De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 18 april pagina 7

18 april 1931 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 18 APRIL 1931 No. 8211 Engelsche boeken Lawrence's laatste boek Boekbespreking door Mr. E. Straat D. H- Laivrence, The Man u'ho Londen, Martin Serfcer. Toen het avond was geworden; ging Jozef van Aritnathea, c«n achtbaar lid van den Raad, die zelf het koninkrijk Oods verwachtende was, naar Pilatus, en verzocht hem om het lichaam van Jezus. Pilatus verwonderde zich, dat hij reeds was gestorven; hij ontbood 'den hoofdman en vroeg hem of hij al dood was. Toen hij het van den hoofdman gehoord had, stond hij het lichaam aan Jozef af. Deze kocht een laken, nam Jezus van het kruis, wikkelde hem in het laken, en legde hem in een graf dat in een rots was uitgehouwen. Tegen de deur der grafstede wentelde hij een steen." , Tot zoover het sobere verslag van Markus. The Man who Died", laatste boodschap van den onheiligen L|«Krence geeft ons het vervolg.... Een .etmaal later, als by het krieken van den morgen, ia de olijventuinen om Jeruzalem de hanen kraaien, schiet er een rilling door het in doodslinnen gewonden lichaam. Van den uitersten rand tusschen dood en leven keert het bewustzijn terug en vult het koude, verstijfde lijf met pijn. Ongewild trekken zeere handen de van zalf door trokken windsels los; de voeten bewegen zich en in de duisternis van het gesloten graf gaan de oogen open. De mensch richt zich op; een golf van kracht, uit ontzetting en afgrijzen geboren, stuwt hem naar het straaltje licht bij den uitgang. De sluitsteen wijkt; verblind door het aanstormende licht kruipt hij naar buiten in de schrijnende kilte van de scherpe morgenlucht. Volle herinnering van wat gebeurd is breekt door; hij ziet zijn gescheurde voeten opnieuw de aarde raken en ontgoocheling die tot walging groeit, jaagt hem overeind. Opstanding !.... Xa dit sterven, dat uiteindelijke vervulling had moeten zijn, den dood te hebben gemist en terug te zijn» terug als >nengc)>, als gewond dier! Huiverend in het gezalfde doods kleed kruipt hij den rotswand af en strompelt weg van de stad, doelloos voortgedreven door de matelooze bitterheid der ontgoocheling. Hij vindt onderdak bij een boerenknecht, die hem uit angst meer dan uit medelijden verbergt. Hij eet en drinkt; de wonden sluiten zich en de verschrikking der eerste uren wijkt. Maar het sterven, het gestorven-zijn-geweest, blijft sterk in hem; geen aanraking kan hij velen en vol van do walging deibitter bedrogenen kijkt hij met koude, gestorven oogden naar de lente om hem heen de jonge, groen tarwe, de anemoontjes onder uitloopende vijgeboomen, en het driftige oranje-zwarte haantje dat op het erf paradeert. * * * I)c menschenverlpsser, de heiland is dood; Van den stralenden messias, die in vervoering zijn roeping volgde, is niets meer over dan een ont goocheld, steunt oos en naamloos mensch, hangend tusschen den dood, die hem afwees en een loven dat hij niet begeert. Hij heeft zijn zending over leefd, en het is hem i\iet meer duidelijk waarom hij Ojoit visschers en boeren en stadsmensehen, armen en rijken uit hun , aan de aarde gebonden leven heeft willen opheffen tot een" koninkrijk, Uods, waarin hij zelf geen belang meer stelt. Kr komen oogenblikken dat hij zonder bitterheid met iets als een glimlach meent te begrijpen, in zijn vorig leven de grenzen, welke den mensch zijn gesteld, in hybris te hebben overschreden. Mijn openbaar leven .is voorbij, het leven van mijn eigen belangrijkheid. Ik wilde verder reiken dan de uiteinden van mijn handen en voeten. Nu ik gestorven ben geweest, ken ik mijn beperking. Nu kan Ik leven zonder langer naar leiding van anderen te streven. Want ik reik niet verder dan mijn vingertoppen en mijn stap is niet langer dan het eind van mijn teenen. Ik wou menigten omhelzen, ik, die nooit werkelijk iemand omhelsd heb. Ik gaf meer, dan Ik nam, en ook dat is ijdelheid l Nu kan ik alleen zijn, en alle dingen aan zich zelf overlaten en Oe vijgeboom mag dor en onvruchtbaar zijn als zij wil, en de rijken mogen rijk zijn. De dagen van mijn tusschenkomst zijn voorbij; nu zal mijn weg van mij alleen zijn." Van het fiere haantje, dat zich door het touw waaraan het is vastgebonden, niet laat temmen, maar uitdagend kraait en onverdroten zijn hennen bespringt, leert de man-die-gestorven-was, dat grootscher dan alle koninkrijken Gods het leven zelf is, glowing with desire and with assertion." En hij komt tot de erkenning, dat het noodlot van het leven feller en dwingender blijkt dan het noodlot van den dood. The doom of death was a shadow compared to the raging destiny of life, the determined surge of life." Van wat en waartoe zou dat ooit verlost kunnen worden ? Tot hiertoe blijft Lawrence kunstenaar. Gebruik makende van Pilatus' twijfel, reduceert hij het mysterie der opstanding tot het ontwaken van een schijndoode (het is al eerder gedaan, zie Moore's Brook Kerith van 1910), en na vijftien romans beschikkende over een volmaakte verhaal kunst heeft hij geen moeite, ons de reactie die op een mislukten" offerdood moet volgen, in al haar ontzetting duidelijk te maken. Laat ons onmiddellijk erkennen, dat ook het vervolg is geschreven met een kunst, die slechts de grootsten ten dienste staat; proza van den eenvoud en evocatieve kracht als waarin dit verhaal is gegoten, komt men zelden tegen. Geen woordkunst, geen onder architectuur gebouwde perioden; rake keuze van het adaequatc woord in zijn sterke, primaire beteekenis is nog altijd het scherpste wapen van den verteller. Het beginthema van de Unzulanglichkeit menschüchen Htrebens'' een oer-oude gedachte, reikende van Aeschylus tot Dreigroschenoper : was Lawrence vertrouwd; nog in een van zijn laatste artikelen heet het met nadruk: In his adventure of self-conseiousness a man must come to the limits of himself and become aware of somethitig bevond him. Amanmustbe self-cqnscious onough to know his own limits and to be aware of thatwhichsurpasses him." Gulden woorden?waar aan jammer genoeg Lawrence zelf zich nooit heeft gehouden..... Ken dichter, een kunstenaar te zijn bij de gratie Gods, dat was lAwrence niet vol doende. Hij meende een speciale Waarheid te hebben, ontdekt, sterk genoeg om er de wereld mee te hervormen: dat de eenige genade, waarvan de moderne-; in den cirkel van self-consciousness" ronddraaiende mensch nog bevrijding kan hopen, de complete coitus is. Men leze The Bainbow", ' Lady Chatterley's Lover*" en zijn vele artikelen om te weten hoe hij door dat idee fixe Freud op zijn smalst waarlijk werd bezeten. Wie zijn romans om hun grandioze kunst bewonderde, maar ze als verbeelding eener waarheid, eener begeerenswaardigc werkelijkheid verwierp, haalde zich de gramschap van den profeet op den hals en werd' self-conscious masturbator" gescholden. 'De critiek diende van repliek door hem besexed" te verklaren. J. J. ZIJ FE R S & C2 KALVERSTRAAT 10 - P. C. HOOFTSTRAAT 47 HUISKAMER SLAVONISCH EIKEN. OOPv COMPLEET. .. . . f OZU.~ voorbereiding zijn--1-is bij .alle beheersching, waar mede het werd gescfiïeVfcn, het uiterste wat Law rence in dienst déc aexualiteit tot haar verheer lijking heeft gewaagd. Niet meer tevreden met de creaties van zij^t eigen brein, met zelf-gemaakte romanfiguren en'' hun beperkte bewijskracht, grijpt hij naar den mensch, wiens prestige (sit venia verbo) in deze wereld na twintig eeuwen onaangetast is en 'laat hem beleven, wat voor D. H. Lawrence dedkern van elke wedergeboorte uitmaakte. Aan Jezus Christus, gekruisigd, op gestaan als menöch «n van alle goddelijkheid beroofd, wordt geopenbaard, dat zijn maagdelijk heid een vorm van. gierigheid is, dat hij van de dooden is teruggekeerd voor de vrouw of de vrouwen, die het'fiiCMJgere leven van het lichaam kennen, en dat Vte&seniging met hen verlossing zal brengen van.rrd$/obsessie gestorven te zyn geweest, reiniging yaiide.as.ch des doods en weder geboorte tot een "vèrsch en., vrij leven. Hij trekt zoekend de wereldViih; bij-.een Isis-tempel op den Libanon wordt mét; een priesteres, ;die in hem den opgestanen Osiris .Jjjterkent, het. mysterie der ge slachtelijke yereènijging voltrokken. Dan, na dagen van rijpste tevredenheid, gaat hij heen, herboren, een naamloos mensch maar vrij in een wijde wereld. Wonderbaarlijk is het meesterschap, waarmede Lawrence ons. dit alles vertelt. Zoolang men deze van overtuiging en bezieling brandende pagina's leest en herleest,' kan men, bevangen door zijn miraculeuze kunst, zijn boodschap" slechts als goed en waar en echt aanvaarden. Maar nauwelijks slaat men het boek'toe; of de bezwaren stormen van alle kanten aan. En dan kan ook de grootste kunst hem niet redden van het verwijt, Jezus en alles wat zich in twintig eeuwen aan dien naam heeft. gehecht, ten eigen bate te hebben' niisbruikt, ad maiorem gloriam van een eigen ani maal geloof. Want hoe zorgvuldig ook Lawrence den menschenzoon heeft herleid tot een gewonen man who died" die aan den dood ontsnapte, hij kan niet verhinderen, hij wilde waarschijnlijk niet verhinderen, dat wij den Christus van het Nieuwe Testament met'alles wat hij in ons op roept geen oogenblik vergeten. Op die voortdu rende bijgedachte berust voor een niet te schatten gedeelte de enorme Suggestie, die van Lawrence's laatste werk uitgaat; wie dat voelt, kan het niet meer als volkomen eerlyk aanvaarden. Het tweede gedeelte van The man who died , waartoe de prachtige bladzijden, die ik hier boven trachtte weer te geven, slechts inleiding. Kunst zaal Rokin 126 van Lier Amsterdam tot 26 Aprii REISSCHBTSEN (Java, Hall, J»pan, China, Cambodja) dóór BEtSY WESTENDORP-OSIECK f No. 2811 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 18 APRIL 1931 '?3 . UITSLAG: MINIATUUR-WEDSTRIJD Hieronder volgen reproducties van de bekroonde inzendingen. De origineelen zijn goed te lezen; het reproductieproces hier en daar eenige schade aangericht, doch niet zoo of de welwillende lezer al mogen wij dit geenszins van hem i < F heeft eischen kan gemakkelijk den geheelen tekst volgen. De prijzen zijn verzonden. ?S6»=gsStSS5KS *?»??<? »«^*«»l-^.ïi*. Ww.CV "*««««*>.5«tA-n«-v |2tf M ^w*'«H£t£r...u, ^«^«^aü^'tfj^t.swv £tC^ü,^if^2^tito-^ ^felSSÉtS^^?5 &lï» VA"? -^ >Wi/J. n.iT«-_». rmJnuMa?L-.!..^...!. ku<<hu U>i Uh fa^cviVJ »«-R£H*iö, iJ iM.il il^uï^.«.4r\ ti.rvy.*i J«, > A: J ft -!*(: flU »«»Jit»S(VJ!KA*Wi*«*t ^*:Fl» S^?Ö'.^»,'5«>*£^i »J Eerste prijs ? 25,?, 19972 letters, inzender J. H. v. d. Linde v. d. Heuvel, Vlaardingen tl i ._*«. in' tfe? s Troostprijs ? 5,?-, 10275" /^^5, George Kettmann Jr., Amsterdam #/M<JK.«f<JdU Tweede prijs ? 10,?, ii2^6jetters, J. Tempelman, Enschede

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl