De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 25 juli pagina 3

25 juli 1931 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 7951 No. 282$ No. 2825 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 JULI 1931 f s» ) L, l De Tijd en de Heerenmode Teekeningen voor ^e Groene" door Harmsen van Beek ER valt weinig te loven over de heerenkleeding van de laatste halve eeuw. De heerenkleeding is na de Fransche revolutie steeds saaier en somber der geworden. In het eind van de vorige eeuw droeg een man, die ouder dan dertig was, een zwart strikdasje en sokken, die zijn vrouw had gebreid. Alles was van egale somberheid en yreugdelooze eentonigheid. Een'blauw pak gold en geldt in vele kringen nog voor netjes", dat wil zeggen, van rustige onopvallende distinctie, liet eerst kwam er wat levendigheid in dassen en sokken, liet begon met een wit pijltje op een zwarte sok en een effen gekleurde das, die vooral niet te hard van kleur mocht wezen. Toen werden beide bonter en bru taler. Deze twee zijn lang de eenige kleedingstukken gebleven waarin een man zijn lust en smaak voor kleur mocht botvieren en waar hij zijn ijdelheid op mocht uitleven. Men schikte zich gelaten in deze saaie gelijkvonnigheid en eentonigheid, al voelde men soms bij een eostuumstuk op het tootieel of een maske rade, wel even de dorre noargeestigheid er van. en al merkte iemand dan wel eens op. dat een koffie huis, met mannen gekleed uit den, tijd van Frans Hals er vroolijker uit zou zien. dat het aspect van een schuttersmaaltijd feestelijker was, dan van een heerendiner van nu. Vooral bij feestelijk heden zien wij, mannen, in het schoorsteenvegerspakje. dat smoking heet, er saai uit. als ons niet» dan zwart en wit is toegestaan. We verhoogen met zulke pakjes de kleurigheid van de kostbare kleeren der dames en geven die wat achtergrond. Het eeuwige argument, dat het netjes staat en deftig is, en bij een feest hoort, en dus daarom feestelijk is, verzwakt de critiek op deze kleeding. die toch eigenlijk geen critiek kan verdragen. De dames zijn er meer op gesteld, dat wij onze sinokings aantrekken, dan wij zelf. Het gros van de, mannen heeft aan smokings het land. Wanneer we ons echter eens een keer te buiten wat beter kleurt mogen gaan op een rostuumfeest, dan moeten we toegeven, dat dat ons Wel beter kleurt, maar het is toch wel erg ingewikkeld, met kanten lubben te loopen, met degentjes waar we geen raad mee weten, met sporen, die dreigen in de tapijten te haken. * ' * ' . '. - ? , ' ..*..'. Naar de dagen van Beau Brummel terugver langen doen we geenszins,' We troosten ons er mee. dat het weinig werk kost ze aan te trekken, en w*e lijden zonder mopperen in den zomer onder de warmte, en we worstelen zonder klagen met onze boordenknoopjes. en hebbon er weinig last van, dat we niet sierlijk en elegant zijn. Maar er is de laatste jaren toch veel veranderd. Er is toch wel veel meer kleur en lijn'en gewaagdheid gekomen. Maar dat is niet omdat we naar de dagen van Beau Brummel terug verlangen, («eenszins. En evenmin omdat we er zooveel ijdeler op geworden zijn. Maar dat is omdat de tijd het eischt. Niet,voor de avondkleeding, want die is luxe en de veranderingen zijn ontstaan door het Utiliteitsbegrip. En dat kan zich niet bezigheden met net heid, noch niet. waardigheid of deftigheid. Dat heeft zijn eigen eischen en zijn^igen initiatief. Dat stoort zich niet aan traditie, durft kleurig te zijn en brutaal van vorm. Dat durft rcchtsstreeks leelijk'te zijn, wanneer die leelijkheid vergoed wordt door het practischc. : In een auto. vooral in een open, kan men geen hoed dragen. Het ding waait weg. Men zet dus een pet op, en er is geen praktischer pet, dan een alpen mutsje. Waarschijnlijk ook geen leelijker en belachlijker, dat ronde lapje met bovenop een soort misplaatste Frans Halzen afgeknipt rattenstaartje. dat je strak over je hoofd trekt. Maar niemand denkt meer aan zijn waardig heid, als hij het op zet in zijn auto, ten einde zijn haar voor verwaaien te behoeden. Ken waardig rechter, een deftig notaris, een uitgestreken dominee zelfs zetten het op, zonder vrees belachlijk te zijn. en zelfs een statig grootvader met een lange baard kan men er mee zien. En nu dat zo») is, gaan we het ding anders bekijken, vinden dat het echt sportief staat, dat het een elegant jong mensch flatteert, dat het een gezellige jeugdige dracht in een auto is, dat een hoed met pluimen uit den Frans Hals tijd er absoluut onmogelijk in 20x1 we zen en een dophoedje er ook heel weinig op zijn plaats zou zijn. Zoo maakt in dezen tijd het praetische tallooxe Veroveringen, op de eentonigheid en saaiheid van onze heerenmode. Zoo eischt een motor een leeren pak. dat goed sluit en waar diverse patentsluitingen in open en dicht te trekken zijn. Zonder een leeren kleeding zou de motorrijder verkleumen, als hij hard reed, en alles wat versiersel aan zijn kleeding was, zou hem hopeloos om het lijf gaan wapperen en mis schien zelfs oorzaak van ongelukken kunnen zijn. Overigens ziet zoo'n leeren motorrijder er soms stoer en robust en aantrekkelijk uit in de oogen van een modern meisje. Vei-der breekt hij het aspect van saaiheid, een vormigheid en kleurloosheid, en als dat eenmaal gebroken is, kohu*n er nieuwe mogelijkheden vrij. zonder meer belachelijk te zijn r Zoo gaat mjpn al veel meer inzien, dat iuen zijn kleeding wat meer voor zijn gemak kan inrichten. Het Schillerhemd vindt genade voor den wandelaar tip warme dagen, de flanellen broek, die het uniform voor tennisspelers was, en aan het strand wel ge dragen mocht worden in helder wit, heeft als luchtige kleeding in vele kleuren ingang gevonden bij zomerweer, op caf.'1-terras in de stad, zoowel als buiten. De plus fours. over welks schoonheid in lijn zeer te twisten valt en "dief. om welke reden is me onbekend, want ik speel het spel niet), een bittere noodzaak schijnt te, zijn voor iemand die golf speelt, ziet men tegenwoordig vrijwel overal DOCTOR IN LETT. en QE8CH. (28 J., vlot «tylist, m. Journal. *rv.> ZOEKT WERKKRING. Kr. L. V. D2ÜKICARDÜ'B Adv. Bur. Amsterdam. dragen, en de stoffen zijn niet aan de stijve dessins; gebonden van onze eeuwige colbertjes, zoodat men kleuren en ruiten en, strepen ziet, als voor kortalleen een vrouw voor haar kleeding mocht kiezen. Dan is er de blazer. Het ideaal luchtig jasje.. Die triompheert in hemelsblauw en havanna en heeft zelfs gouden knoopen, iets dat herinnert. aan de achttiende eeuwsche salet jonkei's. Zouden onze deftige ouders en grootouders met hun zwarte/ dasjes en trouwpakken, die ze bij hun zilveren bruiloft nog droegen, niet huiveren bij het idee van zooveel ijdelheid bij een man? En. de pull-over, die warm en strak is, en allebewegingen vrij laat, en dessins vertoont en kleu ren, die van een hypermodern bouw- en sierkunsteniet aan stijve dessins gebonden naar konden afkomstig zijn, die alleen zijn be staansrecht aan het practisch-zijn ontleent, heeft niet de zwier en elegance van de dagen van Lodewijk XIV. maar toch een brutaliteit en kleuiv waar de mannen twintig jaar geleden van gerild zouden hebben, als ze zich zoo zouden moesten toetakelen. Zeer modieusc moeders, die vroeger, geenszins lang geleden, hun kinderen in matrozenpakjes staken, met ankertjes er op en een dasje dat er aanhing met een haakje, en een bandje'dat altijd los ging om het middel, beginnen nu hun spruiten in een overall te steken, in precies zoo'n overall als de chauffeur heeft, en de kinderen zien er aller aardigst in uit, scheuren zich niet en kunnen. tegen alle vuil, want als ze vuil worden staan ze nog aardiger. Kn zoo heel lang behoeft het niet te duren of de waardige rechter, de deftige notaris en de uit gestreken dominee zullen er toe komen om zich gerust in hun auto in een overall te wagen, als ze in een open wagen moeten rijden, zooals ze nu al niet meer voor een alpenmutsje terugschrikken. Hoogc boorden zijn opgeruimd, evenals stijve manchetten, in stijve boorden komt bedenkelijk de klad, alle kleuren worden, vrijmoedig gelanceerd in den zomer, en bij sport, en er is hoop, dat de eeuwige saaiheid uit onze kleedij wordt verjaagd, ook uit-het kantoorpakjo misschien wel; wie weet, uit onze f eest kleedij, hoewel daar het utiliteitsbegrip zoo erg ver van af staat, dat zijn invloed \iiterst zwak is en het gezonde verstand er dus ook maar heel traag zal doordringen. ARl Nieuwe Uitgaven Toerlslenkaart van Zwitserland. Deze nieuwe kaart op een schaal van l :Oi»ü.O(M> verschilt in zoo verre van de vorige uitgave, dat op de rugzijde een aantal kleine kaarten Voorkomt. De kaartjes hebben betrekking op sport, verkeer, vervoergelegenheden, sanatoria, kuurplaatsen, luchtyaartverkeer. golfplaatsen, jeugdherbergen, winter sportplaatsen en skihutten, .postaütodiensten in l>et gebergte, wateren, e.d. De Londensche Conferentie en het Crisisvraagstuk Teekening voor <& Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan De Publieke Opinie: En nou eerst een antwoord, vóór jelui er uit komt f" TOEGEPASTE KUNST door Otto van Tussenbroek Hij II. t*iinilt»i- on Konen 1 TV EN kleine, smakelijk en ook _J huiselijk ingerichte tentoonstel ling van werkstukken op het terrein der nijverheidskunsten werd gehou den op een der boven-Verdiepingen' van de bekende meubel-magazijnen «Ier firma H. Pander en Zonen te den Haag. Men trof <*r oude bekenden aan. maar ook enkele jongere talenten zooals Corrie Hartkamp, die zeer goexle boekbanden maakte in ge stempeld leder, o.a. een Jaarboek Nederlandschc Ambachts- en N ij verheidskunst (in rood met goud) en een boek over Venetië(iix blauw met goud) waarvan de belettering, zoowel wat de plaatsing als de zorgvuldige stempeling betreft, te prijzen viel. Alleen, me» zou een en ander graag wat meer doordrongen en gedrenkt willen zien van de nieuwere opvattingen, hetgeen eveneens geldt voor wat Mej. Timmerman Thijssen in zond. Het is alles onberispelijk en alles getuigt van goeden smaak, maar veel 'moderner is dat wat een buitenlandsche (een Koomeönsche kunstenaresse die in Holland schijnt te werken) laat zien: Mej. Onsca, Haar werk vertoont wel is waar fransche invloeden, maar uit alles blijkt een verlangen zich los te maken van de almachtige, over-oudetraditie, welke vooral in boekbindwerk zich nog steeds heel sterk schijnt te handhaven. Een andere inzending uit het bui tenland is o.m. een fraai van wol geweven wandtapijt door Alen Muller, met twee mensch figuren en twee herten, toon op toon in tinten van bruin en beige. Ik kan mij alleen moeilijk vereenigcn met de opstelling der ? gestalten in een hoek van vijf en veertig graden elkaar snijdend, -?_. ___ zoodat men het kleed op twee manieren kan op hangen, overlangs en overdwars wat overigens niet onpractisch is! Met genoegen zag ik het rijk gekleurde en tech nisch uitstekend verzorgde weef werk terug van Mej. Rie Knapper. Zij zond ook veel klee dingstukken in, evenals Mej. C. P. IVaaijcr, van wie een in Egyptisch vlechtwerk vervaardigde avomlmantel in cape-model opviel, uitgevoerd in zwart en geel. Van Picter van Gelder noteerde ik verschillende mooie vazen in glad afgedi-aaid koperdraad, een door hem gevonden geheel eigen werkwijze, waar bij de draden tegen elkaar vastgesoldeerd worden. Zij hebben een fraaie patine als van oud brons en een voornamen rustigen vorm, deze dingen d k» er waarlijk soms als opgegraven" uit zien., en toch modern kunnen heeten in den goeden zin. Hetzelfde beginsel wordt gevolgd in voorwerpen van, door een bepaald bindmiddel, saamgerold en gedraaid touw; ook doozen (met los deksel) en schalen van riet op dezelfde manier bewerkt, toonen opnieuw van Clclder's nimmer falende vindingrijkheid. Aar dig is vooral het in een effen kleur («wart of roodbruin) verven van het materiaal en het bij gedeelten daarna wegsteken, waardoor de eigen kleur weer te voorschijn komt. Dan was er nog het bekende kunstaardewerk van Mej. Verrijn Stuurt (naar' ik meen leerlinge van Nienhuis) terwijl beeldhouwwerk in diverse houtsoorten door B. Jordenu het ge heel verlevendigde. Mocht men nog eens' een derge lijke tentoonstelling houden dan zij aanbevolen wat meer saam te voegen dan thans geschiedde. Te veel werkt altijd onrustig, maar te weinig doet wat poover aan. De gulden midden weg zij ook hier aanbevolen !. . . . Ik mag nu tenminste fflUn sigaartje weer rocken ' Vraagt A Killen'* Mini. mum Nicotine, minimaal nicotinegehalte wetenschappelijk vastgesteld. Het lichtste en onschul digste op het gebied van «igaren denkbaar, toch heerlijk geurigen smake lijk. Alom verkrijgbaar

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl