De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 20 juni pagina 8

20 juni 1931 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

\ H S'; bij ir zo W' DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 20 JUNI 1931 No. 2820 Boekbespreking Het meisje uit Hellnaes, door Jorgen Falk Rönne. Ver taling uit het Deensch door A. en E. Roaen'.ahl Huber, Amsterdam, N.V. Uitgeversmaatschappij Elsevier". Een boek, waaruit ons hei bulderen van den storm tsgenklinkt, maar dat tevens doortrokken is van den zonne schijn der kort» Noordelijke zomers. Hoog werpt de woedende Uszee haar witte schuhnvlekken, wanneer zij breekt tegen de gele, steile rotsen van de Eilanden. En de nevol waart rond; de spoken met groote hoof den" dwalen om de huizen. En in dit land van sprookjes is het, alsof wij een nieuw sprookje medeleven in een vreemde atmosfeer, maar niet onder vreemde menschen. Want als wij dit korta verhaal hebben gelezen, zijn die menschen ons niet vreemd meer! Wij begrijpen hen en telkens denken wij aan hen, van wie zij stammen: de Yikingers uit Let grijze verleden.... Is niet Boer Joen, in zijn niets ontziende begeerte, in zijn lachende wreedheid, in zijn kalm heerschersbewustzijn, in zijn trots op z'n reusachtig lichaam en zijn ? wonder baarlijke kracht, de Viking, zooals hij gaat en staat.... ? En ook in zijn goedmoedigheid, zijn liefdesverlan gen, zijn trouw aan het gegeven woord ? En dan: het meisje uit Hellnaes" zelf PEllan, de kleine, met de groote liefde voor den jongen Olaus in hè: hart, maar die gedwee en onder worpen den rijken Boer Joen trouwt, en hem, trots alle verleiding, trouw blijft.... Tegenover een figuur als de Domin blijven wij wat vreemd staan: eenerzijds moed, plichtsbetrachting, an derzijds 'n ietwat cynische aanleg en 'n sprankje egoïsme. Maar ook alweer 'n zeldzaam karakteristieke figuur, gelyk zijn practisch aangelegde vrouw. ?« Als de sprookjes der Faroër is het verhaal: kort. vreemd, naïef! Wie een boeiend en roman verwacht, komt bedrogen uit. Maar wie een blik wil werpen in de ziel van menschen, die zoo geheel anders zijn dan wij. maar toch zoo dóór-en-dóór menschelijk, vindt hier wat hij zo^kt. De vertaling, trots enkele onzuiverheden, bezit de voor een vertaling grootste verdienste: het behouden van de sfeer en hier van den eenvoud van het oorspronkelijke, g£ S. Zij die inlichtingen wenschcn over een of andere reis naar het buitenland of verblijf aldaar, kunnen daarover schrijven aan het secretariaat, van De Groene Amsterdammer" Amsterdam C. Hl Insulaire Hypotheekbank te ZIERIKZEE, geeft uit 4 % Pandbrleven 99} %. Aan Pandbrleven In omloop voor ± ff 22.000.000. OPKLAPBAAR LEDIKANT DE REDDING IN DEN RUIMTENOOD OVERDAG BOEKENKAST 'SNACWTS PEN HEERLIJK BED Van af ?13.90 Vraagt nog heden toezending van speèlalen catalogus FRANCO VERZENDING DOOR GEHEEL NEDERLAND DE TIJDGEEST BILDERDMK5TRAAT. 77'65 AMSTERDAM HOTEL -CAFÉ-RESTAURANT HET GOUDEN HOOFD REMBRANDTPLEIN c» AMSTERDAM Modern Comfort-Lift-Stroom en d water-enz. Logies met ontbijt f 3.50 per persoon GERARD B. RIJKE Jrl BINNEN ARCHITECTUUR KEIZERSGRACHT 559 ~ Tetef. 30559 Complete Meubileering D. OBERINK & Co< INGENIEURS «-v. Amsterdam, Prinsengracht 456. TcL 37452 BLIKSEMAFLEIDERS AANLEG INSPECTIE ONDERHOUD. iiiiiHiiiimiiiiMiiiimiiiiiiiiimiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiinmiiiiii tiiiiuiiiimfiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiHi f 11.50 Abonnementsprijs van DE GROENE" per jaar: Nederland f 10 lndië(Zeepost)?10. (mail), . 13.50 Argentini Belgi Duitschland Egypte Frankrijk Griekenland Oostenrijk Spanje Tsjecho Slowakije Zuid-Afrika Denemarken Itali Noorwegen Zweden Engeland £13.50 Zwitserland Amerika Australi Azi o o V l O S imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiMimiimiiiiiMimiiii iMiiiimiiiiiiiiiiMiiHititiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiHiiiiiim HOOFDKANTOOR: KEIZERSGRACHT 570, AMSTERDAM. OPGERICHT A? ia04 . DE NV VERZEKERING-MAATSCHAPPIJ MERCURIUS VERZEKERT, BEHAUVE TEGEN INBRAAKSCHADE,ooK TEGEN BRANDr ONGEVALLEN-EN WATERLEIDINGSCHADE. ??}. No. 2820 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 20 JUNI 1931 De laatste van d'Hangerkes door Ant. Thiry TOT dan toe was den dienen uit d'Hangerkes" een stille, vriende lijke jongen geweest, een beetje naar den peinzenden, zwoarmoedigen kant weliswaar, maar goed eJs melk en brood en braaf als geenen andere. Hij was toen nog maar een jaar of achttien, doch hun zaak van wol, gebreide goederen en dameshandwerkskes, die ze op de Groote Markt, vlak naast het Sint-Jozefskapélleke, open hielden, dreef reeds zoo goed als heelemaal op hem alleen. Hij ont ving de reizigers, keurde en koos wat er moest worden ingedaan, hield de boeken en 's achternoens hielp hij de dames, die om h and werk j es kwamen, met raad en daad bij 't uitkiezen van modellen, wol of zij. Want hij was artistiek van aanleg en kon borduren tegen de beste op. De dikke, roode Mevrouw met den geweldigen boezem en 't kleine, wie belende, neusnijpertje, was geen klein beetje fier op haar zoon en de mensohen uit de kleine stad gunden h mdat moederlijk geluk van harte. Ze had het immers niet onder de markt gehad in heur leven. Peins eens, met een ,?hangerke" getrouwd geweest zijn en weten dat, ondanks al zijn bravigheid en andere deugden, die goeie Felix in leste instantie toch ook een nangerke" was. Om te vergaan van onrust was het, als men er fijn inkwam ! 't Heette daar wel ,,In het Schaap" bij de Weduwe Appelmans, maar geen mensch binnen of buiten de stad, noemde hunnen , winkel zoo. Voor iedereen was en bleef het er bij ,.d'Ilangerkes". En aan vraagschotelen van kinderen, die dat niet goed begrepen, vertelden de moeders dat het was, omdat daar in de twee uitstalkasten weerszijden, van de ronde, glazen deur, alles aan kapstokskes hing" in plaats van. zooals elders anders, op schabben ten toon te liggen. Alleen de grooten, die al een beetje van de wereld a/f wisten, mochten er bijgeval Wel iets meer van weten. Maar dat met de uitdrukkelijke.les erbij, nooit ofte nievers, en zekers en vast aan Pelix niet, iets te laten ont vallen over die tragedies, die zich, geslacht op geslacht, bij de Appel mans hadden afgespeeld. De jongen was nu al zoo afgetrok ken en peinzend, precies of hij zat met zijn gedachten op een weer, waar hij maar niet doorheen en kon. En wie wist wat dat nog verder worden zou als hij zich bewust werd, wat voor noodlot boven zijn familie had ge hangen en misschien ook boven hem hing. ( ' Want daar was geen twijfelen aan, een stom, niet te ontkomen noodlot was het wel geweest, iets veel sterker dan hun menschelijken wil, dat zijn overgrootvader, zyn, grootvader, n. diens drie broers, en ook zijn eigen vader, eens dat ze 't In volle leven waren gekomen, zoo aan 't piekeren bracht over 't een of ander, dat ze op een zekeren oogenblik naar een zeel grepen om, elk op eigen fantas tisch emanier, hun leven af te stroppen. Madammeke Appelmans was geni aal geweest toen ze, na 't verdwijnen van beuren man, heur uitstalkasten vol kapstokken liet timmeren. En toen Felix later per ongeluk eens hoorde van dien naam van d',,Hangerkes" had ze hem gemakkelijk kun nen verschalken alzoo. ,,Och, manneke-lief," zei ze, dat komt door ons etalagie, ziet-ge. Alles hangt bij ons. Da's daardoor. Trekt u daar niets van aan!" Hij had er zich niets van aange trokken verder, en als hij weer eens dien naam hoorde, had hij gelachen en het hoofd eens geschud. Iedereen hoopte dat hij 't kon blijven doen. Misschien ontsprong hij alzoo den greep van 't nood lot en zou er een dik, dik punt kunnen gesteld worden achter die rij van Appelmansche griezelighedsn, die telkens de kleine stad danig in be roering brachten. Maar ja, hoe gaat het soms in 't leven, al wordt er dan nog zoo ge hoopt en gewenscht. Een enkel woordeke ,te veel, een oogopslag, en de schoonste verwachtingen zakken in elkaar. En hier was het niet n woordeke, maar de heële familiegeschiedenis. die aan dien sukkelaar zijn neus* gehangen werd en waarmee hij eens op een avond toen hij nog geen half-uur de deur uit was om op 't Vredeberg naar de Twee Weezen gaan te zien, verdwaasd 't en kon niet meer, met een zweet-druipend, grauwvertrokken gezicht en oogen zot van den angst, zijn moeder kwam over vallen. Moeder! Moeder!" hijgde hij heesch. Nu weet ik het ook van die Hangerkes" ! 't Is ni waar wat dat ge zegt van die kapstokken ! Dat hebde mij maar willen wys maken! Waarom toch hebde mij dat nooit gezegd, dat van onzen 'Vader, van onzen grootvader en dien daarvóór en van die nonkels allemaal ! God-enHeere! Wie had zoo iets kunnen peinsen ! Niet om tegeïooven ! Moeder, Moeder toch !" 't Madammeke, na een moment van verbijstering, sprong verontwaardigd recht uit heuren zetel, kreste hem toe dat het gem^ene leugens waren, laster venijn, riep er /jelfs God en al zijn heiligen bij. Maar, met klimmende verbitte* ring,, duwde hij haar terug met een voor een al de gevallea op te halen. Eerst dat van zijn vader, die midden in den zomer met klhnsporen, in den hoogsten canada van den Nethedijk aan 't Sas de boom stond er nog ! geklommen was, om het te doen verdoken iri 't geblaerte en die daar pas ontdekt werd, doordat er toch zooveeïkraaien in en rond dien boom vlogen. Was het niet waar soms? Dan dat van grootvader, die op een Zaterdagmorgen nogal, toen 't markt was, en de Werf en de Vischmarkt gegroeseld vol marktvolk, in een bootje tot onder de Hooge Brug was geroeid en daar, vóór 'toog van honderde kressende menschen die niet wisten wat ze zagen, 't had volbracht aan een haak in 't gewelf, terwijl hij 't bootje met zijn voeten onder zich wegduwde. En daarna de gevallen van die drie grootnonkels. Van diep uit de keel, met horten en stooten en veel: is dat niet waar soms? ertusschen, wrong hy dat alles uit zijn scheefgetrokken mond. En al hield het dikke, hijgende Madamme ke zich nog zoo sterk, op 't laatst kon ze echter niet meer en zakte, wanhopig huilend, met heur wit ge borduurde huisschortje vóór heur rood gezicht, slap in heuren zetel ineen. Een wijle zweeg Felix en wandelde eenige keeren zenuwachtig in de ka mer overentweer. Doch plots stond hij weer stil, bonkte met de vuist op de tafel en grijnslachte: Maar als ze peinsen da 'k me dat gaan aantrekken om zoo stillekensaan hetzelfde gat in te sukkelen, dan zijn ze ver mis I" tierde hij. Ha, ik ben een hangerke"! Luister eens. Moeder! Die kapstokken die gaan eruit, weet ge ! Morgen al. En dezen avond zullen ze ,me zien ook! Trek er u niets meer van aan, Moeder ! Dag, 'k ben weg en tot straks!" Hij vaagde even zijn gezicht af, zette zijn hoedje goed, trok zijn handschoenen aan en was de deur uit. II 't Was zooals hij 't gezegd had. Niets trok hij er zich. van aan, geen djim. Meer nog, 't maakte van hem zelfs een heelen andere. Den volgenden dag al laadde hij de uitstalkasten leeg en Jef Top, de meubelmaker, werd ontboden, die het antiake raam met die kapstokken af brak en er iets heelemaal nieuws maak te van lichten, slavonischen eik met van boven ruitjes van geslepen spie gelglas en links en rechts gedreven, koperen consools, waarop glazen schab ben werden gelegd. Zelfs reisde hij eenige keeren naar Antwerpen en Brussel om gaan te zien hoe ze 't ginder deden en het maar schoon modern te kunnen maken. De klanten, die van liet heele ge beurde niets afwisten keken geen klein beetje verwonderd, als ze zagen hoe het dik Madammeke fier en ge lukkig daaraan medehielp en hoorden wat Felix dierf zeggen. Dat antiek roemelke!" spotte hij minachtend, ,,'k Was 't al lang moe l Den ouden tijd is immers voorbij ! Ik ga mee met den nieuwen!" En nog grooter oogen trokken ze voor alles wat daarop volgde. Want het bleef niet bij den winkel. Felix pakte ook zijn eigen onder d'hand. Hij kleedde zich naar de mode, locht en licht, droeg lage, gelakeerde puntschoenen en een zijden, gepar fumeerd zakdoekske in den borstzak; hij schudde zijn zwaarmoedigen, zwijgzamen aard af, droeg het hoofd recht en werd vlugger van beweeg en onder 't bedienen begon hij zelf kluchten en grappen te verkoopen om de men schen te doen lachen. Wie had zoo iets kunnen peinzen !" zegden ze tegen elkaar. Dat wordt nu rats 't omgekeerde van een ..Hangerke". Een fiskadijn is 't aan 't worden ! Niet om te gelooven !" En vol klimmende verwondering volg den ze wat er verder gebeurde met hem. Want niet alleen een fiskadijn werd hij, maar ook een looper, en geenen. kleinen. (Slot volgt.) Gemeente 's-Gravenhage. UITGIFTE VAN .- 4 pCt, Obligatiën, in stukken van f 1000,?en 1500,?, deel eener leening groot f 15.650.000,?, waarvan f 3.000.000,?is geplaatst. Houders van de niet uitgelote Obligatiën der 5pCt. leeniné1925 hebben recht van voorkeur. Ondergeteekenden berichten, dat de inschrijving op boven genoemde Obligatiën tot den koers van 993/8 pet. zal zijn opengesteld op Maandag, 29 Juni 1931, van des voormiddags 9 uur tot des namiddags 4 uur, bij hare kantoren te A ms t e r d a m, Rotterdam en 's-Gravenhage, alsmede ten kantore van den GemeenteOntvanger te 's-G r a v e n h a ge, op de voorwaarden van het prospectus dd. 20 dezer, waarvan exemplaren benevens inschrijvingsformulieren bij bovenvermelde kantoren ver krijgbaar zijn. IHCASSO-BANK N.V. NEDERLANDSe» INDISCHE HANDELSBANK, N.V. AMSTERDAM, 20 Juni 1931. \

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl