De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 8 augustus pagina 3

8 augustus 1931 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

V' ?( l l A h DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 AUGUSTUS 1931 No. 2827 r"| ET nieuwste park dat Amsterdam bezit heeft een andere strekking dan het Vondel-, Ooster of Westerpark. De laatste zijn bestemd voor hen, wier resteerende of ontkiemende levensvreugde t gevoed kan worden met een buurpraatje op een bank, witte zwanen, een hoepel en een bal. Om streeks den tijd dat deze parkbezoekers 's avonds de oogen sluiten, worden ook de hekken gesloten. Zooals de naam kan aanduiden is het Lunapark om geopend te worden op het tijdstip dat de andere buiten gebruik worden gesteld. Teekeningen voor de Groef ie Amster dammer" door Harmsen van Beek * * Dit park bij maanlicht blijkt in een dringende behoefte te vooi-zien van alle Amsterdammers, wier leeftijd varieert tusschen die van de categorien, waarvoor de andere bestemd zijn. Nadat zij hun behoefte aan dringen, bij den ingang, ruimschoots" hebben botgevierd, vallen zij uitgehongerd aan op stoom caroussel. luchtschommel, cake walk en ander lang ontbeerde kost. De kost koste wat kost; A" rouw T,u na laat zich haar ver leidingen goed betalen. De geadverteerde spreuk ..allos kost een dubbeltje" blijkt gebaseerd te zijn op een gemeenschappelijk ondernomen handelwijze dezer kooplieden in rythme en lawaai, waarbij zij de winst uit de kortheid der ritten moeten halen. Eerder dan in duurdere draai- en zwaaigelegenheden vroeger gebruikelijk was, ont vangt men de por van de ophalende juffer, als teeken dat de nieuwe rit begonnen is. Anders zoudt ge het niet hebben bemerkt dat het ding stil staat. Als ge ten minste de goede kennisvierder zijt of liever als de partnerin van de juiste kwaliteit is. Want kcrmisvieren wordt veelal koppelsgewijze ondernomen, waarna men zich aansluit bij andere paren. Maar ook groepsgewijze valt het vermaak te waardeeren. Voor bridge en dansclubs is het een zeer aan te bevelen doel van potverteren. Men behoeft elkaar en zich zelf geen oogenblik te vervelen en er zijn vele schiet- en werptenten om elkaar complimentjes te geven of de loef af te steken. De Amsterdammers die sinds het Ainstelveld en de Entos niet in de gelegenheid zijn geweest in Laren, Weenen of Coney Island de ontwikkeling der kermisti'chniek te volgen, zullen hun oogen en hun ledematen"*niet kunnen gelooven bij het bezoekenJvanJCocktaii enjandere^paleizen, waarin met hun vaardigheid en waardigheid gespot wordt op een wyze welke niemand het in zijn hoofd zou moeten halen hem honderdvoudig verzacht aan te doen. Een gansch onwillekeurige natrilling van een duw die in de achterste gelederen ontstaan is. brengt de man die zich vooraan in de file voor het loket van de Lunaterreinen bevindt tot de razernij en hij wendt zich om, om dat betaald te zetten. Nog geen half uur later betaalt 'hij gewillig oni onder hoongelach gebeukt, geschopt, gekneusd te worden. te laten ontrukken, waarvoor ge allerhande ge waarwordingen kunt deelachtig worden, die ge van verre als scheepsromp meent te hebben waar genomen. Andere voortschrijdingen van de techniek zijn vast te stellen in inrichtingen waar ge getond, gerold, geschaafd, gezwaaid of bespoten kunt worden; bij onbestuurbare auto's; bij een zweefgetouw, waar de toeschouwers die naar boven blikken, hemelsche gevoelens bekomen. De traditioneele lachspiegeldoolhof is thans ge combineerd met een buffet, waar tegen separate betaling, voor hen die na deze zelfbespiegeling nog lust mochten gevoelen om te weten wat er verder van ze terecht zal komen, enveloppen met toe komstvoorspellingen beschikbaar zijn; voor de anderen bier, van even goede kwaliteit als de voorspelling. In Lxinaparkhcrstellingsoorden kan het evenwicht hersteld worden, dat in de bewegelijke gelegenheden geschokt is ge worden; in de poffertjeskraam, waar de gordijntjes tv doorzichtig zijn om liet. evenwicht andermaal kwijt te raken, waar deshalve nasmeulende 1niuklusten\<'1P He tusschensohotjes worden gekoeld;' in bier en broodjes vloesch en wafclctablis sementen en op een binten terras waar gp rustig temidden der kermisgolvcn en gera niums kunt zitten. Formidabele autobussen brengen u naai de tramgrens van de stad. ergens bij spoorwegboomen. terug. U en mij en onze soortgenooten; goed en goedkoop. De bussen van de (Jemeente daarentegen goedkooper en slecht. Sommigen loopen, herinneren zich de romantisch^ reputatie van den Diomerdijk en de Kruislaan, waar men vroeger de kennismaking van de stoomcaroussel voortzette. * # * Om gegadigden een vergeef schen loop te besparen: de Diemerdijk is als zoodanig onbruikbaar gewor den. Offer van het moderne verkeer.... a'V.'. '%:,*? , Voor zelf-analyse is hier een groot arbeidsveld. Met meded oogen, met ontzetting, met moédelooze machteloosheid dat ge niet te hulp kunt snellen, staart ge naar den scheepsramp, die zich tusschen de touwen van de Cocktail afspeelt. Misschien zijt ge'nuchterling en praat ge u zelf in, dat ge zoo gek niet zult zijn om daar in te gaan. Om het even l eenige minuten later dringt ge mee, om u door een jonge dame met madonnablik in haar oogen en commercieele woorden in haar mond een dubbeltje No. 2827 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 AUGUSTUS 1931 Moderne Muziek en Muziekpolitiek door J. S. Carmiggelt DE hedendaagsche muziek is een zaak van strijd, eerder dan van contemplatie. De acceptatie van de nieuwe vormgeving der nieuwe idee eischt de overwinning der geestelijke traag heid van een geslacht. De beteekenis van de muziekpolitiek neemt in zulke perioden afme tingen aan, die meer dan eens een bedreiging voor de gezonde uitgroei der aanwezige kiemen vormen. Zoo kan een reactionnair beleid van belangrijke muziek instellingen een ernstige weerstand zijn, doch ook aan de positieve zijde van de barricade dreigen, wat dit betreft, gevaren. Onder degenen, met een open oor voor de nieuwe muziektaal, zullen er weinigen zijn, die de beteekenis van Willem Pijper als componist niet zeer hoog stellen. Dit is een zuiver artistieke kwestie, die uiteraard geen partijstelling toelaat. Het muziekpolitieke vraagstuk gaat in dezen slechts een rol spelen, wanneer men zich gaat afvragen, hoe de artistieke beteekenis van Pijper in dienst kan worden gesteld van den strijd om de erkenning van de nieuwe muziek. Er zijn er die meenen, dat daarom de opvattin gen, werken en persoon van Pijper op alle plaatsen waar vraagstukken van hedendaagsche muziek ter sprake komen, desnoods ten koste van andere (eventueel tegengestelde) opvattingen, werken en personen, als de eenig juiste naar voren moeten worden gebracht. Zij willen den strijd voor de nieuwe muziek niet verzwakken door van onder ling verschil van meening in het kamp harer apologeten naar buiten te doen blijken. Daarom lijkt het hen voor de zaak van de nieuwe muziek nood zakelijk vóór alles een eenheidsfront tegenover de reactie te handhaven. Een op sociaal-politiek ge bied bekend en beproefd principe, waarvoor zeer veel te zeggen valt. Een belangrijke voorwaarde ? is echter m.i., dat binnen het kamp, dat met een eenheidsfront naar buiten optreedt, een gezonde democratie heerscht. En deze vooi-waarde is in de Pijpergroep" niet vervuld. In plaats van democratie heerscht daar een Pijperdïctatuur. Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben" is een stilzwijgende overeenkomst tus schen Pijper en zijn profeten. Ook hier doet zich het conflict tusschen het artistieke en het poli tieke aspect der dingen weer pijnlyk voelen. Artistiek gesproken spreekt het van zelf, dat de componist Pijper, met uitsluiting van alle andere, in de onfeilbare juistheid van zijn gekozen normen gelooft. De fanatieke eenzijdigheid is inhaerent aan elke innovatie (denkt aan Debussy's en Berlioz's critisch werk) en objectiviteit is gelijk aan steriliteit, maar wanneer de zuiver per soonlijke zienswijze van zoo'n innovator als een soort partijprogram een wapen wordt in den muziekpolitieken strijd en gehanteerd wordt door adepten, die de adequate creatieve potentie missen, dan kan dat tot ernstige misstanden leiden. Wanneer zoo'n groep zich monopolie heeft weten te verwerven van elke voorlichting van het buiten land inzake de hedendaagsche muziek in Neder land en de officieele erkenning der kwaliteiten van Pijper deze in de oogen van critieklooze buitenstaanders een meer dan evenredige autoriteit verschaft, dan wordt de verantwoordelijkheid grooter dan dat zij, door een, op eenzijdige sub jectiviteit gebaseerde, groep, zonder gevaar voor .djg muziekcultureele belangen van ons land kan !V«iaJen. gedragen. Personen en stroomingen drei gen stelselmatig to worden veronachtzaamd en tegengewerkt. (Denkt aan de antithese: Brahms Bruckner). De publieke opinie dreigt ten aanzien van, uit een ander muziekbesef voortkomende, Ktroomingen~ongunstig te worden beinvloed en de vreugde om de groeiende^waardeering^van een V.^OSSEM VACANTIE 1931 Teekening voor yyde Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan Goddank! Eindelijk buiten het gewoel des levens. we rustig over de crisis praten!" nu kunnen belangrijk hedendaagsch kunstenaar blijkt door een aantal zorgwekkende nadeelen te moeten worden getemperd. Paul P. Sanders schrijft in het Juli-nummer van De Muziek" een opstel getiteld: Mo derne Muziek en Dilettantisme", hetwelk gelezen na het bovenstaande overwogen te hebben, een zeer helder licht werpt op de muziekpolitieke toestanden in ons land. De zeer lezenswaardige opmerkingen over dilettantisme worden n.l. plotseling in verband gebracht met de Xederlandsche Vereeniging voor Hedendaagsche Muziek. Een wijze van betoogen, die mij doet denken aan den student, die brieven aan zijn oom steeds placht aan. te vangen met eenige bladzijden vriendelijke informaties naar den gezondheidstoestand van de huisgenooten, terwijl de hoofdimpuls pas op de laatste bladzijde bleek; Kunt U mij vijfen twintig pop leenen?" Als bewijsmateriaal meent de heer Sanders voldoende te hebben aan hetzelfde materiaal, dat de impressario'a (zij het dan in averechtsche zin) gebruiken, n.l. losse citaten uit courantenrecensies. Niet omdat de menschen die aan het streven der vereeniging hun krachten geven (Ruyneman, Lichtveld, Badings, Vredenburg, Glastra van Loon, e.d.) zulke impotente lieden zijn, maar eenvoudig omdat hier onaf hankelijk, op eigen initiatief zonder het fiat van den grooten man aan de zaak der nieuwe muziek wordt gewerkt, wordt hier gesproken van dilet tantisme. Dat in dit verband de vereeniging?Kunst in intiemen Kring", welke zich ten doel stelt jonge reproductieve kunstenaars vooruit te helpen, wordt genoemd pleit niet voor de nauwgezetheid, waarmee do heer Sanders de kwestie, waarover hij den staf meent te moeten breken, heeft be studeerd. Internationale uitwissëlingsconcerten zonder de inmenging van de Nederlandsche Sectie van de International Society for Contemporary Music zijn volgens den heer Sanders iets ongerijmds. Echter zoolang de I.S.C.M. bestaat werd door de Nederlandsche Sectie nog nooit iets van den aard der Muzieklyceumconcerten en de hier bedoelde Nederlandsen- Oostenrij ksche uitwisselingsconcer ten ondernomen. v Ten'slötte is het artikel van den heer Sanders geheel en al negatief en als zoodanig waardeloos voor de zaak, welke hij pretendeert voor te staan. Want belangrijker dan de ongemotiveerde klei neering van het streven van ernstig willende kun stenaars is dit streven zelf, ook al betreft het on bevoegden", in de in bovenstaande zin geinterpreteerde beteekenis van het woord. POLROGER&C^ LE CHAMPAGNE EN VOGUE JAGER GEBUNGS HAARLEM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl