De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 1 augustus pagina 6

1 augustus 1931 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

r Tl J L ERNE K E L IJ K E UNST Muurschilderingen en Glasversieringen door Joan Collette V St. Elisabet's ziekenhuis te Leiden Jlmlerne kerkelijke kunst van Joan C'ollette HET is wel zeer te betreuren.dat jaarlijks aan zienlijke bedragen worden besteed aan de versiering en verfraaiing der katholieke kerk gebouwen, zonder dat daarbij voldoende aandacht wordt geschonken a.an de kxmstwaarde van hetgeen men voor deze bedragen verkrijgt. Juist waar dagelijks groote groepen geloovigen in uiterst ont vankelijke stemming (immers h»t kerkgebouw als zoodanig leent zich door zijn bijzonderen aard bij uitstek om Ivunst tot de menigte te brengen!) om ringd worden door religieiise beel den,wand en vensterschilderingen, kan in de Kerkelijke Kunst een enorm belangrijke factor schuilen in cultureel opzicht, doch helaas: nu-n kan in dit ver'cand nog steeds, ondanks dc« hardnekkige pogingen en aansporingen van hen die beter weten of nu-er kunstzin bezitten, van uitzonderingen spreken.... CJeen wonder dus dat de/e uitzonderingen des te sterker op vallen, ook ten onzent! Een der jongeren hier te lande die zich óp dit zeer bijzonder terrein deiToegepaste Kunst verdienstelijk maakt is Jou n Colletle, een veel zijdig begaafd talent, eenmaal leerling van Jan Toorop, wiens invloed hij echter geheel heeft weten te over winnen door zich een eigen stijl en opvat ting te verwerven. Nu heeft een kunstenaar die zijne gaven in hoofdzaak dienstbaar maakt aan het kerkgebouw hot zeker niet gemakkelijk. Hij is minder vrij dan wie ook... een heilige tra ditie en een eerbiedwaardig oude overlevering snijden hem voor een deel den weg naar veinieuwing af.. . De nauwe betrekkingen niet de Liturgie, welke in wezen de traditie getrouw bleef, dwingen hem i f "v r ? H ri, f! «. DOOR OTTO VAN TUSSENBROEK tot een gebondenheid, welke zoos,!s Collette zelf het heeft geformuleerd, aan de Kerkelijke Beel dende Kunst.de tank oplegt: < de Heilige Liturgie to omringen terwijl zij harmonisch en rythmisch die Liturgie vergezelt.. .." In dit licht beschouwd is dus de kunstenaar geen vrij man meer die de persoonlijke ontroeringen van het hart weergeeft en tot uitdrukking brengt, hij is een dknjnde en naar het mij voorkomt (het klinkt waarlijk ietwat paradoxaal!) zal hij des te vrijer zijn al naar mate hij zich meer van zijn * ? -l gebondenheid bewust is; zal zijn persoonlijkheid dés te sterker blijken, al naar mate hij zijn werk sel der Architectuur verantwoord dient te zijn, doch al wat daarin wordt aangebracht staat onder dezelfde Wetten «ener gebondenheid, waarin alles doorweven is van grootscho en heilige gedachten. Dit nu heeft Collette volkomen begrepen, maar zijn verlangen ging aldoor naar vernieuwing uit. De Kerkelijke Kunst was doodgeloopen in eene verstarring, waarin slechts plaats was voor het alledaagsche en het is' juist zijn verdienste daar tegen een strijd te hebben aangebonden, waarin hij in een gezond eigen-belang (want hij vocht immers voor zijn eigen kunst-inzicht!), ook over de gansche linie het algemeen belang diende. ,Daar is natuurlijk hard werken, veel teleurstel ling en veel volharding voor noodig om sterk in de schoenen te blijven staan, maar de pvertuiging, het goed recht aan zijn kant te hebben, vergoedt De Beyard" St. Jozef s kerk Enschede 99 doordrenkt weet van een zeker collectief begrip d.w.z. de overtuiging een der velen te zijn wier verlangen neigt vooral gemeenschapskunst te