De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 19 september pagina 6

19 september 1931 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

CHILDERS EN TEEKENAARS V. E. van Uytvanck II o (l <? rn <? l V »'<! «? rl H n cl se !i e bij Biilt'a Na de inleiding, tl ie ik over de tegenwoordige Hollamlsche schilder kunst schreef, kan ik over deze ten toonstelling volstaan met enkele no tities. Kn de eerste de/.el' aanteekcningen moet /ijn. dat deze tentoon stelling beperkter is dan dat ik mij in mijn Inleiding voorstelde: /.ij doet ons ? werken zien uit de laatste pe riode. Ik vond ei- A l nut met ' twee. van /ijn werken in don bekenden trant : strak vink gegeven voorstellingen. waarachter ge meer ingehouden of overwonnen hartstocht woudt voelen. JiciHHen'tt composities, het is tv be grijpen. hoe hij tot zulke abstracties kwam. zijn mij meer beperkt dan y.ijn voorstellingen, die «an de realiteit duidelijker herinneren : ik meen- dat Portret van James Ensor hier geen baet valt te boeken, maar dat de laatste werken, meer .bi/av toch armer zijn. Ci>ln»t'n stilleven met rozen is het beste dei- twee ge zondenen, van N. Hekman veinu-ld ik den visehv'erkoopei'. Fekkes huidschappen konden gemist worden: Leo (>CM'M'» Drie figuren (decoratief paneel) ze kunnen een verwondering wekken, wanneer ge .denkt aan zijn vroeger Werk. want zij lijken mij. ze zijn mij geen zuiver uitvloeisel van. (>est«r.s wezen: het is mij. of hij hier een voor hem doodloopend slop inging. Uregoire's Limburg's land schap is zonder twijfel zwak (deze schilder is nooit zeker en krachtig): }'iin Hffirijnfn'ts stillevens, zij konden misschien geconcentreerder, of meer' gespannen nog /.ijn.' ze /ijn toch schilderkunst van een schilder. Ten Moderne Nederlandsche Schilders bij Buffa - Een eeuw Belgische Schilderkunst in het Stedelijk Museum De Braekeleer Herberg Het Loodshuis*' Holt viel mij t«-g«>n in /i,jn Kaan t<Bergen. Het werk is meer geduldig t-u nauwkeurig, dan plastisch 1V1 ondervonden: hij lu-fft maar j--.au Hrcsdin te denken, oin te wet«-n \\elke ti koHcti er in de/.e tcekeiiing h> vinden zijn: «-r is g«>en wonder in. noch. zooals som,* bij KI. Verster's scherp bepr-.j'Jd»' tcckeningcll een on verzettelijkh«'id der lijn. »'ii/.. Ifynekes is in /.ijn soort beter: Krliler is in zijn compositie- op zijn best. liet wordt tijd. dat van het laatst»' werken van dezen naakt schilder, eens «-«-n o\«-rzicht wordt gegeven; niet enkel van de zwierige lineaire en andere studies. maar ook van do grootu v«»lledigvoltooide naakten, die adem en vo lumen /.ijn. J\oclt is in /ijn bekende Bertha van Antwerpen . zeker een dei- vaardigste ..nieuwe/.akelijken": bet is tevens eigenaardig op te merken bij zulk Werk. hoeveel liet in bepanlde opzichten aan vroeger werk. /.elfs aan d'ltalianen doet denken. I'e teck«>ning van W. v. Konijnenburg im poneert hier niet; beter was hier de teekening te zien gegeven, die hij eens maakte van d'Overgave: daar is zijn kunnen, en nu er. J\nt}/ilcf'n fluHKiH'U'r.' het hangt terecht aan den wand tier goede schilderijen op de/.e tentoonstelling; Meyer's ..zakelijk heid" is nooit meer dan burgerlijk in 't algemeen. Ook hier! Niehaus raakt te moeielijk herinneringen PJ&II anderer .schilderkunst kwijt; het is vreemd voor iemand, die toch dag na dag de grenzen van anderen, moet bepalen en dus zich /elf ook moet /Jen. Hiermee is echter niet gezegd. dat de kritikus beter dan de schilder is. De jonge Oepts heeft veel van een ouderwetsch illustrator. Kr is in alles bij hem een gevaar: het dreigen van een stilstand. Van Kees' werk is te bepalen steeds als wat te ijl, maar' niet /.onder een /.ekefe gratie: van Schumacher noem ik het Kerkhof, haast vroolijk (als teekening! als voorstelling) door de vele grafstoenen etc.' ]*au"s landschappen /.ijn zwakker dan ik naar reproducties Vermoedde. van .T. \Veyand kan het stilleven met perziken er beter mee door «hm de overigen. ?*?