De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 30 mei pagina 9

30 mei 1931 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

-Mk 'i? t \\ i & DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 30 MEI 1931 No. 2817 Radio en Grammofoon Moeten wij onze antenne aarden ? door L. J. van Looi WIJ hebben den komenden zomer gevoeld en gehoord. Het zon netje heeft onze botten verwarmd en de luchtstoringen zy'n uit onze luid sprekers geknetterd. En alle luiste raars zullen de hevige luchtstoringen ervaren hebben, die een voorbijtrek kend onweer veroorzaakt en allemaal zullen zij zich een beetje angstig hebben afgevraagd of het nou niet gevaarlyk was en of zij nu niet on middellijk hun antenne moesten aar den, d.w.z. met de aardleiding ver binden buiten het toestel om. En ongetwijfeld zullen zij daarbij ge dacht hebben aan het verzoek, dat de omroeper van Zeesen al jaren achtereen eiken avond doet: Bitte, vergessen Sie nicht Ihre Antenne zu erden! De vraag, die ons allen zwaar op het hart ligt, is: moeten wij onze antenne aarden? Verhoogt een metgeaarde antenne het bliksemgevaar en haalden wij ons niet een groot gevaar in huis toen wij ons radio toestel aanschaften? Die angst heb ik niet. En met reden! Want wij hebben indertijd, toen de vereeniging van brandassu radeuren zooveel voorwaarden ging stellen voor het verzekeren van een huis waarop een antenne stond, dat het praktisch niet mogelijk was er aan te voldoen, in een commissie van radiotechnici het heele bliksem gevaar in verband met radio-instal laties onderzocht. En daarbij bleek in de eerste plaats, dat het aantal gevallen van blikseminslag op an tennes zoo uiterst klein was, dat het als op zichzelf staande groep niet kon worden gerubriceerd. En voor dat onderzoek beschikten wij over gegevens uit alle groote landen en voornamelijk uit Amerika. De assu radeuren hebben dan ook tamelijk snel hun aktie laten verzanden. Toch hebben nog veel menschen een angstig gevoel als het onweert. Die antenne, die daar zoo'n stuk boven het huis uitsteekt, is toch maar een goed aantrekkingspunt" voor den bliksem. Dat idee komt voort uit een niet ver genoeg doordacht denkbeeld, dat men zich maakt van de werk zaamheid van. den bliksem. Mijn grootmoeder stopte vroeger alle mes sen weg, want ..staal trok den bliksem aan", zei ze. Daar lachen we thans om, maar we zitten toch in angst om de antenne. De meeste bliksemstralen, dat zal iedereen wel opgemerkt hebben, zijn ,,losse schoten . Zij vliegen van wolk tot wolk en treffen de aarde niet. Slechts een enkele komt naar be neden en waar de straal inslaat, vallen spanen. * *''.'.''. ?Wat'is eigenlijk de oorzaak van het overspringen van deze groote vonken van wolk tot wolk of van wolk tot aarde? In de eerste plaats zijn het geen vonken, noch een straal vuur. Het vuur is een begeleidend verschijnsel. Wat bverapringt is een electrische lading en de ontzettende snelheid, waarmede die groote hoe veelheid electriciteit door de atmos feer dringt, brengt de lucht aan het glooien. De luchtverplaatsing ver oorzaakt den donder. Waarom springt nu die electriciteit van de eene op do andere wolk? Niet uit speelschheid ! FRITZ KREISLER (Viool) Piano begel. Michael Raucheisen. La précieuse Chanson Louis XIII (Couperin irr. Kreisler) .... DA. 1139 Gaat U deze plaat eens hoorcn bij Uw handelaar. 'Die plaat moet U mij zenden", zult U wel zeggen, als U dit nummer gehoord heeft. SOCIÉTÉDES CONCERTS DU CONSERVATOIRS O. L. V. PIERO COPPOLA. Rédemption, Deel l & 2 . . (C. Franck) W. i159 Redemption, Deel 3 ... (C. Franck) Psyche (Psyche enlevée par les Zéphirs) vC. Franck) P. 860 MARCEL WITTRISCH, (TENOR) MET ORKEST BEGEL. Ich bin nur ein armer Wandergcscll . . Der Rattenfanger EG. 2195 JOB VENUTI AND HIS BLUE POUR The wild dog (Hot viool solo) FESS WILLIAMS AND HIS ROYAL FLUSH ORCHESTRA All for grits and gravy, Foxtrot (Hot) . . B. 4840 ORQUESTA TIPICA VICTOR El Santiagucno, Super Tango ..... CARLOS Dl SARLI Y SU ORQUESTA TIPICA Chau Pineia, Supei Tango . . . . . ' . B. 4841 Hierboven geven wij nog vijf nieuwe platen. Vraag het laatst verschenen supplement. "HIS MASTER'S VOIGE N. V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY, DEN HAAG. 22>22a, Amsterdamprhe V eerkade. EEN BROCHURE Een der wolken is namelijk zeer sterk geladen met electriciteit, terwijl de andere een tekort heeft, althans vél minder dan de geladen wolk. Komen die twee wolken nu dicht genoeg bij elkaar, dan barst de electriciteit als het Avare uit de gela'den wolk en springt door de lucht op de andere over. Dat gebeurt met zulk een kracht, dat er te veel overspringt en onmid dellijk herhaalt zich het spelletje, met dit verschil, dat nu de tweede wolk de gevende partij is. Dat ge beurt net zoo lang, totdat de hoeveel heid electriciteit in beide wolken ongeveer even groot is en er dus even wicht is. De tijd, die daarvoor noodig is j is zér kort, zóó kort, dat ons oog dat heen en weer springen als een enkele vonk ziet. Van die heen en weer springende electriciteit tusschen wolken hebben wij op.de aarde geen last. Hoogstens knettert onze luidspreker. Maar ge vaarlijk wordt- de situatie als dicht over de aarde een positief geladen wolk strijkt. De aarde is namelijk electrisch negatief en wanneer nu de wolk maar dicht genoeg bij komt, volgt een uitwisseling van electi-i1 citeit, totdat de wolk ook ten naas- ' tenbij negatief geladen is. , Blikseminslag volgt dus, wanneer een wolk dicht genoeg bij de aarde Icomt, of.... de aarde dicht genoeg bij de wolk ! Dat kunnen wij namelijk bewerkstelligen door bv. een hoogen schoorsteen te bouwen of een kerk toren. Daarmede brengen wij het zg. aardpotentiaal, d.w.z. den electrischen tóestand van de aarde, hóóger. Want de spits van den toren heeft dezelfde spanning als de aarde, waarmede hij verbonden is. Daarom heeft een torenspits zooveel kans om getroffen te worden. Hetzelfde is het geval met een schoorsteen of een boom en.... een geaarde antenne l Want, een antenne, die wij met de aardleiding verbinden krijgt ook de zelfde negatieve spanning van de aarde en vormt op deze wijze een aantrekkingspunt". Is een geaarde antenne tijdens een onweer dus een gevaar? Ach neen, zoo erg is het nu ook weer niet! Want onze antenne is toch meestal niet het hoogste punt in de buurt. Dat een antenne niet zoo'n gevaar vormt bewijst wel het feit, dat wij tientallen van jaren niets dan bnverigrondsche tclefoonleidingen hebben gehad, en het aantal blikseminslagen op deze leidingen zér kloin is. Maar een feit is, dat een n iel -geaarde antenne minder aantrekkingskracht op de bliksem uitoefent dan een geaarde. Overigens is een geaarde antenne wel een bliksem-u/feider, maar dan toch een heel slechte. Wij behoeven ons in het algemeen ovvir onze antenne in verband met den bliksem geen zorgen te maken. Iets anders is, dat tijdens een onweer de geheele atmosfeer sterk met elec triciteit is geladen, en dat daarvan het gevolg kan zijn, dat de nietgeaarde antenne geladen wordt. Raakt men dan de antenneleiding aan, dan sproeien daar een aantal vonken uit, die weliswaar betrekkelijk ongevaar lijk zijn, doch die je toch een flinkeri schrik kunnen bezorgen. Daartegen is echter een uitnemend kruid ge wassen, namelijk een edelgas-zekc?ring, zooals Philips die in . dea handel brengt. Zulk .een zekering zit in een geïsoleerde huls,'op een. ijzeren arm, die tegelijk als antennebevestiging kan dienen. Wordt de antenne geladen door atmosferische electriciteit en stijgt die lading boven een bepaalde sterkte dan wordt hot cdelgas in de patroon, die tusschon antenne en aarde geschakeld is. ge leidend en de te sterke lading vloeit naar de aarde af. Met zulk een over spanningszekering en een gerust hart ,kan ons bij onweer niets passer>rc>n. No. 2817 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 30 MEI 1931 ZOMERFEEST IN HET GOOILAND ONDER den grootcn lindeboom voor zijn vaders herberg ,,de Ver.v:ulde Postwagen" zat een halve eeuw geleden de twintigjarige Jan Hamdorff en bespiedde de mogelijkheden van ?zijn dorp: de boeren en hun woningen met weefstoelen, de wijde, heide en korenvelden, en het stoomtrammetje. Het laatste was juist in gebruik ge steld en de dorpelingen wantrouwden de nieuwigheid. Maar Jan had van zijn vader en van de maatschappij ?weten gedaan te krijgen dat de her berg, waar ook de Hamburger Post wagens stopten, als halteplaats werd «angewezen. Hij zag wel wat in dat ?ding dat van Amsterdam kwam en 200 langs zijn deur naar het spoor station te Hilversum reed, dat zeven jaar tevoren was geopend. Een spoor lijn en oen tramlijn; omstreeks dien tijd gooiden de nazaten van de HolJandsche en Duitsche immigranten in Amerika deze lijnen uit in het verre, igroote land om te zien wat hiermede te vangen zou zijn. Jan Hamdorff, van afkomst Hollander en Duitscher, van nationaliteit Larenaar had het tramlijntje niet zelf uitgegooid, doch hij begreep dat hij op moest letten 'wat dit liem van twee kanten zou brenjren. Aan goederenvervoer was :geen behoefte; de Laarder boeren begeerden de voortbrengselen van ?de stad niet. Er leven er nu nog die nooit of slechts een paar maal naar de hoofdstad zijn gereisd. De wol die -.zij met de warrekram bewerkten brachten zij zeif naar de tapijtfabrieken van Hilversum. Jan Hamdorff lette dus op de reiyjgers, die de tram aanbracht. Zomers Amsterdammers die hier ronddren,telden en bij hem een glaasje bietkochten; niet veel aan te verdienen. "De rijken kwamen per equipage hun familie in de groote landhuizen langs den rijksweg en in de Vuursche opaoeken. ?'.'?? * * Op 'n warmen dag stapte een kleine man binnen; tegen de veertig. Hij gins weer aan den wandel, kwam torug, bleef 's nachts, nog een dag, nog een nacht, bijna n week. 's Avonds zat Jan in de gelagkamer inet Jozef Israels te praten. Zoo, zoo, was Laren zoo mooi! En dat rnoest allemaal op een schilderij. Haar zoo'n raen^ch, die voor 'n droog stuk brood den gansenen dag in de zon zat of bij een boer thuis. ' De vrienden kwamen. Jozef had ze geschreven, 'n Troep Hagenaars, Mauve, Maris, Kever, hoe ze allemaal heetten. Jan zag de schilderijen groeien, met de schaapjes, de boeltje* en boerinnen en hun spinnewielen. Hij streek over zijn kin. Toe» hij uitgestreken was, was Laren een beroemd schildersoord, ?waarheen de Europeesche en Amerikaansche kunstkoopers heenreisden Teekeningen voor de Groene Amsterdammer door Harmsen van Beek om de portretten van schapen en afbeeldingen van. oude kamers, liefst met een boerin en een spinnewiel erin, machtig te worden, hetgeen door bemiddeling van Jan Hamdorff wel kon gelukken. De landpaadjes waren bezet met villatjes, te bevragen bij Jan Hamdorff. Het hotel, dat in plaats van de oude boerderij, naast de herberg was verrezen zat zomers vol met toeristen en Hollandsche families. Omstreeks 1913 begon de wereld op het rythme van step en fox tri t'j te bewegen. Jan legde onder de appelboomen een dansvloer. Koeme nen in roode jassen deden de rest. Hoel de mondaine en de halvewereld kwam op Hamdorff en Zunki Joska af. Jan wreef zijn handen. De banvloek van Hector Treub: de Zeedijk in het Gooi, bracht conster natie eri toeloop. Met dezelfde handen Jan staat nu«t moer joyeus voor den ingang, wijst niet op mooie stukken. Hij zat 's middags in het zijtuintje zijn ferme lijf van zeventig jaren in het zonnetje te koesteren, dat hem nog zooveel goed moet doen. Veel schilders zijn heengegaan; doch velen van de oude garde zijn eensge zind vereenigd in hun organisatie, ver eeniging van beeldende kunstenaars Laren?Blaricum, welke sinds eenigo jaren de leiding der tentoonstelling heeft. En de leider van hotel, dans vloer en gelagkamer, de heer Buhrke wil in alles de traditie van Jan hoog houden en als hij de pogingen doorzet zal hij zeker slagen. De tuin stroomde Zaterdagavond vol. Er werd weer gestept, getangot als in den tijd van den Zeedijk. Er werd zeer modern ook gewalst. Er waren geen rood gejaste Koemenen, wees Jan verontwaardigd alleen zit tende dames do deur. In de oude gelag kamer waar zij onthutst een toe vlucht zochten, bood hij verontschul diging en troost aan, 't was niet per soonlijk bedoeld. Zaken. ' Hij liet de schilders niet voor de dansers in den steek. Integendeel. Hij wist beide kunsten uitstekend te combineeren. De vermogende be zoekers vol van fpxtrott en champagne vonden Jan eu de kerels in fluweelen jasjes f ideële kerels en. werden groote kunstkenners en koópers. Eiken zomer werden dans en kunstseizoen tegelijk geopend. Deze week is dat voor de negentiende maal ge beurd. Er is aan kleur ingeboet. maar aan de flanéllen zomerpakken van de Hdllandsche bandliedon wende men gauw. Vooral omdat hun muziek opdreef bracht. ' De Japansche stijl van het feest werd aangegeven door fiksche balonnen met opschriften van boven naar beneden. Do artisten uit Tokio waren niet op tijd aangekomen, verzekerde Max van Gelder, die een ster in voor bereiding bij zich had, van, dichterbij, waarschijnlijk uit het kunstcentrum Munchen en wier voorloopige pres tatie bestond in het graclelijk dansen met heeren die haar vroegen, zonder dat haar schouderband j es knapten. Den impressario, dien we natuurlijk op zijn woord gelooven, past in elk geval een woord van dank dat hij het moderne Japansche product, aard bevingen, ook achterwege heeft ge laten. Ken bezwaar mag hier openlijk tot uiting komen. Het souper was te keurig. De dames en heeren, helaas zelfs vele schilders en teekenaars in smok mg, zatsn zoo netjes alsof ze.... niet bij Hamdorff waren. H. MIXKENHOFF RIJM-BOEK Het pad der misdaad Gij vindt het leven duf en saai, V w dagelijksche plichten taai, En piekert: 'k wil eens aan den zwaai. Hoe kom 'k aan wat contanten. . !? Dat 's niet zóó moeilijk als het lijkt. Want als gij uit uw oogen kijkt. Leert g' immers hoe g' u snel verrijkt Uit 't nieuws in onze kranten! Gij koopt een mes en een pistool Of, volgt gij de moderne school, Wat chloroform eu vit riool, En stopt dat in uw zakken. Vervolgens overlegt gij goed Hoe Al Capone zooiets doet. En neemt dan met bekwamen spoed Een slachtoffer te pakken! Verdoofd legt gij hein op den grond. Stopt hem een zakdoek in zijn mond, En doet gelijk Jack Diamond In zulke situaties. Gij geeft in geen geval kwartier, Zorgt dat hij dood is als een pier En nooit meer spreekt: op die manier Voorkomt gij complicaties! De toeleg lukte.... zelfvoldaan Kijkt gij 't ontzielde lichaam aan En voelt u zoo'n Amerikaan Die niet bepaald veel zaaks is. Gij hebt geen wroeging en geen spijt, Maar ondervindt na korten tijd Dat g' après tont in Holland zijt Waar de politie waaksch is! Wel hebt gij 't plan goed voorbereid En meent dus dat gij veilig zijt, Maar d'een of and're kleinigheid , Wordt niettemin iiw hanger. En of daarna uw advocaat Van ontoerekenbaarheid" praat, Dat helpt u niet: gij boet uw daal Met twintig jaar of langer! P. KLOPPERS J;1 ; V?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl