De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 29 augustus pagina 9

29 augustus 1931 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

j aan van No. 2830 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 29 AUGUSTUS 1931 1. geheel stalen carrosserie, 2. voorruit van triplex-glas, 3. hydraulische schokdempers Houdaille", 4. blanke deelen, roestvrij staal, 5. zes-remsysteem, 6. ideale stuurinrichting. Koopt dus een Ford, die al deze voordeelen in zich vereenigt N.V. NEDERLANDSCHC FORD AUTOMOBIEL FABRIEK/ROTTERDA UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE Groquante Croquetjes door Alida Zevenboom WEET u wat mij is opgevallen? Dat in cle huidige crisis niemand nog op het idee gekomen is om aan een vrouw de oplossing er van te vragen. Je leest dagelijks in de kranten de diepzinnigste beschouwingen hoe het moest en niet moest en de eene geleerde is nog geleerder dan de andere, maar er is geen een bij die nu eens zegt: wij mannen hebben de boel nu zoo lekker in het honderd gestuurd dat wij er niet meer wijs uit kunnen worden, zouden wij de op lossing nu maar niet overlaten aan de vrouw?" Gaat het in de meeste huis gezinnen anders? Als pa wat heeft uitgehaald, waardoor hot aanzien van het gezin of wat anders in de mist loopt, wie moet dan in honderd van de honderd gevallen redding brengen ? Ma! Bij wijlen meneer en mevrouw zaliger was het niet anders. Wijlen meneer had eens een erg vreemd zaakje met een jonge dame die hem nog al wat geld kostte en toen h ij'zich geen raad'meer wist, wat deed hij? Hij nam de goede mevrouw zaliger in zijn vertrouwen, maakte haar na tuurlijk wat wijs en zij was zoo wijs om.net te doen of ze hem niet doorzag en niet wijs was en zij was het die het in orde maakte en het mamsel aan haar verstand bracht dat zij alles wist en dat het nu maar uit moest zijn! En zoo gaat het in honderden van gezinnen. Als vader zijn hoofd kwijt raakt, is het moeder die haar posi tieven bij elkaar houdt en zegt wat er gebeuren moet zoo dat de buren er hun tanden niet aan stooten en ik geloot' dat de wereld een heel eind verder zou zijn als wij vrouwen meer werden geraadpleegd nu de mannen er geen gat meer in zien. Zou een vrouw het ooit zoo ver hebben laten komen dat zij mot een overvolle provisiokast. driekwart van haar gezin honger laat lijden of het brood uit het raam gooit. terwijl de kinderen flauw liggen van den honger? Een vrouw dit; dat doet, ? zouden alle mannen voor gek laten verklaren, maar wat hebben de hoeren mi zelf gedaan? .Eerst heeft meneer Poincaréden franc gered en is do wereld er een haar beter van gewor den? Toen heeft meneer Hikus ('olijn den dulden gered en waren wij er moe ?uit don brand? .Wat heb je aan ecu geredden gulden, heb ik oons eon hoor hooren zeggen, als je hem al ver dronken hebt ? En toen werd de dollar gered en hét werd alweer een tikje beroerder in de wereld en daarna kwam do beurt aan de mark en alles stond op springen en springt het nu niet langer en nu redt meneer Mac Donald het pond sterling en u kunt het van mij op een briefje krijgen dat niemand er beter van zal worden. Het zal niet beter worden, vóórdat wij vrouwen ons mot de zaak gaan be moeien, maar als het dan maar niet to laat is. Ik ben te oud voor die dingen. maar anders zou ik al do \ rouwen van de wereld bij mekaar roepen.... neen. dat zou niet gaan. want als een van ons een beetje aardig model van hoedje op had dat de anderen niet konden, zouden ze do hoele misère van de wereld vergeten., om er achter te komen waar dat hoedje vandaan kwam.... en wat zouden de mannen dan lachen, maar zou dit nu eens niet iets wezen voor den Bond van Huis vrouwen of voor onze Staatsburge ressen? Je hoort niets van hen en zij hebben er toch ook wel eonig belang bij dat het in de wereld niet heolemaal scheef gaat en is het niet onze eigen schuld als alles gebeurt met ons. maar zonder ons? En nu had ik nog zou'ti hoop dat wij hier in. Amsterdam ein delijk eens een vrouwelijken wet houder zouden krijgen en ik had het mevrouw Frida Katz wel willen toeschreemven: neem het aan! Laat die mannon het niet langer allén bedisselen> maar zit er met uw neus boven op ! En nu is het alweer mis en krijgen wij weer zes mannen om ons te besturen en al die democratische hoeren hebben altijd hun mond vol van de gelijke rechten van man en vrouw. *? * ... En nu bon ik toch benieuwd of do hoorou van het Stadhuis zich zullen laten Vertegenwoordigen bij de ont hulling van het standbeeld van meneer Domela Niouwenhuis. Och. och. wat de tijden toch veranderen ! Nu een standbeeld voor dezen gewezen Lutherschon domino, midden in hetzelfde Amsterdam Waar hot nog niet oens oen inonschcnleeftijd geleden is dat do politio hem graag een paar noren had afgehakt on ik weet nog hooi good hoo meneor Domela door al wat in do Bocht woonde, afgeschilderd word als een soort baarlijke duivel, een Satans kind, en ik weet nog wel dat mevrouw zaliger nooit dichter bij een beroerte was de goede ziel is er eindelijk met oen ter ziele gegaan als toen een schildersknecht dio on/e pui opsehilderde, op zijn ladder staande tegen ons booion en den huisknecht en den koetsier, een betoog hield waarin hij ons trachtte uit to leggen dat wij niets meer waren dan stukken ..meer waarde" ik heb nooit goed begrepen wat de man er mee bedoelde en dat wij ons niet moesten laten uit buiten door liet kapitaal en toen hij uitgesproken had. gaf hij ons allemaal. zooals wij om hom heen stonden, een tractaatje dat zooveel als een uitnoodiging was om in het Volkspark naar Domela Nieuwenhuis te komen luisteren. Adriaan. onze huisknecht. moest er het zijne van hebben en hij heeft het er van gehad want hij kwam thuis via het Binnengasthuis waar zij hem haddon moeten verbinden wegens oen klap dien hij op zijn hoofd had gehad hot kwam er eigenlijk niet zoo heel erg op aan. want aan het hoofd van Adriaan was niet zoo,heel veel te bederven, want toen hij inde gaten kreeg dat kleine Mina een dik ker spaarbankboekje had dan ik. liot hij mij links liggen en dan moet je met zoo'n vent eigenlijk drie maanden lang in los-vaste verkeering zijn geweest. En nu wordt er een standbeeld voor hem opgericht en dat moet meneer David Wijnhoop ook nog wel goeden moed. geven, dat hij misschien ook nog eens zijn standbeeld ingraniet in Amsterdam krijgt, op een mooi puntje, in een lief plantsoëntje, met niets dan spelende kindertjes en glundere dienstmeisjes om hem hoen. Zoo vreemd is 's werelds loop en daar moest ik aan denken toon ik van de week moe collecteerde voor Clowntjesdag. Stakkerds van artisten. dacht ik. en ik zag in eens al die welgestelde hoeren voor me, die tegenwoordig zoo breed en dik door de kunst worden, omdat zij toevallig onder don gouden regen van de kunst-subsidies zitten en laten die eens een brandende lamp met hun tanden opvangen of hun vrouw of meisje op hun pink laten rondrollen, terwijl ze op een toon staan op een strak gespannen koord ! Ik zie hot onze gesubsidieerde hoeren en dames al doen! En ik beweer Ook dat er 'meer kunst in zit dan in het tegen woordige comcdie-gespeel, maar dat moet u niaar niet laten', lozen aan ons actourtje. Dan krijg ik nooit moor oen vrijbiljotjo van hom.... Ingezonden Beate Aitlije! Et is al weer een heel taidje leeden, dat ik mit je praat hew, deur middel van de Groene Amsterdammer, en nouw vraag ik bai deuze nag weeres au de Baas, of ik nageres efkes mit je praate mag. Nouw Aaltje, je hewwe et deuze keer weer es mooi zait oor, over die wagteres van Blerik, strai jai maar als waifke voor dat mins oor, en as je hoore wille, wouw ik je ok nageres wat vertelle wat er zoowat vaif en twintig jaar leeden beurt is mit zon bongelwagteres van Broekera ven, een duipie ien stasiontje tvn deuze kant Enkhuizen. Deir weunde die ..Geert de wagteres". zooas iederien der noemde. Die had ok oen groote huishouwing. om en bai de tien kaindere, maar was et '«.winters bar weer, en je warre te vroeg voor et spoor, je keeke al deres of Geert niet tikte of je in huis kwamme. en din kreeg je nag een lekker bakkie koffie ok. uit Moeder Geertes groote aireren koffiepot. Xouw dat mins had al veul jaare de bongels op en neer haalt, en bai de bongels stftan. toe et eres beurde dat ze et raam uitkook, om te kalken of et spoor al an kwam. toe ze not zag dat et spoor uit do rails liep, Zo wouw et gouw teugen de minse vertelle buiten maar ze kwam niet veer. ze viel deur de skrik neer, ze had een beroerte kreogen deur de skrik. ze kon niet meer pvaate en half e lam was ze. Tue kreeg ze ien golden pensioen en het nng jaare sukkelt, en ze is zoowat een jaar of vaiftig worren, toe is ze sturreven. DénmAskappai vroeg an der dogter of die et niet doen wouw, die bongels op en en digt doen, maar ze zai, voor g ien gold van de wereld, ik weet wat et is. Ik weet niet, wat et loon was van (roert, on ik weet ok niet, hoe houg zo nouw binne. maar ik hoop van boter as toe de taid. maar nag beter is et net as jou zegge Aaltje. Gieii vrouwe meer voor zon baantje, maar manne. Main gedagte binne toniinsto zoo, dat eon zenewagtige Moeder zokke kaindere ok kraigt, en kluine kaimlero. binne hande binders voor eon Moeder, on een mins kin' maar ion ding gelaik doen. Ik hoop dat et voor die vrouw van Blerik best afkomt, en in .veul dingo bin ik et mit Aaltje iens, et is eon waifko woir pit in lit, en die et mooi zegge kin, on woir nieiiigien wat van in zain diesok teeke kin. Hiefbai een groot Aaltjo van Muurtje uit do Biemster. '-?-ia

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl