Historisch Archief 1877-1940
v»
\ r
l
12
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 22 AUGUSTUS 1931
No.
No. 2829
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 22 AUGUSTUS 1931
Parijsche Notities
door L. J. Jordaan
GrrarrïRekking
WELK noodlot leidt 's menschen ongewisse
schreden? Men wil naar den Quai d'Orsay
en belandt in het Palazzo Clügi. Men stormt naar
de barricade en struikelt over een minister
portefeuille. Men start als aspirant-Steinlen en
blijft steken in de Biosoopy" .. .. !
Laat het dus niemand verwonderen, wanneer
ik er op uit trok om RenéClair te spreken en
terecht kwam bij Gerard Hekking.... du comique
au sublime il n'y a qu'un pas i Overigens moge het
tal van bezorgde, welmeenende vriendenharten
geruststellen: men kan blijkbaar hopeloos ,,in de
film" verzeild raken, zonder nochtans totaal te
verwilderen en alle besef van cultuur te verliezen.
En zoo zit ik dan, in plaats van bij Frankrijks
pientersten cineast, tegenover Nederlands
grootsten cellist?19 Rue Ampère, Paris l "me.... om
nog nauwkeuriger te zijn: op de vijfde tage,
in Hekking's atelier en in onze hemdsmouwen.
Dit laatste vanwege de thermometer, die bijna
90 graden wijst. De eerste uitbundigheid der
begroeting is achter den rug wij hebben elkaar
een kwartier lang op den schouder geklopt, beurte
lings: Te voila, mon vieux !" en Hoe maak je 't,
kerel I" geroepen en zijn thans in een paar
clubfauteuils neergezonken, uitgeput door deze
excercitie en de hitte. Madame Hekking heeft ons
alleen gelaten en met haar charmante distinctie
tevens het respect voor de gezelschapsvormen
meegenomen.... onze jassen en vesten vliegen
in een hoek een groote zak Hollandsche tabak,
nauwgezet en met talent gesmokkeld, ligt tusschen
ons in en wij rooken rooken met al de ritueele
heftigheid van voor-oorlogsche Nederlanders. Als
Hekking niet tot dégrootste kunstenaars der
wereld behoorde, zou hij stellig met eere onder
haar verwoedste rookers geteld moeten worden.
Dus respecteer ik de hartstochtelijke teederheid,
waarmee hij de eerste wolken van het
vaderlandsche nicotiaansche kruid nastaart?zwijg en kijk
rond. Wij zitten in een hooge, ruime kamer met
bovenlicht en muziekpodium curieuse kruising
van schildersatelier en concertzaal. Achterin leidt
een gebeeldhouwde trap naar een galerij ~
tegenover het noorderlicht-raam een kleine loggia,
gestoffeerd met een paar aardige stoelen en een
tafel, waarop enkele caraffen met veelbelovenden
inhoud. Op het podium, als grillig stilleven, een
vleugel, een paar in den steek gelaten cello's en
verder overal olieverfstudies, geëncadreerd of
losse doeken. Pas grand' chose, hein?" zegt
tTekking onwillekeurig mijn blik volgend. Kom
er maar rond voor uit, dat 'et miserabele
dilettantery is." Eerlijk gezegd, heb ik tegen de confron
tatie met .Hekking's bekende schilderliefhebberij
nogal opgezien hobby's zijn teere dingen en
vormen vaak de gevoeligste plek in het kunstenaars
bestaan. Maar met eenige verbazing moet ik er*
kennen, dat dit amateurswerk lang niet slecht is
-bij een onmiskenbare zwakheid van teekenmg
een vaak vlotte compositie en een zeer zuiver
kleurgevoel. Ik zeg hem dit alles met opgelucht
hart en opnieuw valt de stilte tusschen ons.
In de drukkende hitte, hoog onder den gloeienden
Parijschen Augustushemel, zwijgen wij en mijn
gedachten vliegen heen en weer tusschen dezen
merkwaardigen Franschen Nederlander en het
land, dat hem niet vergeten kan.
Want evenmin als die andere groote figuur,
sinds jaren uit ons publieke leven verdwenen:
Matthijs Vermeulen, laat de persoonlijkheid van
Gerard Hekking het Nederlandsche volk los.
Het is een eigenaardig geval en niet met een
?eenvoudige waardebepaling te verklaren. Zonder
twijfel weet Holland, dat Hekking een kunstenaar
van mondiale beteekenis is zoogoed als het
er van overtuigd is, dat mj, geboren Franschman,
in hart en nieren Nederlander bleef. Maar het
is geenszins Alleen nationale trots, die den band
tusschen den Parijschen professeur de
Oonservatoire en het Hollandsche concertpubliek on
verbrekelijk maakte. De kunstenaar, die zeventien
jaar gelden van het tooneel onzer dagelijksche
gebeurtenissen verdween, .met slechts enkele
sporadische onderbrekingen en wiens gestalte
in onze herinnering niettemin zóó levend bleef.
moet over andere eigenschappen beschikken, dan
die van zjjn kunst alleen. Immers een Casals
een Cassado ??een Feuerinann een Loevensohn
en tal van andere meesters-cellisten zouden ruim
schoots voldoende zyn geweest, om de niet al te
dankbare memorie van een concert-publiek te ver
zwakken en te vertroebelen. Hoe komt het dan,
dat Hekking maar op ons podium behoeft te
verschijnen, om aanstonds een intens, warm con
tact tusschen hoorders en uitvoerend kunstenaar
op te roepen, dat veeleer een gevoel van sym
pathie, van genegenheid, van saamhoorigheid
uitdrukt, dan van bewondering-alleen ? Het
veeleischende, verwende Nederlandsche publiek ziet
jaarlijks een stroom van internationale groot
heden aan zich voorbijtrekken, maar het bewaarde
voor de jeugdige onstuimigheid, de onbewuste
gratie, de grillige onberekenbaarheid van dezen
eeuwigen jongeling een zeer aparte plaats in het
overigens zoo gereserveerde gemoed. Hekking
dat wil zeggen: een donker-vibreerende, smarte
lijke Don Quichote"?dat wil zeggen: een
juveniel, slank en stralend Haydn-concert"
dat wil zeggen: een furieuse, romantische Dvorak
.. . .maar dat wil vóór alles zeggen: een guirlande
van precieuse imponderabilia,. van goddelijke
onbeduidendheden. Schumann's Traumerei",
Valencin's Menuet", ja mynentwege Max Bruch's
Kol-Nidrei" en Popper's Tarantelle".... alles
vluchtige toegiftjes, afgedwongen na een groot
concert, maar die wellicht de zuiverste uitingen
waren van Hekking's zeer persoonlijke charme
en den sleutel vormen tot zijn zeldzame populari
teit. Immers deze muzikale Haus-greuel" werden
gegeven met een verrukkelijke teerheid, een
speelsche gratie en een jongen overmoed, die
HekJdng-zelf beteekenden en niets anders. En het
is wellicht de kostbare herinnering aan deze
kleine toegiften", die naast den
kunstenaarHekking, de persoon-Hekking voor ons
concertpubliek onvergetelijk maakte....
Hoe zit 'et komt er nog een lucifer, ja of
nee!?" Ik schrik op uit mijn overpeinzingen en
reik het gevraagde artikel, sidderend bij de gedach
te, dat wellicht eenige kostbare minuten zonder
rooken zouden zijn voorbijgegaan. Dan zeg ik,
plotseling en op den man af: En wanneer kom
je weer bij ons terug?" Hekking's donkere oogen
zien mij een oogenblik verwonderd aan. Terug
hoe meen je?" Hoe ik het meen? Wel zoo als
ik het zeg: terug voorgoed in Holland, bjj
het Concertgebouw l Of zou je niet willen?"
Niet willen? Luister eens, mon vieux: mijn vader
is nou dik in de zeventig en heeft een
menschenleeftijd in Frankrijk gewoond en gewerkt....
weet je wat zijn heele moeilijke, lange leven door
zijn ideaal was? Wel visschen in Holland.
Voila! En datzelfde gevoel voor ons waterland
heb ik van hem geërfd.... wij zijn beiden
hopelooze, ongeneeslijke Hollanders gebleven een
eigenaardigheid, die lastig genoeg kan zijn, als
je gedwongen bent in den vreemde te leven. Want
ik heb hier niét alleen mijn vaste, onafhankelijke
positie aan de eerste instelling van een groot land,
maar daarbij mijn familie mijn kinderen. Dat
zijn dingen, die je vasthouden, weet je? Ook al
gaan mijn gedachten, meer dan me lief is, terug
naar de Amsterdamsche grachten, naar onze dui
nen en naar onze molentjes. Gek hèwat dat
toch mag zijn, dat je tegen alle redelijkheid in,
bindt aan het land van je afkomstl Goeie hemel
als iemand toch op en top Franschman zou
moeten zijn, dan zeker ik! Ik ben geboren in het
hartje van Frankrijk en heb er mijn jongensjaren
doorgebracht. Maar al heel gauw kwam Holland
tusschenbeide. Een paar jaren den Haag, bij
Antoon Bouwman, gaven Frankrijk den eersten
knauw. En toch waren dat geen tijden van enkel
rozengeur en maneschijn. Bouwman was een
buitengewoon streng en nuchter leeraar juist
de man, dien ik npodig had -al erken je dat op
dien leeftijd niet zoo grif. Want ik kwam hier
naar toe met een zekere virtuose flodderigheid en
SAUTIER
ETFIIS
EPERNAY
Cachet Sec
grapeauAmericain
Un Champagne
delicieux '
Seuls
Agentst
Gebr.
BOER
VLAARDINOEN
ijdelheid een sterken voorkeur voor gevoelerige
cantilene'tjes en zoo verder met een heiligen
afkeer voor passagewerk en techniek. Bouwman
leerde me al heel gauw anders: toonladders,
tertsenloopen Sevcik en Homberg.... tot m'n tong
me op m'n schoenen hing. Maar ik kreeg eerbied
en liefde voor het vak en ik denk aan den ouden
Bouwman niet terug, dan met een gevoel van
groote dankbaarheid. Toen na wat zwerven,
weer terug in Frankrijk. Parijs met een
cellistenplaats aan de Opéra.... elfde of twaalfde lesse
naar, geloof ik. Overigens geen pretje je
t'assure ! Avond aan avond in den kuil" af te dalen
... .Massenet, Gounod, Thomas en weer Massenet,
Gounod, Thomas.... als maar aan dien elfden
lessenaar. Enfin op een goeien dag stuurt m'n
vader me een krantenuitknipsel: de eerste plaats
in het Amsterdamsche Concertgebouw was vrijge
komen de heer Gerard Hekking benoemd !
Ik keek of ik het in Keulen hoorde donderen
wist van niets. Moest een misverstand zijn. Ik
schreef naar Amsterdam.... inderdaad, het tcaa
een misverstand, maar de plaats was vrij en ik
kon mee dingen. Kort en goed.... een maand lat er
was ik solo-cellist aan het Concertgebouw en in
1903 debuteerde ik met een succesvol Saint-Sa
nsconcert. Toen kreeg Holland voor goed vat op me.
Die tien jaar Concertgebouw met hun stormachtige
intermezzo's (Mengelberg.... maar een kerel weet
je !) die hebben 'et me gedaan. Wat al herinneringen
wat al vriendschapsbanden..... Toorop.Querido,
Schaefer. Weet-je dat ik Debussy ook naar
Amsterdam heb gehaald? Tja dat was een merk
waardig geval. Ik had van het Concertgebouw
plein-pouvoir gekregen en werd door Debussy na
eenige moeite ontvangen. Maltre, wilt u
naar Amsterdam komen om uw werk te dirigeeren
tegen die-en-die condities?" Ik noemde een vrij
aanzienlijk bedrag. Ma foi ik heb nog nooit
iemand zoo weinig enthousiast gezien. Venir a
Amsterdam pour diriger mes oeuvres?" zeid-ie
langzaam en stond toen op, om een deuntje op de
vensterruiten te trommelen.... of ik er heelemaal
niet was. 't Wanhopige zweet brak me uit. Toen
draaide-ie zich om en keek me aan Maïs qui
tes-vous, monsieur?" De plotselinge vraag ont
hutste me een beetje: Moi ? Je suis violoncelliste !"
Alors, vous tes artiste? Maar waarom heeft
u dat niet dadelijk gezegd ? Ik dacht, dat u concert
agent was.... mals naturellement, j'accepte et
avec plaisir!".....
Enfin toen kwam de oorlog. Ik meende te*
moeten weggaan, hoewel ik had kunnen blijven.
Ik trok naar m'n regiment en heb de heele ellende
meegemaakt.... hoe ik er nu over denk.... laten
we er van zwygen, Na den oorlog was ik ontredderd
en uit de lijken geslagen, Alles leek me nutteloos
en zonder zin, na die hel. Langzaam heel lang
zaam keerde mijn- liefde voor de muziek terug.
Toen was het meteen aanpakken: concerten over
de heele wereld Indië(28 concerten in 80 dagen t)
Amerika en. ook Holland, Daarna kwam het pro
fessoraat aan het Conservatoire en daarmee de
betrekkelijke bestendigheid...."
Hekking grijpt naar mijn tabakszak, om zijn
achtste pijp, met God en met eere, te stoppen,
maar laat plotseling dit voornemen varen. Madame
Hekking is binnengekomen, om ons voor het
dejeuner te roepen. Argwanend gaan haar oogen
over ons beiden. Est-ce que Gerard a beaucoup
fumé?" Hulpeloos kijk ik naar mijn half-leegen
tabakszak en smoor een verlegen kuch. , ,Mais
non, cbérie !" zegt de schuldige onvervaard.
y.Seulement pour tenir compagnie & Monsieur Jordaanl",
En terzijde: Na het eten nog een pijpje, ouwe
jongen l"
Doortrapte Hollander l" denk ik
Beeldhouwkunst
. door Theo van Reijn
Tilman Riemenschneider, der grosze
burger Bildhaver der Spatgotik. Zum
Oedöchtniêder 400«ten Todestages. V on
Universitatsprofeaaor Dr. Fritz Knapp.
JMit 37 Bildern. Ferdinand Schöningh,
Verlagsbuchhandlung. Paderborn
WVrzburg.
Den Ssten Juli werd in Duitschland, voornamelijk
in de stad Würzburg, waar Tilman
Riemenschneider gewerkt heeft, de sterfdag herdacht van
dezen grooten Duitschen beeldhouwer die op 8 Juli
1531 stierf.
Dr. Fritz Knapp gaf een zeer lezenswaardig
boekje uit over Tilman Riemenschneider, en wie
iets van deze groote Duitsche figuur wil weten
zal in het prettig geschreven boekje, dat met
mooie afbeeldingen, 37 stuks, werd verlucht, een
duidelijk beeld krijgen van dezen laat-gothiker.
De uitstekende indeeling van het geschrevene laat
het boekje prettig lezen. De 8 hoofdstukken zijn:
1. Das Leben des Meisterg; 2. Arbeitsmaterial
und Kunstform. Steinerne Bauplastik und
Holzschnitzaltar; 3. Zeitgeist. Mittelalter und Renais
sance; 4. Seine Lehrer; 5. Seine Persönlichkeit
und sein Stil; 0. Epoche I (1490). Der Zeichnerisch
sentimentale Stil; 7. Epoche II (1500?1513).
Der Plastisch-realistische Stil en 8. Altersstil III
(1514?31), Der malerisch-dekorative Stil. Aldus
werd Biemenschneider in zijn tijd gezien, van alle
zijden belicht. Onder meer wie zijn leermeester
was, welke invloeden hu onderging, maar wat
vooral het belangrijkste is: als kunstenaar psy
chologisch ontleed. Ik vestig vooral de aandacht
op de laatste drie hoofdstukken en wie nauw
lettend zijn werk bestudeerd zal drie richtingen
in dezen beeldhouwer ontdekken, die leefde in een
overgangstijd van de gothiek naar de Renaissance.
Tot 1490, zijn jeugdtijd onder invloed van
Schongauer, was hij de teekenend-gevoelige beeld
houwer, die als schildersknecht begon in een
vervaltijd, toen de zuivere waarde der sculptuur
door picturale eigenschappen werd ondermijnd.
Toen ontwierp hij zijn gevoelige Adam en Eva;
den als een gravure geteekenden grafsteen van
den bisschop Rudolf van Scherenberg in den Dom
te Würzburg; het beroemde Creglinger altaar met
de etherische Maria; het jeugdige wat dweepende
zelfportret met Jezus in den Tempel en een fijn
houten groepje Bewecning van Christus" uit de
universiteitsverzameling te Würzburg.
In de tweede periode van 1500?1513 werd hij
de meer manlijke en plastisch-realistische beeld
houwer in steen, o.a. van de vrijstaande steenen
apostel-beelden tegen de peilers der Maria-kapel
te Würzburg; het bloed-altaar in de St. Jaeobskerk
te Bothenburg; de St. Stephanus in het stedelijk
museum; de martelaars-portretten en de van
Eyksche Madonna-figuren.
In de derde periode, het einde van zijn leven
werd hij de teere en zacht-schilderende en deco
ratieve beeldhouwer van de klagende Maria en
van de goede en wijze Trithemius.
Een prachtige ontwikkeling van de kunst van
dezen grooten mensen van zijn beminnelijke jeugd
af, over zijn krachtige middelbare leeftijd tot
aan zijn zachte alwijsheid in zijn levensavond.
* *
Het eerste hoofdstuk behandelt geboorte, op
leiding, invloed en de betrekkingen en eerebaan
tjes die hij .vervulde en ook nog dat in den Strudel
der politischen Wirren hineingerissen er kam ins
Gefangnis, wurde auf die Folter gespannt, schieszlich
aber gegen hohen Geldbusze freigegeben". In het
5de hoofdstuk zegt Dr. Knapp zeer terecht als hij
zijn persoonlijkheid nagaat: Als das höchste
bestimmende Element im Stil und im Schaf f en groszer
Meister ist aber die Persönlichkeit selbst
herauszuheben", hetgeen Dr. Knapp dan ook heel goed
doet, Hij zegt mijnsinziens zeer juist: Nicht
gewalltsam, wie bei Dürer, bricht so der Stil der
neuen Zeit bei ihm hervor, sondern langsam
wachst er in die Renaissance hintiber". Zoo komt
hij tot een juist inzicht waar hij zegt: So wird der
Meister, sicher kein Künstler monumentalen
Formates, una Heb und wert in seiner feinfühligen,
abgestimmten Weise, die keine Gewaltsamkeiten
Teekening voor de Groene"Amsterdammer" door* L. J. Jordaan
GERARD HEKKING
**
kennt und zu eineui zarten Stil,zu milder Schönheit
neigt." Volkomen onderschrijf ik dit wat Dr. Knapp
over Riemenschneider, zegt. Leest verder bldz.
12 en 13 en vervolgens I, II en III als laatste
hoofdstukken. Mijnsinziens zou ik.de eerste periode
van zijn leven wat meer verklaard willen zien,
meer psychologisch doorschouwd, waar het gaat
over de schildersinvloeden. Het is duidelijk dat
in een overgangstijd de zuivere eigenschappen van
het beeldhouwen vertroebeld worden door picturale
invloeden, en wanneer men het werk der
laatgothische kunstenaars ziet, dan zijn deze n
schilderende plastikers n plastische schilders te
gelijk. Er bestond bijv. geen gilde meer voor de
beeldhouwers die opgenomen waren bij de schilders,
maar deze polychromeerende beeldhouwers
dedenvoor de schilders in hun kleurgevoel niet onder.
Zoo begrijpt men dat Riemenschneider, lyrisch
en romantisch van aanleg, onder invloed kwam
van den schilder Martin Schongauer, toen hij als
schildersknecht" werd aangenomen en hij in de
eerste periode van zijn leven die gevoelvolle figuren
ontwerpt met het sentiment van den schilder en
den grafïker. Zoo zijn 's meesters werken Van een
linearen Stilsentimentes" en is hij de laatste
groote Gothiker van zijn tijd geweest. Zijn
ontwikkelingsgang is begonnen met een
Stilsentimentaliteit in der Linie," verder gevolgd
door een Formrealitat in der Rundfonn", om te
eindigen in een Manierismus", nml. door een
buitengewone lengte der proporties en de scherpe
inkerving der plooien. Over zijn eerste periode
spreekt Dr. Knapp zelfs van das kalügraphische
Feingefühl" waar hij het heeft over het portret op
den omslag met den bekenden Würzburger bis
schop Rudolf van Scherenberg. 2yn grafplaten
zijn dan ook uiterst gevoelig en gedetailleerd uit
gevoerd en bezitten een grooten rijkdom.
In de afbeeldingen zijn prachtige werken op
genomen o.a. de Kruisiging van Christus in het
Rijksmuseum te Darmstadt: de drie'gepolychro
meerde Heiligen Kilian, Kolonat en Totnan van
het Würzburger Dom-altaar; het bloedaltaar in
de Jacobskerk te Rothenburg: het bekende Marie
altaar te Greglingen; enz. In het relief met Jezus
in den Tempel ziet men zijn zelfportret en wie zijn
psychologie wil leeren kennen zal in het zestig
jarige portret op zijn grafsteen den man zien met
het verheven karakter, filosofisch van aard met
klaren geest, die met beleid en verstand regeeren
kon en waardig het stadsbestuur dat in zijn handen
gelegd werd met wijsheid te bestieren. In het
jeugdportret van vijf en dertig jaar oud op het
relief Jezus in den Tempel" dat onder aan het
bekende en beroemde Maria-altaar zich bevindt
te Greglingen, in dat portret zal hij den religieuzen
vernieuwer voorvoelen, 'ietwat dweepend.
Ik vrees dat in Nederland te weinig belangstel
ling was voor dezen gedenkdag in Duitschland
voor een der grootste middeleeuwsche beeld
houwers.
SCHAKEL
MtlUGEMk/efi 11-1? «AMSTEQOAM
Kleermakerij
Bij ons verkrijgbaar N.R.V MONTA SCHOENEN