Historisch Archief 1877-1940
11
l
' 7.
13.
de
1 \
' "T...
r^e Groene Amsterdammer
<b>c_yVVeekblad voor Nederland
Kleine Ad verten tien
50 cent per regel
Aanbieding
vóór Woensdag 10 uur
ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JITTA
Redacteuren: L, J. JORDAAN, F. G. SCHELTEMA EN
M. KANN. - Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM
- KEIZERSGRACHT 355. AMSTERDAM - C.
Telefoon 37964
Postgiro 72880
Gem* Giro G, 1000
OPGERICHT IN 1877
No. 2829
ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1931
Moet Godslastering strafbaar
worden gesteld?
DE regeering heeft een wetsontwerp bij de
Tweede Kamer aanhangig gemaakt, dat be
oogt Godslastering strafbaar te stellen. Niet iedere
krenking van godsdienstige gevoelens wordt straf
baar gesteld. De regeering is zich volkomen bewust,
dat die delictsomschrijving te vaag is en op haar
beurt tpt misbruiken zou kunnen leiden. Strafbaar
aal worden gesteld: het door smalende Gods
lasteringen krenken van de godsdienstige gevoelens".
Het strafbaar gestelde feit moet dus zijn een
lastering van God en die lastering moet bovendien
geschieden op krenkende wijze.
De onmiddellijke aanleiding tot de indiening
van dit wetsontwerp zijn enkele caricaturen en
artikelen geweest in het dagblad De Tribune".
Had de rechtsche pers en dat wetsontwerp op die
publicaties niet de aandacht gevestigd, bijna
niemand zou er kennis van hebben genomen,
laat staan er aanstoot aan hebben kunnen nemen.
Ik heb in enkele particuliere en openbare lees
zalen informaties ingewonnen omtrent de belang
stelling die er voor het dagblad De Tribune"
"bestond. Die belangstelling bleok uiterst gering te
zijn. Doch sinds dat dagblad in een aantal leeszalen
is verboden en sinds dit wetsontwerp is ingediend,
hebben een betrekkelijk groot aantal personen
naar de Tribune gevraagd.
Er kan geen twijfel aan bestaan, dat ieder
weldenkend mensch, de gewraakte uitlatingen ten
scherpste moet afkeuren. Zelfs iemand, die met de
strekking van die uitlatingen accoord kan gaan,
sou ze dunkt mij nog moeten afkeuren om den
smalenden en krenkenden vorm, waarin zij gesteld
zijn.
Daarom gaat het echter niet bij dit wetsontwerp.
Vóór- en tegenstanders van dit wetsontwerp
keuren dien vorm af. Het gaat hier echter om de
vraag, of er practisch iets mee Wordt bereikt en
of het om de consequenties zelfs niet beden
kelijk is, dergelijke uitingen strafbaar te stellen.
" ? »
»
Het delict van Godslastering" of blasphemie"
is in de geschiedenis van het strafrecht allesbehalve
,. nieuw. In den tijd van Israëls zelfstandig bestaan,
onder de heerschappij van het Romeinsche recht,
tijdens de Middeneeuwen, waarin de Roomsch
Katholieke Kerk op geestelijk gebied de alleen-'
heerschappij voerde en onder de Bepubliek
der Vereenigde Nederlanden was Godslastering een
delict. Men, is echter eenigszins verbaasd, wanneer
men, in de ariti-revolutionnaire en 'gereformeerde
literatuur, waarvan dit wetsontwerp zonder den
minsten twijfel een vrucht is, voortdurend: aan
die oude tijden wordt herinnerd. Het is toch on
denkbaar, dat die schrijvers zich geen rekenschap
hebben gegeven Van het groote verschil tusschen
die tijdperken en den tegenwoordigen tijd. Zijn. zij
vergeten, hoe Israël, toen het daartoe de macht
had, andersdenkenden heeft vervolgd, hoe de
inquisitie ketters martelde om hen tot de eenig ware
«n goede overtuiging te brengen, 'hoe de gerefor
meerde kerk tijdens de Bepubliek de officieel
staatskerk was en hoe in dien tijd. andersdenkenden
slechts oogluikend werden getolereerd?
Thans echter heerscht godsdienstvrijheid. Ieder
belijdt zijn godsdienstige meeningen met volkomen
vrijheid. Aan alle kerkgenootschappen wordt
gelijke bescherming verleend. De belijders der
verschillende godsdiensten genieten alle dezelfde
burgerlijke en burgerschapsrechten en hebben ge
lijke aanspraak op het bekleeden van waardigheden
ambten en bedieningen.
Het groote gevaar van dit wetsontwerp
waarvan men de goede bedoeling, om te voor
komen, dat eens anders heiligste gevoelens worden
gekwetst, kan loven is dat de ontwerper van deze
wet zich niet bewust is, dat de uitingen, die de
godsdienstige gevoelens raken, dikwijls zoo plegen
te worden ingekleed, dat zij de godsdienstige
gevoelens van andersdenkenden kwetsen. Men kan
dat betreuren, maar men kan het feit niet ont
kennen.
Xagenoeg iedere godsdienst begeert proselieten
te maken. En de ervaring leert, dat men dtvt
blijkbaar niet kan doen, zonder op krenkende
wijze, door woord of door daad, de godsdienstige
overtuiging van andersdenkenden aan te tasten.
* »
*
De regeering' wenscht n;et iedere krenking van
godsdienstige gevoelens strafbaar te stellen. Xoodig
om deze krenkingen strafbaar te maken is. dat men
..bij de smalende bestrijding van anderer geloof,
des anderen godsdienstige gevoelens als het ware
accapareert en zich dus. in zijn sfeer stellend,
daarin de krenkende uiting volvoert." Aldus de
memorie van toelichting.
Plaats nu in dat kader ..'t-n aantal uitingen van
hoogstaande personen, aau wier oprechtheid nie
mand zal twijfelen en die desniettemin met opzet
hun uitingen betreffende den godsdienst hebben
gekleed in een vorm, du« kwetsend wasvoorde
godsdienstige gevoelens van andersdenkenden.
De Heidelbergschc Catechismus noemt de
Paapsche mis" ,,een vervloekte afgoderij". Mars
hee,ft den godsdienst als ..opium voor het volk"
aangeduid. Paus Pius X heeft' in zijn encycliek
Vehementer Xos de Fransdie wet van 9 December
1905 betreffende de scheiding van Kerk en Staat
een zware beteediging. van God genoemd. Hoe
vaak is van Protestantsche zijde de Paus niet als
de Anti-christ aangewezen ? De bekende Pauselijke
Breve ^''an 4 Maart 1833 sprak van de de
Ketters, die de dwaalleer van Calvijn aanhangen".
Ds. Lingbeek heeft een eucharistische processie
alt» de oinmedraeht van een afgod voor Gods
aangezicht" beschreven. En een voorganger in
den godsdienst der liefde heeft aan Spinoza
dit grafdicht gewijd:
Spuw op dit graf,
Hier ligt Spinoza,
Waar zijn. leer hier ook begraven,
Dan .wrocht die stank geen zielspest meer.
Is het de regeering onbekend, hoe vaak denaam
van het Opperwezen is misbruikt in acties, ter
verwezenlijking van nationale belangen, tot steun
aan bepaalde partijen in den oorlog, ja zelfs in
den binnenlandschcn politieken strijd in
Xederland?
? ' " .?'?*'?
? ' . ' - '? ' ..
' De Commissie tot de zaken der Bemonstransche
Broederschap heeft aan de Tweede Kamer een
verzoekschrift gericht, waarin zij dringend in over
weging geeft dit wetsontwerp op de Godslastering
te verwerpen op grond van de drie volgende,
klemmende gronden*
1. Een juiste en nauwkeurige uitvoering van
' deze wetsbepalingen moet vrijwel onmogelijk wor
den geacht.
2. Het wetsontwerp houdt geenerlei rekening met
INHOUD:
. Mr. A. C. Josephus Jitta, Godslastering 2. Alb
Heiman en A. E. v. d. Tol, Boekbespreking. 3. Joh
Braakensiek, GandM naar Londen? Dr. J. Crewel
Ome Gymnastiekletraren. 4. Kees van Bruggen, Open
lucht- pyama's. 5. jordaan, Engelands finantieele
positie. H. S., Louis Chrispijn 6. A.
Plasschaert, Schilderkunst. -??7. Dr. P. van Olst, Spoel'
wormen. Mr. Frans Coenen, Kroniek. ? 9. Nico Rost
Anne Seghers en Joe Lederer. 10-11. Ivans. Het
schip keert. 12. L. J. Jordaan, Parijsche notities.
13. Theo van Rhijn, Beeldhouwkunst. 15. C. A.
Klaasse, Bezuiniging? 17. Herman Wachter, Rust
zacht, Fidel. 18. Mr. H. Scholte. Zomertooneel.
19. AHda Zevenboom. Croquante Croquetjes. Uit het
, Kladschrift van Jantje. 20. Letterraadsel. Chariraria
Bijvoegsel: Johan Braakensiek, Amsterdamsche
Begrooting.
Viooltjes
Voortreffelijke
chocolade in den
vorm van viooltjes.
Een specialiteit.
RINGERS
Let op den naam f
de zielkundige oorzaken, die tot zoogenaamde
Godslastering kunnen leiden.
3. Het bedreigt de vrijheid van overtuiging en
van haar uiting op een bedenkelijke wijze.,
Beeds in 1880 had Prof. Mr. G. A. van Hamel
in zijn verhandeling over de grenzen der heer
schappij van het strafrecht geschreven:
,,Xaar mijn gevoelen is het enge standpunt,
dat krenking van het godsdienstig gevoelen
op zich zelve en om haar zelve gestraft zou
moeten worden, als rechtsstandpunt
onhoudbaar. Het samenleven dwingt den mensch
voortdurend krenkingen te verdragen. Hoe
menigmaal wordt ons wetenschappelijk bewustzijn.
,,ons aesthetisch gevoel, ons zedelijk gevoel,
ons piéteitsgevoel op havde proeven gesteld.
Moet het strafrecht daarbij telkens in Werking
worden gebracht ? En wat zal het straffen?
Wat waarheid is voor den een, krenkt den
ander. Geloof heet bijgeloof, wetenschap
gods,,lastering. Laat het recht aan ieder de vrijheid
geven om voorbij te gaan en te verachten. Dan
doet het in zoover genoeg."
* ? *? ?
' ? ? * ' ; '
Het wetsontwerp tot strafbaarstelling van de
Godslastering is kennelijk bedoeld als een demon
stratie van de eenheid van beginselen, die in de
partijen der voormalige rechterzijde leven. Als
zoodanig is het mislukt, omdat oprechte uitingen
van de godsdienstige gevoelens van de eene groep
der rechterzijde somstijds met opzet kwetsend zijn
voor de godsdienstige gevoelens' van de andere
groep. De kans om elkanders godsdienstige ge
voelens te krenken wordt door dit ontwerp, als
het wet zal zijn geworden, vergroot. Men zal de
vervolgingen, die ingevolge deze wet zullen worden
ingesteld, aangrijpen als een propagandamiddel,
,tegen den godsdienst en men zal met opzet de
godsdienstige gevoelens in het openbaar krenken,
ten einde een vervolging uit te lokken.
Het beste middel om propaganda tegen den gods
dienst te voorkomen, is, dat men zelfden godsdienst
en het Opperwezen niet in den nationalen en
internationalen pblitieken strijd betrekt.
So wie der Mensch, so ist sein Gott,
Darum wird Gott so oft zur Spott.
A. C. JOSEPHUS JITTA