>'/Htjtt'fH zond eenvr« mwenportrct (Mevn nnv Leyden), CfnirlcH Toont p naakten, die ik pas besprak. Willink's rustende Venus is een bnrók naakt, weinig fraai van kleur: Vftn.de' Velde zag ik bij A'an Lier. Xog resten tirec \\"ICHIIIIIH'H. .Matthieu zond twee ..goede werken", de hongcrigeii spijzen en de di>rst ige la ven, l fet /ijn. voor hem. bewogen \oorstellingen, eil zonder twijfel van de beste werken ter tentoonstelling; het landschap van Piet Wiegman is een lineair gevoelde voorstelling en geschilderd gegeven. Over het laatste werk van dezen KRONIEK DOOR A. PLASSGHAERT schilder moet ik een afzonderlijk artikel schrijven. Wanneer ik ten slot t e moet vast stellen, hoe uit -M/A' orersifhl ons d< HOllandsclic schilderkunst van het oogenbük aandoet, dan is dat niet allerwonderlijkst. maar -?ik weet dat d»1 toestand toch gestaeger i? dan hier lijkt: het is moeilijk, d» accenten zuiver te plaatsen, dat i> altijd het lastige van het orga niseeren van een verzameling al> deze. er is sehakeering en rijkdom. Tusschen hen toch is de schilder van het histo risch schilderij al.* LI'I/K. Wij hebben in dezelfde periode o-.»k historische schilders genoeg gehad, oftewel schil ders van historische tafereelen maar ik zie er geen eenen.die in duf opzicht de gelijke was van Levs. en die. daarenboven, als hij invloed had op Hollaiidsche .schilders, die, essentieel anders gericht, hem niet zouden nabootsen, maar in hun jeugd /ouden ervaren. Twee .schilJan Stobbaerts I><> l»elt?is«-lie tfiitoon in lu-t Nti'ilelljk .11 n M r u m A m *t e ril a m Deze tentoonstelling in het Sted ? lijk Museum en «!<? tweede «lie, ge< ? ganiseerd door Kunst van llcde >. in O-tober gelunulen zal wor«len lij Van Wisselingb. zullen voor Vel< n '«'«.?n factor kunnen 'zijn iii-hun on ? wikkeling, voor v«-len y.nl het mogeli k zijn ic-ts- meer te gjv.n weten van w t zij toch morsten kennen, van < «? Belgische, eer \laamsche Kunst. Wanne»-!- wij ons nu bcpali-ti t -t wat in het Museum is te zien < n ih'uir-vnn nog tot liet werk der ree /i f overleden schilders, (van XaveZ 18 geb. tot Bik 'Wtmtei'S 1882 gebi»re dun moeten wij reeds bekennen, «l de oogst aan schilderkunst in > eeuw y.ekei- geen geringe is, en d schiMcrw als Lry* als ilc Uniekeals \'e.riet'c en titobbiicrta (bei«l< 18.'W geboren) «Is McHHiff en ////-f manu. als J<n-nb Smitu en Jtik' ITow/i <"*' met de daarom gegroepeerde schHdei-^ alle n«>g een persoonlijkheid, ied-v deze Molen te Kiel Mling ,i ? i" i»'. u tentoonstel het portret van schilder's dochter «-n de aankomst der gen«>odigd«in kunnen hen, \\ien Leys werk «>:ibekend is. er toe brengen het te waardeeren. liet kan een aanleiding daartoe '/ijn. want een historisch schilderij van l-eys is niet alleen' kunde, is ni«-t iillceii' kennis vaj\ klei.'dij en huisraad ?n levensgewoonten, het is een ietwat /.waarmoedige, degelijke, onverzette lijke schild«-rkunst. «lie voor de groote opgaven niet op /ij ging. Het is vóór «leu Hollander waar-' schijnlijk ^.''makkelijkei-c/t' Jimi-ki /r/->-te \voardeeren dan Leys. Het. historiestuk is in Holland' ecu /«ddzaamheid in het Oog der leeken; het Binnenhuis, lit "\velken tijd ook, «lat Weten allen. is n tier glories der z«'Ventien«leeeuw, loor de Hagenaars ook e«-n «Ier n«'4«mti«mde eeuw. Het Binnenhuis van Ie Braekeleer en y.ijn stadsgezicht i.s wat bij uitstek treft op dez«j ten1 oonslelling. Hier is een volharding t«»r schoonheid, die nooit te ontkennen /.al zijn; hier bloeit een fleurige vastland zouden sieren en ieder land /oudci.^beid, die, door haar subtielen eenvoud doen eeren. Wanneer gij weet, dat; niet dadelijk begrepen, ns ervaren bij al deze schilders nog twee nameii te noemen zijn als die 'van Alfr, Stevens (den jongere van de twee' en van .Ionc\th &tevena*. den schïlde|' van honden, dan begrijpt ge dat van armoe geen sprake is. Integendeel steeds opnieuw de bewondering moest doen leven. Het is een realisme met bloemen gesierd; het is een realisme, dat uit het nuchterst gegeven (wat is anders een oude herberg het Loodshuis); iets maken kon, wat nog niet gemaakt leek, en wat zeldzame zekerheid, zeldzame kracht verbergt achter een eenvoudigen schijn. Kn dat er kracht zat achter d ien'rustigen sch ijn, het wordt U op deze tentoonstelling toch duidelijk gemaakt ! Ken schets;' als de vrouw uit het volk (lo) met het robuust hartstochtelijk inodélé, overtuigt onmiddellijk daarvan. Kr is in de. Braekeleer geen enkele zoetigheid, die wel bij den ouden l)c (irour kan storen. Ouder dan de Braekeleer /.ijn de drie beest en schilder s Juscjih Stcrcnn (1SU>?»2). AU red lYi-im- (1SHS 18!).")) en .Inn.