Historisch Archief 1877-1940
v.
V
*
*w
F)e Groene Amsterdammer
<bc_xwcekblad voor Nederland
Kleine Advertentiën
50 cent per regel
Aanbieding
vóór Woensdag 10 uur
ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JITTA
Redacteuren: L, J. JORDAAN, F. G. SCHELTEMA EN
M. KANN. - Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM
- KEIZERSGRACHT 355, AMSTERDAM - C
Telefoon 37964
Postgiro 72880
Gem. Giro G, 1000
OPGERICHT IN 1877
No. 2826
ZATERDAG z AUGUSTUS 1931
LIJKVERBRANDING
door Prof. Mr. F. G. Scheltema
DE pers meldt, dat de Belgische Kamer van
Volksvertegenwoordiging een wetsontwerp
'heeft aanvaard, hetwelk de lijkverbranding toe
staat. Een inderdaad vermeldenswaardig feit,
dat aanleiding geeft, de vraag te stellen, of het
voor Nederland nu eindelijk ook niet eens tijd
wordt, de bestaande regeling op dit punt. die het
klassieke land der vrijheid van overtuiging geheel
onwaardig is. te herzien.
'$ Hoe staat het naar ons geldend recht met de
lij k verbrand in g':
Art. l lid l van de Begrafeniswet van 1800
bepaalt, dat elk overleden persoon in een gesloten
kist moet worden begraven op een begraafplaats.
In oen bekend arrest, door den lloogeii Raad in
11115 gewezen naai' aanleiding van de crematie
vun dr. Vailhinl - n van de voormannen der
crematiebeweging hier te lande werd beslist.
flut aan dit gebod niet wordt voldaan wanneer.
na crematie, de overgebleven asch wordt begraven.
De begrafenbwet. gelijk de Ilooge Raad die
m. i. terecht - uitlegt, verlangt dus, dat elk
overledene wordt begraven, en verklaart dus
doende de crematie ongeoorloofd. Weliswaar
besliste de Hooge Haad tevens, dat. ten gevolge
Van een verzuim van den wetgever, er in de wet
geen personen zijn aangewezen, die met de zorg
voor dat begraven zijn belast, en dat de wet
evenmin de handeling der crematie zelve heeft
.strafbaar gesteld, zoodat, als gevolg van een en
ander, crematie te onzent kan plaats hebben
?en, gelijk bekend, ook inderdaad geregeld plaats
heeft zonder dat de daarbij betrokken personen
met den strafrechter in aanraking komen, doch
<lit belet niet, dat de crematie in strijd met de wet,
en derhalve onrechtmatig is een handeling kan
?onrechtmatig zijn. ook al is zij niet strafbaar.
: " * * ?? . ?
?.-.-' ? * '
rDe eenvoudige consequentie van het voorgaande
is m. i., dat hoe eer zoo beter de Begrafeniswet
?op dit punt moet worden herzien. Wellicht zou
men daartegen willen aanvoeren, dat, ten gevolge
?van het bovenbedoelde verzuim des wetgevers,
?de zaak op dit oogenblik wel loopt, immers,
ondanks de wettelijke'regeling, die crematie onge
oorloofd verklaard, deze feitelijk ongehinderd kan
geschieden. Op verschillende gronden echter is
?deze redeneerïng onjuist.
In de eerste plaats is het een den wetgever on
waardige toestand, dat zijn regeling wordt ver
onachtzaamd doordien ten gevolge van een ver
zuim zijnerzijds de sanctie op die regeling ont
breekt; daarin berustende, kweekt, hij minachting'
voor de wet aan. Hij heeft dus in een dergelijk
geval de plicht om óf alsnog de noodige sancties
n de wet op te nemen, 'f, indien hij den bestaanden
toestand als juist wenscht te erkennen, zijn regeling
in dien geest te herzien.
In de tweede plaats: de handeling der crematie
moge dan niet strafbaar zijn, zij blijft, haar boven
werd betoogd, onrechtmatig, en van onrecht
matige daden heeft, in het algemeen, gesp roken, de
staatsburger zich te onthouden, ook al is op het
verrichten dier daden geen straf gesteld. Ik bedoel
daarmee niet hen. die tegenwoordig de crematie
verrichten of bevorderen, te laken: ik bedoel slechts.
te constateeren, dat zij, tengevolge van de tegen
woordige wettelijke regeling, voor een conflict
tusschen de wet en hun geweten worden geplaatst.
dat voor den nauwgezetten staatsburger ook
al is er dan in dit geval geen strafsanctie in het
spel toch altijd van min of meer pijnlijken aard
blijft.
Eindelijk valt te bedenken, dat de tegenwoordige
wettelijke ongeoorloofdheid der? crematie tot gevolg
heeft, dat. indien b.v. gemeentebesturen de neiging
mochten gevoelen, crematoria op te richten en
aldus crematie te bevorderen, hun desbetreffende
besluiten, als zijnde in strijd niet de wet. door de
Kroon zullen worden vernietigd. In dien zin
liet zich, zeer onlangs, de Minister van Justitie
in een schrijven aan B. en W. van Hilversum
uit. En weliswaar is tot dusverre het op 4 April
1028 door den Amsterdamschen raad genomen
besluit, strekkende om B. en W. uit te noodigen
,,de noodige voorstellen in te dienen tot voorbe
reiding van de stichting van een crematorium met
columbarium opeen aan te leggen algemeene be
graafplaats binnen deze gemeente" tot dusverre
door de Kroon niet vernietigd, doch dit besluit
strekte dan ook slechts tot voorbereiding van een
later definitief besluit. Tot vernietiging van iulk
een voorbereidend besluit bestaat, ook al oordeelt
de Kroon de lijkverbranding te zijn in strijd met
de wet, weinig aanleiding; die aanleiding zal
eerst ontstaan, wanneer te zijner tijd de raad
werkelijk tot de stichting van een crematorium
mocht besluiten. Welnu, indien alsdan
middelerwyl de Begrafeniswet niet mocht zijn gewijzigd,
zal m. i. dat besluit stellig worden vernietigd.
Uit een en ander volgt, dat wijziging der Be
grafeniswet inderdaad dringend noodzakelijk ia.
Tenzij natuurlijk, men het standpunt mocht willen
innemen, dat in de toekomst crematie in ons land
niet behoort te worden toegelaten. Haar ik kan
mij moeilijk voorstellen, dat voor een dergelijk
standpunt in ons parlement een meerderheid
zal zijn te vinden. ' ,
Men weet, dat bij een belangrijk deel van ons
vojk tegen de crematie bezwaren van godsdienstige».
INHOUD:
4.
5.
l. Prof. Mr. F. O. Scheltema, Lijkverbranding.
2. Mr. A. C. Josephus Jitta, Treub.
3. Floris Vos, Veilig verkeer Joh. Braakensiek,
In de AmsterdamscHe WetHoudersbakkerij.
L. J. Jordaan, Bioscopy.
L. J. Jordaan, Duitschland's herstel Dr. J. W.
Wynacndts Francken, Boekbespreking.
6. Jan van Nijlen, FranscHe boeken.
7. Dr. Jac. P. Thijsse, Uil de natuur Mr. Frans
Coenen, Kroniek.
9. Dr. Jan Romein, Een einde en een begin.
10?11. Otto van Tussenbroek, Kerkelijke kunst.
12. Nico Rost, fran: Ka/ka.
13. Paul Bromberg, Berlijnsche Bouwtentonnsttlling.
Dr. R. Feenstra, Tikblaadjes.
C. A. Klaasse Remise?
Uit lift Madschrift \>an Jantje Mr. E. Elias.
Boekbespreking,
J. Slauerhoff. Escale. teekeninnen Jonr Henn
r. d. Velde.
20. Lftterraadsel Cluiri\aria.
Omslag: Spelproblcrnen.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Stims»n's gering succes.
14.
15.
17.
10.
Viooltjes
Voortreffelijke
chocolade in den
vorm van viooltjes.
Een specialiteit.
RINGERS
Lei op den naam !
jiard bestaan. Hoewel het velen anderen waartoe
ik mij reken -?niet goed duidelijk is, in hoeverre
het uit hoofde van godsdienstige overwegingen
verschil kan maken, of het stoffelijk omhulsel
van den, niensch na zijn dood op de ne dan wel
op de andere wijze wordt vernietigd, dient met
deze . bezwaren natuurlijk te wórden rekening
gehouden in dier voege, dat men niemand mag
dwingen, in strijd met zijn godsdienstige over
tuiging te worden gecremeerd. Maar dan mag
omgekeerd toch eenzelfde liberaliteit worden
verwacht met betrekking tot de gevoelens van hen
die, eveneens op grond van een krachtige innerlijke
overtuiging, wenscheu, dat na hun dood hun lichaam
niet aan de vernietigende krachten der aarde,
maar aan die van het vuur wordt prijsgegeven. De
tijden, waarin de meerderheid meende, haar in
wendige overtuiging te vuur on te zwaard aan de
minderheid te mogen en te moeten op leggen,
zijn gelukkig voorbij: daarvoor in de plaats is
getreden het inzicht, dat de wetgever, waar J dat
mogetijk is, de innerlijke overtuiging der burgers
heeft te eerbiedigen. Zoo is het gegaan op het
terrein, van de geloofsvrijheid, van de onderwijs
vrijheid, van den dienstplicht, van don
verzekeringsdwang; er is geen enkele reden, waarom ook op
het terrein der crematie deze verzoenende en ver
standige gedragslijn niet zou worden gevolgd.
Moge daarom het voorbeeld onzer' Zuiderburen
spoedig ook hier navolging vinden.
t.