De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 12 september pagina 3

12 september 1931 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 SEPTEMBER 1931 No. 2832 J Dramatische Kroniek door Henrik Scholte Fruntlfok Limiteer: .. llrkt*erfuK**. \1X C'lmrloy Chaplin mot liet gebaar der ontroerendste hulpeloosheid zijn handen uitstrekt naar alles wat verlaten en verstouten is, het mag dan een meisje zijn. een jochie of een landlooper, die hij met zijn overmoed des maohtoloozen in hun strijd togen de sociale wereldorde bijstaat, dan is het einde voor hem altijd of de politie-agent of de hemel. Want voor hem. die plotseling, buiten alle krachtsverhoudingen der realiteit om, bezeten wordt door de onmatige idee om ., goede werken" te verrichten, sluiten zich automatisch alle deuren, behalve die van de gevangenis en de poort naar Droomenland. Het is eigenlijk eenzelfde gedachte, die in deze ironische, half reëele en half poëtisch en fantas tisch beschouwde tragi-comedie van Franticek Langer ligt. Stel u voor een bonk van een dief, ? die boven op de nok van een huis zit. waar zonder zijn weten en voorkennis de brand in gestoken is, misschien wel door den bankier-eigenaar zelf, die van te voren de centen in veiligheid bracht en zoo de brand- en inbraakverzekering een dubbelen strop bespaarde. De dief zit boven op het dak met twee schreiende wurmen van kinderen, die hij eigenlijk net zoo lief naar beueden had gegooid. Maar voor de uienschenkluwen beneden is dat alles heel anders. Voor wie daar staat, is hij de plotselinge volksheld. ..de man die de kinderen redde". En ziet hoe de wereld verandert, hoe de com missaris zich breed maakt en hem niet om z'n dievenstómniiteit arresteert, maar zegt: ..braaf zoo, jongen"; hoe het varken van een bankier-envader het cafeetje binnenzeilt en grandioos uit roept: ..neem van me wat je wilt", al zegt hij het dun ook den volgenden dag niet meer lieelemaal zoo gul en laat hij hem tenslotte ook alleen maar banklooper worden, omdat de philanthropie nu eenmaal beteekent het voldoen aan het minimum kwantum van gewetensgeld. Maar voor den dief heeft zich plotseling een paradijs geopend: de fictie van het Goede. , Het Goede is in dezen paria nimmer als idee opge komen voor het zich in de realiteit manifesteerde: vrij loopen. vrij drinken (op rekening van den commissaris), vrij leven (op rekening van den bankier). Iedereen zegt ineens ., hoera" als hij je tegen komt en het is allemaal ineens zooveel makkelijker dan in het donker aan een brand kastje frunniken en wegrennen als iemand zich in zijn bed omdraait. Het Goede neemt naief en groot bezit- van dezen armen drommel. Ja ja. dat Leger des Heils, dat binnenvalt in de gedaante van een kadet-bleeke officier, die aan toevallen lijdt en een lief soldaatje met het ,, alsmaar" opgezegde lesjo van de zonden, waarin zij zich vroeger gebaad en gewenteld heeft. dat Leger des Heils i's zijn bondgenoot in den strijd tegen den Booze. ..Broeder, geen alcohol", zegt men hem vriendelijk en hij slaat zijn dronken vader de jejem uit de hand. ..Dat niet", zegt het zusje met haar oogen, en de legitieme vrouw, die een bordeel houdt en den commissaris nog eens aan de gunsten van Adelientje herinnerd heeft, gaat de laan uit, of liever.: de van het Goede bezeten Ferdy sluit zijn wcderhelft in zijn hongerwoning op en trekt zelfs haar schoenen aan opdat zij niet terugkeert naar wat des ontuchts is. In het tweede bedrijf exposeert do schrijver den vollen rijkdom aan tragi-komische maar voor alles zeer f ijn-poëtische details, die het gegeven aan deze situatie schenken kan, .zonder dat daar door echter en dit maakt tenslotte de opzet wel fijn. maar niet groot aan Ferdy Pistora. die nu slechts eenzelfde bullebak in het Goede wil zijn als te voren in liet Kwade, de innige praemissen van een Li Hom ' worden moegegeven. Het begint met een fantasie a Ia ...Xachtosyl", ' Xoavaan trouwens de heele atmosfeer en de Kussische charge, die toch altijd linoa-recta naar bittere werkelijkheid teruggaat, voortdurend blijft herinneren. De oude aapjeskootsior. die' pracht van een .. helden vader", zit aan een tafeltje, met een Kxissischcn grootvorst. een onvast en kindsch geworden man-in-rok en met Vele gouden plak katen. Hij is de tragische commonsaal in deze eenkamerwoning, het hevcrig wrak van een menschje. dat nu ..statist" is in een restaurant, waar de' vakveret-niging. die aan deugdelijke ., voorop leiding" vasthoudt, hom belet om het ooit tot kellner te brengen, wat trouwens voor zijn laatste not-gedrügen rok «Ie dood ge weest zou zijn. Voortdurend willen de vader, de vrouw, de vuige harmonica-speler en de dood gewone en niet tot held-geproclameerde broer van de dief ..er onder uit", maar Ferdy, tyran in het bezit van het Goede, heerscht over zijn volk: geen spel. geen drank, geen onze delijke liedjes, geen gapperij. Maar hij voelt toch wel, dat de training, die het Goede eischt, voor hem niet het ware is. Het zijn allemaal te kleine dingen. De . officier van het Leger, die eigen lijk wiskundeleeraar is en zoo tusschen klasse 5A en (5B een paar uur vrij heeft om ..goede daden" te verrichten, irriteert hem. Hij loopt den heelen dag ambteloos in zijn heidendom over straat om te zien of er dan in godsnaam niets gebeurt, waar men juist hem. den apostel des Goeden, bij noodig heeft: weer een brand, alsmaar redden, red den, redden. Men begint hier te begrijpen hoe Chaplin eens tot die heiligschennende idee kwam om den Christus te spelen. Er moet ergens een interpretatie van den Tim merman van Nazareth mogelijk zijn, die ligt tusschen tragedie en sprookje, tusschen Upton Sinclair en Chaplin. die om den laatsten politie-agent te ontloopen, boven dit tranendal uit stijgt, met als logische conse quentie ten opzichte van deze wereld een slot dat speelt of in de gevangenis of in den hemel, zooals alleen de uitgestootenen die kunnen zien. Ook bij Langer staat aan de eene zijde een door-en-door verrotte ..groote wereld", hoe vrien delijk de satyre op den bankier en den commissaris ook is, aan de andere zijde staat de man. die klaar en helder het Goede wil doen en het nimmer vindt. Omdat het Goede een fictie is, ter zelfverdediging van do menschen, die in hun hart het Booze ronduit belijden. Men begint, in een stuk als dit, ten slotte de diefstal als een ethischverdedigbaar iets te beschouwen, niet alleen omdat de grooten der aarde hier en gros" stelen. De figuur van den kleinen, vriendelijken dief, den Chaplin uit die prachtige Russische film-groteske ..Die Drei Diebe", komt in Ferdy weer naar voren en ook, ergens maar niet voortdurend, de schim van Liliom, Molnar's diepste tragi-comedie. Juist daarom werkt de afloop onbevredigend: Langer laat liet kaartenhuis des Goeden eenvoudig in elkaar storten. Als het lieve heilsoldaatje in haar zucht om de meerdere in zonde en bekentenis te zijn, uitroept: ,,Niemand heeft zulke verschrik kelijke dingen gedaan als ik. Ik heb. een moord begaan, ik heb mijn eigen kindje gedood en in een donkere, vochtige kelder begraven", dan komt inderdaad de nieuwe ,,kans" voor Ferdy. Er valt weer wat te.redden, op te offeren, te vol brengen. Hij volbrengt het aanvankelijk heroïsch: met het van den bankier gestolen (ergo volgens Ferdy voor den tweeden maal gestolen) geld zullen het heilsoldaatjo en de grootvorst heel ver weg moeten gaan en Ferdy zal alles dragen .,als een held". Maar Ferdy. ... steelt niet en het is de vraag ?'of hij, in het enkele tmirhtttbcfiej van het Goede, ten slotte oen held is. De commissaris komt niet terug om hem toch de handboeien aan te doen. Het gezicht van Ferdy toont niet <lie innig-tragische ontgoocheling van.'het met-begrijpen, als het heilsoldaatje door de'intimi valt. of die wrange verwon dering, als hij in zijn strijd om het Groot-Goode plotseling tegen de sociale wereldorde aanbotst. Liliom Was zoo groot in zijn goddelijk wanbegrip van mijn-en-dijn, (lat hij voor zijn zoontje wel een ster uit God's hemel durfde stelen. Maar .Ferdy.' zegt eenvoudig: h et. Goede was dus niets. En het heilsoldaatje koiiit bij hem inwonen en de vader mag weer drinken, de, broer weer stelen, d harinonicaspeler zijn stichtelijke muziek .opbergen. .en de vrouw weer naar het huis van de vele Adelientjes teruggaan. De tragi-comedie. wordt hier en voor mijn gevoel: helaas verlaten voor de klucht. In de vertooning heeft Defresne met een stuk> dat hem nu eens echt lag" en dat hij in het allersmeuiï'gste Amsterdamse!] ietofwat vrij en cru vertaald had, een prachtige spanning weten te behouden, zelfs tot dit wat vooze einde toe, dat in een eenvoudig en expressief decor van een slop tusschen huurkazernes gespeeld werd. In zijn regie hield hij bijna voortdurend vast aan dien, hem; zoo dierbaren, tusschentoon der "tragicomedie: nimmer zwaar en werkelijk melodrama, maar ook nimmer: los van de duizend-en-ótn-nachtpoezi? van de straat. Os-,ar Tourniairo ging ver boven de anderen uit in een meesterlijke creatie van den aapjeskoetsier, voor wien hot leven en de daaraan ontleende wijsheid bestaat in hot nauwkeurig weten van wat er aan lief en leed achter hem in zijn bakkie" gebeurt. Aan deze rol trouwens heeft langerminstens evenveel ..hart" weten te geven als aan' de rol van Ferdy. waarin Laseur voortdurend,. door techniek en overgave wist te boeien, zonder hem groot en homogeen te maken, zooals van Dalsum het met Liliom deed. Magda Janssens was in hot trio -Ie wettelijke vrouw", een dank zij haar groot talent welgeslaagde transformatie, die mis.«chien haar voorbeeld vond in die in der haast (doch zoo kostelijk) opgenomen rol van de bontbehangen on bontgekleurde (sabella uit ..Defraudantcn". Elias van Praag 'maakte van den blcekeii Heilsofficier een waarachtigon armen mensen en vermeed zooveel mogelijk «at er in do/e rol tot goedkoope (en dan ten opzichte van ..het Leger", dat er op hot tooneel uu al ten oni'echty zoo vaak tusschen genomen is, wel zeer goedkoope) charge aanleiding had kunnen geven, en Willy Haak was het lieve heilssoldaat je. dat maar al tn schrijnend duidelijk wist te maken hoe men dienstmeisjes in hun dakkamertje geen verhalen over Laura. en den rijken Graaf in handen moet stoppen* No. 2833 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 SEPTEMBER 1931 Toegepaste Kunst door Otto van Tussenbroek lift Juurlicu r*» Aanplakbiljet Men kan een reclame-biljet niet naar juiste waarde beoordeelcn als men het, zooals het mij gewoonlijk gaat wanneer ik de mij toegezonden recensie-exemplaren voor het eerst onder oogen krijg, binnenshuis beziet, want in een studeer vertrek doet een dergelijk werkstuk dat bestemd is om in de openlucht en dus in de vrije ruimte te worden aangewend gewoonlijk heel anders aan dan aangeplakt op straat. Ik heb het nieuwe Jaarbeurs-biljet door Louis JKaemaekers nu zoowat overal gezien: op reclame zuilen, schuttingen, aan de stations enz. en ik moet zeggen dat het overal een volkomen mi8~ lukkiny bleek, n door de voorstelling, n door de belettering, n door de kleur. Een zwakgeteckende Mercuriuskop zonder oogen (of liever met geheel blinde oogen, waar men, juist in een tijd van tegenslag in den handel zoogaarne een vooruitzienden blik had gewenscht!) is in het middenveld' van het biljet gezet met een gevleugelden hoed op het achterovergebogen hoofd. Daaronder leest men in leelijke letters: Jaarbeurs- Utrecht S t 'm 17 September. De kleuren zijn zwart, flets bessensap-rood, verwaterd blauw en verschoten geel. Het moet intusschen voor het Jaarbeurs-Bestuur wel een teleurstelling zijn. Men wendde zich tot een gerenom meerd kunstenaar in de meening verkeerend dat hij in zijn reclameprent eenzelfde kracht zou toonen als in zijn politieke teekeningen (waarin hij overigens zeer ongelijk is !), men had er een behoorlijke geldelijke vergoeding voor over en ziet, het resultaat kan niet anders dan droevig genoemd worden en men krijgt den indruk dat Kaemaekers zich ditmaal al heel lichtvaardig van de hem opgedragen taak heeft gek weten. Trouwens de Kunst der Keclame is zijn terrein niet. In elk geval zou men mér ernst verwacht hebben van een kunstenaar die op een ander gebied een naam te verliezen heeft. D P Xlruwe Ook hierover ben ik niet te spreken. Het is vervelend, want prijzen valt lichter dan afkeuren ! Er waren dan noodig twee zegels: een van 3fi cents-waarde. voor luchtpostbrievon naar Indi en een van 70 cents- waarde voor de verzending van postpakketten. Aan don kunstenaar Piet Zwart (die o.m. uitstekend werk maakte voor een draad- en kabelfabriek hier te hinde en daarbij de z.g. foto-montage met smaak en inzicht toe paste) werd opgedragen deze zegels te ontwerpen. Hij maakte daarbij gebruik van foto's maar kwam daarbij helaas niet tot een evenwichtig geheel. Op beide zegels is in don benedenonderhoek, links. het portret te zien van H.M. de Koningin, gekroond met een diadeem, naar rechts ziende dus als ' profiel met het gelaat, oplichtend tegen een donke ren achtergrond. Dit portret is cirkelvormig af geknipt en daarboven ziet men bij het M-centszegol een zestal vliegtuigen en bij het 70-eentszegel eenige. hijschkranon en een tweetal hooge fabrieksschoorsteenen. Dat alles zonder eenig onder ling verband niet een veel te kleine, daardoor vanzelf onduidelijke, aanduiding der gelds waarden. Hoewel ik sympathiek sta tegenover het beginsel eens ,,iots anders te geven als anders" (zonder twijfel vormen in de internationale philatelie deze zegels OOM rariteit!) is «leze poging in. i. een al te. -'brutaal afwijken van de eischen. welke men gewoon is aan de '.decoratieve opvat tingen betreffende, het '.postzegel te. stellen. Beide ontworpen rammelen in hooge mate, hoewol het zegel van 7(1 cents beter is dun dat . van 315 cents. Een', lang loven voorspel' ik ze niet, trouwens daarvoor zijn. ze. te niodiecis-r volutioiinair. En dat zijn dan. . . .sctjiia ronr Jifl Konink rijk ilcr X HET RESULTAAT Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. Jordaan "' . :>' --:' '''r "'"' " '? ' Moeder Europa: Gunst wat is-ie netjes geconserveerd gebleven!" Nieuwe Uitgaven Rickebery.-Liet rdailsfl t-nn tic Dada, tlaor r/i' (f. J'itntitinf/L .V;.V. HoUnntlin' drukkerij, lintirti .UMI. ? Hebt u w«»l eens van.'Groningen naar den Haag gereisd en terug? Als ge het gedaan-.hebt weet (go het. en als u het nog niet doodt, kan ik u ver zekeren, dat dit een verschrikkelijke reis is. Verschrikkelijk vervelend on niet te goloovon zoo lang. Do laatste koor. dat ik deze reis maakte is ze kort geweest; /.o vloog <mt. dank zij hot gezelschap van die lieve Gen-v, dié'bovendien hél Hchra'ndor en bijzonder gewiekst is. Ilahr geestelijke*-.vader, is geen Nederlander, maar hij hoeft ria de. eerste vier boeken vaiv Ivans. do beste 'Xederlundsche «letectivemnians geschreven-, die*. wij bezitten Wij' moeten «lit s«iort litteratuur niet «-n baga telle 'behandelen. Zij geeft ons meer dan menig goed bedoeld specimen van een honger genre, dat wil zeggen: spanning en amusement on rlat zijn hooge goederen in, ons leven. Detectiveboekeii behoeven door den bespreker niet naverteld te worden. Hij behoeft zijn oordeel niet te inotiveeren. Hij kan slechts zeggen of ze goed" of ..slrcht" zijn. En Gerry, die snoes. krijgt een hél hoog e ij f er. Xeem haar mee op reis. ze is een .lUoramusantst gezelschap in uw 'coupé, ife oentoonigheid van de reis babbelt on springt en zingt /.ij weg eh' alle malaiso-.muizo-nissen blijven langs-de spoorbaan liggen. Zij heeft een afschuwelijke jurk, aan. dit meisje hot huis Holjandia. verkorht lutar een hél leelijk kleedje muur ze. M gezellig, dat kun ik u' verzekeren. Vadei- I'ansUngl. gelukgowoiisoht met uw schat van een dochter ! ','.., < K. KLIAS V^OSSEM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl