Historisch Archief 1877-1940
f*.71
2
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 5 SEPTEMBER 1931
No. 2831
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 5 SEPTEMBER 1931
l
No. 2831
De achtergrond der
Ontwapeningsconferentie
door Mr. C. Bakker - van Bosse
E Fransche nota inzake bewapenings
beperking van 15 Juli moet een groot
teleurstelling zijn geweest voor allen die van de
a.s. conferentie uitkomst verwachten uit den
nood der tijden. Niet dat zij cenig nieuw licht
brengt: het standpunt der Fransche Regeering is
in den loop der jaren voldoende duidelijk gebleken;
maar dat het juist nu met zooveel nadruk wordt
vooropgesteld, nu een wijziging in de bestaande
politieke verhoudingen mogelijk scheen, nu stap
pen worden gedaan om die wijziging mogelijk te
maken en voor te bereiden, is een waarschuwing aan
de kampioenen voor internationale .ontwapening,
dat zij hunne verwachtingen niet te hoog moeten
spannen; een waarschuwing ook aan Duitschland,
dat de mogelijkheid van tegemoetkoming op
finantiëel gebied niet in zich sluit dat ook maar
eenigszins getornd zou mogen worden aan de politieke
basis, neergelegd'in het verdrag van Versailles.
De nota is van a tot z product van een denk\\ ijze,
die vóór alles heil verwacht van militaire o\
ermacht, van militaire sancties en garanties.
Volgens do bewoordingen .van art. S van het
Pact eischt de handhaving van den vrede ver
mindering van bewapening tot het minimum, dat
vereenigbaar is met de nationale veiligheid en
met de executie van internationale verplichtingen
door middel van een gemeenschappelijke actie.
Naast den eenen factor: de nationale veiligheid
is derhalve de verplichting tot deelneming aan een
zoodanige actie een tweede rem voor de door
voering der ontwapening: tezamen vormen zij de
grens van het niveau, waartoe de bewapeningen
volgens art. 8 moéten worden teruggebracht.
Wanneer 'de verplichting tot deelneming aan
een gemeenschappelijke actie wegvalt (bijv. door
dat de nakoming van internationale verplichtingen
op andere wijze is verzekerd) dan kan dus het peil
del' nationale bewapening dienovereenkomstig lager
zijn. De Fransche opvatting daarentegen legt een
rechtstreeksch verband tusschen de ..nationale
veiligheid" en de gemeenschappelijke actie"; de
eerste wordt van de laatste afhankelijk geacht;
hoe doeltreffender de geuieene actie, des te grooter
de veiligheid, en dientengevolge de mogelijkheid
van beperking van bewapening. In plaats dat,
volgens den tekst van art. 8, de plicht tot deel
neming aan een internationale actie een zeker
minimum van bewapening veronderstelt en
vereischt. wordt de onzekerheid, de mogelijke ver
traging of het uitblijven eener zoodanige actie
beschouwd ,als een beletsel om tot ontwapening
te geraken. Kr zijn in dezen gedachtengang niet
twee fa,ctoren, die het toelaatbare minimum der
.nationale bewapening bepalen, maar slechts n:
de nationale .veiligheid, en d c-zo is op hare beurt
in de eerste plaats afhankelijk van de gemeen
schappelijke actie, effective, immédiate 'et
suivant un plan prétabli", gelijk de nota het de
volkenbondsresolutie van 1Ü22 met instemming
nazegt. Dat de veiligheid ook door andere factoren
wordt bepaald, met name door innerlijke rust,
economisch evenwicht en bovenal het onderling ver
trouwen en do betere verstandhouding onder
de volken deze zienswijze komt in de nota
niet tot haar rockt; en het is teekenend, dat
de eenige maal, waarin daar van vertrouwen
sprake is, de mogelijkheid daarvan wordt betwijfeld,
omdat er staten zijn,' die zich niet bij de bestaande
orde zouden willen of kunnen neerleggen.
Het is niet verwonderlijk dat in dezen
gedachtenPaviljoen Vondelpark"
Tel. 80190.
Oroote en kleine Zalen voor Déjeuners,
Diners, Soupers, Bals en Recepties
Hofee ZOMERDIJK BUSSINR.
gang aan het verdrag van Locarno bovenal het
karakter wordt toegekend van een maatregel Van
plaatselijke veiligheid, in stede van de aankondiging
van een nieuwen dageraad: de toenadering van
Frankrijk en Duitschland, die onmisbaar is voor
den vrede in Europa.