&tobbticrtti (18:58?11)1-1) Het zou zeer moeielijk zijn te zeggen, wie der drie de belangrijkste is. zoozeer /.ijn zij verscheiden, of schoon ge J. .Stobbaerts en Joseph Stevens de voorkeur zoudt geven om den rijperen smaak van de kleur: i.fschoon Verwi'e u wat te duidelijk de beestcschilder kon lijken, de haast moedwillige beestetischildel', en de anderen bevangen en van een rijke kleur, die deze het gaarnste uitten door dierenlijven en Mat daar-roiul was. (ïeen van allen hebben zij iets anekdotisch in den armen zin (Stevens is daar wellicht het dichtst bij. bij het anekdotische) alle drie hebbén xij een kloekheid, die. vooral bij Stob baerts. het licht verteedereii kan. De beestest ukken van J. Stevens ten eerste overtuigen u wat een in Holland ongekend rijke colorist hij was. een colorist. die bij buien door Volheid de legance en Verfijning van zijn broeder kon Overtreffen. Onge twijfeld is als schilder deze Stevens een der beste schilders, die zich gezet hebben tot het schilderen van honden. Verwée is nuchterder: zijn kleurklank klinkt minder vol. maar hij is in staat tot zeldzame dingen, waar vastheid en grootheid ^ an vorm te samen gasvu in natuurlijkheid. (5e begrijpt mis schien IVrmeke's dieren schildering soms langs de zen rustige. Kn Stobbaerts V De derde beestcschilder. hier r,ok ,te vinden, heeft schilderijen' g.-maakt. die dorr hun meesterschap en ?«loor «-en volledig gekuilde veitolking u keel kunnen lijken (viel meesterwerken hebben dat!) naast andere. waar het licht het eerste is, eerii-ijk, toch gedemptjmaar overal levend, broedend licht, en waar, uit zulklicht. dommelend verrijzen «Ie koeielijven in den stal. 4 ? ra Ti KI'!i \verl< van l*«'li mlirueU In «Ie Kunst/alen A.Vecht, A uitste ril a m De Düitsche beeldhouwpr Jx«hmbruck, in 1881 uit z<ier eenvoudige oudels ge boren, trad. in zijn jeugd vanuit de fabriek en de werkplaats... . via Am sterdam''het Hijk der Mu zen binnen. De heer von Piepenbroek, directeur van de Kaiser Wilhelm Schnle V. E. van Uytvanck te Amsterdam ..ontdekte" toch dit talent en verschafte het de middelen om zich verder te ontplooien. Heeds op de Dusseldorfsche Academie, werd deze ontdekking direct in zulk een mate ..gerechtvaardigd", dat deze instelling een we"k van den jongen beeldhou wer, nog tijdens zijn leerlingschap. aankocht. wat een «el zeld/.arMH voorkomende erkenning mag heeten. Zoop.ls Amsterdam dan gezegd kan worden te .«taan met welwillende aan dacht aan het begin van dit kunste naarsleven. zoo eert bet thans, in aandacht, de nagedachtenis daarvan met de/e expositie, die het bijna ge heel complet i-, nagelaten oeuvre van den overleden kunstenaar omvat. Dit bestaat «lan uit een groot aantal etsbladeii. enkele lithos en een teekening. waarop Lehmbruck zijn visie op het Portret van Val. de Saedeleer meiischt-lijk. en meer speciaal op het vrouwelijk naakt, heeft vastgelegd. Ivhmbruck was niet uitsluitend beeldhouwer, niet een kunstenaar die uitsluitend in massa's, in volumen. kon zien en beelden. Hij was van een veelzijdige begaafdheid en heeft y.ich o'.a. ook als dichter, in de e.an het woord inha>rente vormen en elemen ten, kunnen uiten. Dit grafisch werk is dan ook niet in «Ie eerste plaats voorstudie Voor beeldhouwwerk, maar heeft een eigen zelfstandige bet ee kenis, mede omdat de lijn er. zooals de grafiek dat als gesloten kunstv«>rm eischt. een zelfstandige bet ee kenis in heeft en niet. zooals dat liij g'.'teekende voorstudies voor pla stiek, veelal geschiedt, een hulp middel is. d«t dikwijls al te snel weer \\«>r«lt ..losgelaten".... v. p. T. De Braekeleer De tuin van den Kweeker

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl