Historisch Archief 1877-1940
*,,**,T'fra.**-' *?? * 2
rqene Amsterdammer
eekblad voor Nederiand
Kleine Ad ver tentiën
50 cent per regel
Aanbieding
vóór Woensdag 10 uur
ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JOTA
Redacteuren: L J. JORDAAN, F. G. SCHELTEMA EN
M. KANN. Secretaris der Redactie: C F. VAN t> A M
KEIZERSGRACHT 355, AMSTERDAM C.
Telefoon 37964
Postgiro 72880
Gem. Giro G. 1000
OPGERICHT IN 1877
No. 2812
ZATERDAG 25 APRIL 1931
Engeland op het hellend vlak
VRIJ geregeld treft men in de Engelsche dag
bladen artikelen aan onder het hoofd Na
tional disaster" of Can England be saved?" Wie
meent, dat in die artikelen gesproken wordt over
<ie malaise in industrie of landbouw, over de
vermindering van den export, of de vermeerdering
van de werkloosheid, vergist zich deerlijk. Die
artikelen handelen over den uitslag van een
.Cricket- of voetbalwedstrijd, waarbij de eer van
Engeland op het spel staat.
Andr'1. Maurois laat in Les silences du Colonel
Bramble" een Engelsch officier de verklaring
afleggen, dat het beste middel, om Engelsche
soldaten tot haat tegen de ,,Hunnen" aan te zetten.
in, hun duidelijk te maken, dat de Duitsohers
.slechte sportsmen" zijn.
Deze symptomen zijn karakteristiek voor de
mentaliteit, waarmede de Engelschman de ern
stige economische crisis beschouwt, waarin zijn
land verkeert. Hij voelt wel, dat het niet goed
xaat. Hij ziet ook, waaraan het hapert. Maar
verandering te brengen in gewoonten en. ge
bruiken, die in Engeland sinds jaren heerschen,
is voor hem een onmogelijkheid.
Ieder van deze eilandbewoners, heeft Emerson
«ezegd, is zelf een eiland: veilig, rustig, zonder
belangstelling voor hetgeen in het buitenland
omgaat. f.,Every one of these islandérs isanisland
himselfj safe, tranquil, incommunicabel".) Tegen
veranderingen verzet zich zijn nationale trots
;MX zijn easy-going attitude". Het Engelsche
?optimisme is een mengsel van vaderlandsliefde
j>n slaapziekte.
Deze uitdrukking is afkomstig van Andr
'Siegfried, den bekenden schrijver van Les Etats
tJnis d'aujourdhui", die dezer dagen een boek zal
publiceeren omtrent de economische crisis, waarin
Engeland verkeert. Dat in dat boek die crisis en
de Engelsche mentaliteit op scherpzinnige wijze
xal worden geanalyseerd, daarvoor staan Siegfrieds
oudere geschriften ons borg en het blijkt bovendien
uit een uittreksel van dat boek, dat Siegfried
zelf in zes artikelen onlangs in de Times heeft
doen verschijnen.
* *. ' '
De Vereenigde Staten, Duitschland en Frankrijk
Engelands gevaarlijkste concurrenten op in
dustrieel gebied hebben de technische uit
rusting hunner bedrijven sinds den oorlog nagenoeg
geheel vernieuwd. In Engeland is alles bij het oude
gebleven.
De Engelsche mijnen zijn de achterlijkste van
Europa. In Engeland zijn er 1400 maatschappijen,
die ongeveer 2000 mijnen exploiteeren; in Frankrijk
zijn er niet meer dan 130 mijnondernemingen.
Slechts beschermd door hooge invoerrechten
tegenover den vrijhandel verantwoord als het
eenige middel om voor den oorlog onmisbare
industrieën voor het land te behouden kan
<léEngelsche chemische industrie zich naast de
Duitsche chemische industrie staande houden.
llnewel Balfour in 1921 en Mac Donald in 1920
triomphantelijk uit Washington zijn teruggekeerd,
heeft de beurs van Londen haai- eerste plaats voor
de beurs van New-York moeten inruimen en heeft
d« Engelsche vloot tegenover de Amerikaansche
vloot hfet beginsel der suprematie voor het be
ginsel der pariteit moeten laten varen.
Nog behooi-t Engeland met de Vereenigde Staten
en Frankrijk tot de rijkste landen van de wereld.
Engeland heeft groote bedragen in zijn koloniën
en in het buitenland belegd. Maar de Engelsche
nijverheid kan geen kapitaal vinden om haar
uitrusting te vernieuwen. Vele Engelsche onder
nemers berusten er liever in, dat het kapitaal,
dat zij in hun bedrijven belegd hebben, geen rente
draagt, dan nieuwe kapitalen in het bedrijf te
steken. Een bekende Engelsche bankiersfirma
heeft haar cliënten openlijk aanbevolen, dat zij
liever Amerikaansche en Canadeesche effecten
zouden koopen, dan Engelsche.
Engeland'» export is aanzienlijk
ingekrompenDe werkeloosheid de beste maatstaf voor de
doeltreffendheid der economische organisatie
heeft een angstwekkende hoogte bereikt. Keynes
schreef eenige jaren geleden: wij kunnen een last
van l milUoen werkloozen dragen zonder schade
voor onze welvaart; desnoods ook een last van
2 millioen werkloozen: maar 3 millioen gaat
boven onze kracht. Dat laatste cijfer is bijna
bereikt.
Dat de luoneu van de Engolsche arbeiders tot
de hoogste in Europa be? voren, is in verband met
die werkloosheid eerdei' een schadepost. dan
een lichtpunt.
(«een enkele koloniale mogendheid moet aan
zulke moeilijkheden in zijn koloniën het hoofd
bieden als Engeland.
In 1914 was op de Engelsche begrooting 14
millkien pond uitgetrokken voor rente en aflossing
van de staatsschuld. Dat cijfer is thans gestegen
tot 300 millioen pond.
Engeland betaalt zijn schulden met 20 shilling
voor elk geleend pond. Frankrijk kan met' 20
centimes voor eiken franc, die het ontvangen heeft,
volstaan.
Hoe reageert de Engelsche mentaliteit op deze
schrikbarende gegevens'r .
Men tracht niet de organisatie der bronnen
van volkswelvaart aan de gewijzigde omstandig
heden aan te passen, doch men zoekt de bestaande
organisatie tegen beter georganiseerde
buitenlandsche concurrenten te.... beschermen.
De conservatieve partij, die wat vroeger of wat
later aan het bewind zal komen, heeft een systeem
van protectionistische maatregelen in uitzicht ge
steld. Een aantal Labourmannen is reeds voor
protectie gewonnen. Zelfs eenige liberalen, waar
onder Sir John Simon, d<? leider van de rechter
vleugel, hebben aanbevolen, het tarief van in
voerrechten tot 15 pCt. te verhoogen. Zij hebben
voor die leuze den steun ontvangen van een der
bekendste Engelsche economen, prof. Keynes.
Nog teekenender dan dat feit zelf, zijn de uiterst
bedenkelijke argumenten, waarmede Keynes deze
verandering van koers heeft aanbevolen. Hij meent,
dat het niet meer vast staat, dat door verhooging
van invoerrechten de prijzen op de binnenland sche
markt zullen stijgen. Die ycrhoogmg zal trouwens
sleqhts tijdelijk zijn. Zoodra de wereldmarktprijzen
weer tot het oude peil zullen zijn gestegen, zal men
de invoerrechten weer moeten verlagen. Het is
hoogst onwaarschijnlijk, dat die voorwaarde binnen
af zienbare n tijd in vervulling zal gaan.
Het meest karakteristiek voor de thans in
Engeland heerschende mentaliteit, is wel Keynes'
laatste argument, dat de deur dicht doet. Wanneer
wij vrijhandelaren niet tot deze beperkte protectie
overgaan, zegt hij, dan'zullen de conservatieven
aan de regeering komen, die heel wat meer
inINHOUD:
1. Mr. A. C. Josephus Jitta, Engeland op het hellend
vlak.
2. L. J, Jordaan en Mr. Kann Statenverkiezing
Mr. H. Scholte, Dramatische Kroniek.
3. Joh. Braakensiek, Alfonso. Mr. A. C. Josephus
Jitta, Eereraatt over Vogt Spreekzaal.
4. L. J. Jordaan, Moscou en Spanje Bioscopy.
G. Dr. R. Feenstra, Tikbtaadjes.
7» Dr. P. van Olst, Wetenschappelijke Varia Mr.
Frans Coenen, Kroniek.
9. Jan Voskuil, Het Rokin.
10-1J A. Plasschaert en A. E. v. d. Tol, Schilderkunst.
13. Dr. Joh. G. Salomonson, Boekbespreking.
15. C. A. Klaasse, Lucifers Bankier Beursspiegel.
17. S. P. Abas, Onderwijs en Muziek. P. Kloppers.
Rijm met teeken. Harmsen van Beek. Charivaria.
18. C. C. Bender, Feuilleton.
19. Alida Zevenboom, Croquante Croquetjes.?Uit
het Kladschrift van Jantje.
20. Letterraadsel. Dr. C. F. Haje, Taalschut.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Tol-verbond tegen
Agrarische Unie.
grijpende protectionistische maatregelen zullen
nemen. ,
* * ?
De toestand, waarin het economische leven in
Engeland op dit oogenblik verkeert, herinnert
in tal van opzichten aan de omstandigheden,
waarin ons land voor anderhalve eeuw verkeerde.
Wij hebben een periode van depressie van meer dan
een eeuw 'moeten doormaken, vóórdat wij lang
zaam aan weder een periode van stijgenden
welvaart zijn ingegaan.
Niettegenstaande wij op dit oogenblik pok
de gevolgen van de crisis in ernstige mate onder
vinden, zijn de uitzichten hier te lande gunstiger,
dan in Engeland. Wie de organisatie van de
Limburgsche mijnen vergelijkt met die van de
Engelsche mijnen, de werkloosheid in de
Twentsche katoenindustrie met die van de katoen
industrie in Lancashire en de wijze, waarop onze
landbouw zich in 10 jaar aan de wereldmarkt
heeft weten aan te passen en de wijze, waarop
de Engelsche landbouw dat heeft.... nagelaten,
ziet in n oogopslag het verschil,
Het is onbetwistbaar, dat Engeland zich op het
hellend. vlak bevindt, en dat het bezig is af té.
glijden. Symptomen,, dat de daling tot stilstand
zal komen, zijn er helaas niet. Of dat herstel
zal intreden, is in de toekomst verborgen.
Maar zeker is er geen enkele aanleiding voor
Nederland in de huidige omstandigheden het
afschrikwekkende voorbeeld, dat liet economische
leven in Engeland ons biedt, in eenig opzioht te
volgen.
A. C'. JOSEPHUS JITTA
il