De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 27 juni pagina 3

27 juni 1931 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

f' p: \ . bij ir zo W' ste \ v i d h is. te v« t i \s l s ?F , \ l/ ' \. l l DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 27 JUNI 1931 No. 2821 MODERNE SYNONIEMEN door Albert Heiman Het C. van Wc8s:m Conatant van Weasem: .,Lessen in Cltarleaton" 1) DE laatste maal dat in deze rubriek gesproken word over Constant van Wessem, was het naar aanleiding van zijn uitgave der Twintig Noord- en Zuid-Nederlandsehe Vertellingen". In de inleiding van dit werk maakte hij het onder scheid tusschen verhaal- en vertelkunst. De roman kunst kwam daarbij niet ter sprake, en het bloek niet of van We-ssem den romanschrijver als een verhaler of een verteller beschouwt. Het komt er ook niet erg op aan, daar het verschil tusschen beiden meer theoretisch en hypothetisch dan signifisch of wezenlijk is. Ik /ou niet gaarne de verhaalen verteltheorie van Constant van Wessem toetsen aan z-jn nieuwste werk ,.Lessen in Charleston", ook al omdat het beter verdient; het is immers heel wat geslaagder werk dan het verhaal Waarop hij ons in den bovengenoemd en bundel kwam vergasten. nieuwe boek hoeft kwaliteiten welke men niet verwacht zou hebben bij de/en schrijver. Het heeft in geheel 'z'n opzet en de uitwerking van z'n details oen onbevangenheid. die men den geestelijken erfgenaam van- Fred. Chnsallo niet zou heb ben toevertrouwd. Zeker, ook van Wessein brengt '/i.jn offers aan het moderne Hollandsfhe literaire jar gon, aan de specialisatie waardoor men tegenwoordig literaire ..stan ding" kwi-ekt: maar daarnaast bleef zijn geest frheh genoeg om bij tijd en wijle onbekommerd op-zijn stof los te ga3.u en zijn figuren te modelleeren zonder te veel bezorgdheid voor de fir.eheu van dezen tijd en dit milieu. Het moet ni^t onaardig zijn. dit boek over tien jaar te herlezen en te zien wat daivin 'uitdén-tijdsch geworden is. Het zullen noodwendig die dingen zijn, welke zich thans zoo geavanceerd en eigentijdse!! voordoen. Ken van iilkf dingen is bijvoorbeeld de titel van het boek. Stel u voor dat m^n thans een roman zou lezen waarvan de titel zou luiden ..Lessen in Polka". Wat zou zu}k ee.i titel ons zeggen? In werkelijkheid zegt ..Lessen n Charleston" ook niets; maar wat doet het toch heerlijk ..modern" aan. Lessen in Heebie-Jeebies klinkt natuurlijk nóg moderner, en zij aan bevolen voor een tweeden druk, dien ik dit ver haal van harte gun. * * * De eigenlijke inhoud van het boek is, losgemaakt van zulke bij komst igheden als de Charleston er een is, eigenlijk een oud en vaak behandeld, schoon geenszins afgeleefd thema. Eene verkrachting schenkt het ontstaan aan een meisje. Celly, die bij hare tantes in een klein plaatsje opgevoed, onvoldoende weerbaarheid bezit om tegen de .stroom des levens op te roeien, wanneer zij in de groot? stad gekomen is en werkt ten kantore van twee levenslustige advocaten. Van die advo caten wordt ons veel verteld, ofschoon ze met de gang van het verhaal, dat kennelijk ?. om Celly begonnen is, niets temaken hebben. Dat is een van de vele compositie-fouten van dit boek, waardoor men. hot .gevoel krijgt dat de schrijver de stof dunner onder z'n 'handen heeft zien worden dan ze aanvankelijk bedoeld was. Vaak krijgt m^n het gevoel, dat van Wessem een soort van zeden- en milieu-schildering bedoeld heeft, maar dat hij al werkende, na enkele blad zijden zich de moed v oelde ontzinken en zich toen wijselijk beperkte tot ,de beschrijving van een of twee personen.eu een enkele typeerende gebeurtenis. cHAKEL iGEWEG 11-T?» AMSTEQOAM Kleermaker Bij ons verkrijgbaar N.R.V MONTA SCHOENEN Het is dan ook een zeldzame gave om, zooals Tolstoi, met de schijnbare weergave van een beperk te materie, toch het effect te bereiken als had men een gansche wereld beschreven. Men kan van Wessem niet hard vallen over dit tekort in zijn talent, want wie in Nederland vermag het wél te doen? * * Tegenover zulke feilen staat echter de verdienste van een precieuse kleinkunst. Ofschoon de schrij ver een ,,innerlijke rechtvaardiging" van Celly's doen en laten en vooral van haar psyche achter wege liet, heeft hij toch niet ver/uimd de logica van haar daden en de uiterlijkheden van haar levensloop ppanncnd en logisch aanvaardbaar te maken. Celly voelt vaag in zich de erfelijke belasting van haar eerste kern- en cel-deeling doormiddel van de verkrachting; maar waarin zich die erfelijke belasting manifesteert, het hoe en waarom daar van, datgene dus waardoor Celly's aanwezigheid in dit ondermaansche verklaard, of althans ver dedigd of aangevochten wordt, blijft onuit gesproken. Zij is eerst, zooals dat in de meeste gevallen wel met elk meisje dat in gelijke sociale omstandigheden verkeert, zal gaan, bij het contact met meer geëmancipeerde lieden schroomvallig. daarna onvoorzichtig; zij geeft zich a<Mi een on waardige, valt in handen van een neger van wien zij natuurlijk niets begrijpt en springt het water in op een moment dat iedereen juist iraat gelooven. dat ze iets van deze snoode Wereld dóó,- begint te krijgen. Ze treft het dan ook vrij slecht, want wie is er nu werkelijk goed voor haar? Kn juist omdat er in haar geen botsing is van goede en kwade elementen, van goede kansen en kwade, daarom blijft ze meer zielig dan tragisch, meer klein dan ter aarde geworpen, een kleine ziel zooals Coupenis ze bij tientallen in z'n zak had. Do vele m»nschcn die om haar heen dansen in .dit boek en waarvan een groot gedeelte zelfs geen nota van haar neemt, zijn alle behept met een soort van leeghoofdigheid, sport-fetichisme, innerlijke vermoeidheid en vitaliteit aan de opper vlakte. "Pessimisten onder ons mogen gelooven. dat dit de waarachtige karaktertrekken zijn van hedendaagsche jonge menschen, ik weiger te gelooven, dat zelfs in kringen waar deze uiterlijke kenmerken frequent zijn, er daarnaast geen tragi scher en dieper gefundeerde sentimenten zouden leven in het binnenste der arme acteurs van dit marionettenspel der levenden. Ik geloof aan de onuitroeibaarheid van bepaalde ,.menschelijkheden", aan de bestaansmogelijkheid van een liefde welke tot alles in staat is, en die niettemin haar aanvang nam op tennis- of voetbal-terrein. Het? uitzicht der dingen verandert, maar hun wezen en hun zin is nauwelijks aan eenigo fluctuatie onderhevig. Wij zouden morgen weer in totem', ereering en fetiehemlienst kunnen vervallen, kannibalisme plegen, ons leven door magie doen beïnvloeden; onze vliegmachines en automobielen zullen daar geenszins* obstakels voor zijn, want de ,.primitursmen" zijn onder ons niet dood, zij zijn onsterfelijk zoolang als de jnensch onsterfelijk is. Was er bij Celly of desnoods slechts bij haar .schrijver ic>ts van het bewustzijn hiervan over gebleven, had zij ook maar een weinig meer geloof gehad in de aanwezigheid van betere" dingen in de ledepoppén waarmede zij te. doen liad, haar lijden was wellicht niet minder groot geweest,, maar haar leven ware minder doelloos v erloopen dan tiisschen.de regelen van dit boek geschiedde. Do heste winst die het mij bracht, is de weten schap dat Constant van Wessem beter proza schrijft en scherper beelder en waarnemer is dan hij. tot .nu toe'merken liet. Zijn ,.lassen in Charles ton" geeft hoop dat wij binnen niet al te langen tijd een boek Van hem krijgen. Waarin niet alleen een vaardige vertel- (of verhaalkunst te vinden i«, gelijk wij die hier konden waardeoreti. maar waarin deze bovendien in dienst zal gesteld zijn van een rijkere, van meer geloof inh'.-t menschdom getuigende stof. 1} UVgave De Spieyheï, Amsterdam. CHAMPAGNE KRUG&CO REIMS IN KWALITEIT AAN DE SPITs! HOE ANDEREN ONS ZIEN.... Geachte redaktic Eeuige tijd lang mocht ik uw interessant blad gratis ontvangen, maar ik moet eerlijk bekennen dat het niet mijn plan was mij te abonneeren. Ik heb reeds te veel en lees trouwens uw blad in het Leesmuseum. Het protest van den heer B. J. van 20 Juni tegen de plaat van Jordaan doet mij van gedachte veranderen en ik verzoek u mij het blad geregeld, thuis toe te zenden. Eón protest althans tegen zooveel gebrek aan waardeering voor gezonde humor mag niet ontbreken. D;-. J. v. B. Kunstzaal van Liet Rokin 126 'J Amsterdam* Oostersche & Europeesche antiquiteiten Oude en Modarne schilderijen en plastieken <& Negerkunst ft Ethnographlca Tentoonstellingen Kunsthandel Aalderink en Co., Amsterdam. Kunst van, Bali. Tot 27 Juni. Kunstzaal W. J. G. van Meurs, Amsterdam. Maitres de Barbizon. Tot 28 Juni. Kunsthandel Van Lier, Amsterdam. Werken van J. J. VoskuiJ. Tot 28 Juni. Meubelfabriek Pander & Zoon, 's-Gravenhage. Ambachtskunst (batik, herwerk, meubelen, aar dewerk). Tot 30 Juni. Kunstzaal de Bois, Haarlem. Tentoonstelling van etsen. Tot 30 Juni. Frans Buffa en Zoon, Amsterdam. Ghineesche kunstschilders. Tot 11 Juli. Toonzalen J. A. Boskamp, Overvcen. Schilde rijen van Willy Jocque. Tot 11 Juli. Stedelijk Museum, Amsterdam. Internationaal reclamedrukwerk, foto's, > fotomontage. Georga niseerd door de Ver. ..Opbouw" en de architectenkeur de 8". Tot 13 Juli. Kunstzalen d'Audretsch, Den Haag. Werkea van J. Lodeizen. Tot l Augustus. Gebroeders Kikkers, Amsterdam. Blokschrifttentoonstelling. Tot l Augustus. Kunsthandel de Boer, Amsterdam. Oude Kunst. Tot l Augustus. ? ? Correspondentie: X. Debrot, inzender van een bijdrage getiteld Lizzy B, gelieve zijn adres op te 'geven. Zeist als Woonplaats* BOUWTERREIN TE KOOP in bot centrum van Zeist, aan den verkeersweg Utrecht Arnhem, in de onmiddellijke nabijheid van het Raadhuis, de Hotels Hermitage en Flgl en het Slot van Zeist. Prachtig opgaand geboomte, stofvrije wegen, voorzien van rloleering, gas, water en electrlciteit. Nadere gegevens worden verstrekt door de S .V. PARK KERSBERGEN, Montanbanstraat 4, Zeist. ' No. 2821 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 27 JUNI 1931 HET SCHILDERIJ IN N. O.-INÜI door J. Gabriëlse Een museum in Batavla HET is nog niet zoo heel lang geleden, dat het schilderij 'm. Indiëeen prent was, of een plaat uit een geïllustreerd tijdschrift, slecht ingelijst, verbleekt en vergeten. Men kijkt in de voorgalerij immers naar buiten. De oorzaak was niet altijd en alleen gebrek aan smaak. De tijdelijkheid van het verblijf in Indi en het dikwijls wisselen van standplaats had ook voor een deel schuld aan do weinige liefde voor de inrichting van de Indische woning. Er is echter verandering ten goede merkbaar. De kunstkringcn hebben zeker in hoogc mate hiertoe meegewerkt door het houdon van tentoonstellingen van schilderijen, tcekeningen en grafische kunst. Do leegheid van de kamers en galerijen met de wit gekalkte muren heeft op vele plaatsen reeds moeten, wijken, voor do huiselijke gezelligheid, als een kostbaar bezit door do jonge vrouw van huis meegebracht naar het verre Oosten. Het karakter van het Europeesche Indische huis heeft zich sterk gewijzigd en het schilderij begint onmisbaar te worden. Het Indische huis heeft een interieur gekregen. Dit moderne Indische interieur vraagt om het schilderij, do ets, de litho en de houtsnede, evenals ons Westersch interieur dit doet. Do belangstelling voor Beeldende Kunst in Indiëis dus groeiende, dat wil in Indiëzoggen snel groeiende. Als onmiskenbaar en Verblijdend teeken van deze toenemende belangstelling zien we de plannen voor het stichten van een museum van Beeldende Kunst to Batavia vasten vorm aanne men. Dit museum nu kan van grootc beteekonis worden, omdat kunst lic veiid Batavia. cm Batavia niet alleen, er door in de gelegenheid wordt ge bracht kunstwerken van onbetwiste kunstwaarde te zien en het met deze kunstwerken een toetsteen wordt gegeven voor do kunstwaarde van schilde rijen, een middel dus om het kaf van het koren te kunnen scheiden. Het goedo voorbeeld door Batavia gegeven zal navolging vinden en men zal zelfs het voorbeeld willen overtreffen. Een groot deel van de voort varende Nederlanders woont in Indië. Een vraag, dio zich onmiddellijk voordoet is: Hoe zijn do omstandigheden, waarin een schilderij ver keert in Indië? Hierop kan nog weinig met zekerheid worden geantwoord, omdat nauwkeurige waarnemingen over een langen tijdsduur ter plaatse tot heden niet werden gedaan. Dit terrein ligt braak voor een ijverig en kundig waarnemer. Hij zal zich rekenschap hebben, te geven van drio versch llende invlo'eden, n.l. de temperatuur, het vocht en velerlei gedierte. Verder zal waarschijnlijk blijken dat schilderijen ook zullen moeten worden ver dedigd tegen onontwikkeld personeel. Do temperatuur is, als het schilderij niet dooi1 de zon kan worden beschenen, als regel niet zoo hoog, dat daarvan voor schilderijen, dio met kennis van de materialen in olieverf zijn geschil derd, onmiddellijk nadecligo gevolgen zijn to vreezen. Is de verf echter vermengd met was of zijn er verfstoffen gebruikt, die niet droogen, maar alleen hard worden, bijv. bitume, dan kan do warmte wel degelijk, on zeer spoedig, oen fatalen invloed uitoefenen. Het vocht en do droogte, achtereenvolgens, ?leveren gevaren vóór barsten en schimmelen al' naar den aard van den ondergrond en de. gebruikte materialen. Gelijmde . paneelen' zullen gemakkelijk. loslaten, daarentegen zullen schilderijen, op' kleine paneelen geschilderd, waarschijnlijk uitnemend het Indische klimaat verdragon/ Waterverftekeningen, pastelteekeningon, otseii, enz. zijn natuurlijk op dezelfde wijze onder don invloed van bezwaren van liet Indische klimaat, als het papier waar»>p zo zijn gemaakt. Wanneer men er zich rekenschap van geeft, dat do Indische woning, met het oog op de venti latie, zooveel niogelijk wordt open gehouden, dan begrijpt men, dut klein, gedierte van nllo kanten gemakkelijk kan binnendringen. Tegen dit gevaar is hot eonige middel: geregeld toezicht. Verkiezingsleuzen en Kiezersverlangens Teekening voor i34e Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan Een lijst, die niet werd ingediend! Afdoende middelen om alle gevaren buiten to sluiten zullen wel niet te vinden zijn. Voortdurende controle zal veel nadeeligo gevolgen kunnen voorkomen, maar vóór alles is het noodig, dat men schilderijen vóór ze naar Indiëte zendt-n nauwkeu rig onderzoekt in verband met de houdbaarheid van do gebruikte materialen in het Indische klimaat. Do beteekenis van een museum van Beeldende Kunst staat natuurlijk onmiddellijk in verband met de kunstwaarde van de tentoongestelde kunst werken. Om echter to kunnen beantwoorden aan de verwachtingen,1 dio men koestert over den invloed van het museum op do liefde voor de. kunst van do bezoekers, moet in hot museum loven zijn. Mot het ophangen van belangrijke en' min dor belangrijke kunstwerken in goed verlichte zalen is men niot aan hot eind van do mogelijkheden en is o.i. aan do redelijke; eischen to stellen aan een museum van Beeldende Kunst niet voldaan. Er moet in eon museum bewoging zijn, er moet de aandacht worden gevestigd op de. kunstwerken door do wijzo van plaatsen ton opzichto van elkaar, zoo, dat hot de bezoekers mogelijk is en gemak kelijk gemaakt wordt to vergelijken. Uit dezo gédachtongang volgt, dat hot van groot nut is do kunstwerken van t'jjd tot tijd to verplaatsen. Do overeenkomst'en do.verschillen der kunstwerken worden hierdoor duidelijk gemaakt on het begrip van do bezoekers zal er door worden verdiept on verhelderd. 'Immers, hot is gemakkelijk te begrijpen, dat wanneer van twco kunstwerken, ontstaan \iit oenzolfdo kunstopvatting, er een het beste i», deze, kwaliteit door hot minder goslaagdo kunstwerk a.h.w. wordt bowozon on versterkt. Ook volgt hieruit, dat naast hot bosto' wat to krijgen is ook do kunstwerken van don 2den rang van grooto beteekenis zijn voor de waarde van een museum, en dat door doze kunstwerken no,nst het kunst genot, dat ze verschaffen, een tweedo zeer belang rijke functie wordt vervuld, n.l. dat zo aantoonen waarom het beste beter is. Onder een levend museum moet dus worden ?verstaan: een museum, waarin do beschikbare kunstwerken herhaaldelijk op andere wijze on in ander gezelschap worden getoond, Zeer groot behoeft zoo een museum niot to zijn, het komt er moer op aan, dat men kan beschikken over een goed ingericht en wel voorzien depot. Een museum van Beeldende Kunst moet .niet zijn een gelegenheid pm eens te laten zien wat men bezit aan kunstwerken, het doel moet zijn de kunst schatten te toonen, d.w.z. dezo zoo te plaatsen, dat do bezoekers do gelegenheid wordt gegeven do kunstwerken goed te zien. ! Een weloverwogen on doordachte kouzc. ia noodig om hot gewo.nsch.to te bereiken en het hoeft zeker ook beteekonis do gedachte, die tot een bepaalde groepeering aanleiding gaf, aan do bezoekers kenbaar te maken. - -»?, "5 't "t

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl