De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 25 april pagina 6

25 april 1931 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

v t* f S SC EN TEEKENAA Permeke - Arti et Amicitia - P. Arntzenius - De Kring Permeke Perntckc h IJ Buffu.'Amsterdam De erkenning van sommige schil dere, het waardeeren van hun werk het komt soms aanzetten als goed weer na slecht. Ik begin het gevoel te krijgen, dat dit ,,goed weer" voor het werk van Pei'meke in aantocht is. Deze tentoonstelling bij Buffa kan mijns inziens toch niet anders werken. Na de kleinere tentoonstelling bij Kleykamp, den Haag, die als een korte Inleiding kon worden beschouwd, en zeker in dezen zin haar diensten bewees, komt thans de grootere, door Permeke zelf ? gekozen, in Amsterdam de kennis der meeste Hollanders ver» grooten, uitbreiden, of zóó zij nog geen voorstelling van dit werk be zaten hun de gelegenheid bieden tot zulke voorstelling. Al is het onmoge lijk door deze verzameling alleen zich een denkbeeld te vormen van den ganschen Permeke (zóó zij tot zulk denk-beeld ooit in staat zijn!) zij nemen dan toch kennis van zijn laatste voortbrengselen, ten minste wat het landschap betreft. Zij zien hier, dit zij ten eerste gezegd, Permeke in onmiddellijke aanraking met het land schap. Dat is voor Hollanders ge makkelijkst; zij zelven zijn toch, zóó met iets, met het landschap ver trouwd. En ik heb het meer geschreven maar ik zal het nogmaals met nadruk herhalen. Permeke bezit tevens een andere eigenschap, die het hun moge lijk maakt eenig inzicht in dit wezentHjke, kern-waar werk te erlangen, en dat is de kleur. Permeke, hier op deze tentoonstelling ongetwijfeld de realist; hoezeer persoonlijk ook de realist, hij heeft op alle manieren de schoonheid van den colörist aan zich. |Hy kent de kleur in alle muzikaliteiten, in alle toonaarden. Hij kan even goed verfijnd-monochroom zijn (monochroom uit rijkdom aan schakeeringen als colörist) als hevig gekleurd, heftig zelfs gekleurd (al tijd zeker van de kleur) zooals hij ook in de diepten der kleur is klanluijk en klankrijk blijft. Permeke is hier buiten gewoon gevarieerd, en altijd spring levend. Dit is een der bewijzen van zijn rijkdom. Daarenboven (en dat is ons ook niet vreemd) heeft zijn kleur altijd een beteekenis". Zij i» niet nabootsing, maar zij i« beteekenia, bckenteni-8. Er zijn veel schilders (of zijn het teekenaars? of zijn het modelleurs?), die door den vorm en door het verhaal door dien vorm ons hunne bekentenissen afleggen. Dit zijn zeer dikwijls de grootste niet. Het kunnen de intellectueelen zijn, maar in kunst is een geheimer zich reppen en roeren mogelijk. En dat is wat wij de dracht van de kleur willen noemen, de groot ste dracht, die van het gevoel. Het Hart heeft bekentenissen, die blij vender en dieper ons aandoen dan alle intellectueele constructies. Het hart zij eerste en laatste ! Bij Titiaan uit het soms zich in toorn, bij Angelico in een teederheid, die wij de blijde noemen, bij Vermeer in volle innig heid het uit zich steeds .onverwinlijk. Deze onverwinlijkheid vinden wij bij Permeke Zij is daar in de kleur, en in den vorm, die gebonden massa kleur is bij hem. Die vorm is bij voor de meesten het moeielijke, omdat zij onmiddellijker persoonlijk den meesten aandoet. Die vorm is groot en eenvoudig; Suze Robertson had de neiging tot een dergelijken vorm. Bij dezen persoonlijken vorm komt de weerstand der niet-verstaanders los. Zij denken: daar is de kans hem van het veld der eer af te jagen. Zij, die nooit anders deden dan een door anderen gevonden Permeke DOOR A. PLASSGHAERT EN A. E. VAN DEN TOL vorm nabootsen of die in een banalen vorm d'eigen banaliteit verrieden, herbeginnen de oude onjuistheid, en schryven: Permeke kan niet teekenen. Ook teekenen is overtuigen, evenals de kleur; is anderen overtuigen van de trekkeneenerpersoonlijkheid. Maar dat weten de aanvallers niet, en van uit den achterlijken hoek hunner be vindingen, ontzeggen zij anderen iete, wat zij niet eens weten, wat het inderdaad beduidt. Permeke kan in derdaad teekenen; serieën naakten en figuren bewijzen dat (maar die zagen zij zelfs nooit). En dan is er nog dat groote in Permeke, wat zij nimmer zullen weten! hij maakte dat, waar zij genrestukken van maken, tot eeuwige gebeurtenissen. Deze schil derijen zijn bij Buffa niet, daarom is de gansche Permeke er niet. Maar, Wanneer zij daarvan iets kunnen ver moeden, dan kan dat hun komen uit een teekening als de Moeder met het kind en nog een paar werken (ik zal dat alles in detail behandelen in een tweede artikel). In zoo'n teeke ning van Permeke als hier is kunt ge het geheim zien van zijn grootheid. Daar treedt het mirakel op van de kunst, het wezentlijk kunstwerk. Hoevelen echter zien zulk mirakel? ? ie. .."' ' ": ' '?*?? " Op Arti et A miei t Ja te ??'??'? Amsterdam. Studies Notities. Wanneer wij weer eens den katalogus, den naamlijst volgen, dan vinden wy .4&&in$r*glasramen. Tot nog toe z^jn wij daarover niet verbaasd, noch ontsteld. In 't kort wat hem ont breekt is hij denkt niet in glas", hij denkt door een teekening heen naar het glas. En zelden zeer zelden (er zijn daarvan voorbeelden te over) wor den zulken tot wezentlijke glazeniers. Mv-.^ -. .:«-/. A.C. Willink-Harry Kuyten - A.v. d. Feer-J. A.Hendriks Wij vinden verder gaand andere nnmen, maar Weinig verrassende daden. Wij zullen die in den katalogus latent en hier niet herhalen; wij zijn toch nooit gewend geweest moedwillig-j' lange artikelen te schrijven en een' soort onderwijzers-kennis te luchten,. bij ieder werk zooals dat usance!,' wordt bijv. in den Nieuwen Kotter dammer. We zullen hier terloops j alleen noemen, die iets verrassende \ of goeds hebben, zonder ddir-okA* daarmee te willen beweren, dat d<genoemden bijv. als geheele ver schijning andere niet genoemde ver schijningen overtreffen. Aangenaam is Mej. Van den Berg's Amaryllis oui de rooden"; iets innigs heeft in sommige partijen Bolding'8 stadstuin. Dijkstra's Meisjesportret is ongeveer levendig; W. G. Hofker is inderdaad iemand, zij het ook niet van grootschen gang. Er is levendigs in den studiekop, en er is meer geest in zijn Egelantiersgracht (onderpuien) dan in het meeste werk van den schralen, gemaniereerden S. Meyer. Er is in Hofker een soort teedere geest. Twee werken van Hvlshoff Pol noem ik; de naaktstudie in bruinen (hier en daar wat te veel materie, maar toch..) en Buiten de poorten van Rome. Sterk getypeerd (iets te veel?) is de schil deres van f r. de Jonge in haar rooden. Dit portret is ten minste levend. Van Maks is 101 de Cowboy 't een voudigst, 'tHaarhoen van Mension kan als vulling er mee door, Oldewelt's mistschilderij heeft een expressie ; van fder Poli's vlaggestudie is doceerend nauwkeurig, maar j niet zoo slecht als zijn schilderijen. Het stilleven van Me j. v. Begteren Altena is vast; de Stadstuin van Reicher zij hier vermeld. Van Jan Sluyters zijn de werken hier geen maxima; Mej. Surie's kleurstudie is genietbaar. Twee schilderijen in gelen van Mej. Wand scheer verrassen eenigszins, van Witjens is de kade te Lyon (uit 1927) geslaagd. Wat het. beeldhouwwerk aangaat, ik zag er n werk van Mej. Rueb, een mannenkóp; het is de tweede keer, dat ik haar niet totaal banaal * vind; na den Chinees deze Magere. Paul Arntzenius, bij Kleykamp. JDen Haag. . Deze Arntzenius is nooit kakel bont. Hij is bescheiden ten minste, en hij heeft respect voor wat hij schildert. Dat is zoo goed als altijd stilleven (soms portret; soms land schap). En een der stillevens is mij het beste, dat waar het licht leven en innigheid, wat innigheid» geeft over een paar kleine voorwerpen en om die voorwerpen leeft. PLASSCHAERT Tentoonstelling Bc Kring" De Kring" arrangeerde wederom ten teeken dat deze sociëteit toch wel waarlijk, volgens haar statuten, uit sluitend artisten en intellectueelen" toelaat en niet alleen Bacchus en Venus, maar ook 4e Muze eert, een tentoonstelling van werk harer schilders-leden. Er zijn dit keer drie af deelingen: Portretten van Archi 'f V ** tecten, schilderijen op het gebied der bouwkunst en Het Naakt. Voor de eerste afdeeling wa ren door een KringMaecenas twee prij zen beschikbaar ge steld. Een prijs werd toegekend aan Ernst Leyden voor zijn olieverfpor tret T van den architect Wijdeveld; en een aan den schilder-architect Eekman voor zijn zelfportret in krijt. Dat de jury onder de zes mededingers deze twee uitverkoor, men kan het er gereedelijk mee eens zijn: zij geven, ieder op hunne wijze, naast een indringep.de karakteristiek van den geportretteerde, een goed en sterk beeld, van ,,het bouwmeesterschap". en dat niet alleen, zooals bij de anderen, door middel van enkele teekenkamerattributen, die. min of meer onafhankelijk van de figuur als .,decor" dienen, maar ook in houding en gebaar van de figuur zelf, die als een eenheid gezien en gegeven werd met die attributen. De afdeeling schilderijen op het gebied der bouwkunst, met haar 25 stukken van een 11-tal inzenders, leverde niet op wat men er, denkelijk, van verwacht had. Het meerendeel de zer schilderijen, aquarellen eu teekeningen gaf eerder algemeene stads-, dorps-,, en straat (c.q. verkeers)-impressies dan evocaties van bouwkunstige scheppingen, wat toch wel de bedoeling zal geweest zijn.Alteen Nola Hatterman deed, met haar litho Nieuw-bouw", een poging in deze richting, die overigens niet bijster overtuigend werkt: van het nieuwzakehjke in dergelijke .,nieuw-bouw" wordt hier, zou men kunnen zeggen, vrijwel uitsluitend het zakelijke, het, aan de oppervlakte zich toonende, nuchtere en niet de, daaronder of daarin levende nieuwe" wil of geest gegeven. . Van het sarcastische, anti-burgerlijke jolijt van de bohème, dat men in een sociëteit als De Krinj? eigenlijk Permeke verwachten mocht, vindt intn hier ook niet veel. Alleen in C. F. Roelof BZ, met zijn Renteniers Retraite" (et-n verrukkelijk-hatelijke persiflage cp ..hét villatje. der droge schaapjes" met .,dè" twee vogelkooi-serretjes, enz.) en zijn Nutsschool", werd dey.e geest vaardig. Alsook in Cor Postma, die in de Naakt-af deeling met zijn .,Hom-montage" (een naakte, ouvle juffrouw in blauw-wit gestreepte zwembroek) een all-round bespotting geeft. Een schildje in een bovenhoek vermeldt: Truida Hom, bouw meesteres te Goor: levering van bouwmeesters»portretten in alle stijlen a ?32.80. Minzaam aanbevelend ('ornelis Postma" Pleisters, goedkoope enkel-horloge-banden en allerlei andere afgrijselijkheden, jolijt-volle hatelijkheden. altegaar. bedekken lu-t bouwkunstig wijf; op een arm ziet men een, door een pijl doorboord hart waaronder: .,Eeuwig de Uwe, Piet Kramer".... Voor zooiets, dat eigenlijk niet most magge" tijgt men tenslotte ter Kringe I Kr zijn natxiurlijk óók nog wel, naast veel dat volmaakt onverschil lig laat. hier en daar goede dingen: A. C. Willink met u.m. een krijtteekening ..Drie mannen"; een houts kooltekening ..Huizendoorkijk" en een naaktstudie van Kees van. ITrk, een Amsterdamsche ..dak-symph«»nie". benevens ook een goede naakt studie van A. v. d. Feer, om er maar eenigen te noemen. Maar een en ander rechtvaardigt nog geen afzonderlijke Kringtentoonstelling,?d ie men echter den leden als een verkoop-gelegenheid temeer, natuurlijk gaarne gunt. A. E. VAN DKN TOL Permeke

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl