Historisch Archief 1877-1940
No. 2819
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 13 JUNI 1931
r
it
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 13 JUNI 1931
No. 2819
Hotel Duin en Daal"»Blocmendaal
Str. koud en warm water op alle kamers
PRIVÉBADKAMERS - LIFT - Telefoon 22223
BIOSGOPY
door L. J. Jordaan
Dupont en
E. A. Dapont Salto Mortale". Tuachlnskl
JARENLANG is te dezer plaatse gevochten
tegen hst supprematie-idee van den acteur
bij de zwijgende film. Toen haar periode ten
einde neigde, begon dank zij een krachtige
propaganda van vele instanties bij de massa
een vaag besef te gloren, dat er, behalve de ver
maarde, beeldschoone. sympathieke of knappe
speler, ook nog wel andere factoren bij de film
conceptie kwamen kijken. Sinds de komst van de
klankfilm is het evenwel weer heelemaal mis:
in alle toonaarden wordt weer de lof van den acteur
gezongen belangrijke en onbeduidende werken
worden afgedaan met taxaties van het fameuse
,,spel" en verstandige menschen, die terecht
zouden protesteeren, wanneer een Rembrandt
werd geprezen omderwillc van de kwaliteit zijner
geel-oker, nemen klakkeloos genoegen met
hetspel-was-goed-"beoordeelingen.
Het is geen quaestie van geleerddoenerij bij
hen, die dit ? helaas, door vele critici gepropa
geerde misverstand bestrijden. Het is veeleer
oen poging, om het volslagen gebrek aan benul,
van wat eigenlijk klankfilm-techniek en
klankfilmkunst is, te bekampen. En wel zeer nadrukkelijk
bij die breede lagen" van het publiek, dewelke
gezegde critici zoozeer heeten te beminnen. Want
door niets wordt de gevaarlijke verwarring van
tooneelspeelkunst en film zoozeer in de hand
go?perkt, als door deze stelselmatige negatie van den
*:igenaard der klunk-oinematografio. Het is ont
stellend on' ontmoedigend tegelijk, dagelijks geci
viliseerde menschon te ontmoeten, die dit of
dat filmwerk gaan zien. omdat do krant zegt. dat
het ..spel" van den beroemden acteur X zoo goed
is. Men tracht het groot» publiek met alle geweld
te overtuigen van de kwaliteiten in een Vincent
van Gogh, of een Stravinsky ja zelfs tot de
zestieii-kilometer hoogo. stratosfeer strekt de
popuiarisatiezucht zich uit. Maar bij iets zoo belangrijks
en ingrijpends voor onzen tijd, als de klankfilm,
gaat men uit gemakzucht of onwetendheid door,
misleidende en onjuiste gemeenplaatsen te citeeren,
die met de eenvoudigste technische en aestethische
beginselen in sfcrijd /.ij n. Hoe velen weten, dat beeld
en klank op verschillende apparaten en filmbanden
geregistreerd worden? Hoe velen hebben er ooit
van gehoord, dat het geluid te vervormen, te
moduleeren, te knippen en t? montoeren is
zoo goed als het beeld? Hoevelen weten wat
nasonoriseeren is en welke beteekenis dit gewichtige
.proces voor de artistieke mogelijkheden van de
soundfilm heeft? Hoevelen in het kort hebben
ook maar eenig idee van de, overigens zoo simpele,
grondregelen van het klankf ilmprocédéen hoe velen
zijn er, die deswege niet hulpeloos en onzeker
tegenover dit verschijnsel staan?
Wat zou het ook! Het klankf ilmwerk is amu
sant, of vervelend, of spannend, of geestig ?... en
het spel" navenant! .
* * ?.
? * '
Een nieuwe film van E. A. Dupont geslaagd
of mislukt - is altijd de moeite van het beschou
wen waard. Dupont behoort tot de vijf of zes
producenten, die niet, of niet geheel,
verindustrialiseerd zijn en wier arbeid voor den zoo
belangwekCUBBUBBAAL AGEXTEN VOOR
AÜHATE R-KIXO- UITRUSTING
FOTO-SCHAAP & Co.
SPUI 8 AMSTERDAM
kenden groei der klankfilm van ingrijpende betee
kenis kan wezen. Maar wat moet de het
spel-isgoed" toeschouwer in 's hemelsnaam met oen
film aanvangen als dit ..Salto-Mortale" ? Hij heeft
«on vajjo herinnering aan Variété".... van
Jannings" natuurlijk en een min of meer
duister besef, dat dit toch beter was
waarsch'ünlijk, omdat de afgod er ditmaal niet in voor
komt. Verder \indt hij Anna Sten op Mariene
Dietrich lijken en de doodensprong met de
luft8arg" erg spannend. Maar daarmee houdt zijn
onderscheidingsvermogen op, want zelfs de hard
nekkigste fanaticus weet van de gestie der middel
matige sujetten niets byzonders te zeggen. En daar
mede wordt Dupont's film opgeborgen in het
groóte celluloidpakhuis en kijken we maar weer
uit naar een Chevalier'tje, waar je in ieder geval
bij lachen kunt.
Hetgeen jammer is. Want Dupont is een intel
ligent metteur-en-scene, die weliswaar vaak mis
grijpt en beneden zijn stand werkt maar die
even dikwijls een gelukkige greep doet en een
ernstig en belangwekkend zoeker kan blyken.
In welk opzicht nu kan Salto-Mortale" be
langwekkend genoemd worden, waar er geen
spel" te releveeren valt? Hoe moeten wij dit
brokkelige, dikwijls grof-sensationeele werk bezien
om de waarden te ontdekken, die het ontegen*
zeggelijk bevat? Er werken hier vele verwarrende
omstandigheden tegen: het gegeven is
gevaarlijkafgezaagd en banaal de bouw is, dank zij het
zwakke, uitgesponnen eerste deel, onevenredig
en onzeker de typeering uiterst middelmatig.
Daarbij komt, dat de aandacht opzettelijk ge
concentreerd wordt op het bedenkelijkste motief:
het zuilen-zij-doodvallen-of-niet?" Dit alles
geeft ongetwijfeld gereede aanleiding ten opzichte
van de film over 13 gaan tat de orde van
den dag met een misprijzend schouderophalen.
Want een bezonken, weloverwogen eenheid
als Variété" is 8altu-Mortale" geenszins....
zoomin als ..Menschen ira Kafig" dit was, of
Atlantis". In dezen zin staat de Dapont van
de eerste circusfiün en Baruch" tegenover den
Dupont van de klankfilm. Niet omdat het
soundprocédénieuw is.... Dupont maakte met de oude
Joe Deebs-serie de ergste groeistuipen der zwij
gende film door en Baruch" dateert reeds van
'21. Maar veeleer, dunkt mij, omdat deze meester
van de zwijgende film kennelijk met hot klank
element geen raad weet. liet ligt" hem niet
of nog niet voldoende, om de allernood
zakelijkste harmonie te scheppen tusschon beeld
en geluid. Dit wil niet zeggen, dat hij de alleen
zaligmakende toekomstformule der klankfilm nog
niet gevonden heeft. Zoover is nog niemand
maar hierover loopt de quaestie niet. Wie wil
begrijpen, wat ik meen. vergelijke dit werk van
Dupont, bijv. eens met de klankfilms van Siodmak
in het bijzonder met Abschied", de voortref
felijke pension-historie. Ook dit is slechts een
begin -?een kiem van velerlei mogelijkheden.
Maar van den aanvang af is het geluid onver
brekelijk met het beeld verbonden is het heele
werk zeer stellig als combinatie van beeld en
geluid gedacht. En ziehier nu, waarin Dupont te
kort schiet. ,,8alto-Mortale" werd evenals At
lantis" en tot op zekere hoogte ook ..Menschen
im Kafig" een lappendeken van experimenten
een complex van treffende vondsten en onmis
kenbare inzinkingen. En de oorzaak hiervan is
deze hybridische aarzeling, deze kennelijke onze
kerheid tegenover de waarden van beeld en geluid.
De Dupont van ,»Variété" en Baruch" wiet,
zoover de middelen van zyn tijd gingen, evenals
de Siodmak van Abschied" iccet. De Dupont van
Atlantis" en ..Salto-Mortale" probeert \ Wie zal
uitmaken, in hoeverre zijn ervaring bij de zwijgende
film hem hierbij in den weg staat? Genoeg zij,
vast te stellen, dat dit merkwaardige dualisme
deze interessante controverse tusschen den cineast
en den klankf ilmschepper in Dupont's jongste werk
op duidelijke wijze naar voren treedt.
'??.-.'?'?' . * ?» ?
*
Wanneer men dit gebrek aan evenwicht eenmaal
aanvaard heeft, blijven de momenten van inspi
ratie over en zij zijn talrijk en frappant genoeg,
om Salto-Mortale" .t->t een belangrijke film te
maken. Laat ons om te beginnen nog eens vast
stellen, dat de instrumenten van den
klankfilmrcgisseur zijn: beeldcamera en tDoncamera. Dat
in het bijzonder deze laatste beschikt over vier
verschillende waarden: muziek, geluid (in
algemeenèn zin), dialoog on stilte waarden, die
elkaar kunnen steunen, bekampen, afwisselen
die met het beeld harmonisch verwerkt kunnen
Paviljoen Vondelpark"
Tel.
80190Groóte en kleine Zalen voor Déjeuners,
Diners, Soupers, Bals en Recepties
Huize ZOMERDIJK BUSSINK.
worden, of contrapuntisch toegepast. Dan bluft
de vraag: wat heeft Dupont met dit rijke, afwis
selende klankenpalet gedaan?
Vóór alles valt dan zeer zeker op, de
ongelykh*id in waarde der beide elementen: beeld en
klank. Het beeld is overal ook in de beste
stukken superieur.... redt, om zoo te zeggen,
de situatie. Dupont klampt zich op evidente wijze
aan de beeldcamera vast bouwt op haar, als
de deus ex machina. Neem, bijv. de scène in hefc
begin van het tweede deel (na den val in het
circus), waar Bobby en Marina de samenstelling
van een nieuwe combinatie bespreken, waarbij
Robby de plaats van zijn neergestorten vriend in
het nummer" zal innemen. Zij loopen samen
door den hotel-corridor en telkens wordt hun
dialoog op veelzeggende wijze onderbroken door
voorbijkomende figuren. Waarom moet ik hem
vervangen?" vraagt de ongelukkige Robby
e a een kreupele wielt hen in zijn karretje voorbij.
Hóe sober en navrant de dialoog hier overigens
is. gehouden (de treffende fermate, wanneer Marina
hem de hand voor den mond houdt, als hij zyn
liefde wil bekennen!) het is het beeld, het
duidelijke, onmiddellyk-werkende beeld, dat ten
slotte de eigenlijke sensatie doet leven. Neem
bijv. een andere scène, misschien de beste uit de
heele film, -waar Marina voor het eerst haar partner
na zijn val bezoekt en hem uit medelijden huwen
wil. Deze korte, sterke scène heeft spanning
spanning van een ander, beter gehalte dan de
griezel-nevrose in het circus. De fataliteit van twee
levens, die elkaar raken drukt de atmosfeer en
zeer schoon weet Dupont hier door een loodzware
stilte, waarin korte woorden hulpeloos ronddwalen
en kleine geluiden (het omvallen van de krukstok !)
catastrofale beteekenis krijgen ??? deze fataliteit
voelbaar te maken. Ik noemde deze scène waar
schijnlijk de beste uit het heele werk en wel,
omdat beeld en geluid hier het meest equivalent
zijn! Maar zelfs in dit voortreffelijke stak wordt
de Djpont van Variété" verontrust door den
Dapont van Atlantis" vertrouwt hij niet
op de autonome kracht van woord, geluid en stilte.
Hij zoekt weer steun bij het beeld lascht de
(op zich zelf merkwaardige) shot van de schaduwen
op den muur in.... en verbreekt het evenwicht!
Dit fragment is te picturaal, te visueel, te
domineerend in de compositie erger: het is teveel,
het is overbodig. Wie zich de feillooze strakheid
herinnert, waarmee Sternberg in Marokko" een
dergelijk geval behandelt, zal oogenblikkely'k het
verschil tusschen den experimenteerenden cineast
en den geïnspireerden klankregisseur voelen.
* * ?
Het valt overigens niet te verwonderen, dat
de circus-scènes de zwakste van het heele werk
zijn. Men herhaalt zich nu eenmaal niet straffeloos
en de goede stukken, die tusschen. deze bro
ha-ha ingeklemd zitten zullen zeer waarschijn
lijk voor den naar spel" hongerenden toeschouwer
verloren gaan. Opmerkelijk is daarentegen wel
de stijging na de pauze. Het lange, gerekte en
zeer zwakke eerste deel, dat af en toe meer van
een vaudevilie dan van een film heeft doet
het allerergste verwachten. Maar dan ontdekt
men de curieuse stukken, als waarvan hier enkele
gesignaleerd werden waar de beide Duponta
tegen' elkaar opgewassen blijken en elkaar in
evenwicht .houden. ?
En waar de jonge klankf ilmkunst een
aarzelenden stap vooruit schijnt te zetten.
ZANDBLAD
M v. VAMOtn PUTT « DE VOAM'S
DRAMATISCHE KRONIEK
door Henrik Scholte
DcutNvh en Maria Kis.
TOEN Josef Kainz den moed had om met liet
type van den jeune premier als een broeden,
\velduorvoeden heldentenor-in-salonproza to bre
ken, begon een andere jeugdige held, de
..Nervenspieler", opgeld te doen. Moissi bracht dit type tot
grootheid en verval, en eerst een jongere generatie in
Duitschland slaagde erin om het weer over het
doode punt, waartoe ik-lyriek en overgevoeligheid
het gebracht hadden, heen te helpen. Het spel van
Ernst Deutsch, hoezeer ook door zijn nervositeit
beheerscht. heeft tenminste weer lan, vitaliteit
en ironie. Van den Hamlet, toch altijd proefstuk
bij uitnemendheid voor zijns gelijken, zou hij
misschien een nieuwe en een eigen interpretatie
kunnen geven.
Ik kan niet gelooven, dat de twee rollen, die hij
hier tot dusverre speelde, want Gespenster",
dat wij nog krijgen, biedt hem allicht nog een
onverwachten kans hem op volle kracht getoond heb
ben. Voor Shaw's Devils Disciple" mist hij
met zijn hiervoor toch ietwat te Aveek en weinig
uitgespeeld spel de brutaliteit en het breede,
eventjes groteske gebaar, dat b.v. Saalborn stellig
had. Als Jacques in Bourdet's ,.Prisonnière" was
hij voortreffelijk van ingetogenheid, lichten toets
en meevoelend begrip. Maar niet beter, niet
menMaria Eis
schel ijker dan Laseur destijds en tenslotte, zóó
belangrijk is de/e handige, maar wat al te grif naar
hot Franscho clichéneigende rol toch niet.
Merkt men in Ernst Deutsch den speler, die zich
na de noodzakelijke expressionistische; extazen
(Hasenclever's Sohrt" en Toller's ...Justi/". die
simen met den jodenjongen uit Een van Ons''
zijn roem vestigden!) een eigen, ?nieuwen stijl
schept, Maria Eis is daarentegen een dïev zeldzame
actrices, voor wie de kunst wars Van stijl en
moderne attitudes blijkbaar alleen een heilig
ambacht en een-opperste! zelfvoldoening IH. Des
tijds hebben wij haar in haar verbitterde
Strindberg-röllen wel sterk, doch zeer eenzijdig leeron
kennen en eerst later heb ik haar groóte veelzijdig
heid en haar koninklijke en vohiit vrouwelijke
rollen, als in Hamburg haar Maria Stuart, leeren
waardeeren, liet is een genot zooals deze vrouw,
niet een verloochening van alles wat naar effect
bejag zweemt, en een oerkracht en een zinnelijk
heid, die alleen uit een primitieve zucht naar de
allerbesta en de allerrijkste voldoening, die het
acteeren1 geeft, kan voortkomen, zich op een rol
werpt, of die haar nu ligt of niet.
Dd oude moeder D.idgeon uit het,eerste bedrijf
van den Devils Disciple" lag haar stellig niet,
hoe voortreffelijk oud" en bitter zij daarin ook
was en deze blijkbaar zeer moeilijke rol, waar ook
in de Nederlandsche opvoering geen steek van te
recht kwam, miste het kleine vleugje ,,Shaw":de
ironisch geziene behoefte van dit familie-ornament
om vei boven naturalistische kwaadaardigheid
la Esther de Boer uit vernederd en in een hoek
getrapt te worden. En ook hij alle grootheid en
smartelijke gebondenheid, die zij aan Bourdet's
Irene gaf, voelde men uog, dat dit temperament
onder hoogen druk edeler en breeder werk aan kan.
Want met welk een heldere doordachtheid het werk
van Bourdet ook geschreven is, men proeft er t'jch
altijd een klein beetje de boulevard en de (zooge
naamde) sensatie van het onderwerp in en niet zon
der reden is de dialoog eigenlijk alleen daar brillant,
' waar hij met Jacques en Francoise opnieuw aan de
geliefde Parijsche comedie raakt, al is die dan hier
ook beheerscht door den duisteren achtergrond
van vernielde levens. Het onderwerp zelf bood hem
den kans voor een aantal geraffineerde scènes a
faire", maar pleidooi voor een bewogen overtuiging,
een noodkreet, is het in zijn ethisch vrij primitieven,
schoolschen en handig-onaanstootelijk gehouden
vorm niet.
Djch moeilijk kan men zich een nobeler ver
tolking denken dan Maria Eis gaf. De zeldzame
techniek, waarmee zij haar moeilijke stem ge
dwongen heeft om haai' dienstbaar te zijn voor de
kleinste nuances van haar spel, een stein, die hard,
bitter en kil kan zijn, maar evengoed toegeeflijk,
week-doorpratend en hopeloos-moe, haar innig
en natuurlijk spel, dat jagen door de kamer., dat
zich weggetrokken en vreemd voelen alsof een
reuzenhand zich zwaar over dit arme leven gelegd
heeft, dat schrijnend verliefd ineenkrimpen over
een bosje violen, die voor haar een lot en een
wereld beteekenen. dat alles was inderdaad
weer eens spel van de opperste intensiteit, en van
een zoo doorleefde tragiek, dat Bourdet er klein
bij werd.
* *
W at overigens deze avonden betreft, het toeval
wilde, dat de/e buitenlatulsche combinatie, die als
gewoonlijk een compromis had moeten sluiten.
nog nit't zoo/.«er wat «Ie keuze al* wel wat de
ensceuwring en de -nevenbezetting aanging.. hier
kwam met stukken, die weliswaar alle.s/ins ge
motiveerd waren (geen .Somei-setjes goddank !),
maar die hiel toch bekend waren, en ter goeder
naam bekend ook. Zoowel ..De (Jevangelie" als de
..Natanskerel" waren bij ons, in overigens vrij
trieste rsei/.oénen. incidenteele successen. En wan
neer wij die onnavolgbare Irene van Maria Eis
buiten beschouwing laten en in het bizondei'
kijken naar ensemble en ensceneeriny, dan komen .
wij opnieuw, zonder een zweem'van dwaas natio
nalisme, met het oude argument Voor den dag:
wat niet beter is dan ons eigen fjoneel. wat daar
voor den toeschouwer niet? wezenlijks of niets
nieuws aan toevoegt, kon dat er dan ook niet beter
afgelaten worden 'f
Saalbom's gechargeerde en hartstochtelijke
ensceneering van den ..iX-vils Disciple" toonde bij
alle gebreken in de uitvoering toch een veel
juistere en persoonlijker opvatting van dit heerlijke
melodrama, dat zijn eigen parodie in zich bergt en
volkomen waard is om in dezen tijd opnieuw zijn
anti-puriteinsche driestheid, den teugel te laten
vieren. De regie van de D.iitsche vertooning stond
zoogenaamd op naam van Heinz Hilpe.rt. Zoo
genaamd, omdat wij langzamerhand wel weten
wat dat adopteeren vjm goed klinkende namen bij
reisgezelschappen beteekent (Keinhardfc en
Bariiowsky bij Bergner !) en ook omdat wij eenvoudig
weigeren te gelooven, dat Heinz Hilpert, die wel
niet een volkomen eersterangs, maar dan toch
altijd een durvende en zeer moderne regisseur uit
de school van Reinhardt is, eenige schuld heeft
aan de beknotte en vergrofde en vrijwel stijllooze
ensceneering, waarin wij dit rijke stuk voorgezet
kregen. Men liet den tekst aan zijn lot over, ver
zekerd als men was van zijn dankbare uitwerking,
vooral iiv.de laatste scènes, maar men maakte van
de gelegenheid, die deze intelligente en scherpe
karakterrollen stuk voor stuk bieden, geen gebruik
en speelde deze tragi-comedie, die toch zeker óók
een kijkstuk is, in een banale en verschrompelde
editie en met treurige decortjos van den
rommeizolder, waar men graag een lucifer onder gehouden
had. En waar was hier die pracht van een prediker;
die op den kans van zijn leven gewacht heeft om
zijn bijbel aan de palmtakken des vredes te hangen
en niet een paar pistolen op zij en. de warme rug
van een paard onder zich een rebel van het zuiverste
water ti« worden; waar die heerlijke kolonisten
familie rondom de tafel, waar hot cynische testa
ment van den pater familius op ligt (driekwart
geschrapt!) en die dolle marktscène, als een pas
geboren Amerika een driedubbelen veeg uit de
pan krijgt? (Eenvoudig gecoupeerd !>
Bourdet's ..IMsonnière". veel eenvoudiger te
ensreneeren met niet s-dan-gesprekken, was na
tuurlijk beter, al moest men het dan ook hier met
die havelooze kamertjes met geel-gestreept behang
doen, waar men tegenaan zit te kijken als tegen den
binnenkant van doorgeregende markiezen en al werd
een der charmantste rolletjes dat van het dooi
en door Fransche mafcresje, geruïneerd door de
zonder twijfel geroutineerde, maar ook zeldzaam
goedkoope blijspeltechniek van C'arola Toelle, die
nog altijd met haar vroegere film-attracties werkt
en den vorigen avond als een soort overjarige
(«retehen de sterke rol van de domineesche
bloemzoetnaar benedenhadgehaild. Beter was dan. naast
Maria Eis en Djutsch in Bourdet's stuk, die eene
kleine scène van den bezorgden vader van Rudolf
Klein-Rogge, een karakterspeler van formidabele
kwaliteiten, die hij op deze tournee echter niet ten
volle kon toonen (herinnert men zich zijn Dr.
Mabuse, zijn Attila van de oude Duitsche film?)
en die den vorigen avond moeite gehad had om den
weg naar 'den drogen en verfrjnd-onverschilligen
humor van generaal Burg>yne te vinden.
Nieuwe uitgaven
C. P. Brandt van Doorne. De moord op dokter
de Bruyn. Uit de nagelaten papieren
van Simon Meier, l'iig. C. .4. Mees,
b'antjtoort 193J.
Schrijver;? van goede detectiveboeken zijn zeld
zaam en in Nederland 'moeten de vaderlandsche
WalJace's of Ruhmers nog geboren worden. I vans
deed een belofte, maar hij loste deze niet in.
Herman Middendot-p heeft zich niet eeniu
resultaat aan het hachelijk ambacht gegeven
en verder zijn er nog een paar min of met-i maar
vooral mér mislukte proeven vanNederlandsyhe
crimineele schrijfkunst aan te wijzen.
De heer Brandt van Duome HM hoeft een boekje
gevoegd bij de reeks dor mér-mislukte .speciimna.
Dit is geen kunst: ergens een moord te laten
gebeuren, n voor n alle in het boek voor
komende personen verdacht te maken en dan aan
het eind met een volslagen onbekende op de
proppen te komen, ton einde deze als den dader te
ontmaskeren. Zóó is het kersen-eten niet.
Ik heb eens een En^relsche detectivefilm gezien
waarin een man voorkwam, die zoo duidelijk en
kennelijk de moordenaar was. dat niemand er aan
twijfelde of hij was het nu n*'t niet. Tot groóte
Vfti-n ondering van iedereen, die de afwikkeling
dor'geheimzinnige zaak op het witte doek volgde,
bleek deze onberispelijke, doch schurkachtige
gentleman tóch en juist wél de moordenaar te zijn.
Dit is bet kersen-eten wél.
Het klein» boekje dat de heer Brandt van
Doorne heeft geschreven, en /elfs in het kader «Ier
detec'tivelectuur. die zonder litteraire pretenties
is. n-)g slecht geschreven heeft bovendien, komt
niet boven de kleine middelmaat der
onder-niiddelma-titre treinlectuur uit. De bandteekening daaren
tegen is met geen maat' te meten.
E. K'LIAS
Avondstemming
Wanneer de avond komt met zacht geschuif,
Lijk statiy-langsaam naderende nonnen,
Die, hoofd-gebogen, heur gebeden sponnen.
Volgend de een' de andre, huif na huif,
Balsmcnde rust daalt als ec'n' blanke duif ?
Een' niet-in-tcoordcn-ttit-te-seggen icorinc
En droomgedaehten weifelend begonnen
Te drijven op der boonten icind-geicuif.
Dan.keert mijn' stel tot hare ruste treêr.
Dan nijgt het hoofd zich in devotie neer.
En legt het oor zich tot een lijdzaam luistren.
Dan Ie ven-6 p in vluchtend-vluchrgen, schijn
Verbleekte beelden uit voorbije ttj'en.
En hoor ih stemmen, die mijn1 verzen fluistren.
NIELSSEN