De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 18 juli pagina 4

18 juli 1931 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

H P! v ze ?w DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 18 JULI 1931 No. 2824. Vliegers en Schrijvers Vol de nuit door A. de SaintExupéry. Paris, LibrairieGal' limard, Fortune des airs door A. Dubois la Chartre. id. Het is nog niet zoo heel lang geleden dat jonge schrijvers, wanneer zy het woord vliegtuig gebruikten, de over* tuiging hadden dat ze modern waren. Ze meenden dat het heel kranig was de Muze met de jongste technische uitvindingen te compromitteeren. Zoo verteederden zich, honderd jaar ge leden, dichters, op dithyrambischen toon, over de eerste spoorwegen. Wie sprak toen niet vol bewondering over het stoomros"? De eenen zijn niet gekker dan de anderen. Er bestaan geen dichterlijke, evenmin als moderne onderwerpen en de kunst heeft niets gemeen met de wetenschap. Een geschrift dat over de- vliegsport han delt, zou het principieel moderner zijn dan een ander? Wie zal durven beweren dat een nachtelijke vlucht over de meest woeste streken van Zuid-Amerika over een honderd jaar niet even gewoon zal zijn als thans een autorit van Brussel naar Parijs? Alles is zoo betrekkelijk' Ik heb dan ook weinig vertrouwen in een roman waarin een vliegtuig de hoofdrol speelt. Er zijn reeds heel wat zoogenaamde sportromans in de vergetelheid verzonken. Ik heb er echter niets tegen dat een man ons de avonturen meedeelt, die hij als vlieger heeft beleefd, voor zooveel zijn menschelijkheid onze belang stelling verdient. Maar ik neem niet aan dat een schrijver Pierre Hamp deed het destijds in Le Rail eene uitgebreide beschrijving geeft van alle mogelijke bijzonderheden van het spoorwegverkeer en zulk geschrift een roman noemt, alleen omdat al de personen, die in het boek optreden lid zijn van het spoorwegpersoneel. Als iemand belang stelt in statistieken leest hij bij voorkeur geen romans. Zoowel in Fortune des airs als in Vol de nuit, is een vlieger de held van het verhaal, maar in geen van beide boeken worden technische mededeelingen verstrekt over de vlieg sport. Het eerstgenoemde boek is de geschiedenis van een kampioen-aviateur, die genoodzaakt is te landen op het eiland Kogatek in de Adriatischo Zee, en die bij den val dien hij doet, door een jong meisje uit de vlammen wordt gered. In de klassieke idylle, die zich tusschen den modernen Icarus en de jeugdige geitenhoedster afspeelt, is iets zeer aandoenlijks. Men ziet dadelijk dat hetgeen men de vooruitgang noemt geen vijand is van de poëzie, noch zelfs van het meest poëtisch decor. Een groote, blanke, vogel, die neerdaalt op het blanke strand verstoort geenszins de harmonie van het onsterfelijke Grieksche land schap. Na de idyllische bekoorlijk heid van den aanvang, heeft het dramatische einde van het verhaal iets van de sombere hartstochtelijkheid die sommige verhalen van Mérimée kenmerkt. Fortune, des airs is een sober, en op sommige plaatsen zeer pathe tisch werk, Vol de nuit is iets geheel anders. Het is een korte episode uit den strijd tegen de atmospherische moei lijkheden, waartegen de nachtelijke vliegers hebben te kampen. Misschien komt er een tijd dat dit alles ver ouderd zal aandoen. Maar zooals de toestand tegenwoordig is, vergt het beroep nog heel wat moed en wils kracht. De tocht van den vlieger Fabien, door een nachtelijk onweer boven Zuid-Amerika, is een buiten gewoon aangrijpend verhaal. De ra dioberichten, die zijn kameraad irt het vliegtuig opvangt, worden vaa minuut tot minuut slechter. De vlie gers zijn weldra langs alle kanten. ingesloten door een onafzienbare zee? van jagende wolken. Dalen beteekentc zich te pletter vliegen tegen de bergen;. stijgen: als een veder te worden op genomen in den naderenden cycloon of in brand gebliksemd. De eenige vuurpijl die Fabien omlaag werpt. verlicht een somber plein, waar hij zich uitdooft: de zee. Afgedwaald.. Andere koers. Plots een kier in dewolken en, als laatste hoop, het lokkende licht van enkele sterren. En Fabien stijgt tot boven dewolken. Plots vaart hij in de sublieme* klaarte van maan en sterren. Daar onder het tempeest, de vaart der zwarte wolken, die, van boven gezien. en belicht door de maan, blank zija als een sneeuw veld. Fabien vliegt thans in een onverstoorde kalmte, in een onwezenlijke wereld, in een. paradijs van kalmte en vrede. Maar hoelang nog? Hij weet dat hij ver oordeeld is. Nog dertig minuten ea dan zal de motor stilliggen; dan moet hij terugduiken in de cycloon. die hem zal neerbliksemen. J. VAN NIJLEJt Naamlooze Vennootschap Brasserie de la Ctiasse Royale te AUDERGHEM - BRUSSEL. UITGIFTE van ? 600.000.-6'k pCt WINSTDEELENDE OBLIGATIËN, in stukken van ? 1000.-, der Leening 1931. Houders van 6l/2 pCt. Winstdeelende Obligatiën der Leening 1928 hebben een in het prospectus nader omschreven voorkeursrecht. De ondergeteekende bericht, dat de inschrijving op boven vermelde 6'/2 pCt. Winstdeelende Obligatiën tot den koers van 100 pCt bij hare kantoren te AMSTERDAM, ROT TERDAM en 's-GRAVENHAGËzal zijn opengesteld op VRIJDAG 24 JULI 1931, van des voormiddags 9 uur tot des namiddags 4 uur, op de voorwaarden van het prospectus d.d. 17 dezer, waarvan exemplaren benevens' inschrijvingsformulieren bij hare boven vermelde kantoren verkrijgbaar zijn. INCASSO-BANK N.V. AMSTERDAM, 17 JULI 1931. orrzo ^BSfiB MMi^B^^i OPRUIMING Amsterdam Nleuwendijk 184 tegenover de Beur»pa»*age. f r No 2824 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 18 JULI 1931 Het Ado-Speelgoed van Ko Verzu door Otto van Tussenbroek K eed s eerder heb ik in dit weekblad (van 23 Juni 1028) een en ander mogen opmerken over het werk van Ko Verzit, die in Duin en Bosch" te Apeldoorn zulke aardige poppenmeubeltjes en andere dingen maakte. Later zag ik daarvan op een der Jaarbeurzen te Utrecht een gansene uit stalling en ik had toen gelegenheid eens met hem te praten. Een jonge man, vol enthousiasme, vol plannen en vol werklust! Een dier menschen, welke vreugde vinden en voldoening in het werk der handen en die als bij toeval tot de ontdekking zijn gekomen van eigen speciale gaven en ver mogens, die daarenboven zoo verstandig zyn zich te beperken tot dat Avaartoe hun talent zich het beste leent.... Zoo arbeidt dan deze kunstenaar uitsluitend voor kinderen, hij stelt zich in op het kinder-oog en verstaat, naar het schijnt, ten volle het kinderhart ! Hij zoekt het daarbij niet in verfijning, in verzorging van kleinigheden, maar in de eenvoud. De eerste dingen die ik van hem zag^ poppen meubeltjes, waren nog wat verbrokkeld van vorm, ook zijn eerste auto-modellen bleken ietwat on deren, zulke dure dingen in handen te geven als een mechanische spoortrein met slagboomen, rails, wissels en signalen, met bijpassende stations, remises, tunnels en viaducten, waarmede zij vanwege de breekbaarheid alleen maar onder toezicht en leiding van anderen mogen spelen. Ook is er veel speelgoed, dat in zijn technische volmaaktheid aan alle kinder-fantasie een dood steek geeft, zoodat het my veel verstandiger lijkt het in minder kostbare en breekbare dingen te zoe ken, waarmede de kinderen prettig alleen kun nen spelen en waaraan zij weinig kunnen bederven, dingen die door bepaalde eigenschappen juist hun fantasie prikkelen. Het net-echte" is voor volwassenen iets heel anders als voor het kind en zoo kan het zijn dat men meent een goede greep te hebben gedaan bij het schenken van eenig kostelijk speeltuig en be merken moet dat het kind er al heel gauw genoeg vart heeft! Het wil ieta hebben dat niet op groote menschen-wanier aantrekkelijk is, maar iets dat op echt kinderlijke wijze boeit! Het vraagt onbewust naar dingen die stevig Modern speelgoed von Verzu beholpen, doch langzamerhand is hij er in geslaagd de vormsynthese te vinden waardoor, juis-t in uiterste vereenvoudiging, op zeer gelukkige ma nier bereikt is, dat. icat klein van afinetiny is, yrout uandodi Ik geloof dat dit het is, wat kindoren noodig hebben, d.w.z. jonge kinderen, die nog niet aan heb zelf-knutselen en aan do duro Meccauodoozen e.d. toe zijn. Wie xvel eens kinderen bij hun spel heeft gadegeslagen zal opgemerkt hebben. dat hun overrijke verbeelding steeds het ontbreken de aanvult, waardoor speelgoed dat al tüzeer in het klein de werkelijkheid weergeeft of benadert, dus slechts nabootsing is op verkleinde schaal, hun voorkeur niet kan winnen! Wat kinderen noodig hebben is speeltuig, waar mede zij zich óf lichamelijk oefenen kunnen, dus handigheid leeren, of waarmede zij zich gees telijk kunnen bezighouden, waarin dan tevens een bron schuilt van genoegen en ontwikkeling. Ik blijf toch twijfelen of het wel goed is aan kinzijn on sterk, en het aal hot ondeugdelijke al heel gauw in zijn kleine maar toch reeds krachtige knuisten vermorzelen. .?Behold the child. by Xature's law 'l'leased with a rattle, tiekled by a stra.v...-." aldus Vopo in zijn ..Essay on Man" en zoo kan h<-t zijn dat het kind met een ratel van een stuiver of een strootje, dat hem niets kost veel gelukkiger is dan met dure dingen, waarvan immers hot nieuwtje gauw af is. Wij hebben dat allen wel eens bijgewoond hoe' een meisje haar mooiste pop, met porseleinen kopje, echt haar en fraai uitgedost in ? keurige boven- en onderkleertjes, een pop welke ten overvloede de oogen kan luiken en met een wonderlijk piep'stemmetje papa" en mama" kan zeggen, verwaarloost voor een voddenpop met een raar zaagsel! ij f, een primitief gesneden houten kop en stijve armen, waaraan zij echter heel haar kinderhart heeft verpand, zoo goed als wij allen de jongen kennen die zijn mooiste metalen muziek-tol welke door een bepaald mechaniek aan het draaien kan worden gebracht, ongeacht in de speelgoedkast laat liggen voor een houten priktol van een paar centen uit een snoepgoed-winkelt je. Ik zou daarom willen aanraden bij de keuze van speelgoed meer ,te letten op wat kinderen zelf het liefst hebben. Wat vooral de groote deugd is van het Ado-speelgoed door Ko Verzu is, dat daaraan duidelijk valt af te lezen, dat bij het ontwerpen en vervaardigen het samenvatten van typjsch kenmerKRONIEK Tegenwoordige Voorultxtchten. DE eindexamens middelbaar onderwijs zijn dit jaar weer ten einde en de candidaten, geslaagd of niet, naar huis. De laatsten zullen, in arren moede of wijsgeerige gelatenheid, in Septem ber hun taak nog eens beginnen en een jaar uitstel hebben voor de beantwoording der groote vraag, wat nu vervolgens in de maatschappij aan te vangen. De vooruitzichten lijken niet gunstig, eigenlijk in geen enkel beroep en vele jongelieden waren daar al te voren van overtuigd. Men kan wel op school gaan en vijf, zes jaar lang opgeleid worden voor een aantal zeer honorabele vakken, maar daarom is het heden ten dage nog allerminst zeker, dat men in dat vak een plaats en door dat vak een broodwinning zal krijgen. Eerder is zoo langzamerhand het tegendeel te venvachten. De maatschappij is compleet en ongeveer alle posten zijn bezet. Alleen zij die over buitengewone be kwaamheden of kruiwagens beschikken, komen binnen een redelijk tijdsverloop onder dak, d overigen blijven hunkeren buiten de hekken. putten geld, geduld en moed uit in sollicitaties, schikken zich ten slotta in minderwaardige of te min betaalde betrekkingen of blijven ten laste van ouders of verwanten. Sommigen geven ook alle moeilijk verkregen bekwaamheid op en trachten onder te komen in een of anderen twijfelachtigen bean van beurs, handel of industrie, waarin alleen de uiterst gewieksten kans van slagen hebben. En intusschen worden elk jaar weer met gelijk' moedigheid nieuwe scharen van aspiranten ter markt gebracht en heerscht hier dezelfde overpro ductie die ook in de nijvt «-beid en landbouw, onder den naam van malaise, ons het leven bitter be nauwd maakt. Dat schijnt zoo het systeem mee tébrengen, dat de rechte verhouding tusschen aanbod en vraag nooit preventief voorzien, maar altijd eerst naderhand repressief hersteld wordt. Wat de ellende en ondergang van duizenden beteekent. En hot vei-der algemeen resultaat, speciaal in de onderwijs-..branche", is een al wijder verspreide, ..al giftiger en glooiender ontevredenheid en wrok" bij de menigte min .of meer geschoolde jonge menschen. voor wie de maatschappij vrijwel g^&lotén bleek. De ..revolutionnaire intelligentie" heet dat. geloof ik. in Duitschlaiul: en zij zijn het, die de rangen der nationaalsocialbtim en communisten helpen zuiien. Want zij hebbeu niets t;? verlies-en, doch misschien itug iets te winnen bij een wereldkatastroof. ? ' F. C. kende ror>»c»i;'vooropgefctaah heeft. Men zie er zijn racp-mit > of 'vrachtwagens maar eens op aan i Wie your kinderen werkt, /al zich naar deikinderen aard moeten richten. En het goede in dit alles Ls. dat op de/e wijze- in de vroege jeugd al spelenderwijze geleerd wordt niet alleen oog te hebben voor verhoudingen en kleuren, maar ook ?voor nieuwe vormen, want al dit speelgoed is volkomen modern in den besten zin van het woord. En zoo kon een pakhuis van wat houten balkjes en wat triplex-platen er \iitzien als een model vau een der voortbrengselen der allernieuwste archi tectuur; een locomotief' van wat schijven en blokken om een houten cylïnder gerangschikt geheel en al het karakter weergeven van een der laatste scheppingen op het gebied van stoom' tractie!,..-. liet kind dat aan het koord trekt van het Ijijschblok van zijn Ado-Vecm voelt zich pakhuismeester zoo goed als het zich n machinist) n locomotief tegelijk voelt als hij het touwtje in handen heeft waarmede hij zijn spoortrein in beweging zet. Bij een electrisch voortbewogen, door stoom gestuwde of door veerwerk rijdende locomotief heeft hij het voor het toekijken; hier is het zelf de beweegkracht en tien tegen n, dat het zijn grootst genoegen, genot en geluk blijkt. i f

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl