De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 12 september pagina 9

12 september 1931 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

' i 16 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 SEPTEMBER 1931 No. 2832 * «i l Beeldhouwkunst (ieorye Minne fxir Leo run Jtiti/rcl(h\ Erfitfatw <lea Ca hiers tle lieltjitfue'' X. A. Jin Ouder ..eollection les eontemporains" verscheen kort geleden het reeds lang aangekondigde boekwerk over eorge Minne, den bekenden Belgischen beeldhouwer, l^eo van Puy velde droeg zijn gevoelvolle en hooggestemde gedachte op aan zijn vrouw, die daar zeer zeker even dankbaar voor zal zijn als wij die met dit werk onze boekenverzameling verrykten. Dit aanzienlijk en lijvig werk met 142 prachtige lichtdrukken, is rijk gedocumenteerd en geeft een zoo volledig mogelijk beeld van dezen kunstenaar. In 73 bladzijden drukte van Puyvelde zijn bewondering over den kunstenaar uit. Ken zacht-peinzend portret, jonger dan hij thans is (03) werd tevens er aan toegevoegd. Verder een catalogus van het com plete werk, bestaande uit 115 sculptu ren en teekeningen van 1885 af tut 1929, een errata en een inhoud der hoofdstukken. De schrijver van dit werk is genoeg bekend en beheerscht volkomen zijn stof. Hij deelde zijn overzicht in vijf hoofdstukken als volgt in: L'Homme; Le Seiis de l' oeuvre; La Forme; L'Evolution de Style en La place de l 'artiste. In het eerste hoofdstuk behandelt v. P. Minne's jeugd. Een uitvoerige beschrijving wordt gegeven van zijn opleiding aan de academie te Gent. Dat hij liever de kunstscholen bezocht dan andere scholen ligt reeds in Minne's verklaring opgesloten als hij zegt: Chaque fois que j'ai un cauchemar, je rêve de 1'école". La vie avait meurtri eet homme. 11 sort victorieux de l'épreuve qu'il s'était imposé. Son talent l'a sauvé" besluit .\an Puyvelde. In het tweede hoofdstuk zegt de auteur L'oeuvre d'un veritab'le artiste est toujours l'expression exacte de ses tats d'ame." Oeorge Minne die zoo diep-nienschelijk maar vooral innig religieus voelt, kon evenzeer de moeder en het kind geven als Maria met Jezus waarover hij zeide: Vbila ma prière. Je ne trouve pas les mots pour prier.- Dessiner, pour moi. c'cst prier." In het derde hoofdstuk zegt v. P. ..La Porme artistique dans laquelle Minne exprime ses visions n'est pas Ie produit de rintelligence raisonnante. Chez Ie véritable artiste, la fornie nait de toute-son unie, comme la fleur sort de la tige." Belangrijk is te lezen Evnlution du ADVERTEERT IN DE GROENE" Dat is CCD zin diep ge dikwijls, leest. WAAROM? Omdat DE GROENE in het grheele land gelezen wordt door het beste publiek «door 'het publiek dat iets te besteden heeft- De adverteerder behoeft niet te betalen voor een ver spreiding, waarmee hij honderd duizenden bereikt, d'e juist niet tot het koopkrachtige publiek behooren, maar het betaalt hem om in dit blad te ad ver teeren, dat hem direct in . contact brengt met het publiek dat hij zoekt. , ,_-,xr XX -..i-... ~~Z. ' -~j? \ X-^L _,_...., ??IIIM mim nTnüf \ \\ ^^*X ^*?M^M [ M» ? w^ ^^ .f^. tr^ ^__^^^^ J^H. , \ V\ x \^^"-««M»I^ ROOD -^ A M\ \ V^ -=, wordt > w Jl ) i 1 ' =. ZWART De muziek van de beroemd ste artisten thans meer binnen ieders bereik OLECHTS een wereldconcern als "His OMaster's Voice" kan het pnbliek Fritz Kreisler (viool) mei piano- thans platen der grootste beroemdbegel.i Liebesfreud. (Kreisler). heden aanbieden tegen een prijs, welke tjieoeueia. ( ixre siery vo. yoa Jjjimeil Ie(ier8 bereik ligt. rablo Casals (Cello j met piano- . . , . ?? TT begeleiding .-Adagio in A. xMaj. Aarzel thans met langer Uw reper(Boccherini). Allegro in A. Maj. toire aan te vullen met de onverge(Bocchenni) DB. 1392 lijke kunst van artisteu als : Caru-so, Beniamino Gigli. (Tenor) met Kreisler, Rachmaninoff, Cortot enz. Or/re5rfce^/e,Wji,a:Nottetunare Goe(Je muziek fa een dageüjksch (Doda). Se (l)enza) DB. 1454 , o J genot ! ^"""?**55^^ De prijzen der rood-etiket platen tijn thans verlaagd. I,,^iT\l Voor de 25 cM. tan f. 3.60 op f. 3.T T jj^pKal » " 30 cM- " " 5-~ " " 4" HlS MASTMS VOICE" N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY 22-22a, Amsterdamsche Veerhade, Oen Haag i, No. 2832 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 SEPTEMBER 1931 style" en zoo heeft v. P. met dit werk voor Minne zelf een monument opge richt, een rijk geornamenteerd en gedetailleerd monument even gaaf en gevoelvol als het werk van George Minne zélf. Het is te hopen dat onze kunst bibliotheken dit werk over Minne in hun verzameling opnemen, want zoo wel het boek als het werk van dezen beeldhouwer George Minne zijn beiden tijdverschijnsels, hoogtepunten in onze samenleving, die onzen tijd beter doen kennen n begrijpen en daarom van beteekenis zijn voor ons nage slacht. Van dezen fijnen droomer, dezen fijnen lyricus, dezen diepen denker. deze religieuze ziel, waarin het leven in zachtheid en liefheid wordt gekris talliseerd, zou men kunnen zeggen: hij is de zacht tokkelende harpspeler, die -zingt--.van de innige verstand houding tusschen de moeders en hun pasgeborenen, van do zich rekkende en strekkende jeugd lichamen in voort durende groei (PI. 88), van de dee moedige Christus-figuren (PI. 91), van eert stille blijdschap (Pi. 21), n van een liefdevolle jeugd. Maar altijd zweeft om zijn figuren een teer»?, sensitieve melancholie om het somtijds al te tragische. Ik wijs u op de vele imaktteekeningen o.a. op PI. 110 en y.ijri beroemd geworden piëta op PI. Hl) waarin een treffende liefde-ecnheid tusschen Maria en Christus is gegeven. ; Zoo heeft Georgc Minne zijn kunst wijd uitgedragen boven den alles neerhalendon en vernietigenden strijd des levens en haar onbevlekt, gerijpt in dorpscho eenzaamheid, rein ge houden. l II EO VAN H KUN MICHAEL GOLD JODEN ZONDER GELD DERDE DRUK ing. F 3,90 ge b. F 4,9O Joden zonder Geld" is een boek, bijna op iedere bladzijde diep aangrijpend". ' (Boekenschouw 15 Juni 1031). ' '?Joden zonder Geld" is een aangrijpend boek, een schrij nende aanklacht, maar het is niet bitter, omdat de menschen* waarde er als een zachte bloem uit opbloeit." (Het Volk 21 Juli 1931), Een pracht, rauw en indrukwekkend boek". (Jan R. Th. Cantpert Nieuwsbron 18 Juli '31). Gold is een onverbiddelijk minnaar der waarheid en zegt dingen* die men ter wille van den lieven vrede overeengekomen is te verzwijgen; en die dan opeens zoo hardop te hooren uit spreken, nu dat verschrikt en doet pijn. Maar wie er schrik en pijn voor over heeft zal zijn loon ontvangen in een vermeerde ring van zijn kennis van de wereld en een vermeerdering van zijn liefde voor de wereld. Er is geen grooter winst. (Aurjusta de Wit. N. ft. Crt.). Een met knap talent geschreven werk". (Limburger Koerier 2?5?'31). Het is een epos over de armoede". (Arnhemecho Courant O?5?'31). VERKRIJGBAAR BIJ DEN BOEKHANDEL EN BIJ DE UITGEVERS N.V, LEITER-NYPELS MAASTRICHT. Gamelan Gong van Batoeboelan Muziek van Java en Bali door Lou Lichtveld werd vervangen), en deze werden gedeeltelijk gebruikt voor de muzi kale notatie en gedeeltelijk door andere teekens vervangen.Deze schrijf wijze moet op Bali zelf ontstaan zijn en wordt op Java niot aangetroffen. Du notatie is hierom werkwaardig, omdat zij een soort gelijke afstam ming heeft als de Kuropeesche neumen, en omdat zij voorts slechts een schematische kern-melodie, het me lodisch geraamte aangeeft, waaraan spelers en zangere zelf hun versie ringen moeten toevoegen, welke na tuurlijk ook min of meer aan de traditie gebonden zijn. Slechts de intervallen worden uitgedrukt, niet de tijdswaarden. Ook op Bali zijn zulke neumen" slechts geheugen hulpmiddelen. De voornaamste muziekinstrumen ten van Indonesiëzijn in Nederland genoegzaam bekend. Zij kunnen ver deeld worden in mttallophonen (gongs, gamelangs), xylophonen, fluiten, tokkelinstrumenten (vooral de ketjapi, een soort van cither) en strijkinstru menten (hoofdzakelijk de rebab). Ken 'collectie KrummofoonMEER en meer komt onder de ethnologen de meening vast te staan, dat de Indische Archipel on geveer het interessantste cultuurge bied ter wereld is, omdat zich daar tal van zeer verschillende cultuurlagen hebben opgestapeld, welke, wanneer men daar de noodige moeite en voorzorgen voor neemt, nog steeds te reconstrueeren zijn. en die overigens de zonderlingste wissel werkingen op elkaar gehad hebben. Dit valt ook aan de muziek van Insulinde bizonder goed waar te nemen. Zij heeft groote verwantschappen met de Chineesche muziek,, maar ook niet minder gomeen met die van Siam en Voor-Indiö, terwijl er dui delijke Arabische invloeden zijn aan te wijzen, en laatstelijk zelfs Europeesche. Opzichzelf beschouwd levert de mu ziek van Insulinde in haar samen stellende deelen ook al weer groote verschilpunten op. Sumatra's muziek staat vergelijkenderwijs niet erg hoog; de Athjehers zijn niet bizonder mu zikaal; de Bataks zijn beter, ' maar beide groepert blijven in muzikaliteit achter bij de bewoners van Java. die stellig op de hoogste trap van muzikale beschaving staan, en zelfs in vele opzichten aesthetische de cadentie-verschijnselen vertoonen, die overigens hun toonkunst voor Kuro peesche ooren niet minder aanvaard baar maken ! Is de muziek der Maleiers bij uit stek een triestig gezang, die van Java is een blijgeestiger dansmuziek in de meeste gevallen. Het hof van Djokjakarta met zijn overvloed vun oude cultuur heeft ook een 'muziek-. beoefening, welke de rijkste on meest doorwerkte is van geheel den Archipel. Elders is veel van de oude nur/iekpraktijk in verval geraakt, in handen van Chineezen gekomen, die- voor de verdere verwarring gezorgd hebben. In de Preanger Regentschappen vindt men nog veel primitieve Bamboeinstrumenten. En zoowel deze streek en Bantam als wel Oost-Jsiva kennen «Ie merkwaardige bamboe-xylophoon. de Ankloeng. Veel instrumenten zijn liet speciale cultuurbezit van du Soendaneezen, en verschillen wezenlijk vuil die welke men aantreft in de heerlijke orkesten van Bali. . Terwijl de wijze waarop wij over de muziek van Java zijn ingelicht door de zeer verdienstelijke geschrif ten van prof. J. l'. N. Land in de vorige eeuw, door de artikelen van den heer J. Snelleman in de Ency» clopedie Lavignac, nog verre van voldoende is uit streng-wetenschappelijk .oogpunt bezien, en ook de tijdschrift-artikelen van zulke er varen onderzoekers als J. S. Brandts Buys en J. Kunst nog lang geen afdoend synthetisch beeld geven, be zitten wij een prachtige studie van den laatstgenoemden auteur over ..De toonkunst van Bali". een werk dat inderdaad voorbeeldig is. en dat ondanks het feit dat het in het Ncderlnndsch geschreven is. overal in het buitenland met eere genoemd wordt. (Dat de heer Kunst het veld van zijn arbeid steeds verder uit strekt, bewijst zijn jongste, juist ver schenen publicatie, een soortgelijk werk aan de hand van phonograminen, over de muziek der Papoea's !) In een vergelijking van de muziek van Bali met die van Java. wordt ge sproken van ..twee dialecten van een zelfde taal." En inderdaad, de over eenkomst in tonale structuur is dui delijk; het verschil zit. in de wijze van muziekbcoefening en in het an dere coloriet der instrumenten. Of schoon eenvoudiger in samenstelling en gedachtengang dan de muziek der Javanen, is die- der Balinee/.en pom peuzer en indrukwekkender door het gebruik van prachtige metallophoneii. Er wordt op Bali veel in de open lucht gemusiceerd en daardoor stelt men daar aan het klankvolume ? veel grootere eischen dan op Java. Een volledige Gamelan (Jong telt er vijf tig tot zestig spelers, terwijl men op Java bijna nooit aan de dertig musici toekomt. Ons beperkend tot de twee be langrijkste groepen, de muziek van Java en die van Bali, bemerken wij dat er,-tww toonsystemen in zwang zijn: o«'ii vijftonig. salendro genoemd, «?n oen zeventonijr, pelog. Al naar gelang deze structuur 'spreekt uien van gamelan' sali-ndro of gamelan pelog.' Theoivtisc'h hebben de Javaiiuti dit alles'hoegenaamd niet vnstgulegd. Door het voorhanden zijn van htilve-toon (of vaak. ook driekvvarttoon)-schroden. is bij uitstek de pi-log ge; igend voor zangmelodicën. Bizondere vermelding yetdiont bet voorbanden xijn van c-en muzikale notatie bij do Balimv/i'ii. Kr vvuivn in lu-t literaire schrift zevi-n toontoekens (waardoor een ooi-spronkelijkt; tt-klank door oen andere? klank liet laat zich begrijpen, dat het overgroote deel van Hornbostel's grammofoonplaten-collectie Musik des Orients" wordt ingenomen door Javaansche en Balineesche platen. Drie Javaansche tegenover vijf Ba lineesche platen, in de collectie, toonen aan naar welke zijde het zwaarte punt, niet geheel terecht, gelegd is. Blijkbaar heeft men hierin aesthe tische eischen zwaarder laten wegen, clan musicologische. En daar valt mee accoord te gaan, want de Bali neesche platen zijn van een buiten gewone schoonheid. Ook die van Java (Odeon 4491 en 193(5) zijn trouwens met bizondere zorg gekozen. De eerste (Xo. .S), is een Soendaneesch gezang, begeleid door cither (Ketjapi) en soeling (fluit). liet is precies dezelfde opname als de vroeger reeds besproken plaat ..Samarangan'' (Odeon A 39(551a.) Het lied is in vijft» mig systeem niet ingevoegde halve toonschrede, en vertoont zoowel hier in als in de totaalklank veel over eenkomst met het Japansche kunst lied. Alleen gaat in het Javaansche gezang de fluit een eigen, solistiscben weg. De tweede (Xo. 9) geeft een uit nemende gamelan salendro te hooren. waarin soeling en rebab de kernmelodie niet groote vrijheid omspelen. terwijl deze door metalldphonen met bamboeresoiiators Wordt uitgevoerd. Een aantal metaallophonen en xy lophonen niet korte too'n (zonder resonatores) brengen de/elfde me lodie, maar. opgelost in kleinere tijds waarden, welke door krachtige slagen op de gongs geïnterpuncteerd worden in -versregels, strofen en perioden. En meermalen brengen de trommels dan nog een rhythmisch contrapunt. De derde plaat (No. 10) brengt natuurlijk bet andere type: de game lan pelog. hier eveneens door een Djokjosch orkest gespeeld, waarbij een vrouwenstem op sierlijke en hoogst ''..muzikale wijze door gongs alleen be geleid, in regelmatige «strofen af wisselt met een mannenstem. Nog grooter genot voor het oor bieden de Balineesche platen. De. eerste (No. 11), een Wajang-muziek in salendro-systeem, begint wild en rhapsodisch, wordt gevolgd door een schoolscher behandeld middendeel, en, eindigt weer op dezelfde wijze alt; het begin. Soms wordt de klank door middel van kwarten-parallellen ver sterkt, die Debussyaansch zouden klinken, wanneer het niet eerder waaiwas dat Debussy vaak Indonesisch" klinkt. De stemming is, evenals dat op Java voorkomt, gettmpereerd, zoodat het octaaf uit vijf gelijke. intervallen van 5/4 toon bestaat. Milder en feestelijker klinkt de ga melan ankloeng van de volgende opname (No. 12), waarin behalve de bamboe-xylophonen ook de ouderwetsche, typisch-Balineesche ketelgongs (rejong) gebruikt worden. Ook de viertonigheid van instrumenten en melodie duidt op ouderdom. Het begin is langzaam en statig met zware gongslagen, en lost zich vervolgens op in een levendig allegro. De gamelan djogèd, welke men hoort in de opname No. 13, bestaat uitsluitend uit xylophoons en dient ter begeleiding van danseressen. De muziek is een merkwaardige variatievoim van een tamelijk korte me lodie. De verschillende variaties zijn gescheiden door een korte pauze, waarin alleen het slagwerk doorgaat. Zeer kunstig wordt met het thema omgesprongen. Het ondergaat allerlei melodische en vooral rhythmische veranderingen, wordt gepuncteerd, gesyncopeerd, en zelfs hot" behan deld ! Virtuoos wordt het in allerlei snelle figuurtjes opgelost, zoodat het geheel met een machtige climax eindigt. Nog veel verrassender is de ont dekking van tango-rhythme in de opname No. 14. die dan ook een nieuwerwetsche dans geeft. Onop houdelijk blijft de rebab een gladde ostinate melodie spelen, begeleid door een monotoon getrommel. Daar door heen syncopeeren hevig de roepstem men van mannen, waarna een zeer ijl meisjeskoor een zangthema aan heft. De werking van deze geheele combinatie is fabelachtig, en het. is eeuwig jammer dat de plaat juist eindigt, wanneer de hevigste frenesie van den dans begint. De laatste Balineesche plaat (No. 15) brengt het grootste orkest, de gamelan gong. die met geweldige gongslagen begint, om met sterke dynamische schakeeringeu terug te zinken tot een ijl gegons, dat dan weer plotseling 'tot een ontzaglijke klankmassa oplaait. Het is een we reld van muziek, gecomprimeerd bin nen het tijdsbestek van enkele mi nuten. (Parlophon B 3703d'). Het hooren van de/e platen doet ons begrijpen, waarom de Javanen en de Balineezen' hun instrumenten als bezielde w,e/.ens beschouwen, die in hun poëzie de schoonste namen krijgen, en die ook in het gewone leven met een eerbiedigen titel worden aangesproken. Gamelan Angkloeng van Sambahan

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl