Historisch Archief 1877-1940
?af*.-.-«fa.-..
V.-iDE GROENE AMSTERDAMMER VAN 18 JULI 1931
No. 2824
H
s*
PI
sT
V'- v
, \
De oplossing van 'n moeilijk probleem!
Motor: 4 cylinder - Boring en
slag 67 x 102 m.m. - Nominaal
aantal P.K. 10 - Maximaal
aantal P.K. 28 ? Lucht-,
benzineen oliefilters - Ontsteking door
batterij.
Enkele droge plaatkoppeling
Vier versnellingen -
Veerbouten in rubberlagers, welke
geen smering behoeven en
volkomen geruischloos zijn
Hydraulische remmen met af
zonderlijke leiding voor
vóóren achterwielen, de grootst
mogelijke veiligheid verzeke*
re n d - Voltage v/d electr.
install. 12 - Laag zwaarte
punt: muurvaste ligging.
Wielbasis M. 2.58 -
Spoorbreedte M. 1.45. Schijfwielen
Fiat, banden 5.00-18.
Conduite Inférieure
4 deuren - 5 zitplaatsen
Fl.
2700.'n automobiel, diéde zuinigheid
van vn kleinen wagen paart aan het
ruime en gerieflijke van 'n grooten.
fflfe
hydraulische remmen -Laag zwaartepunt - Breed Koetswerk - Veerbouten in rubber
lagers. - Snelheid: 80 K.M. per uur. ? Benzlneverbruik: l Liter op 8 K.M.
De'meeste waarde voor het minste geld.
Importeur:
J l CftKIADn l AKin STADHOUDERSKADE 114
. LCVJINAKU LAINV7 AMSTERDAM-Z. TELEFOON 27100
Agenten in alle belangrijke plaatsen van Nederland. Uitvoerige brochures op aanvraag.
No. 2824
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 18 JULI 1931
Radiorubriek
Kunnen wij de storingen kwijtraken?
door L. J. van Looi
TERWIJL ik dit artikel schrijf, staat aan
den overkant van de straat een luidspreker
te knarsetanden. Akelig is het om te hooren, hoe
de luidsprekertanden schuren en blijkbaar je
hoort het knappen! af en toe afbreken. Die
luidspreker ergert zich. In de eerste plaats ergert
hij zich over de ergernis, die mijn overbuurman
mij en mijn huisgenooten op dezen warmen dag
aandoet, door te pogen mij een concert te laten
hooren, dat ik opzettelijk niet wil ontvangen,
omdat de muziek me niet bevalt. En in de tweede
plaats, omdat de muziek door luchtstoringen ver
knoeid wordt. Zoo zijn luidsprekers -?soms ver
standiger dan menschen.
Kunnen wij die storingen nu niet kwijtraken?
Ja, en neen. De meest hinderlijke storing, namelijk
de luidspreker voor het openraam van mijn buur
man, zal ik heel gauw kwijt zijn. Want ik doe
het raam dicht, al is het dan nog zoo warm,
en ik zal aan de eerste de beste politie-agent
vertellen, dat mijn buurman, niettegenstaande
mijn herhaald verzoek door gaat met te
demonstreeren, dat zijn luidspreker, die slechts in staat
s om muziek voor n kamer te geven, geforceerd
kan worden, totdat hij lawaai voor een heele buurt
maakt.
De andere storingen, de luchtstoringen, waarvan
men zelfs last heeft, als men heel fatsoenlijk in
zijn eigen kamer muziek maakt, tja, die kunnen
we niet kwijtraken. Maar we kunnen ze wel
verminderen.
Wa, zijn nu eigenlijk de luchtstoringen en
waarom kunnen wij ze niet kwijtraken? lucht
storingen, dat heeft ieder radioluisteraar wel
reeds bemerkt, hebben iets te maken met den
electrischen toestand van de atmosfeer. Wanneer
er een onweer aankomt, of tijdens een onweer,
heeft welhaast iedereen het toenemen van de
kraak- en ratelgeluiden bemerkt. En iedereen
heeft natuurlijk verband gelegd tusschen de el
ctrische ontladingen van het onweer en de storingen.
En daarin had men dan ook gelijk. Maar de
luchtstoringen zijn er dan óók, als er geen onweer
op til is, zelfs als het weer niet eens erg drukkend is.
In dat geval kan het zijn, dat er ergens in de buurt
een onweer plaats vindt waarbij dat in de
buurt" tamelijk uitgebreid moet worden begrepen.
En het kan ook zijn, dat er zoo'n aantal lucht
storingen ons toestel binnen- en den luidspreker
uitrollen, dat men zou meenen, midden in een
onweersbui te zitten, zonder dat uren in den omtrek
het minste onweersvolkje de hemel verduistert. '
In dat geval is er toch ,,storm" men spreekt
dan van een atmosferischen storm". Het zijn
electrische ontladingen, waarvan wij niets kunnen
waarnemen met oog of oor en waarvan wij hél
weinig zouden weten, indien wij de radio niet
hadden, die de storm met onpleizierig geluid aan
ons opdringt. ?
Tenslotte vinden er in de atmosfeer altijd elec
trische ontladingen plaats, zomer en winter door,
die lang niet den omvang en de veelvuldigheid
hebben van de ontladingen tijdens een onweer,
en die wij dus maar af en toe in ons toestel hooren
kraken, meestal echter zoo zwak, dat wij ze niet
eens opmerken.
En buiten die atmosferische storingen zijn er
dan de ,,kunstmatige" storingen, afkomstig van
allerlei electrische apparaten, motoren, stofzuigers,
liften, reklames, losse lichtcontacten, losse lampen
enfin, er zijn zooveel storingsbronnen, dat
men eigenlijk niet begrijpt, dat wij nog wel eens
ongestoord luisteren kunnen. De kunstmatige
storingen zijn zoo goed als alle te vermijden!
Voor de meeste storingen bestaan middeltjes, die
meestal op een smoorspoel- en condensatorscha
keling uitloopen. In Duitschland heeft men van
deze kunstmatige storingen betrekkelijk weinig
last, althans bij ons land vergeleken. Daar wordt
er hard tegen gevochten en er zijn reeds een aantal
fabrikanten, bijv. van stofzuigers, die in hun
apparaten voortaan condensatoren inbouwen,
zoodat zij niet meer vonken en dus geen storing ver
oorzaken. In Duitschland bemoeit de overhe:d
zich dan ook aktief met den omroep, en niet,
zooals bij ons passief, of eigenlijk negatief.
De luchtstoringen kunnen.wij niet kwijtraken,
omdat zij Ie. van denzelfden aard zijn, als de
energie, die wij in ons toestel opzettelijk als
muziekgolf opvangen en 2e. (en dat is veel erger) omdat
zij geen eigen golflengte hebben, tenminste onge
veer niet.
De luchtstoringen zijn, evenals alle radiover
schijnselen, verstoringen van het evenwicht in
den aether. Bij het uitzenden van muziek brengen
wij die verstoringen met moedwil en onder leiding
tot stand de luchtstoringen ontstaan ongewild
en wild".
Luchtstoringen hebben een onderscheid met
de gewone door ons gemaakte radiogolven: zij
treden op alle golflengten tegelijk op. De
luchtstoring, die men 1800 meter golflengte hoort, is '
ook op 300 meter te hooren. En daardoor is een
luchtstoring niet door een nog zoo selectief toestel
weg. te stemmen". Een andere kwestie is, dat
een onselectief toestel meer dan noodig is van
een luchtstoring ontvangt. Als wij voor de ont
vangst van muziek een stuk van de golflengte
band van 8 kilocycles noodig hebben en wij ont
vangen er 16, doordat ons toestel niet fijner kan
worden afgestemd, dan krijgen wij in verhouding
tot de muziekenergie een dubbele portie storing.
Maar op het beste, selectiefste toestel moeten
wij toch altijd de luchtstoringen ontvangen, die
in de 8 kilocycles zitten, welke wij voor de
muziekontvangst noodig hebben. Dat is dus reeds n
beperking van de beschermende middelen, die
wij.tegen luchtstoringen hebben.
Wij kunnen ook een schakeling maken, met
twee antennes. Op de eene antenne ontvangen
wij de muziek plus luchtstoringen. Op de andere
zorgen wij geen muziek te ontvangen, door bijv.
die antenne op een golflengte af te stemmen,
waar wij er zeker van zijn, dat geen station werkt.
Op die tweede antenne krijgen wij dus alleen
luchtstoringen. In het toestel wordende onderdeelen
nu zoodanig geschakeld, dat de energie uit de eene
antenne die van de andere tegenwerkt. Als wij
beide antennes op een inuziekstation afstemden,
zouden wij dus theoretisch niets ontvangen. Nu
op de tweede antenne alleen luchtstoringen worden
ontvangen, zouden dus alleen de luchtstoringen
elkaar tegenwerken en dus opheffen. Maar zóó
mooi gaat dat niet, want het is gebleken, dat de
luchtstoringen soms van heel ver komen en er
niet op elke golflengte even lang over doen.
Verder is deze ingewikkelde schakeling ten
slotte zóó onbevredigend, dat men haar nooit
toepast. De Turksche omroep heeft kort geleden
plotseling deze schakeling, die reeds zeer oud is,
als het nieuwste snufje getoond: het resultaat
was, dat men na veel moeite een nauwelijks
waarneembare vermindering der storingen kreeg.
Er is echter een veel beter middel om van de
normale luchtstoringen af te komen. Men zal
wel eens bemerkt hebben, dat een sterken zender
een anderen zender gewoon kan weg blazen".
Zoo kunnen wij met luchtstoringen ook doen.
Daarvoor hebben wij een sterken zender noodig,
opdat de energie, die de muziek draagt, -de lucht
storingen overstemt en wegblaast". De Berlijners
bijv. weten niet, althans niet tijdens de program
ma's van Witzleben en Zeesen wat luchtstoringen
zijn en het moet wel onweeren, wil men er iets
van merken. Dat komt, doordat de zenders een
behoorlijke energie hebben. Zoolang de
Hollandsche zenders babystemmetjes behouden in het
Europeesche zenderkoor, zullen wij ons met de
luchtstoringen (en de vele andere onaangenaam
heden) moeten verzoenen. Alle middeltjes, die
aangegeven worden om luchtstoringen kwijt te
raken, zijn of een doodgewoon zeef kringetje,
waardoor een selectief toestel selectiever wordt
gemaakt, zcodat men niet meer te veel, maar
toch altijd de normale portie storingen ontvangt,
of het is bedrog.
Geen bedrog, maar regelrechte
gehoorbederving is het middel, dat in sommige
fabrieksapparaten wordt toegepast tegen storingen. Daar
heeft men. namelijk een. schakeling gemaakt,
waarmede dat gedeelte van de ontvangen energie
waarin de hinderlijkste luchtstoringeti voorkomen,
wordt gesmoord. Dan ontvangt men dus een
gedeelte van de luchtstoringen niet, doch evenmin
de rnuziekfrequenties, die in dat gedeelte liggen.
Hetzelfde is het geval met de omschakelaartjes
aan de luidsprekers, waardoor ook een gedeelte
van de frequentieband wordt verdonkeremaand.
Lapmiddeltjes l Het meest afdoende is: mér
energie!
TUYNENBURG MUYS
P R O B L E M E N
SCHAAKPROBLEEM No. 280
van K. ERL'IN.
Oplossing in het eerstvolgend
nummer.
Oplossing probleem No. 285 van
H. Hemmiiig.
1. d5?dO.
DAMPROBLEEM 288
van A. MEAUDRE. ,
Zwart O schijven, l dam.
a bed e f g h
nen: b2, el en e3.
BZwart: Kei, Tg5, Lel, 'Fh3, pion
nen: c3, c5, g(J en ht.,
Wit geeft mat in drie zetten.
I
6
11
16
t21
26
31
36
41
46
?y. v//w. 5>vwy
? ?
'Mf?^'W////^WjJ'^W//?>!^'r ^^^
'iamr. 'Y/////. ?//&/* vj!U£r?"*yJuuj
m. -m m. m w
5
10
15
20
25
30
35.
1*0 !
45
50
Stand Zwart,: 8, 10/14, 18, 20, 43,
dam op 45.
Wit: 10, 23, 20, 31. 33/35,
41, 44.
Oplossing probleem No. 287.
Wit; 29-24, 37-31, 42-37, 37-32,
Zwart: 10:30, 27:30, 15:24, 28:37,
48-42, 33-29, 39:10. 10-4, 4:35!
37:48, 24:33, 48:50, 35:44^
Correspondentie-adres: K. C. do
Jonge, Van Woustraat 112li, Amster
dam (Zuid).
expres laag om beter naar Klein(-Groot-) Slatn
te kunnen komen.
KL
a.
h.
v.
b.
4
R.
v.
10
4
2
H.
Sch.
10
9
8
7
BR1DGEPROBLEEM 253.
? rt. ? ? .
w
Wit O schijven.
Stand: beide partijen schoon.
N heeft gegeven en biedt l in Sch.; O past;
Z 2 in KI. op de volgend* kaart: Hij biedt
W biedt 2 in H.; N 3 in Sch.; O 3
(drie) in H.
Wat moet Z doen? (Er wordt streng ge
speeld I)
OPLOSSING BRIDGEPROBLEEM 252
Regel 36 geeft de oplossing.
Deze luidt: Als een speler een onmogelijk
aantal aan slag biedt (b.v. 8 in Sch.), dan
mag de speler, die volgt op den overtreder,
dus diens linkerbuurman, hetzij een nieuwe
deal vragen, hetzij het onwettige bod als niet
gedaan beschouwen, of toestaan, dat het
onwettige bod gehandhaafd blijft. Kiest hij
echter het laatste, dan zal degeen, die het
onwettige bod gedaan heeft, geacht worden
slechts 7 aan slag te hebben geboden.' De
keus wat er In deze geschieden zal 7 In
S.A. of 7 in Sch. is dus aan den tegen
stander. B. M.
Correspondentie-adres: Secretariaat
v/d Amsterdammer, motto Bridgó",
Keizersgracht 355, Amsterdam.
i