Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN i AUGUSTUS 1931
No. 2826
Wethouder Treub na zijn benoeming
tot professor
(1896)
Mr. Treub tot de Wetenschap :
Eindelijk al f een!
Prot. Mr.'M. W. F.'TREUB
T X Prof. Mr. M. W. F. Treub heeft ons vaderland
?* een burger verloren, die in de vele betrek
kingen en ambten, welke hij bekleed heeft, werk
zaamheden van zeer verschillenden aard heeft
verricht, die alle het stempel droegen zijner zeer
bijzondere persoonlijkheid.
Zijn cursussen tot opleiding voor
het notariaat, zijn colleges over staat
huishoudkunde, zijn politieke rede
voeringen, zijn wetenschappelijke ge
schriften, zijn daden als wethouder
van Amsterdam, als Minister van
Landbouw, Handel en Nijverheid en
,als Minister van Financiën, zijn acti
viteit als voorzitter van den Onder
nemingsraad voor Nederlandsch
Oost-Indië, waren origineel van opzet,
zij lokten luide instemming en felle
critiek uit, Omdat zij wei-den geken
merkt door grondige kennis, klaarheid
van behandeling en niet het minst
door een hartstochtelijke oVertuiging.
i # *
Het moge waar zijn, dat de ge
meenteraad van Amsterdam hem mede,
buiten de voordracht om, tot
hoogleeraar heeft benoemd om den lastigen
wethouder kwijt te raken, zijn colleges
en zijn geschriften gedurende de korte
periode van zijn professoraat, hebben
beweïen, dat hij deze wetenschappelijke onder
scheiding waard was.
De critiek, die Troub zich in die jaren zijner
jeugd op Pierson heeft veroorloofd, lijkt ons thans -t
in veel opzichten ongegrond. Economische weten
schap en sociale politiek hebben zich, niettegen'
staande de felle critiek van Treub, ontwikkeld"
langs de wegen, die Pierson heeft aangegeven, en
in de geschiedenis der Wetenschap zullen de
zwenkingen van Treub op den duur slechts kleine
afwijkingen beteekenen.
Treub heeft tegenover Pierson een dieper
ingrijpende sociale politiek bepleit, een minder
dogmatische theorie van den handel en de handels
politiek, een ruimere begrenzing der economische
wetenschap, sociale economie" in plaats van
staathuishoudkunde".... had Treub aan het
eind van zijn leven de gelegenheid gevonden
do balans van zijn wetenschappelijke overtuiging
op te maken ditmaal niet gebaseerd op theore
tische bespiegelingen, doch op zijn eigen, levens
ervaringen zij zou hem, als ik mij niet bedrieg,
een beeld hebben vertoond, dat slechts zeer weinig
verschilde van wat hij, 40 jaav tevoren, in Pierson
zoo heeft gecritiseerd.
* *
Treub's politieke overtuiging heeft in den loop
van een halve eeuw vrijwel alle schakeeringen
doorgemaakt tusschen uiterst radicaal en zeer
behoudend. Aan de oprechtheid zijner overtuiging
kon men echter nimmer twijfelen.
Op de vraag hoe het kwam, dat zijn politieke
overtuiging, naar den maatstaf der publieke opinie
gemeten, zich zoo wijzigde, placht hij te ant
woorden: Ik ben niet veranderd, maar de om
standigheden zijn veranderd."
Op de begrafenis van Struycken stond ik naast
Treub. Ik ^vertelde hem, dat Struycken als pro
fessor vrij radicale denkbeelden verkondigd had,
doch dat hij later naar mijn oordeel veel behou
dender was geworden. Ook Struycken placht te
zeggen, dat hij niet was veranderd, doch de andere
menschen en de omstandigheden. Treub viel mij
spottend in de rede: ,,üat zeggen wij allemaal."
Men heeft desniettemin betoogd, dat er n
logische ontwikkeling in deze zich wijzigende
politieke overtuigingen' was te vinden. Het
Vaderland heeft geschreven: Treub was altijd door
een verlicht despoot. De N.R.f't. xrerkte
daarenj
Het Nieuwe Ministerie
Amsterdamsche Enakskinderen
(1896)
schap zijn rijk geweest aan daden, die getuigden
van zijn regeerkracht. Noch voor de kuiperijen
der Amsterdamsche concessionarissen, noch voor
de felste actie van handel en industrie, noch voor
den hoon der arbeidersorganisaties, die hem
scholden voor een reactionnair, ging h'ij uit den
weg, wanneer hij van oordeel was, dat
Vlands belang van hem eischte zich
te verzetten of in te grijpen. De ge
wone hokjes en de gebruikelijke etiket
ten zijn niet geschikt voor mannen
van dit kaliber.
Ons land heeft in de halve eeuw.
die achter ons ligt, diepzinniger ge
leerden opgeleverd, dan M. W. F.
Treub, standvastiger politici en
meerbezonnen staatslieden, maar ev is in
die periode niemand aan te wijzen.
die en als geleerde, n als politicus.
n als regeerder, zooveel verschil
lende problemen heeft aangevat en
nader tot de oplossing gebracht en
die zoozeer als Treub elk van die
werkzaamheden kleur, glans en be
zieling wist te geven door zijn geniale
persoonlijkheid.
A. C. JÓSEPIUJS JITTA
Savórnin Lohrnan Molens
Idenbtirg
Troelstra
Treub
Kolkman
Heemskerk
(1918)
De katten en de heete brij
HOOFIEN'S ROOMBOTER
WORDT SPECIAAL BERBID
tegen op, dat Treub, altijd door een radicaal was
gebleven.
De psychologische verklaring is geloof ik déze,
dat Treub gaarne inging tegen de algemeen gang
bare overtuiging. Zijn scherpe en critische geest
zag de gebreken, van wat in een bepaalde periode
voor waarheid gold, oerder dan anderen en zijn
strijdlustige natuur noopte hem die critiek te
uiten. Hij was de publieke opinie altijd ten minste
10 jaar vóór.
' * *
? ' *
Meer dan zijn wetenschappelijke geschriften
en zijn politieke evolutie geven zijn daden als
regeerder Treub aanspraak 'op de dankbaarheid
van ons volk. De 7 jaren van zijn Amsterdamsch
wethouderschap en do 4 jaren van xijn
ministerNieuwe Uitgaven
De eerste illustratie in de jongste
uitgave van W. J. Thieme en Ciéte.
Zutphen stelt voor: roodkapje en de wolf'?en dan
zijn wij thuis. Gebroeders Grirnm's sprookjes zijn
opnieuw uitgegeven, naverteld door Does de Laise.
Het boek is geïllustreerd met platen van Curt
Liebich, De uitgever Wilde zeker op een koopje uit:
bestaande clichés uit 'een Duitsche uitgave werden
benut, zoodat de Hollandscho teekenaars geen
kans kregen. Wat het gevolg heeft, dat op een
enkele plaat de Duitsche tekst is blijven staan.
GARDÊ-MEUBLES DEN HAAG
BATENBURG & FOLMER
HU IJ OENSPARK 22, T g U. 11 O 3 O
BI III) ka T*rl«van-V«rxorglng - Oarantia
11
t*.
GROENE AMSTERDAMMER VAN i AUGUSTUS 1931
(\ ~\
V
VEILIG VERKEER fn de Amsterdamsche Wethoudersbakkerij
door Floris Vos
ALLERWEGEN wordt ons den goeden raad
gegeven om de veiligheid bij het verkeer in acht
*e nemen. De wijze echter waarop dit moet
Bespieden is niemand duidelijk en zoo zijn er die
meenen het te moeten zoeken in de verlaging van
de maximum-snelheid, hoewel in Engeland de
maximum-snelheid werd afgeschaft met het ge
volg, dat het aantal verkeersongelukken niet toe
nam; terwijl er anderen zijn, die het meenen te
moeten zoeken in vervolmaking, beter gezegd in
aanvulling der verkeersvoorschriften en daarbij
vergeten, dat by de formeele regeling van elk
geval ook de mogelijkheid om de voorschriften en
verordeningen te ontduiken toeneemt. En zoo
blyft het bg den goeden raad zal Jantje voor
zichtig zijn?"
Maak u hierover geen illusies. Jantje is niet
voorzichtig. Mijn Jantje niet, uw Jantje niet,
neen geen enkel Jantje.
Heeft er wel eens ooit iemand oen goeden raad
opgevolgd ?
Is er in de wereldgeschiedenis oen geval voor
gekomen, dat een volk of eon persoon tegen eigen
overtuiging in deed, wat een ander met ervaring
hem raadde?
Om op Jantje terug te komen: wanneer we hem
in den trein zetten met den bekenden raad om niet
uit het portier te hangen zonder inroeping van
steun van conducteur of welwillend mede-reiziger.
dan bestaat er groote kans, dat Jantje niet bij zijn
wachtende tante arriveert, want laten wij het
maar kort zeggen: het zijn de vreemde oogen die
wij te hulp roepen waar Jantje respect voor heeft.
Zoo staat het ook met de Jantjes die ..Veilig
Verkeer" op het oog heeft: de Automobilisten.
Zij, waarmede ik bedoel de overgroote meer
derheid. , kennen het gevaar niet en ze voelen
niet de voorzichtigheid als plicht, als noodge
dwongen, onaangename, van buiten opgelegde
plicht. Rijdt hun wagen geen 100 tot 120 K.M.
per uur bij een gewicht van over.de 1000 K.G.?
Weten zij wel welk een ontzaglijke kracht er
schuilt in zoo'n lichaam, dat met betrekkelijk
geringe wrijving een dergelijke snelheid ontwikkelt ?
Ja, de wagen haalt op den rechten weg ISöen'neemt
bochten met 90 en weegt 1500, dat is hetgeen
ze weten en daarbij blijft het. Ze weten niet van
hoe betrekkelijk onbetrouwbare technische con
structies ze afhankelijk zijn. Z.e weten en ze
voelen het niet en zullen het nooit leeren. Men
brengt niet alle automobilisten, die ons land heeft.
de elementaire begrippen van de natuurkunde zoo
goed bij, dat ze er van doordrongen zijn. Men brengt
ze niet bij, dat ook hun wagen geen uitzondering
maakt op de wetten der natuur. Dat deze wetten
geen uitzondering kennen. Men brengt ze even
min bij, dat de menschelijke tegenwoordigheid
van geest een zeer wisselende eigenschap is.
Dat niet ieder mensch op elk moment tot dezelfde
prestaties van snel en juist reageeren geschikt en 'in
staat is. De weg van déovertuiging ??en daarom
gaat het hier is niet de juiste weg om het doel:
vermindering van verkeersongelukken, te bereiken*
* * ' ? '
? * ?
De wog, er is er maar eon, om te bereiken.
dat de voorzichtigheid als plicht worde gesteld.
als onaangename, bezwarende, lastige plicht.
Ik zeg met opzet, een onaangename plicht, omdat
eigenlijk elke daad ,een last wordt zoodra het
plicht is. En hoezeer ook voorzichtigheid voor
enkelen of velen een karakteristieke eigenschap is.
de daden van de voorzichtigheid zijn voor ieder
een last. zelfs in zekeren zin een beschamende last.
Al te vaak verwart men voorzichtigheid met
angst, of liever men verbeeldt 'zich, dat anderen
dit doen en dit geldt zeker voor het meerendeel
der automobilisten.
IIYNENBURG MUYS
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
Het nieuwe baksel
Het gevoel van snel kunnen heeft tot natuurlijk
gevolg, de lust tot snel willen, maar men vergeet.
dat noch tegen de natuur, noch tegen de techniek
valt te vechten. We moeten deze aanvaarden.
zelfs zonder ze grondig te kennen, zoo grondig,
dat we er geheel en te allen tijde van zijn door
drongen. Napraten over wie de schuld had, helpt
niets, neen, slechts de consequenties van de
onvoorzichtigheid moeten afschrikkend werken. In
wezen heeft, :?alle onbeholpenheid van den voet
ganger, fietser, voertuig met paard, ten spijt.
altijd de sterkere de schuld. Hij is het die de
afmeting van de aangerichte schade bepaalt en
juist daarom kunnen de gevolgen niet zwaar genoeg
drukken.
Waarin moeten deze gevolgen bestaan?
Ten eerste in strengere straffen voor de roeke*
loozen.
Ten tweede in betere bescherming der slacht
offers.
Ten derde in het voorkomen van herhaling.
* *
*
Aan de eerste hierboven genoemde eisch is
gemakkelijk genoeg te voldoen, zelfs zonder wets
wijziging, daar de tegenwoordige strafwet vol
doende ruimte aan den rechter laat om de straf
maat in overeenstemming te brengen met het
delict.
Eveneens is dit het geval met de tweede eisch.
Hiertoe is noodig, dat worde ingevoerd de ver
plichte verzekering voor schade aan derden zooals
die bestaat in de Skandinavische landen, al dient
er hierbij op te worden gewezen, dat noodzakelijk
wijziging plaats vinde in de premiebepaling, daar
het niet aangaat om alle automobilisten over
een kam te scheren. Nu het motorverkeer voor
het overgroote deel nuttigheids-verkeer is geworden
is het onnoodïg en onredelijk den kostprijs te
verlïoogen door 'allen gelijk te belasten. Want lej,'t
niet de chauffeur met een langen diensttijd en
een schoonen conduite-staat de
verzokeringmaatschappij geheel andere risicos op dan de nieuweling
of de man. met het groot aantal ongelukken? Een
dergelijk billijke regeling zal als het zoover komt
wel wat voeten in de aarde hebben, want het 'duurt
in den regel zeer lang eer de verzekerin g-maat
schappijen zich hebben aangepast aan de omstan
digheden. Men zie slechts, om maar een voorbeeld
te noemen, naar de wanverhouding die er bestaat
tusschen de berekende levensduur, waarop bij
de levensverzekering-maatschappijen de premie
wordt vastgesteld en de werkelijke levensduur
.volgens welke de uitkeeringen worden uitbetaald
SCHAKEL l
il
11-17* AMSTERDAM |
cm don naar maat
Bij ons verkrijgbaar N.R.V. MONTA SCHOENEr ~'.\
en het merkwaardige is. dat deze instellingen nog
prat gaan op deze voor hun alleszins voordeelige
incongruentie door er in hun
propaganda-geschriften ophef van te maken. Klaarblijkelijk lezen de
verzekerden deze propaganda-geschriften en jaar
verslagen niet en verzekeren de aandeelhouders
hun leven niet. maar beleggen hun dividenden.
Het zou echter een klein kunstje zijn een onder
linge verzekering in het leven te roepen die op
billijke wijze de lasten verdeelde.
En nu ten slotte. Ook aan de derde eisch is te
voldoen door intrekking van het rijbewijs
vor-langen tijd na het veroorzaken van een ongo?^ ..
door roekeloosheid. Dit zou zuiverend werken op'
het corps van benzine- en olieverbruikers.
In deze helpt waarschuwen als thans door
..Veilig Verkeer" geschiedt niets. .Slechts de
harde noodzaak zal menigeen er van terughouden
andereu en zichzelf onherstelbare schade te be
rokkenen.
-l'
KLEEDJES
\
\ ... ^