albert Heiman
Frank van dor Gors vertelt
HET heet wel zoo, dat wij in moderne rationa
listische tijden leven, maar mythen en legen
den ontstaan ook vandaag nog met bekwame spoed.
Terwijl de zon nog scheen, sprak men over
Phaeton's zonnewagen; terwijl de Nieuwe Gids nog steeds
verschijnt, spreekt men over de glorieuze
NieuweGids-periode. Toch dient hij, die dat glorieuze
wil onderkennen, nu reeds dikke literatuurgeschie
denissen na te slaan, want uit den huidigen stand van
zaken, zoowel in als buiten de diverse Gidsen,
valt niet veel goeds af te leiden. Wij leven snel,
en men lést over den jare 1880 als over de dagen
van Karel Martel. De ..Litteraire herinneringen
uit den Nieuwe-Gids-tijd" van Frank van der
Goes, *) een der mede-oprichters van dit tijdschrift,
leest men als een oude schandaal-kroniek, hoewel
het boekje eerst zoojuist verschenen is, en pas
kortgeleden geschreven werd. Het is een tegengif
voor mogelijke heldenvereering, wellicht bewust
toegdiend uit een soort van
na-veertig-jaren-nogniet-voldaan rechtvaardigheidsgevoel; ofschoon
het weinig felle en weinig agressieve van dit ge
schrift zou doen vermoeden dat wij het eerder
te danken hebben aan de lust van een oudere om
reminiscenties op te halen.
* *
Te midden van de vele vervelende en onbenul
lige gesclüedenisjes waar een landelijk literair
leven nu eenmaal niet buiten kan, komt dit relaas
over een zoogenaamde groote tijd ons een woinig
verrassen met de mededeeling, dat het toen....
geen haar beter was dan nu. En zoo werkt het uit
dat wij er met genoegen, want met leedvermaak
kennis van nemen.
Ik moet bekennen, sedert de lezing van zijn
jongste boekje een groote dankbaarheid te gevoelen
tegenover den heer van der Goes. Hij heeft mij een
niet geringe hoeveelheid zelfrespect en respect
xroor onzen eigen tyd doen terugwinnen; hij be
zorgde mij het optimisme dat toch eigeulijk be
sloten ligt in de gedachte: Vandaag is het ten
minste niet beroerder dan gisteren." Waar vindt
men ergens een oudere die tot de knapen spreekt
' en zegt: Nu zal ik jullie eens, vertellen wat een
schoften die ooms van jullie waren in hun jeugd,
diezelfde ooms dio vandaag zulke brave dokters
en dominees en huisvaders zijn."
Als jongen dacht ik dikwijls dat mij zulke
dingen angstvallig verzwegen werden, en vandaag
weet ik, dat de maatschappij ervoor zorgt dit inder
daad systematisch ie doen. N-u heeft de heer van
der Goes echter na tijdige verhuizing een van de
glazen huisjes niet steenen gesmeten, en roet ge
gooid in het eten van een bekend literair
fcestdiner.
Hij heeft dat gedaan zoo al-vertellend, langs zijn
neus weg, zonder blijkbare boosaardigheid, maai*
mefc precies gemikte tnededeelingen, op de manier
waarop iemand dingen zegt, die hem al jaren lang
dwars zaten en waarvoor hij steeds naar het ge
schikte oogenblik om ze je rang-boem! voor de'
voeten te werpen heeft uitgekeken. Met hoe
grootere kalmte en koelbloedigheid dat dan gebeurt,
des te venijniger is het effect. Hier is hét natuurlijk
geschied terwille van de historische objectiviteit,
maar ondertusschen !
Wat de heer van der Goes van de eerste crisis
jaren ha den bloeitijd van de Nieuwe Gids vertelt,
is veel kwaads; kwaad dat Wij al wisten, maar dat
in een rustig en uitvoerig requisitoir opnieuw treft
en noopt tot het herzien van enkele
eonventioneele waardeeringen.
De zoo gestrenge Heer uit het Oude Testament
spaarde soms steden vol zondaars terwille van tien
rechtvaardigen: zoo hebben wij geleerd een schrij
ver van, zeventien deelen onzins te sparen terwille
van zeven goede sonnetten. Soit. Maar degene die
zich een denkbeeld wil vormen van wat er op
zeker tijdstip met het wel en wee van onze letteren
is geschied, mag gerust dit soort piëteit en barm
hartigheid opzij zetten, om tot de erkenning te
komen, dat de man die in een begenadigd oogen
blik een zeer schoon vers wist te schrijven, in de
resteerende onbegenadigde oogenblikken van zijn
*) Uitgave van C. A. Mees, Santpoort.
leven een ontzaglijke lammeling met de allures van
een schurk .kan geweest zijn. Dat gaat trouwens
goed samen.
Waarschijnlijk kunnen wij, met hedendaagsche
gevoelens en begrippen ons beter verplaatsen
op het standpunt van don heer van der Goes,- dan
de meeste van zijn vrienden en vijanden uit de
Niéuwe-Gids-redacties. Te weinig heeft men gezien
dat zijn uitwijking naar het socialisme in de eerste
plaats een uitwijking naar het sociale was; een
vlucht uit de maalstroom welke trok naar hot
doode punt. En dat de eerste vluchtelingen, van
der Goes en Gorter, daarbij doodelijke kwetsuren
hebben opgeloopen bewijst tenslotte niets in het
nadeel van de noodwendigheid van die vlucht.
Er zijn van die soldaten, die een instinct hebben
dat hen telkens laat wijken uit de baan van vijande
lijke granaten, en die toch sterven aan vergiftigde
koffie.
Vandaag zijn wy er ten volle van bewust, dat
elke kunst die niet een bepaalde fase vormt van.
den geheelen socialen cirkelgang, die niet een
schakel is instaat om de geheele keten des levens te
dragen, gedoemd is om op een zeker moment als
'een waardeloos luxe-object terzijde geworpen te
worden. Is K loos ook maar een haarbreed verder
gekomen dan Gorter of van der Goes? Integendeel.
Door contact met het leven heeft zelfs het talent
van Verwey het langer uitgehouden dau de vonk
van genie van anderen. Tenslotte zal vanEdden's
oeuvre nog lang een schreeuwende bespotting
blijven van van Deyssel's schoone idealen.
* *
*
Naar het schijnt heeft in de laatste eeuw het wel
en wee van onze letteren altijd afgehangen van
tijdschriften. Ze moeten voor de buitenstaanders
veelal iets hebben van hofjes waar juffrouw
Pennewi'p en juffrouw Groen en tante Mina en moeder
Jansen bij elkander komen om hot welzijn van de
buurt te bepraten. Dat klinkt nu wel oneerbiedig en
een beetje vulgair tegenover al die eerwaardige
tradities en de eerbare, boekdeelen van vijftig on
meer jaargangen soms... ^ maar blader nog eens
om uw geheugen op te -frisschen door eenige van
dio volumineuze boeken.... liet was een andere
zaak toen de Nieuwe Gids nog werkelijk nieuw was.
Maar hoe lang heeft dat. alles bij elkaar geduurd ?
Acht jaar? Nog niet.
I3lader verder, en ge bevindt u eerst recht in
n van die propere, waarlijk wel poëtische
hollandsche hofjes. De tegels zijn geschuurd, de y.on
speelt iu een koperen kan, een luie poes rekt zich uit,
een moedertje zit te droomen over haar breikous,
waaraan geen eind komt. .
Wordt nu het hof je door de ouden van dagen niet
tijdig genoeg ontruimd, ddn krijgt het iets van een
verwaarloosd gasthuis, daar alle bewoners
invaliede zijn en de poëzie van het plaatsje zurig en
kamferachtig gaat rieken. W'y zouden het niet
durven om ook maat te zinspelen daarop, wanneer
déheer van der Goes zelf, een der stichers van zulk
een hofje, niet het voorbeeld daartoe gegeven hadde.
Want heusch, denkt men inplaats van de illustre
namen die hij noemt, de namen van voormelde
mejuffrouw Pennewip, Groen, Mina en Jansen,
men heeft een waarachtige besjes-geschiedenis,
met dezelfde klein valsigheidjes, streken en
schurkerijtjes waardoor die verschrompelde leven
tjes onder de neepjesmutsen en in de saaien rokken
worden ontredderd.
En nu: hoe kan er in 's hemelsnaam in een hofje
iets anders groeien dan een paar sprietige, nederige
plantjes tusschen de voegen van de steenen in een
vergeten hoek ? En hier en daar voor een raam een
potje met zeer kunstmatige geraniums, die ze in
leven houden met thee van eergisteren? jj bezoekt
zoo'n hofje, omdat het wel interessant is, niet
onaardig voor een keer, en tenslotte
typischHollandsen. Maar verwacht niet rozenstruiken te
vinden of bloeiende heesters of een plf.nt, die in
volle vreugde en zorgeloosheid opschiet.
Mejuffrouw Pennewip, uw geranium l ij kent
vandaag wel een bossie kwatrijnen."
Och kom, juffer Groen, heppu eraan gedach
de neologismen te wieden vóór uwes deur?"
,,Me zwager'van het Verleede-hoffie zeit
dat de Afrikaantjes zoo ongezond benne."
Pluk den dag!
met motor-olie!
WEATHIRING OU H WEATHER 11
INTO
oni
OAV'i IUN
ir j om.» »AI« ro Oivt TOUI CA*
MAM» HIOH TfS!
Specially processed
to inèet Britain's
quick-change climate [j.
r«»rtt MOTOR OU 'STOM r Hl IE At. NOS WiAtlNO.'
Opnieuw een kostelijk staaltje van oorspron
kelijke Engetsche humor in reclame ! En dit keer
een dat bij uitzondering ook op Hollandsche
toestanden past. Ziehier, hoe geestig Fitz de
allround" kwaliteiten van Pratt's Motor-oil" illu
streert. Ook de Hollandsche automobilist zal zich in
dit geval weten te verplaatsen; op het punt van
,,quick-change climate" kunnen wij een woordje
meepraten t Een andere quaestie is: Zou men ook
bij ons iemand vinden, die dat zoo geestig en oor
spronkelijk weet uit te drukken?
W. M.
' ,,Ocharm, moeder Jansen, weet u al dat de
Judaspenningen die...."
Stop that. Het zou te hatelijk worden wanneer
wij ook nog ingingen op de commercieele rollen, die
gespeeld zijn in zulk een historie als de heer van
der Goes verhaalt. Merkwaardig mag echter heeten
dat van meet af aan alle Nieuwe Gidsers het,
naar uit het relaas blijkt, het een dure plicht acht
ten liefdadigheid te bewijzen aan Willem Kloos.
Sommigen van hen hebben zeer bewust de belangen
van het tijdschrift opgeofferd om de persoonlijke
belangen niet te schaden van iemand voor wien zij
ternauwernood meer sympathie over hadden.
Waarom? Welke affecten, welke jeugd-piëteit zat
daar achter? Dat heeft de heer van der Goes helaas
verzuimd ons mede te deelen. En toch het moest
een zeer pril en zeer gemeenschappelijk gevoel
geweest zijn; een van de weinige dingen waarin
de Nieuwe Gidsers werkelijk gemeenschappelijk
sociaal" dachten.
Nog zijn er enkele humoristische details. Het
optreden van Piet Tideman als rechterhand van
Kloos. Als de heer van der Goes over hom spreekt
wordt hij zoowaar nog bitter, wat ook alweer te
begrijpen is. Tenslotte was dat geen portuur, en ook
de meest geduldige heilige ergert zich weieens aan
een lastige vlieg.
Ik ben blij dit boekje gelezen te hebben. Ik voel
mij gesterkt en uitgerust tot het Leven, als na een
vaderlijke les. Ik heb eindelijk die langgezoehte
oom gevonden, die mij eerlijk, en een
beetjegedesillusioneerd zegt: Laat je nu maar niets vertellen
door je papa, mijn jongen. Wij in onzen tijd waren
nog veel erger. En zijn we niet after-all heel aardig
terecht gekomen ? Ik wou dat de meisjes nog naar
me keken."
Maar in het hofje komen de meisjes niet.
Boekverkooping
Door Van Stockum's Antiquariaat (J. B. J.
Kerling) Prinsegracht 15, 's-Gravenhage zal van
11?26 April eene zeer belangrijke Boekver
kooping gehouden worden.
Behoudene vele goede boeken op allerlei gebied,
bevat deze Veiling een zeer uitgebreide rubriek
Letterkunde en Folklore, ook Theologie. Voorts
Boekenkasten, een Platenkast, enz.'
No. 2810
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN u APRIL 1931
MUZIEK
door Constant van Wessem
fcest-concert
MENGELBERG is thans 00 jaar. 35, jaar diri
geert hij het Concertgebouworkest. 35 jaar
staat hU op deze plaats op het podium, voor zijn
dirigentenlessenaar. De tijd zelf is slechts nauw
merkbaar aan hem vobrbij gegaan, met denzelfden
veerkrachtigen stap komt hij het podium op,
met dezelfde spanning afdwingende handbeweging,
die wat vóór dat moment was laat verdwijnen, zet
hij zijn muziek in, steeds weer opnieuw is hij het,
die de muziek maakt", zijn eigen speciale, sfeer
wekt, een speciale aandacht van zijn publiek tot
zich trekt. Op ieder concert is weer dat wat men
Mengelberg" noemt en dat men bij geen anderen
dirigent ervaart. Hij staat daar nog steeds als de
beheerscher, 35 jaar al. En men moet in zijn her
innering deze tijdruimte van 35 jaar met haar
geschiedenis van muzikale gebeurtenissen en mu
ziekfeesten met als middelpunt het groote
Mahler-feest van 1920 aan zich voorbij laten
gaan om het zich voor te kunnen stellen, dat het
reeds 35 jaren zijn, dat het niet vandaag was. De
tijd veranderde niet veel aan Mengelberg en ook
aan zijn directie niet. Maar de muziek zelf ver
anderde onder zijn handen, zij verdiepte,
verstrakte, vervolledigde zich meer en meer. Het muziek
stuk, waaraan hij 35 jaar in zijn vertolkingen
arbeidde, dat hij in zijn liefde steeds klaarder en
in zijn vertolkingen steeds bewonderenswaardiger
ontvouwde, groeide met hem mee, 'het innerlijk
leven van zijn structuur, zijn klankschoonheid,
zijn zingende, bewegende, bezielende schoonheid,
verrees steeds indrukwekkender voor onzen geest.
De schoonheid veredelde zich uit de mensnhelijke
hartstochtelijkheid der eerste vertolkingen tot
een bovenmenschelijke klaarheid, strakheid,
ontijdelijkheid.
Men dacht aan die eerste vertolkingen, toen
Mengelberg op zijn f eestconcert de zesde
symphonie van Tschaikowsky, de zgn. Pathetique" diri
geerde. In deze eerste vertolkingen gaf Mengelberg
zich eertijds geheel weg aan de wringende wanhoop
van deze muziek, de menschelijkheid van dit werk
kwam ook meeslepend uit in de hand- en arm
bewegingen van zijn directie. Thans was ook deze
buitenkant van zijn dirigeeren versoberd, zong de
menschelijkheid van deze romantische opstan
digheid, die langzaam weer verzinkt in droef
geestige en wegstervende berusting, geheel en al
in de muziek, het klinkende werk sprak zijn eigen
geladenheid, zijn eigen furieus dwingende kracht
uit, en al beleefde, men onder die vertolking wel
herinneringen aan dat vroegere jonge feu sacrc,
het geheele plan stond hooger, werd nog meer
door meesterhand beheerscht dan zooveel jaren
geleden, toen men kwam om ook Mengelberg te
zien dirigeeren en te dwepen met zijn pathetischen
geestdrift. Men beweert wel eens: Mengelberg is
tyrannieker, eigenzinniger geworden tegenover de
muziek, die hij dirigeert, omdat hij effecten onder
streept desnoods met uitbreiding van bepaalde
instrumentale middelen, maar in werkelijkheid is
het de klaarheid, de innerlyke levendheid van het
werk, waarop hij zich meer en meer toelegt en
waarvan hij het volmaaktst mogelijke beeld, de
volmaaktst mogelijke afronding zoekt. Om het
müsiceeren" op zichzelf is het bij Mengelberg
nooit gegaan, hij behoort niet tot de generatie der
musiceerenden", muziek is hem ,'.openbaring',
een soort heiliging van wat zich uit het tijdelijke
der klanken tot het eeuwige laat omscheppen.
En in de smart" van Tschaikowsky belijdt hij'
een hoogere smart dan die van door het tijdelyke
opgewekte menschelijke aandoeningen, hetzelfde
mystische Verband, dat hem ook tot de smart"
van Manier aantrok, en die aan een hoogere wet
matige redelijkheid onderworpen schijnt.
?.?"*.*?..'
Na'de symphonie van Tschaikowsky dirigeerde
Mengelberg de Jste symphonie van Mahler. Men
weet, dat het programma van het f eestconcert aan
de keuze van de Concertgebouwbezoekers onder
worpen werd en het werd nu samengesteld uit
twee werken, die twee tijdruimten omvatten van
Mengelbergs eigen dirigeerperiode. Met Mahler is
Méngelberg vooral ook de apostel geweest, voor
Scheuring bij de Nationaal-Socialisten
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan
Lek!
een zich baanbrekend genie, ongetwijfeld door de
verwantschap van een sympathie beïnvloed, maar
zeer'zeker ook, en wel in de eerste plaats, door
ontroering voor het wonder der ? muziek, dat in
Mahler's scheppingen besloten lag en voor het
oor van zijn toenmalige tijdgenooten nog slui
merde. En al is er in d*ïlaatste jaren een
allevjongste generatie opgegroeid, voor wie Mahler
niet meer uitdrukt wat haar harten; vervult en die
critischer staat tegenover de compositorische zwak
heden in Mahler's reuzen-gebouwen in tonen,
wanneer Mengelberg deze muziek met zijn toover
staf aanraakt?om dit beeld eens te gebruiken
vallen de bedenkingen weg en ook Mahler ver
schijnt ons in een glans van het ontijdelijk schoone,
waarin het geniale van beiden elkaar ontmoet.
Dit zijn alle reeds bekende dingen en het valt
moeilijk over Mengelberg iets nieuws nog te zeggen.
Men constateert1 ze slechts telkens weer opnieuw
en daarmee is eigenlijk de groot te lof en de grootste
eerbied gegeven die men voor al het onverganke
lijke en meesterlijke van deze vertolkingen kan
uitdrukken.
liet werd waarlijk ec/i fcestconcert, dat van den
7den April. Men kwam in eer zaal met een feeste
lijk versierd podium n het werd waarlijk even
moeilijk zich boven bloemen en palmen en kransen
deze stem" van Tschaikowsky te denken. Doch
reeds na de eerste maten vergat men bloemen
en palmen en kransen en het heele uiterlijke feest
en men gaf zich weg aan twee vertolkingen, die
Mengelberg tot een feest der muziek maakte door
ze op de allerschoonste wijze te dirigeeren !
VITRAGE
A L L O V E R
0,90 BREED
PER METER
0.45
GEKLEURD
n 1.15
EFFEN MARQUISETTE
O.B8 BR, P. MTR. Fl. 0.70
F l L E T
0.70 BREED
0.40
PER METER
DITO OEKLEURD
KLEURECHT
100 BREED
Fl.
1.PER METER