Historisch Archief 1877-1940
L^.^^ljirv'vJ-> ...
v 1
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 15 AUGUSTUS 1931
No. 2828
No. 2828
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 15 AUGUSTUS 1931
l
Waar staat Amerika?
door Dr. Jan Romein
HET is met de kennis der
internationaal.politieke verschijnselen in meer dan un
opzicht zoo gesteld als met de metereologie.
Geen van beide wetenschappen" heeft te klagen
over gebrek aan gegevens om verwachtingen
op te bouwen, veeleer ontneemt bij beide de
veelheid en verscheidenheid van het beschikbare
feitenmateriaal ook aan de meest nauwkeurige
voorspelling de zekerheid, die noodig zou 'zijn
om er zijn daden naar te richten. En hiermee
houdt de overeenkomst nog niet op. Ook de
politicologie" kent, evenals de weerkunde,
bovenen onderstroomingen, waarvan de eene factoren
In zich bergt, die op langen, de andere die op korten
termijn werken en het gevolg is, dat twee overigens
competente beoordeelaars .ondanks de grootst
mogelijke nauwgezetheid bij hun onderzoek tot een
totaal verschillend resultaat kunnen komen, omdat
?zij, schijnbaar over hetzelfde verschijnsel sprekend,
inderdaad zich ieder een andere plaats en zelfs
een ander object van waarneming hebben gekozen.
Als voor alle wetenschap trouwens geldt dus
ook voor die van de politiek die weliswaar nog
geen Wetenschap in den strengen zin is, maar
het toch moet worden en die men juist daarom
zoo wetenschappelijk mogelijk dient aan te pakken
dat men zijn vraag zoo nauwkeurig mogelijk
stelt, voor men met zijn onderzoek begint. Hadden
alle schrijvers over de jongste
internationaalpolitieke ontwikkeling deze volstrekt niet opzien
barende stelregel tot richtsnoer genomen, dan
zou de verwarring in de opvattingen wel niet ver
dwenen, maar toch veel minder groot geweost
zijn, dan zij thans is en dan zou men ook eerder
doorgedrongen zijn tot wat ons het eigenlijke
probleem van de kwestie schijnt; wel te verstaan
voorzoover zij niet een Duitsche, maar een inter
nationale aangelegenheid is, n.l.: waar staat
Amerika?
, ** *
Wat Frankrijk en Engeland betreft, behoeft
men zich die vraag n*l. niet te stellen, of, zoo. men
het al doet, is het antwoord veel eenvoudiger.
De positie, zoowel van Frankrijk als van Engeland
tegenover de Duitsche financieel-politieke crisis
immers is ia hoofdtrekken klaar. Gegeven eenmaal
de ernst dier crisis concentreert zich bij beide
mogendheden het hoofdmoment van hun
belang? stelling in hun vrees, dat de acute verscherping
van de ellende van het Duitsche volk zich in een
links-of rechtsradicale revolutie zou kunnen ont- '
laden. Beide zijn daarom tot hulp aan de Duitsche
regeering geneigd, maar daarmee houdt de tref
fende overeenkömstigheid van standpunt tusschen
. Frankrijk en Engeland dan ook op, om plaats
te maken voor een even treffende tegenstelling.
Frankrijk wil zijn fmantieéle hulp niet bieden,
tenzij daar politieke concessies van Duitschland
tegenover staan, die de Fransche hegemonie over
Midden-Europa buiten kwestie stellen. Meer dan
ooit staat, om het in n woord te zeggen, Frank
rijk op den bodem van Versailles. Doch juist
omgekeerd toont Engeland meer dan ooit neiging
dien bodem verlaten te zien en juist in Duitsch
land een Europeesch steunpunt te zoeken, tegenover
den wassenden Franschen vloed. Vandaar, dat
Frankrijk geen leening aan Duitschland wil
toestaan óf het moet een Fransche zijn, terwijl
Engeland Duitschland wel helpen wil, mits de
leening maar een internationale zij, omdat het
een Fransche niet wil en een Engelsche" niet
kan bieden. Op die Fransch-Engelsche tegen
stelling is, gelijk overigens bekend, het heele
leeningsplan gestuit en heeft de Londensche
Conferentie zich met het magere resultaat moeten
tevreden stellen, dat men zooveel mogelijk Duitsch
land met rust zou laten, d.w.z. de credieten op
korten termijn niet opvragen. ,
* *
Maar nu de Vereenigde Staten, waarom het ons
in dit artikel te doen is. Tuon Hoover zijn hulp
actie begon, zag het er naar uit, alsof het
Amerikaansche standpunt het dichtst bij het Engel
sche stond en die schijn werd versterkt, doordat
het Franrijk was en niet Engeland, dat het oor
spronkelijke Hoover-plan verstoorde. In werkelijk
heid echter bleek het al spoedig, dat de Engelsche
belangen, laten we voorzichtig zeggen, al evenmin
met de Amerikaansche strookten als de Fransche,
ja, wanneer men zich van de Engelsche belangen
goed rekenschap geeft, blijken deze door een
toevallige constellatie wel is waar het meest in
overeenstemming met het algemeen belang, maar
zijn zij tevens op dit moment het minst voor ver
wezenlijking vatbaar. Immers wat wil Engeland
en wat moet het willen? Een herziening van het
heele schulden- en herstelvraagstuk, maar Amerika
wil evenmin van een herziening van de schulden
regeling hooren als Frankrijk van een herregeling
van de herstelkwestie. En waarom wil Engeland
beide kwesties herzien? Het is indertijd tot een
schuldenregeling met Amerika gekomen, waar
door het naastbijliggencl doel: het herstel van
den gouden standaard en daarmee de hand
having van Londen als finantieel wereldcentrum
bereikt is, maar die het heeft moeten betalen met
een tienjarige industrieel^ crisis, waarvan het
de funeste gevolgen pas goed is gaan gevoelen
door de nu welhaast twee jaar heerschende alge
meent» economische crisis. En evenals de regeling
van de schuldenkwestie is die van het herstel
vraagstuk een blok aan Engelands been geworden,
omdat zij op den duur louter voordeelen voor
Frankrijk bleek te bevatten. Engelands streven
tot herziening van beide kwesties heeft het echter
op en na de Londensche Conferentie onvermijdelijk
in een geïsoleerde positie gebracht, zoowel tegen
over Amerika als tegenover Frankrijk en de
aanvankelijk Engelsch-Amerikaansche samenwer
king doen omslaan in wat practisch een
FranschAinerikaansche moet worden. Op den duur kon
het ook niet anders komen dan zoo, omdat de
heele constellatie van de wereldmachten nu eenmaal
deze is, dat het Amerikaansche en het Fransche
wereldrijk de twee eenige zijn, die geen
aanrakingsen dus ook geen wrijvingsvlakken hebben. Of
Hoever dus bij het lanceeren van zijn actie oor
spronkelijk aan een Engelsch-Amerikaansche sa
menwerking gedacht heeft, is een punt van
betrekkelijk ondergeschikt belang tegenover de
weldra gebleken normale" groepeering van Frank
rijk met Amerika, de beide eenige financieel door
slaggevende machten.
» *
*
Deze regels ?» aren reeds geschreven, toen de
bladen het bericht brachten, dat de juistheid
van het bovenstaande schijnt te bevestigen: het
bericht n.l. van de Fransch-Amerikaansche
leening aan Londen, waarin elk voor 25 millioen
pond zullen participieeren. In het licht van deze
mededeel ing blijken nu ook de aan Henderson
toegeschreven woorden, dat een Duitsch mora
torium ook een Engelsch moratorium zou
beteekenen, volstrekt niet overdreven; de goudont
trekkingen aan Londen door Parijs en in mindere
mate door New-York blijken doel .getroffen te
hebben en de profetie van verleden jaar van
prelaat Kaas dat de Duitsche Simson, tot ver
twijfeling gedreven, ook zijn tegenstanders zou
meesleepen" begint, voor wat Londen betreft, reeds
bewaarheid te worden.
AMSTERDAM DIN HAAQ
ROTTERDAM
MUSKIETEN
T U L L E
l. B O M.
? REED
PER MTR.
o.65
KLAMBOE
VOOR KINDERBEO
VOOR 1 PERS.
LEDIKANT
Heel de wereld en Duitschland in de eerste plaats
weet nu, dat het niet in Londen om hulp behoeft
aan te kloppen, maar in Parijs en New-York, en
dat het daar die hulp ook kan krijgen, op de
voorwaarden natuurlijk, die het den helpers zal
believen te stellen. De heele situatie duidelijk af
te teekenen uit de volgende cijfers omtrent de
goudreserves van de verschillende landen, die ik
aan een Duitsch bericht ontleen: einde 1913 Duitsch
land 4180, Engeland 4881, Frankrijk 5887,
Ver.Staten 7937 millioen mark, tegenover Mei 1931:
Duitschland 2456, Engeland 3107, Frankrijk 9150.
Ver.-Staten 20150. Deze cijfers zijn vooral be
langwekkend, omdat zij laten zien, dat de ver
mindering der goudreserves van Londen een
strooming op langen termijn" is, die door de
jongste gebeurtenissen niet veroorzaakt, maar
slechts verscherpt is. Die verscherping blijkt uit
een staatje, dat de Eng. Economist" in zijn
nummer van l Aug. geeft, waar de Juli-cijfers
der verschillende goudreserves (door ons tot
marken herleid, om ze vergelijkbaar te maken)
als volgt worden opgegeven: Ver.-St. 18.9UO,
Frankrijk 9320, Engeland 2040, Duitschland 1320.
Hoe de Ver. Staten en vooral hoe Frankrijk aan
dit goud gekomen is, is een hoofdstuk op zich
zelf, dat hier niet aan de orde is, en waarmee
men boekdeelen zou kunnen vullen, indien de
cijfers zelf niet reeds boekdeelen spraken. De
Duitsche crisis heef t opnieuw aan het licht gebracht,
dat de achteruitgang van Engeland, hoe langzaam
óók, toch een van de blijvende factoren is, waar
mee men bij een beoordeeling van de wereld
situatie rekening dient te houden. In het econo
mische zijn de Ver.-Staten, in de Europeesche
politiek is Frankrijk de doorslag gevende factor
geworden. Daarom zal de Amerikaansche in
menging in de Europeesche aangelegenheden
niet verder gaan dan Frankrijk wil en zal
Frankrijk niet verder kunnen gaan dan Ame
rika wil. Haar bijzonder belang ontleent deze
stelling, indien zij juist is, aan het feit, dat
, het deze constellatie is, die, tenzij inmiddels zeer
ingrijpende wijzigingen zullen plaats hebben, de
voornaamste politieke gebeurtenis van de komen
de maanden, n.l. de ontwapeningsconferentie,
zal beheerschen. Langer zal zij vermoedelijk echter
ook niet duren, omdat het wel als vaststaand
aan te nemen is, dat Frankrijk niet zal willen
ontwapenen, omdat het niet durft te ontwapenen,
terwijl Amerika zijn Europeesche beleggingen
omgekeerd slechts veilig waant in een Europa,
dat niet jaarlijks een 4.5 milliard gulden aan
militaire uitgaven besteed. Derhalve mogen we
ook aan deze Fransch-Amerikaansche samen
werking ,niet anders dan een ondergeschikte'
beteekenis toekennen, hetgeen niet wegneemt, dat
zij, op dit moment, vooral voor de positie van
het Britsche Rijk, van 'groote en zelfs dreigende
beteekenis schijnt.
WIJ SPELEN
REVOLUTIE
door Herman Wachter
UIT «Ie geschiedenisboeken leerden wij het
verlangen om op de drempels der historie
te mogen staan. Had ik in de dagen van Caesar
over het Forum mogen wandelen, mocht ik de
intonatie van Cromwell gehoord hebben, iemand
achter mij hooren fluisteren: daar gaat Fouché",
een kus gedrukt hebben op het kleed van Rosa
Luxemburg, de vlam aanschouwd hebben in de
oogen van Lenin ! En menigeen van ons wordt
avontuurlijk genoeg om alle brandpunten der
contemporaine historie af te reizen. Ik ken iemand
die met alle geweld Ilaagsche Hopjes wilde
brengen aan Mussol ini, en erin slaagde ook; anderen
schonken zich met hart en ziel aan Rusland.
Er is iets groots in, tegenwoordig te zijn bij
de geboorte van een staat; en geen gelegenheid
is zoo goed om een blik te werpen in de nationale
ziel" als het moment waarop deze, gelijk een Fenix
uit haar assche herrijst.
Maar door voorbarigheid kan men ook daarbij
tuch teleurstellingen oploopen. Wie bijvoorbeeld
naar Spanje gaat om er een pasgeboren republiek
te ben onderen, dien vergaat het als het knaapje
uit het sprookje, dat niet griezelen kon: je ziet
heel andere dingen dan je verwacht, dingen die
noch met de bloedigheid der stierengevechten,
noch met de herinnering aan een Fransche commu
ne, noch met onze ietwat romantische voorstel
lingen van een omwenteling" het minste te
maken hebben. De omwenteling is een pennestreek
en de republiek een nieuwe postzegel. Tenminste
voorloopig.
Ik waag het een reeks toevallige waarnemingen
voor symptomatisch te houden. Hoe leer je
anders een land kennen?
Op een der strategische punten, te Barcelona,
tijdens de kritieke dagen van havenstakingen en
schietpartijen op straat, passeer ik met een vrouw
een groot gebouw, zwaar bewaakt door een zeer
militanten schildwacht in groot tenue. In bewonde
ring voor zijn strijdhaftigheid struikelt de dame
bijna, maar nog voor ik haar kan vastgrijpen
is de 'militair uit de wacht gesprongen en biedt
haar zijn behulpzamen arm. Men behoeft slechts
te trachten zich.een soortgelijke gebeurtenis voor
te stellen op de kleine steentjes" te Amsterdam,
om tot de erkenning te kunnen komen dat een
Zuidelijke republiek inderdaad geen Noordelijk
koninkrijk is. Maar het bewijst ook, dat de
Spa.antsche hoffelijkheid nog steeds een gewichtiger
levensfactoris,dan de oplossing der Catalaanschc kwesties.
Barcelona hangt vol aanplakbiljetten, welke
aanmanen tot een nationalistische keuze bij het
referendum. Zij beginnen allemaal met den aan
roep: Catalanen!"
En de groote standbeelden van vorsten en mo
narchen dragen alle een vlaggetje in hun voegen
gestoken. Ze zijn niet omlaag gehaald, en zullen
wel eeuwig blijven staan, terwijl de vlaggetjes
reeds verregend en verkleurd zijn.
Een republiek die met bloemen is uitgeroepen,
vertelde mij iemand, die er den eersten dag al was.
In het openbaar wordt er weinig geredeneerd
over politieke zaken; de Spanjaard houdt zich
groot tegenover vreemdelingen en bewaart zijn
decorum tegenover volksgehooten. Een gesprek
in het Castiliaansch over zulk een onderwerp
begonnen, stuit onherroepelijk af op de zwijg
zaamheid van den aangesprokene, die zich overi
gen» volkomen rustig en zelfs schijnbaar indolent
loont.
De nuance» Verschillen echter. De Majorkijnen,
«?ilauders die in hun isolement karaktertrekken
hebben, welke aan Britten doen denkeu, toonen
y.ich een graadje vinniger in hun uitingen. Ze
hebben er evenmin als de Catalanen behoefte aan
om zich republikijnsch te toonen, maar ze
demonstreeren wel hun genoegen in de afschaffing van
V.F(OSSEM
OCöUTCVARinA
Het nieuwe Koloniale Paviljoen
Teekening voor >3de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
Als een Phoenix uu zijn asch vzrrezsn.
het koningschap. In h\in sniuuige taal hoort ge op
trambalcons gesprekken als de volgende, tusschen
een man van dertig en een jongen van twaalf:
En heeft de voetbalclub Alfonso XIII
(Majorka schrijft futbol") het Zondag gewonnen?
Wij hebben uu een andere naam, mijnheer.
Is 't niet jammer voor zoo'n koninklijke
naam? (?un nombre real".)
- Onze hond heet nu zoo uidneer.
Dan is die naam geen penning waard.
(?non vale un real".)
Algemeene hilariteit op het trambalcon, en
denkelijk niet alleen om de nette calembour, die
duidelijk voelen laat, dat het publiek in ieder
geval zijn zilveren real" naar waarde weet te
schatten.
De puinhoopen van een koninkrijk? DéReal
club de regata" heeft op haar vereenigingsgebouw
het eerste woord van haar benaming laten w
gbeitelen. Nu staat de titel er asymmetrisch op, en
het koninklijk" is nog steeds leesbaar. Parti
culieren gaan verder; het groote hotel Reyna
Victoria" heeft het koningin" gewitkalkt, en
heet nu doodgewoon: Victoria. Alleen haar auto
mobielen, die het nog niet noodig hebben
overgelakt te wordtin, dragen nog de oude naam.
De plechtige hoogmis, die byna uitsluitend
door vrouwen wordt bijgewoond, welke zich
voortdurend allersierlijkefc bewuiven met hun
waaiers, wordt niet meer besloten met het aldus
gebruikelijke gezang voor den koning, zoo min
als met een gebed voor de republiek. De kerk
weet opportuun te zijn en af te wachten, zelfs
op Majorka, waar geen kloosters verbrand werden
en de geestelijken zich ook niet meer vertoonen
dan noodig is.
Wanneer de republiek geconsolideerd is, krijgt
de president heusch wel zijn gebedje, ....en
anders: Alfonso mocht eens terugkeerent
Purol in Uw Koffer!
Dan zijt gij in Uw vacantie tegen zeer veel ongemak
gewapend. Tegen verwonding en ontvetting,
smetten en doorzitten, stukke voeten en door
zon verbrande buid.
Een deel der republikeinen zou men ook als
achterlijk kunnen beschouwen. Ongewild bracht
ik het hotelletje van een kleine plaats in opschud
ding, door een brief af te geven, gefrankeerd met
een postzegel van Alfonso, uit de stad, waar ze
reeds een blauwe opdruk hadden van de onschul
dige woorden Republïca Espaflola."
Niemand had zóóiets nog verwacht, en men
vond het even vreemd als het samengaan van
monarchistén en communisten in hun strijd tegen
dérepubliek. Een tiental oorlogsschepen patrouil
leerde rondom het eiland; des avonds dansten de
matrozen met de meisjes van de stad. Die der
onderzeebooten waren het meest getapt. Op
standelingen, reactionnairen en stokers bleven
onzichtbaar. De zon scheen even magisch als
altijd door de heerlijke ramen van de kathedraal.
Een Majorkijn raakte enthousiast toen ik wist
dat varken in het Majorkijhsch porc" heet,
gefijk in heel Frankrijk. Die castilianen noemen
het cerdo", zei hij verachtelijk.
Soms lijkt de historie een spelletje; vooral als
je er te dicht bij staat en de travesti en schmink
der acteurs kunt merken, en zien dat de meeste
coulissen van bordpapier en zeildoek zijn.
NV ARNHËMSCHE HYPOTHEEKBANK
HYR KAPITAAL BESCHIKBAAR
DIRECTIE M? 5J.VAriZuST-M?J.F.VERSTEEVEM
r