Historisch Archief 1877-1940
.. si»*, ?.-«>-<L^>g- ...-, j?..t^?:^.^.LrJjj-^-^??*.-*? -? -AJ.:-.. .j. «u;.^.-'t*
S/^TTT
CH
EN TEEKENAARS
Fransche Kunst bij Van Wisselingh - Newton
*)'
Cézanne
Fransehe schilderkunst nlt
de 19e en 2Oe eeuw bij E. J.
van Wisseling!! en Co., Am
sterdam
De firma E. J. v. Wisselinghen Co.,
die ook in het voorjaar van 1928, 1920
en 1930 fraaie tentoonstellingen ar
rangeerde van Fransche schilderkunst
der laatste honderd jaar, brengt dit
maal in haar zalen wederom een rijke
verzameling doeken van Fransche
meesters uit de 19e en 20e eeuw bijeen.
Deze expositie, die van 9 April?9 Mei
a.$. te bezichtigen valt, geeft, met mee
rendeels typisch representatieve stuk
ken van een 33-tal meesters, als 't ware
een kort begrip van den ontwikkelings
gang der Fransche moderne schilder
kunst, van den aanvang der
Barbizonschool, door het impressionisme
het neo-impressionisme, het
cubisme, enz. heen, tot op heden.
Le Vase de Jardin
In het begin der 10e eeuw stroomde
uit verschillende richtingen de krach
ten samen, die zich uitgoten in de
bedding van de moderne kunst":
krachten afkomstig van de oude kunst
der Spanjaai'den (Velasquez, Goya).
zoowel als van de Fransche
caricaturisten Gaverni en Daumier en van
de oud-Hollandsche, zeventiende
eeuwsche landschapskunst. Deze laatste
invloed werd voornamelijk overge
dragen dóór den Hollander Jongkind,
die onder invloed werkte van de
Engelsche landschap-schilders,
Constable en Bonington vooraan. (Van
Jongkind vindt men hier een
riviergezicht met zeilschepen uit 1867 en
een winterlandschap met
schaatsenrijders uit 1887). De laatstgenoemde
Engelschen gaven, kan men zeggen,
tenslotte den eigenlijken stoot tot het
ontstaan der moderne kunst", die
dan haar eerste jeugd verder in Parijs
en omgeving beleefde en van daaruit
geheel Europa met haar talrijk kroost
bevolkte.
De Barbizon-school, al spoedig, in
het eerste begin ontstaan, wordt hier,
om te beginnen, vertegenwoordigd
door Corot's Le vieux pont de Man*
tes": een goed voorbeeld van zijn
ietwat zwaarmoedige, melancholieke,
gaarne in morgen en avond nevels
verwijlende, groote stemmingskunst.
Van Daubigny, die zijn landschap
pen niet meer, zooals Corot veelal
deed, niet nymphen en dryaden be
volkte, maar met boeren en boerinnen,
vindt men tevens een goed speci
men.
Daumier's oude mannenkop, een
olieverf-doekje van klein formaat,
laat dezen grootmeester der
caricatuur zien als den, in lichtend donker
gamma werkenden, Rembrandtieken.
schilder dien hij tevens was.
Courbet, de bier-verzwelger en.
hartstochtelijke jager", het
krachtgenie der Barbizonners, laat hier in
zijn Femme aux gents wederom remi
niscenties opkomen aan Goya en doet
hem, de colorist voor alles, weer
kennen als den voorlooper van Manet
en Monet.
l Met Manet, die zijn eerste, hem tot
de kunst voerende, ontroering op een
zeereis onderging, komen we dan in
het impressionisme: zijn Les
Baigneuses" is evenals zijn Arcachion,
inderdaad een sterke, sobere fel-rake,
als in n adem genoteerde weergave
van een impressie aan het strand
opgedaan.
Van Fantin-Latour, die men een
middelaar tusschen Courbet en Manet
zou kunnen noemen, en die, evenals
deze laatste, door de kunst van een
Velasquez werd aangestoken"
treft men hier een viertal, rijke
bloem5z & Zoon \ Kort bij Kleykamp
A. E. VAN DEN TOL
stukken van gedragen kleur aan.
Monet geeft zich yervolgens in et-u
groot zee-stuk geheel over aan zijn
hartstocht voor licht, lucht en zon «-n
het spiegelend kleurenspel van het wa
ter. De aan hem verwante, maar naar
het structurale toe sterker, Sisley is
met niet minder dan vijf doeken verte
genwoordigd.
- A. PLASSCHAERT
zocht, werd ingezet door Seurat
van wien men hier een tweetal zeer
fraaie, doorzichtig-zuivere (zuiverheid
, dat was van de
neo-impressionisten wel het" wachtwoord J)
olieverfdtudietjes te bewonderen krijgt.
Van Gauguin is er een wondermooi
Bretonsche evocatie in die verklaarde,
op horizontalen en verticalen
gecomRaoul Dufy
Pissaro, die zich nu ns aansloot
bij Corot en Millet, dan weer bij
Signac, schilderde landschappen.,
hongerden, boulevards met dniS
verkeer. Zijn hier aanwezig ,,Le
Bepos" n'geef t de impressie van lu't
zonnige, weelderige leven op ht>t
land in een languit, voorover in het
maailand rustend, boerenmeisje.
' Cézanne kan in veel opzichten.
binnen het groepsverband, de grootst
denkbare tegenstelling heeten v«n
Pissaro. Van zijn decoratief-idealis
tische" kunst geeft ..Le Vase
<1<Jardin" een goed staal.
Renoir's groote Blonde Baadstrr
gaat, evenals dat met zijn. oeuvre in'
zijn geheel het geval is, via
Dflacroix terug op Hubens en doet hen1.
ook hier meer als groot
vormerbouwer, dan als colorist kennen. ,
Degas, verbeelder in de eerste
plaats van den mensch als beweg
ngfeaparaat in de ruimte", laat hier o.m.
twee danseuses in actie, of liever de
actie van twee danseuses, zien.
Boudin met een van zijn talrijke
Trouville-gezichten en een dorpsfeest
in Bretagne en Ralfaëli, de grondvester
van het pointilliame, tevens overga
figuur naar het neo-impressionisme,
met een stuk Parijsche Seine,
sluiten de rij der impresssionisten.
Het neo-impressionisme, dat met
behulp van den chemiscus Chevreul,
in den beginne voor alles een weten
schappelijk gefundeerde werkwijze
Rosetti
poneerden, eenvoudigen bouw en ver
stilde kleur die zijn glorie blijft.
Met Matisse (een schetsmatig,
bloemig" naakt op een roode canapé)
zijn we reeds onder de, nog levend
meesters aangeland. Van hen valt
waar nog geen voldoende afstand"
kan. genomen worden ??natuurlijk
minder goed een, min of meer objectief
vaststaand kort begrip" te geven.
Van hen zij nog een groot en in vele
opzichten grootsch stilleven van
Braque?een sterke Dérain(portret),?een
groote Picasso (Les deux Soeurs,
twee, als in zware steen gehouwen
vrouwen-figuren), ,?een dorpstraat
van Utrillo, een stilleven vap do
Segonsac gememoreerd.
Van hen die min of meer buiten de
boven geschetste ontwikkelingsgang
vallen en zelfs, in zekeren züvhier en
daar een soort tegenstroom" ver-,
vegenwoordigen, moeten nog genoemd
worden de suggestieve,
wonderlijkindringende fantast Odilon Redon
(Les Saintes Femmes doet hem bier
alle,recht 1) Puvis de Chavannes,
die naar het decoratief-monumentale
uitging, maar'daarin-toch een muzikaal*
lyrisch en droomtrachtte {«handhaven,
met een L'Amphore brisee, en de
Toulouse Lautrec, deze, om het kort/
te zeggen, in de Steinler-sfeer wer
kende graficus met Les deux
AmisSumma summarum: een hoogst be
langrijke en interessante tentoonstel
ling.
H. H, Newton bij Buffa A Zonen,
Amsterdam
H, H. Newton is een Engelschman
die blijkbaar van het buitenleven
en speciaal van welverzorgde, in vollen
bladertooi verkeerende loof-boomen
houdt.... Een schoongewasschen
blauwe hemel en wat heldere,
keurigrimpelende watertjes behooren er bo
vendien natuurlijk, boven en onder,
nog bij. Ware de verf bijwijlen niet
wat al te incorrect-duidelyk aanwezig,
waardoor men onwillekeurig direct
het beeld van een nét-verzorgd palet
voor oogen krijgt, niets zou ons
herinneren aan een.... schilderij.
Behalve dan misschien in dat vage
wilgen-boomen-etukje; daarin is een
heel zwakke herinnering aan een
werkelijk schilder" als b. v. Gaston
la Touche.
A. E. VAN DEN TOL
Kort btj Kleykamp, l>en Haag
Van den stoet van tentoonstellingen
bij Kleykamp, er zijn op dit oogenblik
er zes open, wil ik beginnen met de
bespreking van die van Kort. Het
werk van Kort, ik heb dit meer ge
schreven, vertoont een analogie, wat
de voordrachten aangaat, met dat van
Floris Verster. Evenals bij Verster
%visselen hier werken, waar de
spoutanëiteit van den hartstocht
ongestremd bleef met die, waar Kort dien
zelfden hartstocht, zooals ik dat ge
noemd heb stapvoets doet gaan,"
en waar bij soms, zooals in de uiterst
nauwkeurige teekening van een dood
vogeltje, het dooie vogeltje, dat Ver
ster voor zij n getrouwe Anna
teekende, dezen nadert en daar zeker niet
de mindere is. Maar de persoonlijkheid
van Kort is in het meest hem ken
merkende werk zeker gescheiden van
i die van den gestorven schilder; hij is
Puvis de Chavannes
minder f lonkend van kleur; de ex
pressie van de lijn is in zijn
waterveiiteekeningen van cactussen en
anturiums het vorm-bepalend element.
Deze planten zijn van al het werk
van Kort de typische. Ze zijn om
twee. dingen dikwijls afzonderlijk. Ten
eerste zijn ze dat door de vaart van
de lijn, die vol lyrische drift is en
2e door de kleur, die vroeger meer
duister, in de laatste wei^ken eer
schril kan zijn. De vormen, dat
spreekt toch vanzelve hier, zijn groot
gehouden, meer geïnsinueerd.dan ten
eenenmale bepaald; het zijn impres
sies, plotseling ondervonden en snel
genoteerd; in drift dus gegeven. Om
een. ander ding zijn ze nog afzonderlijk.
C! e erkent, en hun vormen kunnen
daar gemakkelijk aanleiding toe
geVAmphore Brisee
ven, overeenkomsten met bepaalde
deelen van het levende lichaam; met
welke deelen laat ik aan de beschouwer
echter over. (de kritikus tqch is geen
uitleggever voor hen, die niet zien
kunnen). Van deze soort werken, die
de uitbundigheid hebben van iemand
met een weemoedigen aard, zijn op deze
tentoonstelling goede voorbeelden,
aangename exempels.
Het geheele werk van Kort, dat
tegenwoordig ook naakten en por
tretten nog geteekend, maar binnen
kort wel geschilderd ons zal doen
zien, is dat van een zeker voort
gaand en vooruitgaand schilder; met
n woord bepaald: Kort's talent is
van eerbaren aard.
A. PLA.SSCHAEKT
Corot
Lévieux Pont de Nantes