Historisch Archief 1877-1940
v" . r''t'' .vi - ?
16
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 MEI 1931
No. 2813
/>£ GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 MEI 1931
f
ir
f AA _ 1 . en zoo voort tellen velen om in
* IUU ' ? slaap te komen! Waarom toch?
Vrij van de zenuwprikkelende en
slaapverstorende coffffeïne is immers:
ACCIC
W ??IC
Taalschut
door Dr. G. F. Haje
XiL
Het is waarlijk geen kunst, schrij
vers van hoogeren en van lageren rang
te betrappen op ontduiking van de
in Schut XXXIX aangehaalde taal
wet. Telkens en telkens scheppen zij
er behagen in, het hulpwerkwoord
in den afhankelijken zin achter in
plaats van vóór het hoofdwerkwoord
te zetten. Zoo bij Kloos: eenige
tafereeltjes, waar zelfs de meest
serafische huisvader van heden geen
rood hoofd noch eenigerlei opris
ping van te krijgen behoeft (behoeft te
krijgen); bij Scharten: de vloed, die
naar de stranden der samenleving te
ii'assen begint (begint te wassen):
bij Van Looy: boven zijn kleintjes
malende kaak het jukgebeente te
glimmen begon; bij Herman Poort:
tante Marie, die daar te h u Hen zat....
vader, die met dominee te fluisteren
stond; bij Top Naeff: niets tot steun
voor wie zich in dien hoek wat ie
orienteeren zocht; bij Verweij: de zacht*
ziende oude heer. die na etenstijd
op het Leesmuseum zoo genoegelijk
te dutten zat; bij Van Bruggen: het
papier, waar hij gedurig figuurtjes
op te teekenen zat; bij Koel llouwink:
Ritter, die wij kennen uit voortreffe
lijke kritieken, waarin hij als weinigen
de kern te treffen u-eet. DefirmaBrusse.
toen zij met haar Kinkelbel-serie
iets in dit opzicht te bereiken trachtte,
De voorraad is onuitputtelijk en mijn
bestek is klein.
Het lijkt kinderachtig, zich ter
verklaring of ter verontschuldiging
van deze manier van schrijven t<*
beroepen op het rhytme. Ten hoogste
kan men hier spreken van duitsch
rhytmegevoel, want het Duitsch con
strueert aldus 1). Het Nederlandsen
heeft' zijn eigen natuurlijken maatgang
en zal niet struikelen over de touwen.
gespannen over zijn weg door de
jagers naar, ach hoe 'zelden toch de
vinders van schoonheid in de taal.
Valsch is eert schoonheid, aan wier
luimen waarheid geofferd is.
Er zijn- op den hierbedoelden regel
inderdaad eenige uitzonderingen, ge
lijk : een gedrag, dat veel ie wenschen
laat (niet: overlaat, nog minder: over i ff
laat)\ een kantoor, waar veel te leeren
en weinig te verdienen valt; een maaltijd
waar men een beetje te eten kreeg; een
moeder, die haar kleintje te alapen'legt;
een woord, dat te denken geeft; toen ik
hem te verstaan gaf, dat.... Zou er
voor dergelijke uitzonderingen een
verklaring zijn te vinden? Maar heeft
het Wel nut, daarnaar te speuren?
Zooals de taal het ons zonder aarze
ling doet zeggen, is het goed.
l) Dit kenmerkende verschil hier
'twischen de beide talen heb ik voor de
, . eerste maal,kort en helder zien
aanyeyeven bij C. J. Vierhout en Ch. Altena'
in hun bewerking van het ffederlandsch
' naar de methode i-an Toussaint
Langenscheidt. (Brief 10, bldz. 197).
Ziehier nog eenige schitterende)
nieuwe platen voor April :
BENIAMINO GIGLI
zingt...
De groote ster van het Scala te Milaan en het
Metropolitan Theatre te New York zingt twee
van zijn schoonste liederen voor U.
Notta Lunare - Doda )
Se - Denza ^
D. B. 1454
Jack Hylton en zijn orkest: Reaching for the moon ? She is
a very good frientl of a friend of mine . . B. 5985
Armand Tokatyan (tenor): Lolita ? (Buzzi- Peccia) ? L'uïtima
Canzone - Tosti .......... D. B. 1471
Novelty Orchestra: Puzzlf Record - Iedere kant bevat 3
verschillende nummers. Kunt V ze vinden ? . B. 3775
Vladimir Horowitz (piano): Paganim etude in v Jhil majeur
(Paganini - Liszt ? Bttsoni) Children's Corner Suitf
No 3 Serenade for the Dolt (Dcbussy) . . D. A. 1160
Frederik Lamoiul (piano) ; Feux follets - (Liszt) Ettrct'.rolh
in g mineur ( Rubinstein ) D. 1967
Bovenstaande platen vormen slecht* een kleine keuze uit de uitge
breide serie nieuwe platen, die wij in April publiceeren.
"HlS MASTER'S VOICE'
IS'. V. DUTCH GRAMOPHONE COMI'ANY. DE?J HAAG.
Volledig supplement voor April gratis en franco op aanvraag
"d»^ ei,«,
t^ssz*^**^'' ? v
^K^y^f'/^ü..
SPECIAALZAAK
i
(
DRAMATISCHE KRONIEK
door Henrik Scholte
K.V.
Het >>clorlan«l»«-h
Tooneel: Polgar'a
,,l>«fraudanten"
AAN het slot van deze bekoorlijke schelmen
comedie ligt een verrukkelijke climax, niet
alle,e.n door de verrassende vondst in de handeling,
«Is namelijk een tusschentijds eveneens
gevluchtebankdirecteur met zijn grootere .,zonde" de kleine
vergrijpen van boekhouder Prokop en kassier
Vitek blijkt te dekken en daardoor doze arme
duivels zelfs volkomen rehabiliteert. Maar meer
nog door de ironische betoogen, waarin hier een
y.aohtu, doch onmiskenbare satyrc op
hedendaagsoht; toestanden het stuk speelt volgens Polgar
n do provincie, in een overwonnen land na den
oorlog! afsluiting, zin, wijsheid en humor
krijgt. ,,Was ist der Mensch, Vitek?" vraagt de
goede dief Prokop aan zijn even goeden en even
timiden handlanger Vitek, na uit de diepste
gronden van zijn onbedorven hart de hiërarchie
van 's wereld's misdaad den mantel uitgeveegd
t« hobben. Maar Vitek. een man van weinig woor
den en veel zorgen, blijft zijn onmiddellijken chef
en frAre-compagnon het antwoord allernederigst
schuldig: Darübermüchte ich mir keine Meinung
erlauben, Herr Oberbuchhalter." Waarop Prokop
deze woorden van oneindig inzicht Spreekt, waarin
een heele lieve wereld den spiegel voorgehouden
wordt: Ein armes Luder ist er ! Aber er weiss es
nicht. Wenn er es wüsste.... was war' er für ein
armep Luder S"
Wel heel ver zijn wij hier af van het gebrui
kelijke en tot in den treure uitgemolken
kluchtHchema van twee /aken-compagnons, waarachter
moestal grootere en minder eerlijke" defraudanten
plachten te schuilen. De weeke, maar niet
genti? inenteele, de wijze, maar niet symbolische sfeer
van deze arlequinade ligt veel dichter bij de
gedroomde wereldreis van die twee arme joodjes,
waarvoor ranowski zulk een kinderlijke en fan
tastische ensceneering vond. En een opvoering
van ,,Defra\idanten" heeft dan ook haar handen
van een luidruchtige zakenklucht" af te houden.
Niemand zal het (in goeden zin) populaire, volksche
element in deze avonturen-serie kunnen ontkennen,
wellicht had Katajew's roman, waaraan de mo
tieven" ontleend zijn, die nog meer. Maardeironie
van den geest, waarmee Polgar hier de ironie van
d«i daad (de mis-daad) paraphraseert. beheerscht
dit werk in zijn langzamen climax zoozeer, dat een
blijspel als dit, juist door zijn eenvoudige en ge
makkelijk aansprekende handeling, moeilijk zuiver
te, vertoonen, moeilijker nog tot een publiek succes
te brengen is. Het ridentem dicere verum heeft men
nu eenmaal nooit schreeuwend»', op het postament
der markten, kunnen doen.
?Juist in dit opzicht maakt Polgar's werk geen
uitzondering op het notoire feit, dat het scheppende
werk van tooneeleritiei in de klamme lucht
deiplanken aan een wonderlijke tuberculose ten offer
pleegt te vallen. Het srhijnt bestand, gehard en
technisch veilig gesteld tegen hot echec. En niette
min.... bij de première openbaart zich eerst de
gevreesde ziekte. Leest men het werk van Polgar,
dan stelt men zich een opvoering voor, licht,
gracieus en kinderlijk naïef, waarin al deze half
luide pointes tot haar recht zouden kunnen.
zouden moeten komen. Een dergelijke opvoering
nu schijnt in de praktijk onmogelijk te zijn.
In Duitschland kon blijkbaar zelfs een geniale
creatie van Pallenberg geen Dauererfolg" schep
pen. In ons land.... enfin, men kan altijd hopen.
Al was er dan in Saalborn's opvoering nogal wat
vergrofd en rumoerend weggedrukt, er waren
toch ook goede elementen, die misschien na een
(door omstandigheden) wat zenuwachtige première
nog wel aan meer détails de juiste kleur en het
lichte leven kan geven.
Indien men althans maar vasthoudt aan het
feit, dat Polgar eer een Weensche Heine dan een
Amerikaansche Heyermans is en een mengvorm
allerminst verdraagt. De geest van Polgar is
(helaas misschien) intellectueel, het is zijn systeem
der wijsbegeerte. Witz", zegt hij ergens in zijn
verspreide aphorismen, ..ist Unzucht wider die
Kausalitat" en wil men Polgar in-a-nutshell. dan
leze men wat hij over zijn f rere-compagnon Egon
Friedell (met wien hij o.a. Petroleumkönig"
schreef) te berde bracht en waarin hij kennelijk
ook een bewust zelfportret schetste, reden waarom
het hier herhaald moge worden: Er ist der
Hegnens fvoh, aber der grosze Fonds an C eist
und Witz. der ihm eignet, zwingt ihn in die R olie
des streitbaren Durchschauers, er ist ein
,Skeptiker, aber sein groszer Fonds an Menschenliebe
zwingt ihn, rundherur i zu bejahéii. Als Resultante
soldier Kraftepaare ergibt sich die eigentümliche
friedfertigc Fcchter-Position. die er in seinen
?Schriften einnimmt. An der Spitze der scharfen
Klinge, die er schlagt, wimpelt weiss die Fahne.
mit der er 'sich ergibt, und auch sein bösartiges
Nein noch ist mithcrzlichem Ja gefüttert."
Er zit in dat langzamerhand rijp" worden voor
het bedrog, dat deze twee beste, brave
pennelikkers eindelijk plegen, louter en alleen uit
innerlijke behoefte aan wraak op een leventje
van regelmaat en miserie, er zit in deze kleine
dithyram.be van eindelijk bevochten vrijheid, waar
in ook de hoogtepunten nog met dezelfde geraf
fineerde potloodlijntjcs aangeduid zijn, oen goed
deel comédie humaine", zonder dat Polgar nu
maar dadelijk een verbitterde sociale satyre. nog
minder een braveerende klucht wilde schrijven.
Achter alle spot wappert toch het witte vlaggetje
der overgave.
Saalborn heeft zich moeite genoeg getroost om
een serene en naieve sfeer te behouden en in zijn
ensceneering lukte hem dat ook meermalen. Nog
niet zoo aan het begin, waar zijn poging nog wat
krampachtig en nadrukkelijk uitviel en ook de
wensch om in godsnaam maar modern te zijn en
scheeve decors te maken, hem parten speelds In
het kantoor heerschte allerminst die dreinerige
Vrijdagochtendstemming, waar om acht uur 's mor
gens door een prolurkerig portiertje en een dwei
lende en galmende werkster voor de zooveelsto
maal de toestand: kantoor" wordt ingezet, waav
dan langzamerhand het boekhoudertje en het
kassier! j e als twee al te beursche vruchten tusschen
uit glijden. Maar de tooneelen werden allengs
rustiger en opener: het stationnetje was met het
verrukkelijke plezier aan kinderspeelgoed geën
sceneerd, alles wat in en rondom het schunnige
hotelletje speelde, had kleur en expressie en later* op
het land, als Polgar met zijn welbekende voorliefde
voor bukolische verpoozingen zijn figurinen in de
ruimte drijft en er zelfs een soort klucht-van-de-koe
inlascht, werden zelfs meesterlijke dingen bereikt.
Saalborn's spel bleef hier voortdurend een weinig
achter. Zijn Prokop was hartelijk en breed, maar,
miste het tragi-komisch aureool, dat deze rol,
juist op het tooneel, grootsch en uniek had kunnen
maken. Polgar noemt ergens in een studie over
Pallenberg,.
dezen acteur,
met een woord
als alleen Polgar
aaneenlijmen kan.
en
EmpfindsamkeitsExzentriker". Wat meer van dit soort....
Chaplin zou ook Saalborn's halverwege ^aange
bleven spel deugd gedaan hebben. Elias van
Praag, zorgvuldiger en bedaarder dan men hem
meestal ziet, speelde Vitek met begrip, met liefde,
maar ook alweer zonder die lyrische simplicitas,
die in deze rol niet alleen bedoeld, niaar ook uit
geschreven is. Van het ensemble ondervonden
beiden weinig steun. In hoeverre de regie hier te
veel door de vingers had gezien of in hoeverre
het individueele talent voor de vaak machtclooze
en oppervlakkige komiekerigheid verantwoorde
lijk was, zou ik niet durven uitmaken. Een uit
zondering echter voor Magda Janssen, als
invalster voor de rol van de even goedhartige als
zakelij k-reeële straatmeid Isabella, een rol, die
zij in nog geen vierentwintig uur niet alleen leerde,
maar zoo fleurig en raak a l'improviste speelde.
dat haar opvolgster een harde dobber zal hebben
om haar dat na te doen !
311* n kun nooit w«*tcn.
Naar aanleiding van een opmerking, gemaakt
in de bespreking van Men kan nooit Weten"
(vorige («roette) schrijft de directie van het
Kott.Hofstadtooneel, dat de "vermelding in het pro
gramma, dat mevrouw Fie Carelsen de rol van
Mrs. Clendon speelde ,,op Verzoek van de directie",
geschiedde op verzoek van de actrice zelf, die deze
rol opnam op aandringen van den regisseur
Eduavd. Verkade, De directie had aanvankelijk
een actrice, die haar voor deze rol bij uitstek ge
schikt leek, willen yngageeren, doch de heer
Verkade gaf te kennen, dat hij mevrouw Carelsen
gaarne met deze rol zag toebedeeld. Weliswaar
heeft mevrouw Carelsen reeds verscheidene
jongemocder-rollen bij het Rott.-llofstadtooneel ge
speeld, doch omdat wellicht velen nog een
herinnering bewaard zouden kunnen hebben aan
haar vroegere creatie van (tloria (de dochter
uit genoemd stuk), voelde zij het spelen van Mrs.
Clandon'sterk als een aanduiding, dat zij voortaan
moeder-rollen zou gaan spelen, weshalve zij om
voormelde toevoeging verzocht.
Mevr. B. vi BRINK
CORSETIÈRE
IEIZERSGRAGIITT7nMSTERDAM
TELEF. 37151
ATELIERS VOOR REPARATIËN
IN DEN HAA8 EIKEN VRIJDAB HOTEL CENTRAL
l