ge ven, kunst waarbij men niet zoozeer vraagt naar wien de maker is, doch welke door haaj* eenvoud en, klare taal tot een ieder aanspreekt en niet langer iets vreemd» of bijzonders lijkt, doch veeleer iets heel gewoons en volkomen onmisbaars. Maar dan ook in het gewone toch weer door de daarin tol' uitdrukking gekomen gedachten ongewoon en' verheven, boven het leven van eiken dag uitrij-' zende als iets dat in schoonheid den beschouwer gelukkiger maakt.... Deze taak acht Colette m.i. terecht, grootscher en belangrijker dan de vrije overgave. Hij heeft het geluk zijn weg te hebben gevonden en het zij gezegd,-het is een goed teeken dat in Nederlan"-P de gesaghebbenden meer en meer gaan inzien dat het niet langer rangaat de kerkgebouwen met allerhande karakterlooze dingen te ,,tooien" welke een doorn in het oog zijn van allen die kunstzin en goeden smaak bezitten. ? Dit is van des te grooter beteekenis, omdat niet alleen aesthetiseh het kerkgebouw als voortbrengMaastricht veel. Zwaar is soms ook het verwerkelijken van, nieuwe opvattingen op een gebied, waarin het oude zoo machtig is.... Moeilijk dikwijls ook het overtuigen van opdrachtgevers van inzichten die indruischen tegen de algemeene geldende opvattingen, doch gewoonlijk is het feit dat men zich tot een vernieuwend talent als Collette wendt wel beslissend en laat men hem, voorzooverre dit mogelijk is», wel de vrije hand, hoewel het voor komt, dat er heel wat overredingskracht noodig is eer een bepaald ontwerp tor definitieve uitvoering wordt goedgekeurd. Er zijn gevallen dat ter wille van het gekozen beginsel en do goede zaak gered werd wat te redden viel.... * .« * Hoewel de muurschilderingen (in Keimsche mineraalverven), en de glasschilderingen (dus glas waarop de beschildering wordt ingebrand) eenzelfde hand verraden, zoo leest men toch in beide uitingen een zeker verschil af. Colette schijnt in eerstgenoemde werkstukken in nog sterkere mate dan in het glas zijn verlangen naav eenvoud to kunnen verwe zenlijken, een .verlangen dat beheerscht wordt door een op zettelijke (doch niet opzettelijk aandoende!) primitiviteit. Men kan dit toetsen dooi- bijv. xijn wandschildering van den trinmpliboog van De JJeyard te* Maastvieht (welke zeer hoog geplaatst is, waardoor zijn werk, breed gehouden, op afstand berekend werd) te vergelijken metdedétail.s voor de glazen, van de St. Jozef te Enschedé. Ook hot tafereel van het pries terkoor in Maastricht is hiervan een treffend voorbeeld (vier nieter breedte beslaande en 'ter plaatse geschilderd) waarin j kleur en vorm doordrenkt zijn van hetzelfde principe: zoo eenvoudig mogelijk eene bepaalde gedachte tot uitdrukking te brengen langs moderne wegen. * *' CJoed is ook hetgeen Colette bereikte in ven ters van het St. Elisabeth Ziekenhuis te Leiden. In de hal zijn drie groote ramen (aangeboden door oud-patiënten bij de inwijding"van het gebouw in l DUO). Even als in al het andere werk van dezen kunsteS*. Elisabeth's ziekenhuis te Leiden naar reikt het zeer oude aan het allernieuwste en al is onze tijd een tijd van zoeken, zoo kw&nun toch weder in het vele. dat hij mocht maken, zekerheden aan de orde. Welke er toe bijgedragen hebben hem in eigen kring de opdrachten te schenken zonder welke geen talent zich naar volle vermogens kan ontwikkelen, wanneer het gaat om dienende eigenschappen. Juist liet besef van dit dienende bleek Voor Collette uitermate en, dat is dan tok de' beste kant van zijn zoo vrucht baar talent. is tue,De Beyard" Maastricht ^ \ Ifiïjfjr

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl