Historisch Archief 1877-1940
Dansen van Bali
AAST de groote historische en
tegenwoordige tijdvakken van de
danskunst, naast Griekenlanden
Kgypte, en het ballet in zijn oude en nieuwe
bloeitijdperken. naast Java en
C'ainbodsja. is ons thans plotseling een
nieuwe staat Van den dans geopen
baard: die van Bali.
Bij het vele dat ons ontbreekt ter
oriëntatie, in den dans van het Oosten:
gedegen studies over den dans van
Cambodsja en Java. voegt zich thans
het gemis van zulk een werk over den
dans van Bali. en een vergelijkende
studie over deze drie edelste vormen.
Men schijnt voorloopig te mogen
vaststellen dat hier in den loop der
eeuwen, geworteld op eenzelfden stam,
meerdere variaties van n kunst tot
bloei kwamen en wat hier die variatie
zoo zeer belangrijk maakt is dat ze
tevens drie stadia van kunstleven
geeft. Wat in Bali leeft is een staat
van kunst die ons, mij persoonlijk
tenminste, het vorst van huidige
Westersche begrippen schijnt af te
staan: het is een kunst die zich het
begrip kunst niet of nauwelijks bewust
is. een volkomen natuurlijke uiting
van een volk en een samenleving die
niet zonder schoonheid kunnen leven
en wier spel en dans zelfs in de een
voudigste uitingen door een religieus
levensbesef gestuwd worden. Men
herinnert zich bij dezen Balischen dans
en muziek dat het begrip ,.kunst" in
onze Westersche opvatting eerst met
de Renaissance ontstond: deze ge
zamenlijke levensuiting der Balische
spelers en dansers is veeleer te be
grijpen uit Middeleeuwsche en Griek.
ALINEESCHE DANSKUNST
Een Sprookje van Muziek en Dans
Concertgebouw Amsterdam
sche levenshouding, en wellicht kan ze
ons dan zoo ook nieuw licht werpen op
de antieke dansen.
Tenslotte blijkt ook uit de dansen
van Bali weer dat het oude Oosten en
Westen meerdere technische grond
slagen gemeen hebben en bij de deelen
dei1 dansstudie die hier op de verlang
lijstgeplaatst worden dient er nog een
te volgen, waarin deze Westersche en
Oostcrsche technieken grondig ge
analyseerd en op gemeenschappelijke
grondslagen onderzocht zouden moe
ten worden. De alom h eerschend e
verwarring over de dansscholing zou
zeer zeker verhelderd worden, indien
het begrip kon doordringen dat enkele
elementaire technische waarden in alle
eeuwen en landen dezelfde zijn ge
weest. ?
Het heeft steeds iets verwerpelijks,
)>ij eeii zoo onvergetelijken indruk als
deze dansers ons brachten, geleerde
verhandelingen op touw te zetten: de
schoonheid van een bloem is hoofd
zaak, de plantkundige beschouwing
komt eerst in de tweede plaats. Maar
de schoonheid, in een zoo argelooze en
bezielde pracht als van deze dansen,
is onbeschrijfelijk. De volmaaktheid
van dansen als dit heeft voor ons een
bittere bijsmaak: wat zal men anders
kunnen vaststellen dan dat, in ver
gelijking, de Westersche dans in
verval is, omdat hij niet een dui
zendste van de maatschappelijke en
godsdienstige bezieling bezit, die de
Baliërs stuwt met een voortdurende
lichte trilling. Deze dans in een eersten
staat, in een natuurstaat heeft de
beweging, en de geheimzinnigheid in
de beweging, van dieren', sterren en
boqmen, van water en wind; hij is dus
Danskroniek door J. W. F. Werumeus Buning
nooit naturalistisch: en hij heeft in al
zijn wisseling reeds een zeer strenge
vormentaal, zeer strenge wetten. Hij
heeft niet den bewuste n stijl, de vol-,
eindigdheid van Java, noch de
overbewuste stylcering van Cambodsja,
waarin vele elementen die ook in Bah
rugvinden, na al deze onvoldoende
woorden blijft er voorloopig niets
anders te zeggen dan dat Bali een rijk
van den dans is gelijk men niet kon
beseffen dat het nog bestond.
Er zal later nog meer over dezo
dansen te zeggen zijn, de hoop is niet
leven zijn opge
gaan; hij is als het
ware een eerste
vorm waartoe het
elementaire leven
in de handen van
den kunstenaar
herschapen
wordt.
En na al deze
b eschouwing,
waarbij nog ter
loops óp te mer
ken valt dat ook
hier de dramati
sche dans leeft,
die het Westen
sinds de Grieken
niettegenstaande
alle pogingen van
Noverre c.s. niet
.heeft kunnen
teuitgesloten , dat
wij ze nogmaals
zullen zien.
Vage lyriek
dient een open
baring als déze
niet: er moge dit
maal volstaan
worden met deze
l osse
aanteekeningen en de waar
schuwing dat,
mochten de
Balineezen nogmaals
dansen, ieder di
henjnjet gaat zien
een ervaring^mist,
gelijk hij ze eens
in tientallen jaren
kan ondergaan:
die van een volks
kunst welke nog
bijna in haar paradijsstaat is.
Wanneer een der allerjongste dan
sen als de Djanget, een spel ^waarin
j&ich, binnen het levend vierkant der
neergezeten dansers, een zeer simpele
geschiedenis afspeelt, gelijk ieder dorp
op Bali ze kent; wanneer zulk een
dans die eerst een tiental jaren oud is,
zoo volmaakt een uiting is in spel. in
vorm, in ambacht, in lichte levens
vreugde en liefde, in eenheid van be
wegingen muziek, van al wat de Wes
tersche dans zich ooit als ideaal stelde
-7- waar blijven wij dan, tegenover
zulk een creatieve kracht en eenvoud,
met onze laatste tien jaren volksdan
sen, bewegiugskoren, balletten, en wat
dies meet zij ? H et is huiveringwekkend.
maar daarom geen seconde minder
waar: deze dans leeft in een wereld
die voor ons verloren is gegaan, een
wereld vol spontane scheppingskracht,
vol orde en bezieling, een wereld waar
in de kunst even prachtig en vanzelf
sprekend groeit en bloeit als bij ons
een appelboom:
Een avond als van deze} Balische
dansen tast ons begrip kunst en ons
kunstleven aan tot in den wortel. Niet
zoozeer omdat, individueel, de Wes
tersche kunstenaars van dezen tijd ook
maar ecnigerinate minderwaardig zou
zijn aan een kunst als deze; maai- wel
omdat wij
tegenoverwathieropnatuurlijke wijze bloeit als algemeen levens
besef niets hebben te stellen dan een
voor de kunst vrijwel vervreemde en
den kunstenaar eigenlijk vijandige en
belemmerende samenleving. Omdat
de kunstenaar hier, in dit land, een
nuttig . en erkend ambachtsman des
levens is, een organisch deel, onmis
baar als hart en longen ; en bij ons ....
Omdat het volk hier een aristocratie
van den geest kent. Kn bij ons....
Xleuwe
De Steile tocht door Wille m de
Merode. Mij. ollantL 1931.
Ik wil aanstonds on /onder aar
zelen mededeelen. dat ik dezen bundel
slechts half gelezen* heb, maar ik kan
het waarachtig niet helpen, liet ligt
natuurlijk aan mij, maar 47 blad
zijden van nadrukkelijke en foutlooze
jamben en rime-riches, dat is mij
persoonlijk te erg.
Dan: in de eerste helft van den
bundel reeds heeft de schrijver het
klaar gespeeld om Ken Kaars en
Het IJzer sprekend tédoen optreden.
het (ïod lastig temaken met berijmde
toespraken van een besneeuwde treur
wilg,, een stamroos. een roodborstje
en een heidenstruik, zelf eenige me
trische toespraken t:? houden tot een
nachtigaal. een meeuw en een vogel
nest, terwijl hij nadrukkelijk als zijne.
rneening poneert dat de waakhond
een door (Jod ingesteld instituut is
om te zorgen dat niemand de slaap
van het gezin stoort. Als iemand
dien bundel lezen wil moet hij zeker
bij de tweede helft beginnen.
A. D.
Bij A. J. (!. Stvengholt te Amsterdam
verscheen een folder: Zeeland Calliny.
waarin, in tekst en illustratie, de be
zienswaardigheden van Zeeland worden
opgesomd. Dit drukwerkje is in de
Kngelsohe taal.
U
* _