Historisch Archief 1877-1940
No. 2828
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 15 AUGUSTUS 1931
1 7.,
13.
I
de
?a;
RUST EN ONTSPANNING
IN UW
VAjCANTIE
zoekt gij in het
binnenof buitenland. En alles
wat U verveelt of ver
moeit, laat ge achter,
behalve het weekblad
De Groene Amster
dammer". Dat is het
eenige wat onze lezers
zich van al hetgeen, dat
dagelijks in de brieven
bus wordt gestopt, laten
nazenden, omdat het
weekblad ook in de
zomermaanden een
aangename en nuttige
ontspanning brengt, die
den geest verfrischt,
zonder te vermoeien.
Het saaie, het drooge,
het vervelende van iederen keer hetzelfde....... .M neen,
daar wil de vacantieganger niets van weten; dat zit hem
elf maanden van het jaar dwars. Een adverteerder, die
ook in de zomermaanden zijn doel wil bereiken, adverteert
dus in het weekblad De Groene Amsterdammer",
waarvoor wij geen extra kosten van den adverteerder
vragen, die sommigen misschien door onze uitzonderings
positie gewettigd zouden achten. Ons devies is:
Het geheele jaar door de beste
? ? ? ? ? ? . ? - «F ? ??' . ? ? . . ' ? . ; .
voor denzelfden prijs i
Beiaard en Beiaardier
door Wouter Paap
HET klokkenspel ia ontstaan uit
klinkend waarschuwingsteeken.
In do buurt van de groote
uurslagklok hing men een paar, zwakkere
bellen op, dio van te voren werden
aangeslagen om to signaleeren: het
uur is om, zoo dadelijk slaat de
klok! Het waarschuwend geklingel
van deze klokje» noemdo men den
voorslag". Ambitieuze steden, die
zich een zekere Weelde konden ver
oorloven, breidden het aantal klokken
in den toren zoodanig uit, dat er een
muzikalen" volzin op gespeeld kon
wórden. Dit was dq wekkering". n
daaruit zijn in het bloeitijdperk der
Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden
de meer dan honderd klokken spelen,
groot en klein, ontstaan. Zooals Itali
in, de 17e eeuw zijn uiterst consciënti
euze en klankgevoelige, vioolbouwers
had, waren de Nederlanden in dien
tijd bevoorrecht met een aantal ge
niale klokkengieters. Du gebroeders
Frans en Pieter Hemony vooral,
Lotharingers van geboorte, werkten
in ons land van 1041 tot 1078 met
koortsachtigcn ijver en een groot
aantal prachtige klokken en klokken
spelen, afgestemd in zuivere reeksen,
welluidend en mathematisch verant
woord in hun verhouding van grond
toon tot boventonen, werden uit
hun werkplaatsen versjouwd tot boven
in du torens wijd en zijd, om daar,
bestemd voor eeuwen, storm en zon
trotseerend, ver uit te klinken over
stad en land.
Toen de Gouden Eeuw verstreken
was en het er den tijd niet meer
naar was om op deze gigantische,
luidklinkende apparaten de gevoelens
van nationalen trots en stedelijke
eigenwaarde (elk klokkenspel was im
mers een surplus aan welvaart) vrij
moedig en uitbundig uit te spelen,
raakten langzamerhand de klokken
spelen in staat van verwaarloozing.
Klokkenisten werden schaars bezol
digde ambtenaren, die slechts eenige
malen per jaar de torentrappen be
klommen om volgens een vergeelde
instructie plichtsgetrouw den trommel
to verstoken. De voorslag deed zijn
plicht als voorbereider tot de trage
uurwerksïagen en het lag geheel in
den geest van de 19e eeuw, waarin
dc« diepzinnig boek- en grondwaarts
gerichte blikken gevel en toren
spits niet meer bereikten en de muziek
in vale zalen bij kunstlicht werd
verfilosofeerd om van een klokkenspel
geen andere functie te verwachten
dan die eener sleurige utiliteit.
* *
?
1881. De oude klokkenist van de
stad Meuhelun wordt blind. Zijn zoon,
die te Gent voor ingenieur studeert,
wordt naar huis geroepen om het
werk van zijn vader voort te zetten.
De jonge Jef Dengn neemt plaats
aan het beiaardklavier van de St.
Komboutstoren. Hij is een sterke,
levenslustige jongen, vlug als water '
en ontzettend handje; op zijn
speeltuig. Veel vaker dan hij verplicht is
klimt hij naar boven: muzikaal en
sportief tegelijk waagt hij allerlei nog
nooit vertoonde grepen en passages
on hij heeft gét-h rust, voordat hij de
mechaniek van het klokkenspel zóó .
heeft weten in te richten, dat klepel
on klok onmiddellijk reageeren op zy'n
geringste intentie. Want, weet ge,
Denyn is een echte Vlaming met een
impulsief gemoed en muziek is voor
hem: zingen. ,,Wie in MecheTn zyn
erin geslaagd om de klokskens een
aanhoudenden zank te doen hooren,
.eune vloeiende melodie" vertelde
Denijn jaren geleden geestdriftig aan
een journalist. Als ge dit kent en
ge veult het lied in oe binnenste,
neen maar.... dan is dit 't pret
tigste wat ge op de wereld vienden
kunt. Dan strooit ge eenen schoonen
zank over de stad. Als de.beiaard zoo
aan 't spocl'n gaat als men z'n brui
sende ziel uit z'n aage in de klokskens
overstort en hét dan aanvleugelt uit
den toor'n, dan laat de vlechter in huis
z'n werk rusten, dan kü'kt men in d»;
winkels op, dan loopt op straat het
volk te samen en dan genieten zij ,
all'n van 't oogste dat 'nen mensch
geven kan. les't niet ies bezonder?"
Zeker is dit iets bijzonders; het is
iets geweldigs. Een man, die in het
hart van zijn stad, den toren, de ziel
van' zijn volk tot zingen heeft gebracht.
Die tegen laksheid en onverschillig
heid in (jarenlang, in het begin, heeft
Denijn voor de muis" gespeeld) de
menschen op straten en pleinen tot
luisteren heeft gedwongen. Die tot
op hoogen leeftijd zijn
spelvaardigheid op peil, zijn werklust on vermoeid,
zijn geestdrift vlammend en zijn
ziel bruisend heeft gehouden. Die een
klein regiment van vaardige
beiaardiers gevormd heeft, welke in de
Oude en Nieuwe Wereld de torens doen
zingen naar zijn wijze.
En wij van boven den Moerdijk
brengen den grijzen mentor, nu hij
zijn gouden jubileum gaat vieren en
de stad Mechelen drie dagen lang van
f eest klanken vervuld zal zijn, onzen
huldigenden gelukwensen!
* ?
*
In 't kort gezegd is Denijn's vind ing,
waarop zijn succes bij Vlaming en
vreemdeling berust, deze, dat hij het
klokkenspel door de toepassing van
het repetitie-mechaniek als muziek
instrument heeft vatbaar gemaakt
voor (jreuoéfouitingeii. Déklepel kan
bij den Denijn-beiaard tegen den
klokwand repeteeren. als de
spechtsnavel tegen den boomstam en het
ineensmelten dezer trillingen geeft
aan den klokketoon een
subticl-vibreurend orgelend geluid, dat aangehouden
kan worden zoolang de voorgeschre
ven notenwaarde dit gebiedt.
Dit assidu-zingend effect wordt nog
verhoogd door het feit dat te Mechelen
(ook te Antwerpen en Brugge o.a.)
de klokken hangen binnen een bijna
gesloten ruimte.
In deze klankkist vormen zich de
tremoléerende klokketonen en har
monieën, alvorens door de galmgaten
naar buiten te dringen.
Tegen deze methode van klokken
spel heb ik echter eenige belangrijke
bezwaren en we': l. Een klok is geen
orgelpijp, doch een percussie-lichaam.
2. Het klokkenspel behoeft geen
met gevoelspanningen geladen klank
taal te spreken. Zijn mechaniek is
geen medium tusachen de
gevoelsaf f eet en van den bespeler en het te
verkrijgen klankeffect. En dit stem
pelt het klokkenspel tenslotte tot
een instrument van onzen tijd!
Welk modern componist zou zich
Jef Denyn
tot dit organisme niet aangetrokken
gevoelen. Onlangs stelde de
Utrechtsche klokkenist J. H. H. Wagenaar
mij in de gelegenheid, eenige door mij
gecomponeerde stukken, /waaronder
er waren van politonale en
polirhytmische structuur, ook met toe
passing van het heele-toonsysteem, op
het Dom-acarillon te hoeren. Niet
tegenstaande de on getemperde stem
ming van dit klokkenspel was het
resultaat van dit expeüment ver
rassend; het wees althans uit, dat
dit object door de jonge componisten
zeker niet verwaarloosd mag worden !
Den Vlamingen gunnen wij hun
beiaarden, hun zingende" torens,
waarin zij, den volksaard getrouw,
hun bruisende ziel naar hartelust
kunnen uitstorten'. Maar wij Hol
landers stellen prijs op de onaantast
bare-, bijna kille schoonheid van onze
klokkenspelen. zooals zij open en
bloot in de torens hangen en ons
steeds weer blij vérrassen met eruptie?
van beierende, galmende, ringelendc,
tingelende en tuimelende klanken.