De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 2 mei pagina 8

2 mei 1931 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

.*'?'??» T '? ?"'?'V "-i ~-;. . , , .r-.- ? -., , ,_ ?» ~ '. ^ .' ? ? t * ? - . P-v , A- ? t ^ . * v *','?" r »4**^w* ' ««V^^^^^M fflft^ÉMfcVli-i^trB.T'-t'-^1" '?'- ?y'-^'''*'-' - ' '-'-? -<t>^^^^-'->'V-*-^-'-^-? : - ?'?? ^rAfg? DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 MEI 1931 No. 2813 I INCASSO^BANK N.V. Volgestort Kapitaal f 30.000.000.?Reserve f 9.000.000. Heerengracht 531^-537 ADVIEZEN VOOR BELEGGING INLICHTINGEN OMTRENT FONDSEN Ef f cctcn-af cL voor particulieren (INGANG t SAFE-DEPOS1T) Nederlandsche % Handel-Maatschappij, N.V. AMSTERDAM. AGENTSCHAPPEN te ROTTERDAM en 's-GRAVENHAGE Vestigingen in Nederlandsch-Indic, Straits-Settlements, Britsch-Indië, China, Japan en Arabië* ALLE BANKZAKEN SAFE-DEPOSIT. KOFFERKLUIS. LEVENSVERZEKERING ARNHEM" de basis voor een zorgenvrij bestaan. N. V. Residentie Hypotheekbank 's-GRAVENHAGE Anna Paulownastraat 97 TRUSTEE'S EN \ACCOjUNTANTSCOHTRpLE. Hypotheekbrieven in circulatie ? l'5.300.000.?. 4{\2 pCt. Hgpotheekbneven tegen 100% pCt. Directie: K. E. ABBING. D. VAN OORDT. N.V. STANDAARD HYPOTHEEKBANK U ROTTERDAM . . Directie: Mr. H. H. C. CASTEND1JK m L MOSSELMAN De Bank geeft onder controle van het Algem. Administratie^ en Triutkantoor *k % Pandbr. tegen beurskoers uit. N.V.ZUIDER HYPOTHEEKBANK Hl Maatschappij voor Hypothecair Niet in Nederland, gevestigd te 's-Gravenhage, Nassaulaan No. 23, waarin opgenomen de Maastrichtsche Hypotheekbank voor Nederland te Maastricht, St. Servaasklooster 8. BIJKANTOREN: Amsterdam, Westermarkt No. 2, Utrecht, Boothstraat No. 15. Groningen, Turfsingel 9. ? De Directie. 4'/2 pCt* Pandbricvcn a 10H pCt+ Koldewey' & Corbière Leidschcstraat 30 ~ Amsterdam SPECIALITEIT IN: Slaapkamermeubelen Matrassen Dekens Directie: MrJVUG. L. HEIJBROEK Mr. K. A. NEDERLOF E. J. HEIJER & ZOON c.s, MaW-aars, zullen op MAANDAG 11 MEI 1931, des avonds na zes uur, in het Verkooplokaal Frascati" ten over staan van den NotarisC.F. J.BRANDS, in veiling brengen: HET HEERENHUIS met Binnenplaats, Achterhuis, Tuin en Erve, aan de KEIZERSGRACHT 431 bij de LEI DSCH EST R A AT, Kad. Sectie E. N r. 4164, groot 2 AREN 46 CENT, DIT PERCEEL IS THANS NAGE NOEG GEHEEL VOOR KANTOORLOKALEN VERHUURD. Te bezichtigen Dinsdags, Donderdags en op den Verkoopdag van 2?4 uur. Advortoort In Do Groene" G, J. DE KONING 8 ZOON Keizersgracht 447, Opgericht Ao. 1739 Warmwatervoorziening. HOLIANDSCHE KEIZERSGRACHT «Ti.»TC T De HolL Voorschotbank HAARLEM, .KRUISWEG 70, De Bank verstrekt gelden tot rik bedrag met een minimum Van 11000.?op zake lijk onderpand en onder borgtocht, met la pandgeving eener polis van Ie vensver. zekering van gelijk bedrag, en verkoopt 5% schuldbrieven in stukken van f 1000.?, f 500.?ca f 100.?tegen Beurskoers. .V. Bataafsohe Hypotheekbank AMSTERDAM A n n o 1889 Geeft uit tegen beurskoers: 4Y,. % PANDBRIEVCN lm stukken van ff 1000,-, ff 500,-en f 100,-. Coupons Januari en Juli N. V. Rotterd. Hypotheekbank voor Nederland . Opgericht in 1864 Maatschappelijk Kapitaal f 10.000.000, waarvan geplaatst f 8.400.000, waarop 10 pCt. gestort. Verstrekt geld op eerste hypotheek. Voor inlichtingen wende men zich tot. het kantoor der Bank, Schiedamsche Singel 89 te R'dam of tot hare Agenten. De Directie: Mr. Th. Reepmaker, Mr. N. P. C. v. Wijk, Mr. B. van Rossem. te ZIERIKZEE, geeft uit 4i % Pandbrleven 1O1 %. Aan Pandbrleven In omloop voor ± ff 21.000.00O. No. 2813 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 MEI 1931 KREUGER ALS ECONOOM door C. A. Klaasse IN elk bedrijf zijn bij tyd en wijle vraagstukken van economischen aard, hetzij bedrijfsecono mische of algemeen economische, optel ossen. En <uit dien hoofde zal dus elke bedrijfsleider de pracitische economie moeten beoefenen. In eiken captain of industry schuilt dan ook de econoom-in-hem. Wat intusschen slechts in enkele uitzonderings gevallen ertoe leidt dat hij zich op het terrein der theoretische economie gaat bewegen. Ford zou men wellicht kunnen noemen onder de industrieelo ?grooten der aarde, die zich af en toe laten ver leiden tot bespiegelingen op economisch terrein, die niet direct met het dagelijksch werk verband gouden. Er bestaan dus inderdaad meerdere voorbeel?tien van praktijk-economen", maar zij zijn «chaarsch en Ivar Kreuger heeft dus niet zoo heel veel rivalen. Dit geldt niet alleen quantitatief, maar ook quaUtatief. Kreuger's uitlatingen op *heoretisch-economisch terrein zijn meer door wrocht, dan over het.algemeen de beweringen zijn, ?die uit de practijk op ons worden losgelaten. Wan neer men zijn beschouwingen legt naast die waarop <ie Amerikaansche industrie-magnaten ons van tijd tot tijd, in de val gelokt door een handig journalist, die een drie-minuten-interview op touw v*et om door het slachtoffer de wereldcrisis te laten ?oplossen, vergasten, dah brengt dat een verade ming. Het is ik merkte dat reeds in een vorig artikel op allerminst uitsluitend theoretische .belangstelling, die de heer Kreuger aan de eco nomie heeft gebracht". Integendeel zij is slechts middel tot het doel: te bewijzen dat de taak die het Kreuger & Toll-concern te vervullen heeft, fyw. kapitaalsvetstrekking aan kapitaalarme landen et alleen een belang van de aandeelhouders dezer vennootschap is, doch een universeel belang. Kreuger bewijst niet alleen diensten aan zijn «redietnemers, maar ook, en zelfs in nog ruimere mate, aan de wereld. liet is altijd moeilijk om theoii^n, die pour besoin de la cause zijn opgezet naar waarde te schatten. Zijn zij eerlijk gemeend, of kent de opsteller zelve de gebreken en de drogredenen ? Ik zeide hierboven dat de uitlatingen van Kreuger meer doorwrocht zijn dan soortgelijke schrifturen plegen te zijn. Ce n'est pas jurer gros. En deze l of tui t ing houdt dan ook allerminst in dat het Kreuger-jaarverslag hoewel het in zijn soort ongetwijfeld als documeut-economique beschouwd kan worden een diep-doordachte en goed-ge fundeerde crisistheorie inhoudt. Maar nogmaals, het zou onbillijk zijn het verslag te beoordeelen als theoretisch werkstuk, want als zoodanig is het niet bedoeld. Het heeft de pretentie van een theo rie, het is slechts middel voor het doel. Wat natuurlijk niet behoeft te zeggen dat zulk een middel niet de toets der critiek behoeft te kunnen weerstaan. Laat ik op de voorgrond stellen dat op vele punten Kreuger blijk geeft van een merkwaardig scherpe visie op de typische finan?cleele vraagstukken, die in de laatste jaren zijn op gedoken. Zijn beschouwing over besparingen en productie zijn in dit opzicht al' heel typeerend; welke financier zal geneigd zijn te erkennen dat i»r tevél gespaard wordt, en dat die besparingen, -die kapitaalvorming, de industrie funest worden 't Het is in het bijzonder de keuze van de factoren, ?die worden aangestipt als crisiskiemen, welke het verslag zoo belangwekkend maken; veel meer ie keuze dan de uitwerking, die gauw Verwatert, en zelfs geheel van het uitgangspunt afdwaalt. Maar alleen reeds die keuze uit een zoo groote veel heid van crisistheoriën, waarvan het aantal bijna eiken dag weer toeneemt, is al ,een prestatie. liet ?opvallende is nl. dat de factoren, welke door hem worden opgesomd als oorzaken van de crisis niet ^ooals de rest van zijn betoog, direct verband hou den met zijn doel: bevordering der internationale kapitaalbeweging. Hij weet het wel zoo te draaien dat hij tenslotte op die conclusie uitkomt, maar daarvoor moet hg soms een heel labyrinth van drogredenen op touw zetten. , ?? ? ? ' ' '?'? *** ' ' ?'. ? i Nemen wij eens de kerti van zijn beschouwingen in het laatste jaarverslag onder de loupe. Er zijn, Aldus Kreuger, in groote trekken twee oorzaken voor de wereldcrisis aaiitewijzen. De eerste hangt direct samen mot de gebrekkige wijze, waarop na den oorlog verschillende muntsoorten zijn gestabiliseerd. Het pond sterling heeft men bij de wederinvoering van de gouden standaard op te hooge basis geschroefd, hetzelfde is het geval geweest met de valuta in Italiëen Duitschland. Het gevolg daarvan is geweest dat de concurrentie kracht van die landen op de wereldmarkt sterk is verminderd, en dat'de handelsbalans er heel wat minder gunstig uitziet dan vroeger. Aan den ande ren kant waren er landen, waarvan de munt te laag werd gestabiliseerd; daaronder moet in de eerste plaats Frankrijk worden genoemd. Amerika verkeerde in een soortgelijke positie als Frankrijk, niet zoo zeer omdat de eigen valuta te laag gesta biliseerd was, maar omdat andere, speciaal de Engelsche, op te hooge waarde was gefixeerd. Het gevolg van deze verschuivingen in de handels beweging was, dat Engeland veel minder dan vroe ger in staat was om aan het buitenland geld te leenen, terwijl de landen, die daartoe nu veel boter in staat waren: Frankrijk en Amerika, die functie slechts ten deele hebben overgenomen. De inter nationale kapitaalsbeweging kwam dus in den knel, Kreuger trachtte nog ervan te maken wat mogelijk was, maar zijn injectie was niet voldoende. * * * Si non e vero e ben trovato. Heelemaal onjuist is het trouwens niet. Dat de lage franó-stabilisatie eenige jaren lang de Fransche handelsbalans gun stig heeft beïnvloed is ongetwijfeld waar. Dat de Engelsche handelsbalans door de wederinvoering van de gouden standaard op vooroorlogsche pari teit is geschaad is een bewering, die Kreuger welis waar in goed gezelschap brengt (Keynes), maar die niet te zwaar mag worden gewogen. De moeilijk heden van de Engelsche industrie zijn van geheel anderen en helaas van veel meer duurzamen aard dan hefc overwinnen van wrijvingsweerstanden door de stabilisatie geschapen. De heele goudbe weging van Engeland naar Frankrijk en Amerika heeft heel andere en diepere gronden dan stabilisatiemoeilijkheden. En wat nu het defect in de kapitaalbeweging betreft. Het is ongetwijfeld waar, dat indien Frankrijk meel- aan het buitenland zou hebben geleend de kans zou hebben bestaan, dat Engeland's handelsbalans er beter zou hebben voorgestaan. Het goud zou dan niet in de keldevs van de Banque de France zijn terecht gekomen, de Franschen zouden niet hun vorderingen op Londen hebben omgezet in goud, maar de kapitaal arme landen aan welke zij die vorderingen zouden hebben overgedragen hadden misschien in Londen goederen gekocht. Intusschen moet men niet ver geten dat de kwestie van de Fransche kapitaalexport veel minder eenvoudig is dan wel wordt gedacht. Het is zeer de vraag of, gezien Frankrijk's binnenlandsche behoefte aan crediet en aan bank biljetten, dit land op eenigszins ruime schaal kapitaal had kunnen exporteeren. En wat de V.8. betreft, het zal toch moeilijk gaan om dat lind te verwijten dat het niet genoeg k ipitaal in den vreemde heeft uitgezet ! ? ? : ; * * - i De tweede factor die, Kreuger als crisisoorzaak aangeeft is: de ontoereikendheid van de huidige monct lire politiek om zich aan te passen aan de periode van snelle stijging der besparingen en der productie. Besparing, aldus Kreuger in dit intressantste deel van zijn betoog, is noodig om de volks huishouding vooruit te brengen. Maar zij kan inplaats van een zegen een vloek zijn. Wanneer men moet voortgaan met steeds nieuwe besparin gen te beleggen in bedrijfstakken, die reeds ,,vol" zijn dan loopt het spaak. De geforceerde besparing door 'ouderdomsverzekering e.d. werkt die moei lijkheid nog in de hand (het probleem der fonds vorming voor sociale verzekering). Er is maar een oplossing vóór deze moeilijkheid: het kapitaal dat men bij den huldigen stand der consumptie niet kan verwerken te beleggen in kapitaalarme landen (hoe 'zou hij ook tot een andere conclusie kunnen ko men!). Men ziet, hij'kiest' niet de Fordsche oplos sing: te veel besparing' vermijden door opvoering BEURSSPIEGEL Donderdag '30 April. I M wunderschönen Monat Mai wo alle Kurse Ban ken. Het ziet er werkelijk naar uit dat men in de komende maand de dichter aldus kan parodiee1-cn,ondankshetfeitdatindelaatstemaand al weer zooveel van de koersen is afgegaan dat niet alleen de stijging van het eerste kwartaal is ingeteerd, maar ook het laagtepunt van het vorige jaar al is gepasseerd. En meni ? speculant, die er niet tijdig ia uitgesprongen zal de verzuchting daaraan toe voegen: da gab 's in meinem Kopf kein' ruhigen Gedanken. Eens te meer is weer de juistheid van de stolling bewezen, dat het nog altijd gevaarlijk ia om met geleend geld te koopen. De jongste daling staat natuurlijk in niet onbelangrijke mate in ver band met de (inanoieele moeilijkheden waarin Amerikaansche groepen zyn geraakt. Nog altijd blijken er in Wallstreet oude wonden te zijn, die men hoopte geleidelijk te kunnen genezen, maar die de zachte heelmeesters nu hebben moeten over laten aan de snij-collega. Het is weer het oude baisse-liedje: de contramine ziet de kans schoon om gebruik te maken van de aanwezigheid van zwakke posities. Door de hausse wordt de baissier in staat gesteld zijn aanvallen op het koerspeil met gegarandeerd succes op touw te zetten. Het schijnt dat de groepen die mi als slachtoffer gevallen zijn: Pynchon en Otis geruimen tijd door banken ge steund waren, maar dat die steun aan een beperkten tijd was gebonden. Insiders, die. wisten dat de ti-rmijn bijna afgeloopen was zouden kort daarvoor een baisseactie begonnen zijn in de overtuiging dat de liquidaties die volgen moesten het succes van hun operaties verzekerden. Als dit waar is, was het inderdaad juist gezien. Men noemt nog andere factoren welke de laatste daling hebben versterkt. Er zyn in Amerika verschillende beleggingsmaat schappijen, welke door dwingende bepalingen ge bonden zijn wanneer de koers van zekere fondsen beneden een vast punt daalt, hun bezit in die waar den op te ruimen. Dat zulk een stop-los-opzet in een markt als deze funest is behoeft wel geen betoog. Voegt men daaraan nog toe dat ook in die gevallen insiders wel al te voren begonnen zullen zijn op de liquidaties to antieipeeren. dan verklaart dat ook al iets van de daling. En tenslotte is daar het ver loop van de goederenmarkten, een factor die intusschen tot op zekere hoogte weer met de vorige verband houdt, omdat de huizen die de geest heb ben gegeven ook engagementen op de goederenbeurs hadden. Dat onder deze omstandigheden bij het publiek alle kooplust verdwenen is, en dat dit feit alleen reeds ook weer een weerstand voor de markt hooft weggenomen, is heel goed te begrijpen. C. K. dor consumptie- via hooger Joonen. Op den duur is natuurlijk dat de.eenig raiïoneele mogelijkheid. Want eens komt er ccn universeel evenwicht tusschen productie en consumptie, zoodat kapitaal vorming dan noodwendig tot moeilijkheden moet leiden. En voor zoover het oogenblik betreft, kapitaal verstrekking aan Griekenland, Roemenie, Argentiniëenz. beteekent tot op zekere hoogte: stimuleeren van de productie, en dat terwijl er toch al te veel is. Het is wel typisch dat de Volkenbond op het oogenblik met betrekking tot de crisisbestrijding in Kreuger's schuitje vaart, men heeft niet anders kunnen bedenken, dan credietverleenihg aan agrarische landen. Terwijl die credietverlnening toch de productie nog moet vergrooten ! * * ? ? * - ' ' ' . Nu is het waar dat dit slechts een overgangs stadium is omdat op den duur de vergrooting van de koopkracht in die landen ook de afzetmogelijk heid doet stagen. De oude theorie dat kapitaal export schadelijk werkt omdat het elders de in dustrie helpt ontwikkelen is niet juist gebleken. integendeel. Maar tijdelijk is het waar, en het gaat in deze periode juist om de tijdelijke invloeden! Tenslotte is toch de1 long run een aaneenschakeling van short runs. Hoe dit ook zij, het valt niet te. ontkennen dat Kreuger's crisisopvatting wel wat heel erg oenzydig is. Dat men alles zou kunnen oplossen door betere kapitaalbcweging (die hij door de centrale banken wil laten bevorderen) is absurd. Deze kwestie is slechts een onderdeel van het groote probleem. >ïaar Jiet is dan toch Kreuger's verdienste dit onderdeel te hebben belicht. l» J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl