Historisch Archief 1877-1940
T".
f
-fK
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 MEI 1931
No. 2816
Beeldenstorm in Spanje
door Dr. Jan Romein
KRONIEK
ALS nv»n mij vroeg in een reeks wapens oen
kort begrip van de geschiedenis te tookenen.
zou ik voor «Spanje kiezen een Zwaard, doorkruist
met een Kruis en mot een Kroon gekroond, want
zondor twijfel is het innige verbond van de drie
daardoor gesymboliseerde machten de meest ka
rakteristieke trek in de na-klassieke historie van
het. Iberisch Schiereiland. Hoeds de snelle
verovoring ervan door de Arabieren in don aanvang
van do 8ste eeuw pleegt men toe te schrijven aa:i
de zwakte van den toen (lotischen staat, op welks
h alpbroimen geestelijkheid en groot-prondbezit ton
eigen bate hadden beslag gelegd. Toen op haar
beurt de Mohaiumedaansche heerschappij ont
aardde, Witren het weer dezelfde twee machten,
die de erfenis aanvaardden, verbonden nu met
het koninkschap, dat wel absoluut werd tegonover
de burgerijen in d« steden, maar op voorwaarde,
dat het de macht over de boeren aan de groote
l indheeren en do macht der Kerk onaangetast liet.
Spanje werd daardoor het klassieke land der
monniksorden.
In de eerste helft van de 16e eeuw wordt het aantal kloos
ters op 9000 geschat met 70000 monniken en nonnen. In
1788 was er n geestelijke op elke 51 Inwoners, In een tijd
dus, toen de machtigste der orden, die der Jezuiten, In een
vlaag van verlichting reeds tijdelijk verdreven was. De Kerk
bizat toen, evenals in Frankrijk, tweederden van den grond,
maar de heilzame beperking, waartoe in Pranktijk de Revo
lutie haar dwong, gold voor Spanje niet. De maatregelen van
Joseph Bonaparte en van de Cortes van Cadix werden met
het herstel der Bourbons in 1814 weer ongedaan gemaakt en
in 1826 was er weer n geestelijke op elke 91 Inwoners. De
gedwongen verkoop van kloostergoed tusschen 1836 en 1844
flauwe nagolf van het liberalisme, dat sinds 1830 over
Europa ging bewees slechts hoe machtig de orden in Spanje
waren, want ofschoon het groote aanbod de prijzen drukte,
leverde het de voor dien tijd kapitale som van bijna
300 mllüoen gulden op. Bovendien gaf het Concordaat van
1851 de K«rk alle verloren macht weerom waaraan ook de
consitutie van 1876 In wezen niets veranderde. De
vereenlgingswetten van 1887 golden alleen voor de vakbeweging; op
de Kerk werden rij niet toegepast en toch ging het bij die
wet alleen om mededeeling aan de plaatselijke overheid, als
er een congregatie gesticht was. De economische macht bleef
en met haar de politieke invloed, onafhankelijk van den uit
slag van de vele burgeroorlogen, die Spanje in de 19de eeuw
tot aan den rand van den afgrond voerden, want of nu de
Carlisten of Isabellisten wonnen, steeds weer was het wereld
lijke gezag genoodzaakt om een compromis met de Kerk te
sluiten, wilde het zich staande houden tegenover de andere
partij. Waren haar finantieele hulpbronnen niet voldoende,
dan waren er nog de ,,curas guefilleros", de bende-priesters,
die gewapenderhand in den een of anderen kroon-pretendent
de voorrechten der Kerk verdedigden.
Eeuwenlange, seiner onbeperkte heerschappij
is een slechte leerschool voor een augelieke lev
enshouding en ik ben er diep van'overtuigd, dat, ook
al zal de gemiddelde Spaansche geestelijke mis
schien niet slechter zijn dan zijn mede-menschen.
zelfs de Roomsche geestelijken bijv. hier te lande
zich vol afgrijzen zuuden afwenden, als zij de
waarheid wisten omtrent de Spaansche geestelijk
heid als geheel. Er zou een tweede Dante noodig
z'jn om in een tweede Inferno de volheid van haar
zonden te beschrijven. Van do staaltjes van
obscurantisme, die een even geleerd als bezadigd man
als prof. Salvador de Madariga meedeelt in
zijn verleden jaar verschenen boek, staat /elfs
de niet-naieve lezer versteld; van zuster
Patrocinio bijv., dio door gefingeerde stigmatiser-ring
kabinetscrisissen opwekte, van bestrijding van
het feminisme in .welken vorm ook door een
beroep op ons aller moeder, die immers met de
bekende funeste .gevolgen van den boom der
kennis at. Voor de lagere geestelijkheid kan als
verontschuldiging gelden, dat ook zij -«elf .dom
gehouden is volgens het beginsel ,?hoe minder SM»
weten, des te minden begeeren zij on hoe minder
ze besreeren, des te minder schade richten zij aan."
GOpCt. van de jeugd krijgt heelemaal geen onder
wijs, , 25 pCt., wordt door d»; Kerk onderwezen,
d.w.z. krijgt zoo goed a!s geen onderwijs» (zie boven)
en hetstaatsonderwijs, dat do overige 25 pCt. geniet,
is geen neutraal, maar ook katholiek onderwijs.
Domheid is overal en overal onoverwinlijk, maar er
zijn grenzen en die zijri in Spanje zeer beslist aan
alle kanten overschreden. Nog in 1930 zijn op last
van de een .of andere plaatselijke geestelijkheid
de boeken van Pérez Galdós verbrand, die het
al zoowat -dertig jaar geleden gewaagd hatl, in
zjn dranvj. Electra" do geschiedenis van Ubao
s behandelen, een jonge vrouw, die door een
cleri^ale familie in een klooster gestopt wordt
om'?baar- vermogen machtig te worden. Het is
echter zeer de vr,»ajr, of zolff» dit onbegrijpelijke
obscurantisme de ergste wantoestand is, WAn t
niemand weet precies w<tt er achter de
kloostermuren gübeurt, dan uit verhalen van weggoloopen
monniken of nonnen, dio ook niet altijd betrouw
baar zullen z'jn. De fout schuilt 'm echter hierin,
dat de Wereld het niet woet en het is n der
privilegos, dot de monniken en nonnen hun doodon
op eitfen erf mogen begraven. En zelf» als de Staat
wat t.> weten komt, wie zal dan zogiren, in hoewel
gevallen ingrijpen steeds weer is afgestuit op
het feit", dat de Kerk aan de poorten var» het
Paradijs staat en er de entree-gelden heft ?
* *
*
En toch, dit alles, misdaad, obscurantisme en
onverdraagzaamheid zou de wereld nog onver
schillig kunnen laten, indien er «iet de
economisch o macht der Kerk was, waaruit zinh in laatste
instantie alles laat verklaren; de wortel van het
kwaad, niet in do laatste plaats voor de
Spaansche Kerk zelf. Doch nu de agrarische toestanden
in het huidige Spanje nog afgelezen kunnen worden
uit de rapporten, in 1763 daarover opgemaakt,
wordt het anders, want het is niet voor ern
stige bestrijding vatbaar, dat deze toestanden nog
dezelfde, zijn door den voortdurenden steun van
de Kerk, zonder welke er in Spanje geen muschje
van de daken valt. Als er nog steeds 5.478.000
H.A. van het bebouwbare land onbebouwd liggen,
om er op te jagen of stieren op te fokken, als er
in 27 van de 50 provincies 7(1.5 pCt. van de be
volking maar 4.7 pCt. van den grond bezit en
67 -pCt. van den grond in handen is van de groot
grondbezitters, die slechts» 2 pCt van de bevolking
uitmaken, als het Spaansche land vol k mede
daardoor tot voor zeer kort nog steeds in een
geitachtige behoefteloosheid voort vegeteerde, dan
list dat, gezien do machtsverhoudingen in Spanje
hieraan, dat de Paus, zooals nog onlangs in zijn
jongste Encycliek, wel over eon billijker verdeeling
der aardsche goederen kan orakelen, maar dat de
kerk in Spanje steeds naar het tegendeel van dat
recept gehandeld heeft. Wat is zelfs de sinds 1912
bestaande .,C'onfederacion Nacional
Católico-Agraria", een kerkelijk'; instelling, anders dan oen
grootfch opgezette crediet-ondernenung voor de
boeren, die do ergste gevolgen van het kv/aad,
misschien, bestrijdt, om dat kwaad zélf
ona'angetast te laten?
Aan pogingen tot verzet tegen do macht der
Kerk hooft het volstrekt niet steeds ontbroken.
Anti-clericalo maatregelen zijn in Spanje steeds
populair geweest. Er is iets waars in het wooed
van Macchiavelli, dat ,.die volken den minsten
godsdienst hebben, die liet dichtst bij de Roomsche
kerk staan" wanneer men anti-godsdienstig ten
minste opvat als auti-clericaal. Voor m<? ligt het
boek van Ward The Truth about Spain" van
1911. Van de 12 platen, die daarin staan, hebben
er drie betrekking op den beeldenstorm in
Bareelona uit hot jaar 1909 en wanneer men de geschie
denis daarvan leest, blijkt duidelijk, dat zij
eigenlijk niets mot den godsdienst als zoodanig te
maken had, maar wortelde in de concurrentie,
welke de kloosterlingen den handeldrij yenden
en indush-ieelen middenstand aandeed en -doet
daarin gestijfd door den Staat, die den kloosters
vrijheid van belasting waarborgt. Het beiatchte
proces tegen Francisco Ferror zullen de vóór
1900 geboren lezers zich ongetwijfeld nog herin
neren en dan kan een herinnering daaraan ook
eigenlijk volstaan ter verklaring van den beelden
storm" van nu ? evenzeer als van disn beelden
storm uit de 10e eeuw, dien wij beter kennen.
* *
Het is de vraag, of het zin heeft, onvermijdelijke
eoonomisch-politieke ontwikkelingen ethisch of
assthottsch te beoorrloelen. Wil men hot echter
doen, dan past voor de ethische beoordeeling van
wat zich nu in Spanje bezig is te voltrekken
slechts n vraag: kan mon verdraagzaam zijn
tegenover de onverdraagzaamheid? Zoo neon.
dan zijn do vlammen, die nu uit de kloosters
opslaan, slechts het te .verwachten antwoord op
de vlammen, die dóór d« heelo geschiedenis heon
in Spanje uit de brandstapels 'tegen
anders-geloovigon zijn opgelaaid. En assthotisoh? Do vernie
tiging' van cultureole waarden:' De vraag hoeft.
dunkt mij, nog minder zin. De sabbath is er omzien
niensch en niet de mensen om den sabbath. Doch
zelf», al doelt mon dit standpunt niet, dan is de
Spaansclu» feestelijkheid de laatste om over het
vernielen van cultuurwaarden to jammeren
ze jammert trouwens om ? heel wat anders
Johan de Meester f
HIJ is wel heel onverwacht gestorven, Johan
De Meester. En eigenlijk nog to vroeg, al
was hij 71 jaar. Want er bestond wel niemand,
die eenig verval van ouderdom óf verstilling of
vermindering van krachten bij hem opmerken kon,
sedert hij in '27 zijn bezige rust" had genomen.
En wie die breedgeschouderde, gedrongen figuur
zag met den curieusen sa ter kop, altijd gelijk ia
overstroomende levendigheid en nerveuzen drift,.
onvermoeibaar druk en verbazend taai,
diegeloofde eerder aan het eeuwige leven,
tenminsteaan een zeer hoogen ouderdom, dan aan een snellen.
dood. Want hy was in al die lange, zware werk
jaren hoogst zelden ziek, al klaagde zijn nervosi
teit, die altijd beweerde iets fataals te voelen.
Waren het alleen zenuwen, die hem zoo druk
en heftig maakten? Dan zouden zij hem gewis.
al jaren eerder vermeld hebben. Waarschijnlijker
is, dat een van huis uit levendig temperament
hem vanzelf een druk, sloopend beroep deed
kiezen, dat vervolgens zijn zenuwen tot
hetuiterste spande. En dit levendig temperament,""
dat ongetwijfeld primair was, kon dit wel
licht verband houden met zekere durende on
vrede in hem, een gespleten-zijn, een tegenstrijdig
heid in zijn aard, die hem, ter compensatie, naar
drukte, naar wrijving van buiten deed verlangen ?
Men kan zulke dingen natuurlijk nooit zeker
zeggen, maar zyn leven en zijn oeuvre overziende»
komt men er toe verband te leggen tusschen die
kokende, vaak overkokende, hevigheid van denken
en doen en het dualisme zijner idealistische en
practische jeugdbegeerten. Voelde hij zich niet een
zwak, miserabel schuw jongetje, dat de grooten
en geslaagden der aarde al waren het voorloopig
maar dorpsnotabiliteiten?fel benijdde ? Verlangde
niet ter eenerzijde zijn eerzucht evenzeer
aardschegrootheid en aanzien, die hij instinktief
wanhoopteooit te zullen bereiken, omdat een kinderlijk
idealistische behoefte aan zuiverheid, waarheid,.
eenvoud hem beletten zouden de wegen te gaan*
die naar zulke doelen voeren? Een idealisme van
waarachtig zuiver leven, dat n was met zijn
dichteraanleg, zijn realistisch romantieke ver
beelding. Dit een met het ander maakte hem aan
vankelijk tot een bohème, die, toen de omstandig
heden mee wilden werken en gunstig waren, een
maatschappelijk man, staatsburger, vader,
semiofficieel criticus in zich bleek te bergen. Een sociaal
man, die echter op de hoogten van zijn geslaagd
heid nooit het heimwee verloor naar het pure
idealisme zijner jeugd, waarin hij eens gemeend had
te kunnen leven Zijn werk getuigt, dat het zoo
was, getuigt van die gebrokenheid, welke eerst
met de jaren van zijn heftigheid verloor, om zich
neer te leggen bij het voorwaar niet weinige l
bereikte, waarvan hij noch thans, in stille uren
van inkeer, zich bekend kan hebben, dat het> hem
noch ter eene noch ter andere zijde geheel voldeed.
P. C.
want 7.'j hoeft, direct of indirect, de vernietiging,
van niet minder dan vijf heele culturen in drie
werelddeelen op haar geweten, ieder wellicht
schoon er dan de hare. Zij hoeft de Moorsche be
schaving in Spanje verdelgd en de Joodsche
verbannen, die nergens meer een bloei heeft be
reikt als in het Spanje van de late middeleeuwen.
Zij heeft de eeuwenoude, culturen van Azteken
en Inca'& in Amerika te vuur en te zwaard ver
woest; en ten «lotto is het door haar toedoen, dat>
de minder bekende, maar voor de toekomst vari
Afrika zoo veelbelovende West-Soedaansche be
schaving van Timboektoe aan het begin van
dort Nieuwen Tijd t«n onder i s gegaan. "V '3
Waarlijk wie te klagen heeft, is nog altijd niet
de Kerk van Spanje, tenzij dan over haar eigen
verleden. ?
G ARP E.M EU BLES DEN HAAG
BATENBURG & FOLMER
HUUQCNSPARK 22, TEL. 11O30
Billijk* T«rlev»n.V»nor0 Ing Oarantl*
No. 2816
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 MEI 1931
Nerveus
en overspannen, onrustig
en slapeloos. Men gebruike
hiertegen de zenuwstillende en zenuwsterkende
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 et. Bij Apothek. en Drogisten
MUZIEK
door Constant van Wessem
Becthoven-cyclm* I
DE jaarlijksche Beethoven-cyclus waarmee
traditioneel het Amsterdamsche winter
seizoen wordt besloten wekt ditmaal meer dan
de gewone belangstelling door het optreden van
Fritz Kreisler en Ossip Gabrilowitsch en door de
uitvoering van een in zyn volledigen vorm weinig
bekend werk als de Ohor-phantasie voor koor,
piano en orkest.
Men heeft dikwijls op dezen jaarlijkschen Beet
hoven-cyclus eenigszins schamper critiek uitge
oefend en inderdaad schijnt er in deze tot traditie
geworden gewoonte iets traags: Beethoven is
altijd nog wel goed als men niets meer weet. Maar
wanneer men zelf dezen cyclus vrij geregeld als
toehoorder meemaakt, in de buitengewone ver
tolking, die Mengelberg van Beethoven's
symphonieën geeft een vertolking, die op vele plaateen
aanvechtbaar lijkt, doch de zeldzame en vergevings
gezind makende deugd heeft van het wezenlijke
van Beethoven's zegging, het bij uitstek mannelijke
van zijn timbre", helder en treffend naar voren
te brengen ontkomt men niet aan het gevoel, dat
Beethoven's muziek waarlijk ,,brood" voor de
menigte is, dat in zijn muziek gevoelens en aan
doeningen opgeroepen worden, die als het ware
parallel gaan met algemeen menschelijke gevoelens,
die ook in de massa, ondanks jazz en mechanisme
nog sluimeren en die wanneer zij gewekt worden
even bevrijdend" op ons werken als de natuur,
waarin wij al het eng-persoonlijke en
kringetjesachtige kwijt raken en \vaarh een wij met datzelfde
instinct drijven als dat wat Beethoven zelf
een boom heilig" deed noemen. Beethoven werkt
nog altijd bevrijdend", zijn muziek is tegelijk
de persoonlijkste en onpersoonlijkste, die bestaat
en het prachtige woord .van Matthijs Vermeulen:
,,Beethoven is de triomf van den interieuren mensen
georiënteerd naar het licht" blijkt in ssijn pathetiek
altijd weer waar wanneer wij pogen de aandoe
ningen van Beethovens muziek voor onszelf te
analyseeren.
Na te veel moderne muziek, hoezeer deze ook
als tijdverschijnsel gerechtigd is en de aandacht
waard, daar zij onze tijdgenoote is en wij nu
eenmaal ook hebben te leven in onzen eigen tijd en
met onzen eigen tijd, willen wij niet afsterven tot
.,verleden", is Beethoven's muziek nog altijd een
weldaad, waarin, naar Vermeulen zegt de
vermengeling van het opperste zintuigelijkeenhetopperste
unzintuiglijke voor den eersten keer werkelijkheid
werd." En dat is, onder de menschen, inderdaad
,,het eenige volstrekte." .
Zoo beleven wij weer Beethoven in den cyclus
van zijn symphonieën en andere werken en hebben.
er opnieuw vreugde aan. De eerste, tweede, derde
symphonie bestaat er eigenlijk wel een schooner ?
werk dan de Eroica, die ontkomt aan iedere defini
tie van het heldhaftige en het toch zoo hoorbaar,
voelbaar n meesleepend, zoo edel, uitspreekt??,
de vijfde, . zesde en zevende, wij hoorden ze alle
weer op de eerste drie van deze conperten en ze
zijn alle even volmaakt, even schoon, even
,, waarachtig", onderling alleen in standpunt
van elkaar verschillend. Zooals Beethoven het laat
geschieden geschiedt het ook onder Mengelberg's
directie: wij worden gétransformeerd tot gezang.
Het heeft geen zin hier nogmaals deze symphonieën
op zich zelf te gaan beschouwen, zij zijn er zooals
de natuur er is en alle commentaar blijft hier slechts
een min of meer persoonlijke begeleidingsvorm van
onze aandoeningen.
Fritz Kreisler speelde het vioolconcert. Niemand
EXQUISE
* *
*
KOSMOS
^SIGAREN!
*
^?f
Verkeersmisère om Amsterdam
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan\
De Octopus!
dan Kreisler, in wie de vertolking even groot en
nobel is geworden als de niensch in hem moet wezen,
kan dit vioolconcert zoo spelen, dat het een wonder
wordt. Niemand ook dan Kreisler is zoo in
staat geweest met den jubel van dit werk in
te stemmen, dat hij een cadens kon schrijven, die
deze veel gelaakte en tot. technisch vuurwerk mis
bruikte plaats in Beethoven's muziek tot een jui
chende en verrukkende relevatie van zingend
geluk midden in deze muziek heeft gemaakt, eeu
gelijkwaardige schoonheid, opgebloeid temidden
van de verhevenste ontroeringen en eulmineerend
in die allereenvoudigste on Beethoven waardige
vondst van het samenklinken van twee der
schoone melodieën tot een eigen symphonie....
Neen, de traditioneele Beethoven-cyclus moge
er ieder jaar wezen. Wij hebben waarlijk te weinig
gelegenheid te ervaren dat er nog steeds iets in
muziek bestaat, dat met een banaal geworden
woord: de eeuwige schoonheid heet!
SPREEKZAAL
HET zij mij vergund over het hoofdartikel
Hulp van den Dokter" d.d. 10 Mei door
Prof. Franc.ois een opmerking te maken.
Dat sommige lagen der bevolking van een staat
oorlogszuchtig zijn, valt niet te ontkennen. Als
voorbeeld wijs ik naar de Nationaal-socialisten in
Duitschland. De Nazi's schijnen niet in te zien,
dat de gelden die hun verstrekt worden door de
Duitsche groot-industrie (oorlogsindustrie) niet
uit louter vaderlandsliefde gegeven worden. Zonder
oorlogs-psychose" geen bloeiende oorlogsindustrie!
HOTEl GROOT BADHUIS - Zandvoort
RESERVEERT UWE KAMERS
TIJDIG VOOR DE A. S.
P I N K S T E R D A G E N
Speciaal Pinksterarrangement
Indien Prof.' Francois werkelijk meent, dat de
ro/Aren den oorlog ontketenen, dan beveel ik hem
mot aandrang aan te lezen ,.De Bloedige Interna
tionale der 'Bewapeningsindustrie" van Otto
Lohnmnn?Kussbüldt.
De rol ken maken den oorlog stellig niet, maar,
door leugen en bedrog in oen ourlogs-psychose
gesleept, aanvaarden zij helaas den oorlog als iets
onvermijdbaar».
Zij, die zeggen den Vrede te willen, maar steunen
op de wapenen tot beveiliging, bereiden den oorlog
voor!
H. H. MEULENBELT Jr.
Secretaris der Nooit-nieer-oorlog-federatie
TUYNENBUBG MUYS
'V