Historisch Archief 1877-1940
" .,*
f
i
i
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 16 MEI
FANTASTISCHE PRENTKUNST
1. Vertellingen van
Allan Poe
8. Don Quichotte
ZIJN naam als beoefenaar der
groote-prent-kunst maakte
Albert Hahn Jr. reeds door zyn Noten
kraker-werk. Maar definitiever en
glorieuzer toch nog dan met dezen
journalistieken arbeid bevestigde hij dien
met zijn illustraties van een aantal
plaatwerken w.o. twee zeer bekende.
Tijl Uilenspiegel" en Christusle
genden". Het eerste was, vooral naar
den geest, a.h.w. een practische toe
passing" van het Notenkraker-genre,
al dragen die prenten, tengevolge van
hun minder tijdelijke bestemming, ook
de duidelijke sporen van rustiger af
werking. Christuslegenden bracht min
of meer een verrassing, omdat eruit
bleek hoe Hahn's talent zich ook wist
aan te passen bij onderwerpen met
cthisch-religieuze tendenzen. Noch de
ruige realiteit van Uilenspiegel, noch
de vrome teederheid van Christus
legenden wettigde echter de verwach
ting dat hij óók in staat zou zijn
tot het vertolken van de met deze
beide zoototaliter verschillende
grilligdécadente fantasie van Edgar Allan
Poe. Voor een psychisch kern
gezond kunstenaar als Hahn zou
men het onmogelijk achten om
zich in te stellen in den ziekelij ken
geest waaraan deze vertellingen
ontsproten.
* *
*
In deze zware taak slaagde
hij zóó volkomen, dat ik onmid
dellijk nog andere stimulansen
vermoedde dan alleen een sterk
aanpassingsvermogen en de om
standigheid, dat hij erbij
pryfitseren kon van zijn aanleg voor
de groteske. En het verbaasde mij
dan ook niet, in een gesprek
met hem te hooren. dat hij al van
jongs af zich sterk tot Poe's
vertellingen aangetrokken had ge
voeld en dus met bijzondere toe
wijding zich aan de illustratie
ervan had gezet.
Eén eerste snelle bezichtiging
doet al zien, tot welke hoogte
Hahn's kunnen onder den invloed
van die bijzondere voorliefde
steeg, hoeveel sterker deze prenten
zijn dan vorige, hoe hij met minder
middelen meer bereikte. In zijn
vorig werk diende dikwijls een
overvloedig gebruik van fijne
Hjntjes hem als middel voor vorm
geving, maar tevens vaak als
een masker voor zwakheden.
vooral in een figuur. Hier is daar
van geen spoor, elke aarzeling
werd overwonnen, en daardoor
kon hij volstaan met zeer sobere
middelen: een stoere, beheerschte .
lyn, een vlak zwart. De spora
disch voorkomende nuances zijn
geen masker meer, maar slechts
'?spielerei" om een aspect wat
te verlevendigen.
Die onbelemmerde vaardigheid
uit zich reeds in de beide eerste
prenten, in hun goede compositie,
de kleur-verdeeling, de levendige
acties en expressies. (Het gelaat
van den waanzinnigen schilder).
De verplaatsing in het wezen
van een persoon is bijna zónder
uitzondering absoluut en tot in
onderdeelen" zichtbaar:
Diefascineerende handen vanden
hypi Het geval Valderaar"!
Boek-illustraties van Alb. Hahn Jr.
door Wybo Meyer
Jn volgende prenten is dan vooral de
sierkunstenaar in Hahn werkzaam
geweest: het gedurig herhalen van
de demonische tronies in ,,De put en
de slinger" werd een meesterlijke
vondst om de obsessie van den waan
zin uit te drukken. Hier en daar is
Hahn's hevig streven naar activiteit
iets te hevig gebleken, daar voerde zij
hem naar onrust (pi. 8 en 10). Dit
echter is een bewijs te meer dat zijn
grootste kracht ligt in soberheid;
zoodra hij gaat détailleeren wordt
een prent, zuiver architectonisch, dus,
niet teeken-technisch! bekeken, zwak
ker. De kroon van alle spannen de
twee prenten bij ,.De moord in de
Kue Morgue". Want geniaal noem ik
het inderdaad, xoouls het monstru
euze van den
oerang-oetau-moordenaar is uitgedrukt dooi- hem in zijn
volle lengte als silhouet van achter
ge/Jen tegen het felle licht te zetten !
En ook /ooals de absolute onmogelijk
heid voor het slachtoffer on» te ont
snappen werd gesuggereerd door het
doodsangstige vrouwen-figuurtje te
gen den rand der teekening aan te
,,duwen" is meesterlijk gevonden. De
andere prent heeft iets bekoorlijk» door
de simpel-gestyleerde teekening der
schuwe mannetjes bij het lijk. Knap
is hier de typeering hunner aandoe
ningen: schrik, afschuw,
wey.enloosheid, achterdocht.
Geheel in stijl met het hooge
gehalte der eigenlijke illustraties is
de verzorging van het boek: een
prachtig, sterk portret van Poe voorin
en een subliem!-vignet van een
peinsenden raaf bewijzen hoe Hahn de
Beschrënkung" van het ware mees
terschap heeft veroverd. Dit werk
stempelde hem met n slag tot een
onzer grootste illustrators.
Don Quichotto
Vau Poe naar Cervantes! Scherper
contrast in het rijk der fantasten
is moeilijk denkbaar f En opnieuw?
bewjjst Hahn hoe hij met den geest
van een verhaler meeleeft, n.l. door
dat hij den weerklank ervan niet
zoekt te geven in den (meest voor
de hand liggenden en ietwat
ondiepen") vorm der voorstelling alleen
maar bovenal ook in den stijl, in de
werkwijze. Rondom Poe's geest gevoe
len wij een sombere,
koudeijzingwekkende sfeer, die ons
huiverend zwijgen doet. De
strakke, sobere pi-enten
forceeren in de schrilheid van hun
beelden eveneens een zwijgende.
schier adem-beklemmende aan
dacht..
Maar rondom dien wonder! ij ken
woelwater Don Quichotte hooren
wij het gemurmel der hilariteit
en de onrust, en van de/e bewege
lijkheid vond Hahn de weergave
in prenten, \vier uitvoerigheid
die van oude gravures bijkans
benadert*
* *
*
De gestalten van Don
Quichote en diens faetotum Sancho
Panza zijn door den tijd geijkt
en verbieden elke afwijking van
hunne typen. Hierdoor kwam
Hahn te staan voor het paradoxale
gemak dat tegelijkertijd juist
een moeilijkheid was. Want het
is veelal minder moeilijk om een
personificatie van eigen vinding
te scheppen, dan rekening te
moeten houden met een, die in
den loop van vier eeuwen legen
darisch is geworden. Deze moei
lijkheid heeft Hahn niet onder
schat, en hij koos, om ze te ver
lichten, een zeer zuiver standpunt.
Den essentieelen grondvorm'1 der
gestalten eerbiedigend, accentu
eerde hy hun innerlijk wezen door
uiterlijkheden. Zoo mogen wij in
de rafelige flarden van Don
Quichotte's kleeren, het symbool
zien van zijn rafelig brein, in de
afzakkende kousen zijn afzak
kende moed, in den knoestigen
boomtak die hem als lans dient
zijn zwakheid. De opgeblazenheid
van den oer-stommen, ijdeler
Sancho kreeg haar beeld in
diens boerentronie, bol en wezen
loos als een luchtballon. En het
paard Rosainante is slechts een
blamage voor zijn rasgenooten.
Dit Op zichzelf vormt te samen
al de zuivere weerspiegeling van'
Cervantes' bedoeling. Den spot
te drijven met het zgn.
middeleeuwsch-ridderiyke en een einde
No. 2815
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 16 MEI 1931
te maken aan den zondvloed van
gezwollen, onnoozele ridder
romans dier dagen.
« *
*
Evenals bjj Uilenspiegel vond
Hahn's kunstenaarschap bij Don
Quichotte voedsel in zijn sociale
overtuiging: daar verzet tegen
onrecht, hier minachting voor
maatschappelijke ijdelheid. Maar
doordat hier zotheid en kolder
den boventoon voeren,, lag de
geestelijke vertolking nader aan
Hahn's gaven en dit deed deze
prenten beter slagen. De jool
om het gegeven ligt in heel dit
werk voor ons open. Daar is zoo
b.v. het beroende gevecht tegen
de windmolens, een prent vol
actie en vlotheid van teekening,
vol uitdrukking ook (de schrik
van het paard J) Daar is voorts
de schaterende spot om dezen
ridder van de droevige figuur,
nog uitbundiger van klank door
het onderschrift: Hoeveel kiezen
had Uwe Hoogheid gewoonlijk?"
En dan weer die uitnemende
weergave van Don Q's absolute
geslagenheid, wanneer hy met
Sancho kermned van wanhoop
uitgestrekt ligt!
De strijd tegen de wijnhalsken"
bevat dan heel sterk dat element
van: Don Q's rafelig brein uit
gedrukt in zijn uiterlijk. De witte
vodden, waaruit een stel
latmagere harige armen en beenen
steken, het zwaard dat meer een
zaag gelijkt, het is alles de
armelykheid zelf. De magerheid der
gestalte werd nog verscherpt door
haar tegen een zwarten achter
grond te zetten, gevolg daarvan
is een uitermate ver doorgevoerde
uitwerking der détails. Nochtans
ontaardde deze hier nergens (als
vroeger wel) in peuterigheid, ook
rammelt geen dezer uitvoerige
prenten, steeds is de
kleur-verdeeling beheerscht en aangenaam.
De nevenfiguren waren voor
Hahn als geknipt zoo die
dikke pastoor de vleeschgeworden
zelf-ingenomenheid ! Een cupido,
maar zonder blinddoek, een kei
zer, maar met een blikken kroon.
twee prachtige grotesken uit de
hofhouding van den Dood.
En last not least de daverende
zotteklap dier twee geblinddoekte
figuren, de ridder en de
schilknaap op óén houten paard.
/eggende de eerste: Wij moeten
al een langen weg afgelegd heb
ben !" Met deze holle penase, die
in geen ridderroman zal ontbre
ken, is heel het hoon-oogmerk
vau Cervantes getypeerd.
Als eenigste versiering buiten
de prenten bevat het boek een.
maar zeer subliem! silhouetje.
1) Fantastische Vertellingen van
E. A. Poe. Uitti. Tjeenk Willink.
Haarlem
2) Cerrantes Don Quichotte.
Uiltj. ,,Dc Torenlrctns". Zeist.
RIJM-BOEK
Bekentenis van een
verstandige
vrouwAls je mij niet meer liefhebt, en 'k zelf nog van je houd,
Zal 'k wel verdrietig worden, maar voor mijn tijd niet oud.
'k Zal je ook niet vermoeien met nutt'loos gekrakeel,
Maar wel zal 'k onderzoekeu hóe 't komt dat 'k je verveel!
Denk niet dat 'k om jouw houding in stilte tranen stort,
Of een vriendin zal zeggen dat ik verwaarloosd" word.
'k Zal ook niet zitten denken aan wat niet meer bestaat:
Al die herinneringen zgn toch maar surrogaat!
Maar 'k zal rn'aantrekk'lijk maken op allerlei gebied,
En ied'ren dag bedenken hoe jij me 't liefste ziet.
'k Zal je bewon'ring wekken (o! 'k heb een goed figuur!)
En mooie kleeren dragen, al zijn ze nog zoo duur..,, l
'k Zal je ook niets verwaten, dat heeft totaal geen dpel,
En m' op een afstand houden als 'k nog iets voor je voel.
Wanneer'k dan langs je heen loop, al doe je norsch en stug
Heb 'k je in veertien dagen met huid en haar terug!
P. KLOPPERS
i,
?i
l