Aan de voorstanders dezer toenadering geeft
de nota dan ook enkele harde noten te kraken.
De verplichte ontwapening, voorgeschreven door
de vredesverdragen, moet blijven gehandhaafd.
Ondei-streept wordt het onderscheid tusschen het
militair statuur, dat is opgelegd aan de vier ..over
wonnen" machten, en het in art. 8 in uitzicht ge
stelde plan tot beperking van bewapening, waarover
do overige Staten iix volle vrijheid mogen oordeeleii.
Niet alleen wordt'de handhaving van dit statuut een
onmisbare voorwaarde genoemd voor iedere be
perking; maar indien met name zou worden ge
tracht, op grond van een theoretisch beginsel yun
gelijkheid, daarop eenigen inbreuk te maken,
dan zou daarmee de'reeds ti;t stand gebrachte
Vermindering ongedaan worden gemaakt; m.a.w.
Frankrijk zich tot vermeerdering ven bewapening
genoodzaakt zien. En terwijl de onvermoeide
ontwapeningskampioen Lord Cecil met klem zijn:
Pacta simt sorvamla" doet weerklinken, en
betoogt dat de bewoordingen van het verdrag
eon ..sterke redelijke, zoo al nic-t wettelijke ver
plichting scheppen tot ontwapening", verklaart
de Fransche nota dat nergens en nimmer is ge
schreven dat het bewapeningsniveau der ont
wapende staten einddoel en maatstaf moet zijn
voor'de overigen; of dat dezen verplicht zouden
zijn bij de algemuene bewapeningsbeperking de
methoden of de cijfers ten Voorbeeld te nemen die
op de ontwapende staten zijn toegepast.
Eerbiediging del' vredesverdragen, handhaving
van den status quo, gemeenschappelijk gewapend
optreden tegen een eventueclen aanvaller -^~
ziedaar do pijlers waarop in den gedachtengang
der nota de veiligheid van Europa rust. Maar
wanneer het gaat om. de plicht tot ontwapening
(art. S), of de mogelijkheid om tot revisie te komen
(art. 19) dan wordt van gezaghebbende zijde een
zoodanige interpretatie gegeven dat de mogelijk
heid van toepassing vrijwel uitgesloten wordt. De
strijd loopt in wezen dan ook niet om de vraag
of en in hoeverre beperking van bewapening moge
lijk is. Daarachter verbergt zich de veel ernstiger
vraag: moet de bestaande politieke ? toestand
worden gehandhaafd? '/al de conferentie een
nieuw tijdperk inluiden, of moet zij integendeel
dienen om de vredesverdragen opnieuw eri vaster,
steviger te verankeren?
Het is niet gezegd dat die strijd reeds nu. voor
of ten tijde van de conferentie, zal worden uit
gevochten. De mogelijkheid bestaat dat deze een
overwegend technisch karakter zal dragen. Met
name de> Engelsche Labour-regcering, wier bestaan
voor een groot deel afhangt van het slagen der
conferentie, is er op uit, pijnlijke questies, die tot
complicaties zouden kunnen voeren te vermijden.
Een -vooraanstaand Engelsen deskundige op het
gebied der internationale politiek zeide mij on
langs: We must always think about the revision,
but talk about it riever. Het is de vraag hoelang
'een dergelijke struisvogelpolitiek houdbaar is:
of zij reeds thans nog wenschelijk is. Afgezien van
de vraag, of de tijd voor ?vervulling' reeds thans
nabij zou zijn gekomen; een openlijke discussie van
een gebeurtenis, welker onvermijdelijkheid, binnen
korter of langer tijd, algemeen wordt beseft, kan
verzoenend, effenend, voorbereidend helpen. De
officieele opinie in Frankrijk ziet in de vredes
verdragen het plechtanker der nationale veiligheid,
en daardoor, van de rust in Europa. Het kan zijn
dat zij voor het oogenblik nog gelijk heeft; dat
althans op het oogenblik revisie niet mogelijk
zal blijken zonder anarchie en chaos te ontketenen.
Maar wij leven snel. en wat heden-nog onmogelijk ?
schijnt, is morgen rpeds onvermijdelijk. In tegen
stelling met mijn Engelschen raadsman zou ik willen
'zeggen: W'j Dioden erover spreken; wij moeten
onderzoeken wat op dit gebied noodzakelijk,
INDANTHREN
BREED
M ETER
2 . 2 O
STALEN FRANCO
wat bereikbaar is. Wij mogen niet eenerzijds eischen
dat de verdragen geëerbiedigd worden; en ander
zijds verwaarloozen dat, wat het volkenbonds
verdrag zelf heeft erkend als essentiëele eigenschap
van alle verdragen: hun vergankelijk karakter.
De tegenwerping ligt voor de hand, dat het
thans ninder dan ooit daartoe de geschikte tijd is.
nu Frankrijk op het toppunt staat zijner macht.
nu het Fransche goud de wereld beheerscht. en
Berlijn, Boedapest, Londen op zijne hulp schijnen
te zijn aangewezen. Het antwoord hierop is, dat
bij de ..bestaande solidariteit, die in den
tegenwoorcligen tijd de staten steeds nauwer bindt" (ik
citeerde Fransche nota) ondergang van nen staat
hetzelfde gevaar medebrengt voor de anderen.
L'insécuritépour un Etat, c'est l'insécuritépour
tous." In de aangeboden Fransche hulp aan
Duitschland steekt dan ook (gelukkig!) een ge
zonde dosis eigenbelang. Maar die hulp kan niet
net karakter dragen van een tijdelijk slaken der
knellende boeien, juist genoeg om den patiënt
even op de been te brengen, terwijl zij dadelijk
weer worden aangehaald, zoodra het hem te goed
dreigt te gaan."
De nota eindigt met de verwachting uit te
spreken dat de conferentie de gelegenheid niet
zal laten voorbijgaan om te vervullen wat de
Fransche liegeering als haar eigenlijke taak be
schouwt; de hechte en duurzame organisatie vau
den vrede. Zij zal indien zij haar taak aldus
opvat, daarbij voor de vraag komen to staan
of een duurzame vrede mogelijk is op den bodem
van een verdrag, dat het beginsel van de
gelijkgerechtigheid der staten aantast, dat Europa
financieel en roonomisch aan den i-and van den
afgrond heeft gebracht en dat ook op territoriaal
gebied bepalingen bevat, waarvan de onhoud
baarheid meer en meer wordt ingezien. Het is
niet alleen, zelfs niet in de eerste plaats Frankrijk,
die gebrek aan veiligheid heeft te duchten. Maar
wel zou Frankrijk, zou geheel Europa, onver
biddelijk worden meegesleept in den chaos* dien.
het ineenstorten van een belangrijken Europeeschen.
staat niet zich zou brengen. Een duurzame orga
nisatie van den vrede moet er derhalve op zijn
gericht niet om tot eiken prijs den bestaanden
toestand te handhaven, maar om de ineenstorting
van andere staten, hetzij om financiëele. econo
mische of politieke redenen, te voorkomen.
Kon. Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER 6 Co.
Y~ ~ DEN HAAG, ~
AMSTERDAM ARNHEM
Verhuizingen per Auto-Trein
Nieuw
Godsdienstonderwijs
door Mr. H. Giltay
Kinderen van n Vader, Handleiding bij de religieuze
ontwikkeling van het jonge kind d,?1<> jaar) samen
gesteld en ingeleid door Dr. R. Miedema. met mede
werking van Ds. W. G. Boon, P. van der Lijn en Ds.
R. J. de Stoppelaar. Deel l. Editio", Hillegom /«/j/.
HET punt godsdienstonderwijs is voor den vrij
zinnige een moeilijk punt. De eerste vraag is:
kan men godsdienst ,.onderwijzen" 'f En zoo ja, hoe
doet men dit het best? De samensteller van het
boekje, welks titel hierboven genoemd staat, heeft
de eerste vraag wel degelijk onder de oogen gezien.
Hij is zich van de grootèmoeilijkheden ter dege
bewust en acht alleen d«t religieuze ..onderwijs"
mogelijk, dat eigenlijk opvoeding is. d.w.z. hij wil
liet kind niet, langs intellectueelen weg, bepaalde
religieuze voorstellingen bijbrengen, maar het hel
pen in te groeien in een eigen religieuze
yevoelswereld allereerst, een eigen levend besef te krijgen
van de Goddelijkheid der wereltï.
Hiertoe is, aldus Dr. Miedema. in de eerste plaats
noodig, dat de opvoeder zelf A-an het religieuze
gevoel doordrongen is. Maar dat is niet genoeg.
Zijn methode moet aangepast zijn aan de behoeften
van het kind, m.a.w. psychologisch gefundeerd
xijn. Aristoteles heeft de verwondering het begin
van alle wijsbegeerte genoemd. Zoo moet ook de
godsdienstige opvoeding de verwondering van het
kind tot haar uitgangspunt nemen. Zijn verwonde
ring over natuur en wereld. Nu is deze verwondering
tweeledig: natuurlijk en metaphysisch. Het kind
wil den samenhang der verschijnselen begrijpen n
hun grond. Het vraagt niet alleen naar het hoe.
maar ook naar het icuarom, u'uarvandaan en waar
toe. Daarbij moet de religieuze opvoeding
aanknoopen. Zij moet het kind doen beseffen, hoe deze
raadselachtige gr ote wereld de openbaring lijkt
van n oneindig, eeuwig Wezen. Door de ^citititr
tot God, dat lijkt mij het motto van Dr. Miodema's
werk en streven.
Dit streven schijnt mij daarom zoo belangrijk,
omdat liet de kloof tusschen God en Natuur, die
voor het historische Christendom eeuwenlang ken
merkend is geweest, eindelijk tracht te overbrug
gen. God was Geest en kon eigenlijk slechts binnen
kerkmuren aangebeden worden. Het gebed vau
den Kleinen .Tohannes op den duintop bij het
ondergaan der zon gold en geldt voor velen
nog ! als een soort heidensch bedrijf. Ofschoon
Paulus reeds gezegd had. dat God niet in tempels
woont, die metmenschcnhanden gemaakt zijn..'..
Een spotter als Thoreau kon dan ook zeggen, dat
hij een kerk goed vond voor kreupelen en oude
besjes, die niet meer loopen kunnen en bang voor
tocht zijn, maar dat eon gezond, flink mensch zijn
tempel (buiten heeft, in de bosschen. Dat God
duidelijker spreekt uit zijn eindeloozen hemel dan
uit eenige kerkzoldering, hoe fraai ook. Het Chris
tendom is zóó bang geweest voor de dierlijke na
tuur" van den mensch, dat het ook de groot
Natuur den rug toedraaide ert zich in schemerige
kerkgewelven verschanste. Pan was er nog wel.
liet viel niet te loochenen, maar hij had hoorntjes
en bokspooten en was tot Hatait omgedoopt. En
Aphrodite moest zich achter de Maagd Maria ver
schuilen . . : ...'?..
Deze uiteenrukking van ziel en lichaam, van
God en Xatuur was. Goddank, op den duur niet
te handhaven. Niet dat zij reeds geheel overwon
nen is, maar de breuk begint zich te herstellen.
Men zit nu wel met de moeilijkheid van het'pan
theïsme, maar ook dit kan de' synthese niet
tegenAAN
INZENDERS
VAN MANUSCRIPTEN
wordt verzocht bij hun
bijdragen een gefran
keerd briefomslag met
adres van den afzender
in te sluiten.
Handelsverdrag tusschen Frankrijk
en Rusland
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
Marianne: Grootmoeder, waarom hebt U zulke grootètanden ?"
houden op den duur. Wij willen eenheid en zullen
haar bereiken.
Van dit eenheid sst re ven is ook Dr. Miedema's.'
werk een uiting. Hij vreest niet. dat do Natuur
God zal schaden. Hij ziet in de Natuur ..dei-
Gottheid l'eberdiges Kléid" <-n wil trachten het kind
in de figuren en vormen van dat kleed de trekken
der Godheid te doen vindon.
En'hij doet dit. n:et zijn helpers, langs
aanschouwelijken weg. met behulp van platen, die aan het
werkje zijn toegevoegd. De stof is ingedeeld naai
de vier jaargetijden, en in elk seizoen krijgen zoo
veel mogelijk vijf onderwerpen hun beuit: 1.
Boomen, bloemen en planten. '2. Dieren. 3. Wolken.
zon, maan en sterren. 4. Gesteenten. 5. De mensch.
Het boek geeft een handleiding voor elke les. 'ten,
dienste van den onderwijzer, het kind krijgt een
bijlage met illustratie, een korte samenvatting van
de les en enkele vragen ter beantwoording, tot
opwekking zijner zelfwerkzaamheid.' Ook krijgt
het gelegenheid zich over het gehoorde en geziene
te uiten door het maken van een teckening. .
;Op .gelukkige wijze wordt zoodoende het bevor
deren van natuurkenuis mét de religieuze opvoe
ding' gecombineerd. Nemen wij eens'de los ., Zomer
op de Plassen". Ds. de Stoppelaar geeft, in het
handboek, een alleraardigste beschrijving van het
planten- en dierenleven op de plassen. Hij vlecht
een sprookje in van de waterlelie. Zij was oorspron
kelijk een sterretje, dat naar de maan toe wilde.
die het zag staan op den bodem van een plas.
Daarom liet het zich vallen, maar toen het in de
diepte lag, zag het de maan weer boven zich. hoog
aan den hemel. Daarheen weer opklimmen kon het ?
niet. maar het werkte zich toch op tot aan den
waterspiegel en bleef daar als waterlelie liggen.
Hierbij behoort, voor liet kind, een bijlage met
korte samenvatting van de les en een mooie
afbeel, ding van waterlelies. '
Zoo is dit'eerste deel van ,.Kindoren van n
Vader" een mooie, belangrijke uitgave, een werk,
d.'it van grootc liefde n fijn inzicht getuigd. Moge
het de belangstelling van godsdienstonderwijzers
en ouders vinden, die het verdient. Moge het
riieehelpen te breken met den sleur van het oude Gods
dienstonderwijs, die de kinderen er toe gebracht
heeft liet woord cathechisatiö" te verbasteren tot
het aan duidelijkheid niets te wensclien overlatende
, .kattenrgezanik."
Nieuwe Uitgaven
l.'c roman der t/elromcdc vrotnccn. Een studie
ion Jntu'citjkslei'en, door Jcanne Rcynekc
run Sttnre. L. J. Vccn's nil<jeversmij.:y.1'.'
.Teanne Keyneke van Stuwe verklaart in een
voorrede het doel van dit boek : ..het leege. het onbe
vredigde, het hunkeren en klagen van vele vrou
wenzielen. die lijden en verkwijnen in silence and
solitude t- 11 tevens de manieren, waarop zij een
aanvulling zoeken voor wat hun ontbreekt dit te
openbaren als een verklaring, als een verontschul
diging. nis oen heilzame waarschuwing;. misschien'!''
Dit doel. is waarlijk alleszins respectabel, omdat
het" de mensch'lievendheid van de schrijfster repre
senteert. Of het nuttig is. dit doel te bereiken is een
tweede zaak. Vele pijlen zijn er uit geoefender
en vooral: fijner hand naar geschoten en hebben
dichter den roos ? ? ons hart geraakt, dan Jeanne
Keyneke van Stuwe dat vermag. . ' ,
Het onbevredigde van vele vrouwenzielen is
tragisch als het tteheele menschenleven zelve', het
is de tragiek van vele 'zielen, van mannenzielen
evertgoed. de tragiek van alle teedere
nu-aschenharten. van alle verlangende meiischenoogeiy van
alle bégeerigt» menschonhanden en, monden. Het is
waarlijk een zér grootètragiek. Maar zij interes
seert ons niet. Zij is groot en diep en innig maar
zij raakt ons de gemeenschap of, zoo ge wilt,
het onderdeel van de gemeenschap heolemaal
niet.
En voor heilzame . waarschuwingen op ethisch
terrein het i» goddeloos verschrikkelijk ?
van mevrouw Iteyneke van Stuwe zijn wij niet
vatbaar. Of...^ wij" is verkeerd. ..Zij" zijn er
wel vatbaar voor. Ik bedoel: zij. die in -sombere
straatjes achter keurige gevels twee maal twee
kaniors-en-suite, twee kabinetjes en een bad
kamer bewonen» Zij houden van waarschuwin
gen gezogen in, een cocktail-olijf en verpakt in
rose watten, zij vinden tusschen een tango op de
grammofoon en een hot-jazz van Juari Llassos, de
verontschuldigingen" van mevrouw Kloos zér
aanvaardbaar. Zij stellen ook geen litteraire eischen
Zij 'zullen zeker dit in bloedrood gevatte humanis
tische tresoor schoon, en belangwekkend vinden.
E. ELIAS