De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 25 juli pagina 10

25 juli 1931 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

???-v DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 JULI 1931 No. 2825 V] Stervend Europa in 1824 door D. Bax E H zijn. gedurende de laatste 100 jaar, steeds nu'iischen geweest, die onze Kuropeesehe ^ultuui' een kort leven toebedeeld dachten. Wij behoeven niet te blijven staan bij het stervend Europa van Iwan («oll, want Spenglor. Jos phiu Péladan. en zoovele andere wijze pessimisten hebben hun tijdgenooten trachten te overtuigen van de seniliteit hunner civilisatie, van haar decadentie en onvruchtbaarheid. En zelfs het rustige, deugdzame Nederland heeft in de uiterst fatsoenlijke, en godvruchtige jaren van omstreeks 1S25, zulk een Jeremia gevoed. Immers, blade rende in de Xederlandsche Muzenalmanak van 1S21. de toenmalige Erts. waarin de moderne dich ters en schrijvers jaarlijks een gewrocht hunner fantasie publiceerden, zult ge. met verwondering ei belangstelling een gedicht lezen van een vrij onbekenden meester in de rechten. Hoxman ge naamd. reeds! toen konden Mr's blijkbaar veel vrijen tijd vullen met rijm- en dichtwerk , waaii'i aan moeder Europa geen uurtje leven meer geschonken wordt. Voor hen echter, die bijtijds het ?/inkende schip verlaten wilden, had hij een heer lijk eiland bij de hand. Wij willen den naam nog niet verklappen: ge zoudt wellicht pijnlijk lachen. In zijn voltaire gezeten, met het moede hoofd. dat zwaar was van de nood en van zijn tijd. tegen den sluimerrol geleund, dichtte Abraham Itoxman het volgende: Vaarwel grijzend Europa!, dat. uw doodsnik nabij. Vw staten ziet waggelen bij 't molmen van grond(A'fst en schoren; Waar bandlooze volksdrift de strijdleus van vrij. En vorstlijke wilkeur van (iodsrecht doet liooren: En slechts de s'chandkeus rest van woede of slavernij. Wij ijlen naar 't halfrond, waar jong en vol kracht De staten opwaarts stijgen; Waar vrijheid ten troon zit in staat)ijke pracht. En dwang en oproer zwijgen. Vaarwel, zinkend Kuvopa ! dat. verplet door den last Van legers en schulden, vergeefs naar uw adem (blijft smachten: I*w schatten verspilt en uw bloedstroom verplast. Om 't licht te verduisteren, en 't'recht te ver(krachten. En, 't broodsgebrek nabij, al wat u rost verbrast. .Wij ijlen naar 't goudland. waar staatsschuld nog (lieer De volle schatkist ledigt; De moedige burger met eigen geweer Zijn haard en goud verdedigt. Vaarwel, karig Europa ! waar ons zweet en ons bloed op de uitgeploegde akkers nauw spichtige halmen (doet rijzen: Waar 't eeuwig slaven, door rust nooit verzoet. De leden doet stijven, de haren vergrijzen. En gade toch en kroost van honger beedlen moet. Wij ijlen naar 't Westen, naar 't maagdlijke land. Waar vruchtbare akkers wenken; Die 't zaad jen dat neerviel uit dartiende hand Verduizendvoud herschenken. Vaarwel, armlijk Europa ? waar en havens en ree. Verzand en verlaten, slechts beedlaars zien kruipen (en kwijnen; De schepen onttakeld, ontwend aan de zee. In de oogen des handlaars slechts rouwteekens (schijnen. Wier aanblik 't wigt verzwaard: van 't plettrend , (hartewee. Wij ijlen en zeilen naar 't bloeiender oord, Waar duizenden van schepen Uit oosten en westen, uit zuiden en noord De schatten binnen slepen., Vaarwel, waanzick Europa i met uw nietig gebral Op rangen en titels, door 't erfrecht aan 't nak roost 1 (gegeven; Waar aanzien meest gift is van 't blinde #eval, De smet der geboorte op verdienste blijft kleven. En de eedle burger wijkt voor 't baardloos jonkren(tal. Wij ijlen naar 't vrïjland, dat blauwt over 't meer, Waar vorsten burgers worden: ?Slecht} deugd geeft daar adel, verdienste en eer, n moed slechts ridderorden. Vaarwel, dweepziek Europa ! dat de liefde vergeet, Als broeders huns Vader met andre gebaren ver teeren. Waar heersehzueht, met schijn van den godsdienst (omkleed. Den ketter niet slechts uit den hemel durft weren. Maar hem ook reeds op aarde als slaaf der hel ver(treedt. Wij ijlen naar 'tvrijlaiid. waar niemand dan (ïod 't Geweten durft bespieden. De wetten aan allen het eigenste lot En d' eigen eerrang bieden. Vaarwel, duistrend Europa ! waar de wijsgeer ver(stomt Bij d'aanblik dos kerkers, die 't peinzen en zwoegen (zal looiien: Waar drukkunst in kluisters, door 't dwangjuk (gekromd. Het regt moet verguizen, verdrukking moet (kroouen. En op hare eigen schand een krassend hooglied (bromt. Wij ijlen naar 't vrijland, waar kerker noch boei Den denker stil doet zwijgen; De rups van tien persdwang niet knaagt aan den (bloei Van Wijsheids toovertwijgen. Vaarwel dan stervend Kuroop ! dat uw zwakheid (verhult Door kunsten der weelde, door windsels en tooisels (en vt-iven: l'ir tijd is verstreken, l'ir ronde rerrnltl. Wij i-luiten om onder het jmin niet te tttcrvcn. Waarmee tjij bij me val n~at leeft rerulettren snit. l) Wij ijlen naar 't halfrond, wiens bloeitijd begon. ?Xu alles hier .verdorde; Naar 't eeuwige godsplan Verhoogt daar de zon. line duisterder 't hier «t'orde. En heeft daar de zon ook eens haren kringloop (volbragt. En taant ze er na eeuwen bij 't grijzen van volken (en staten. Dan snelt weer ons nakroost, in 't duizendst ge(slacht. Euroop ! naar uw halfrond, dat wij nu verlaten, En dat na eeuwen rust. herrijst in jongelingskracht. Vaarwel dan. Europa! dra zinkt gij in t niet Om jeugdig te herleven; En 't wijkoord, dat ons nu Amerika biedt. Zult gij ons kroost dan geven. Toen .Boxman in den zomer van UW l uit zijn graf verrees, en hij, orn zich aart de nieuwe aarde te acclimatiseeren, aan boord van den Nautilus, die van haar waanzinstocht naar het barre'Noorden af had gezien, naar Amerika voer, merkte hij in zijn Paradijs, dat, volgens zijn berekeningen van vóór 100 jaar, nu wel de volmaaktste heilsstaat moest zijn, drie wonderlijke dingen op: (300 gevechtsvliegtuigen boven de hoofdstad 'van' een volk, dat slechts den vrede wilde. Een drooggelegd land. waar de alcohol meer misdadigers voortbracht dan ooit. En bandieten. in legers ingedeeld, die, uitgerust met machine geweren en pantserauto's, een geregelden oorlog voerden. En daar hij een scherpzinnig man was. achtte hij nu reeds den tijd gekomen om weer weg te snellen naar het andere halfrond. Maar hij kocht in een boekwinkel het Stervend Europa van Iwan Ci'oll en de schrik sloeg hem om het hart. Naar welk maagdelijk gebied nu de voet gericht? Sahara? Oobi? Kalahari? Neen; hij kocht den Nautilus oni er mee naar den Pool te gaan. Even buiten de haven van New-York stootte de onder zeeër lek, en Mr. Boxman stierf op den bodem der zee zijn tweeden dood. 1) Cursiceeriny van mij, D. B,. Zeist als Woonplaats* BOUWTEKHEIX TK KOOI* In het centrum run iflefst, aan «len verkeersweg Utrecht Arnhem, in de onmiddellijke nabijheid van het HaadhulH, de Hotel* Hermitage en Figl en het Slot van SKcl&t. Prachtig opgaand geboomte, stofvrije wegen, voorzien van rioleerlng, gas, water en clectrlcltelt. Kadere gegevens worden verstrekt door de N.V. PARK KEKSIIEIIGKX, Montauban«trout 4, Holst. Nieuwe uitgaven H. Kaal. Van Drie tut Zes. 'n Voorleesboek voor de kleintjes. Den Haay. G. 13. ran (?oor Zoncn's U. M. AT. V. Met platen van K ie Cruiner. Klaarblijkelijk is dit gezellige prentenboek vol plaatjes niet alleen bedoeld voor de heele kleintjes. die de geheimen van het a-b-c nog niet hebben ont sluierd, al zullen ze graag luisteren, als de lotge vallen van Jan en Marietje ze worden voorgelezen. Want de letter is heel groot, de woorden zijn. eenvoudig en door lettergreep-streepjes gemakkelijk leesbaar voor de oudere kleuters, die, dank zij goed-ver/orgd voorbereidend onderwijs gewoonlijk al voor hun zesde jaar zilf kunnen lezen. Het ver haaltje is naar Ligthart's trant, een vokomen weei-gave van de werkelijkheid: het regent en Jantje drukt zijn neusje plat tegen de ruiten. Marietje wordt een heel klein beetje door een auto aangereden en komt er zonder kleerscheuren af en ten slotte spelen ze samen gezellig bij moeder in de keuken. Er komen krentenbolletjes, n'tg kleinen*.kleuters en strijkijzer aan te pas. I U- laatste had de schrijver misschien beter kunnen weglaten: nu is er een klein Touche-a-touche-accentje ge komen, dat wat vei-ouderd aandoet. Al is. gelijk gezegd, de heer Kaal. een toegewijde l.igthartvolgeling. De plaatjes van Kie C'raiuer toonen bewegelijke kindertjes en jeugdige ouders, die als steeds, de lezers en toehoorders, zullen veroveren. A. den Hertny. De Xar van Jacalra. 'Den Haai/. (!. H. ran door Zoneti's f'.A/..V..V. (ieïll. d. J. H'. M. Wins. De schrijver is zonder eenigen twijfel een goed Nederlander naar oud-vaderlandschen trant. Bo vendien vei-staat hij do kunst oud-vaderlandsche heldendaden zoo te vertellen, dat onze democra tische tijd geen aanstoot behoeft te nemen aan het feit, dat de rijke kooplieden slechts profijt trokken van Indië's rijkdom, door het volk met gevaar voor hun eigen leven, zonder eenig winstbejag voor zich zelf, meegebracht. Immers de hoofdpersoon van dit verhaal Jean Jacques Mareaux, eenmaal Hofnar van Koning Hendrik IV van Frankrijk, van alle markten thuis en door de grillen van het noodlot als matroos aan boord van een Hollandschen koopvaarder naar Indiëgeronseld, onder staat 't, als onderkoopman, naar Holland terug keerend, den l foogmogenden deze waarheid, naar hofnarrige gewoonte, in het aangezicht te slingeren. Ditmaal zonder kwade gevolgen voor liemzèlven. daar dédeftige Amsterdamsche koopman, die het College van Zeventien der Oost-Indische Compag nie presideert, alweder dank zij Fortuna en Noodlot. zijn... .oorn blijkt te zijn.! Intusschen heeft de schrijver, gelegenheid gehad om dezen inderdaad zeer geestigen jongeman. die nooit om een antwoord verlegen is en zelfs in de. grootste perikelen nimmer zijn moed verliest, te hanteeren als werktuig ohi alle wetenschap over rónselaars, het barbaarsche zeeleven der 17e eeuw, ? de heerschappij der'Hollanders op Java. Jan Pietersz, ('oen, verraderlijke Spanjaarden. wreede I.manders e.d. te luchten, met het resultaat, dat we zijn belezenheid en zijn levendige schrijf wijze bewonderen, maar tevens vaststellen, dat dei-gelijke jongenslectuur uit den tijd en uit den booze is. Zoodat dit bock in de boekenkast van een Hollahdschen jongen niet op zijn plaats kan worden geacht. R O VAN OVEN Hu/ 7onilUfOn komen tot rust, kalUW C.CIIUWCII meeren en worden daarbij tevens gesterkt door het gebruik van Mijnhardt's Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten No. 2825 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 JULI 1931 UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE Zomervacantie 1931 door Annie van Rhoon U" ET pension". ??? ?*? Twee villa's" aan elkaar ge regen, met n naam Mary-Anna". Veelbelovend van goedmoedigheid, vertrouwen-wekkend die naam. Voor het huis, pardon, voor de villa's, achter een hekje de voortuin, 2 X 5 Meter netgeharkt grind met een gras randje. Tusschen de openslaande deu ren van de ne suite en het open slaand raam van de andere, waar de gasten al aan tafel zijn, de huisdeur, netjes bruingelakt. Het belletje rinkelt vriendelijk, een Do.-psch meisje met zwart japonnetje en wit. schortje, keurig", doet open. Hartelijk grijnst daarachter de juffrouw. De vloermat, de kokoslooper zijn onberispehjk. De slaapkamer, met Engelsch ledikant, witgehaakte sprei, waschtafel met formidabele waschkommen en dito kannen schtfnt van hetzelfde kaüber. In tegenstelling met de later ontdekte waarheid; * * De eetkamer". We gaan middagmalen. De juffrouw maakt excuses, 't Is een beetje Iaat ('t is kwart over zes), 't eten moest warm gehouden, ziet U". We knikken glimlachend, begrijpend. De tafel blikt ons aan, maagdelijk blank, voor iedere plaats een wit granieten bord, een lepel, vork en mes. Boven het bord een dessertlepel. Echt alpacca. Alles gloednieuw. Verder garnituur: l lepel voor de groente, l voor de aardappelen, l voor de pudding. Best, een blank niets. Dan maaltijden we. Ieder n granieten bord soep, halfvol. Echt. Dan n granieten schotel vleesch, vél doorzichtige plakjes, n granieten dekschaal kruimige aard appels, n granieten dekschaal spersieboontjes, n sauskom, ook graniet, niet inhoud en granieten sauslepel. Ten slotte pudding, Hollandsch recept, bibberend van maizena. Dit 7 maal gerepeteerd gedurende l week. Ontbijt melk, koek, ei, kaas (dun gesneden!), jam (huishoud-), 3 boter hammen per hoofd. Dit 7 maal gerepeteerd gedurende l week. Koffiedrinken, als ontbyt, 4 inplaats van 3 boterhammen, een granieten bord met schijfjes worst. Dit 7 maal gerepeteerd gedurende l week. * » * Het strand. Regen, storm, afgewisseld door rafels zonneschijn, waarin men" zich koestert, waarin men" het waagt de golven te trotseeren, waarin men" zelfs zonnebaadt. Een beetje bibberig, maar met wat goeden wil.... Totdat eindelijk de badsteden vacantièkrij gen. Niet allemaal. Want het pension, weet U! Waar men" zich terugtrekt. Men" van drie-hoog-achter", men" van soo'n lief woniukie'V de men" van de f esoendeUjke straat, die precies dezelfde ,,men"-allure8 heeft als de vroegere men" van voor den oorlog, TOE RIS De Reis naar de Poolstreek van DE GROENE AMSTERDAMMER" S. S. Sierra Cordoba", ViaScheveninfren Radio. 22 Juli; Maakten interessant uitstapje op IJsland. Autotocht Reykjavik. Passeerden het eiland Jan Mayen. Alle* wel aan boord. Bezoek aan Spitsber^en. Thans in Pool streek aangekomen. Zoo goed als geen zeexleken. Middelmatig weer. Veel ge noegen tijdens feestelijkheden op Sierra Cordoba. alleen met minder traditie en minder cultuur. Maar de witte schoenen en de onbe rispelijke pantalons, en de extraordinaire hoofddeksels ontbreken even min. Alleen rusten de badstoelen minder. Want men" is toch niet op een badplaats om thuis te zitten. Het ,.pension", weet U. Nee hoor, dat ete is niks hoor. Ik geef de mijne lederen morgen een flink bord gort. Watte boterammetjes.. .." Maar de regen klettert, en de storm loeit, 't Is zomervacantie 1931. Zelfs de meest uithuizigëbadgast geeft 't op. En de badstoelen kruipen bij elkaar, gezellig naar elkaar. En het ijskarretje geeft het op. Wie lust' er nu nog ijs. Zelfs men" niet. Men" zit in het pension. Hebt ud ie gekke' juffrou wel gezien, met d'r broek en d'r kimonotje. Hoe durreft 't mins" ! Spichtig dat ze ist" Wel voldaan kijkt de juffrouw, die altijd gort geeft, naar eigen meer omvangrijke beenen. Welgedaan is men", de vrouwen ver achten ganscheUjk de slanke lijn. Wat niet belet, dat.... De dancing" bloeit. Een temperamentvolle violist beeft de leiding van het strikje, met armen en beenen, met z$jn heele jf, de man, die vrouwenharten breekt. Goedmoedig bestrijkt de cellist zijn instrument, onbewogen betreden des pianisten vingeren het klavier. Een fox-trott, een two-step, zelfs een tango. Daar dansen ze, dikken en dunnen, ouden en jongen, de langlokkige bakvisch, de kaalhoofdige meneer, zalig. Met en zonder temperament. Meest zonder, 't Doet er niet toe. Toch zalig. Want buiten, 't is zomer 1931, slierten de regenvlagen, loeit de storm. Débad "-boot wacht op betere tijden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl