Historisch Archief 1877-1940
CHILDERS EN TEEKENAARS
V. E. van Uytvanck
II o (l <? rn <?
l
V »'<! «? rl H n cl se !i e
bij Biilt'a
Na de inleiding, tl ie ik over de
tegenwoordige Hollamlsche schilder
kunst schreef, kan ik over deze ten
toonstelling volstaan met enkele no
tities. Kn de eerste de/.el'
aanteekcningen moet /ijn. dat deze tentoon
stelling beperkter is dan dat ik mij in
mijn Inleiding voorstelde: /.ij doet
ons ? werken zien uit de laatste pe
riode. Ik vond ei- A l nut met ' twee.
van /ijn werken in don bekenden trant :
strak vink gegeven voorstellingen.
waarachter ge meer ingehouden of
overwonnen hartstocht woudt voelen.
JiciHHen'tt composities, het is tv be
grijpen. hoe hij tot zulke abstracties
kwam. zijn mij meer beperkt dan y.ijn
voorstellingen, die «an de realiteit
duidelijker herinneren : ik meen- dat
Portret van James Ensor
hier geen baet valt te boeken, maar
dat de laatste werken, meer .bi/av
toch armer zijn. Ci>ln»t'n stilleven
met rozen is het beste dei- twee ge
zondenen, van N. Hekman veinu-ld
ik den visehv'erkoopei'. Fekkes
huidschappen konden gemist worden:
Leo (>CM'M'» Drie figuren (decoratief
paneel) ze kunnen een verwondering
wekken, wanneer ge .denkt aan zijn
vroeger Werk. want zij lijken mij.
ze zijn mij geen zuiver uitvloeisel
van. (>est«r.s wezen: het is mij. of hij
hier een voor hem doodloopend slop
inging. Uregoire's Limburg's land
schap is zonder twijfel zwak (deze
schilder is nooit zeker en krachtig):
}'iin Hffirijnfn'ts stillevens, zij konden
misschien geconcentreerder, of meer'
gespannen nog /.ijn.' ze /ijn toch
schilderkunst van een schilder. Ten
Moderne Nederlandsche Schilders bij Buffa - Een eeuw
Belgische Schilderkunst in het Stedelijk Museum
De Braekeleer
Herberg Het Loodshuis*'
Holt viel mij t«-g«>n in /i,jn Kaan
t<Bergen. Het werk is meer geduldig
t-u nauwkeurig, dan plastisch 1V1
ondervonden: hij lu-fft maar j--.au Hrcsdin
te denken, oin te wet«-n \\elke ti
koHcti er in de/.e tcekeiiing h> vinden
zijn: «-r is g«>en wonder in. noch.
zooals som,* bij KI. Verster's scherp
bepr-.j'Jd»' tcckeningcll een on
verzettelijkh«'id der lijn. »'ii/.. Ifynekes is
in /.ijn soort beter: Krliler is in zijn
compositie- op zijn best. liet wordt
tijd. dat van het laatst»' werken van
dezen naakt schilder, eens «-«-n
o\«-rzicht wordt gegeven; niet enkel van
de zwierige lineaire en andere studies.
maar ook van do grootu
v«»lledigvoltooide naakten, die adem en vo
lumen /.ijn. J\oclt is in /ijn bekende
Bertha van Antwerpen . zeker een
dei- vaardigste ..nieuwe/.akelijken":
bet is tevens eigenaardig op te merken
bij zulk Werk. hoeveel liet in bepanlde
opzichten aan vroeger werk. /.elfs
aan d'ltalianen doet denken. I'e
teck«>ning van W. v. Konijnenburg im
poneert hier niet; beter was hier de
teekening te zien gegeven, die hij eens
maakte van d'Overgave: daar is
zijn kunnen, en nu er. J\nt}/ilcf'n
fluHKiH'U'r.' het hangt terecht aan den
wand tier goede schilderijen op de/.e
tentoonstelling; Meyer's ..zakelijk
heid" is nooit meer dan burgerlijk
in 't algemeen. Ook hier! Niehaus
raakt te moeielijk herinneringen PJ&II
anderer .schilderkunst kwijt; het is
vreemd voor iemand, die toch dag
na dag de grenzen van anderen, moet
bepalen en dus zich /elf ook moet
/Jen. Hiermee is echter niet gezegd.
dat de kritikus beter dan de schilder is.
De jonge Oepts heeft veel van een
ouderwetsch illustrator. Kr is in
alles bij hem een gevaar: het dreigen
van een stilstand. Van Kees' werk is
te bepalen steeds als wat te ijl, maar'
niet /.onder een /.ekefe gratie: van
Schumacher noem ik het
Kerkhof, haast vroolijk (als
teekening! als voorstelling)
door de vele grafstoenen
etc.' ]*au"s landschappen
/.ijn zwakker dan ik naar
reproducties Vermoedde.
van .T. \Veyand kan het
stilleven met perziken er
beter mee door «hm de
overigen. ?*?>'/Htjtt'fH zond
eenvr« mwenportrct (Mevn nnv
Leyden), CfnirlcH Toont p
naakten, die ik pas besprak.
Willink's rustende Venus
is een bnrók naakt, weinig
fraai van kleur: Vftn.de'
Velde zag ik bij A'an Lier.
Xog resten tirec \\"ICHIIIIIH'H.
.Matthieu zond twee ..goede
werken", de hongcrigeii
spijzen en de di>rst ige la
ven, l fet /ijn. voor hem.
bewogen \oorstellingen, eil
zonder twijfel van de beste
werken ter tentoonstelling;
het landschap van Piet
Wiegman is een lineair
gevoelde voorstelling en
geschilderd gegeven. Over
het laatste werk van dezen
KRONIEK DOOR A. PLASSGHAERT
schilder moet ik een afzonderlijk
artikel schrijven.
Wanneer ik ten slot t e moet vast
stellen, hoe uit -M/A' orersifhl ons d<
HOllandsclic schilderkunst van het
oogenbük aandoet, dan is dat niet
allerwonderlijkst. maar -?ik weet
dat d»1 toestand toch gestaeger i?
dan hier lijkt: het is moeilijk, d»
accenten zuiver te plaatsen, dat i>
altijd het lastige van het orga
niseeren van een verzameling al>
deze.
er is sehakeering en rijkdom. Tusschen
hen toch is de schilder van het histo
risch schilderij al.* LI'I/K. Wij hebben
in dezelfde periode o-.»k historische
schilders genoeg gehad, oftewel schil
ders van historische tafereelen maar
ik zie er geen eenen.die in duf
opzicht de gelijke was van Levs. en
die. daarenboven, als hij invloed
had op Hollaiidsche .schilders, die,
essentieel anders gericht, hem niet
zouden nabootsen, maar in hun
jeugd /ouden ervaren. Twee
.schilJan Stobbaerts
I><> l»elt?is«-lie tfiitoon
in lu-t Nti'ilelljk .11 n M r u m
A m *t e ril a m
Deze tentoonstelling in het Sted ?
lijk Museum en «!<? tweede «lie, ge< ?
ganiseerd door Kunst van llcde >.
in O-tober gelunulen zal wor«len lij
Van Wisselingb. zullen voor Vel< n
'«'«.?n factor kunnen 'zijn iii-hun on ?
wikkeling, voor v«-len y.nl het mogeli k
zijn ic-ts- meer te gjv.n weten van w t
zij toch morsten kennen, van < «?
Belgische, eer \laamsche Kunst.
Wanne»-!- wij ons nu bcpali-ti t -t
wat in het Museum is te zien < n
ih'uir-vnn nog tot liet werk der ree /i f
overleden schilders, (van XaveZ 18
geb. tot Bik 'Wtmtei'S 1882 gebi»re
dun moeten wij reeds bekennen, «l
de oogst aan schilderkunst in >
eeuw y.ekei- geen geringe is, en d
schiMcrw als Lry* als ilc
Uniekeals \'e.riet'c en titobbiicrta (bei«l<
18.'W geboren) «Is McHHiff en ////-f
manu. als J<n-nb Smitu en Jtik' ITow/i <"*'
met de daarom gegroepeerde schHdei-^
alle n«>g een persoonlijkheid, ied-v
deze
Molen te Kiel
Mling
,i
? i"
i»'.
u
tentoonstel
het portret van schilder's dochter «-n
de aankomst der gen«>odigd«in kunnen
hen, \\ien Leys werk «>:ibekend is.
er toe brengen het te waardeeren.
liet kan een aanleiding daartoe '/ijn.
want een historisch schilderij van
l-eys is niet alleen' kunde, is ni«-t
iillceii' kennis vaj\ klei.'dij en huisraad
?n levensgewoonten, het is een ietwat
/.waarmoedige, degelijke, onverzette
lijke schild«-rkunst. «lie voor de groote
opgaven niet op /ij ging.
Het is vóór «leu Hollander waar-'
schijnlijk ^.''makkelijkei-c/t' Jimi-ki /r/->-te
\voardeeren dan Leys. Het. historiestuk
is in Holland' ecu /«ddzaamheid in
het Oog der leeken; het Binnenhuis,
lit "\velken tijd ook, «lat Weten allen.
is n tier glories der z«'Ventien«leeeuw,
loor de Hagenaars ook e«-n «Ier
n«'4«mti«mde eeuw. Het Binnenhuis van
Ie Braekeleer en y.ijn stadsgezicht
i.s wat bij uitstek treft op dez«j
ten1 oonslelling. Hier is een volharding
t«»r schoonheid, die nooit te ontkennen
/.al zijn; hier bloeit een fleurige
vastland zouden sieren en ieder land /oudci.^beid, die, door haar subtielen eenvoud
doen eeren. Wanneer gij weet, dat; niet dadelijk begrepen, ns ervaren
bij al deze schilders nog twee nameii
te noemen zijn als die 'van Alfr,
Stevens (den jongere van de twee'
en van .Ionc\th &tevena*. den schïlde|'
van honden, dan begrijpt ge dat van
armoe geen sprake is. Integendeel
steeds opnieuw de bewondering moest
doen leven. Het is een realisme met
bloemen gesierd; het is een realisme,
dat uit het nuchterst gegeven (wat
is anders een oude herberg het
Loodshuis); iets maken kon, wat nog
niet gemaakt leek, en wat zeldzame
zekerheid, zeldzame kracht verbergt
achter een eenvoudigen schijn. Kn dat
er kracht zat achter d ien'rustigen sch ijn,
het wordt U op deze tentoonstelling
toch duidelijk gemaakt ! Ken schets;'
als de vrouw uit het volk (lo) met
het robuust hartstochtelijk inodélé,
overtuigt onmiddellijk daarvan. Kr
is in de. Braekeleer geen enkele
zoetigheid, die wel bij den ouden
l)c (irour kan storen.
Ouder dan de Braekeleer /.ijn de
drie beest en schilder s Juscjih Stcrcnn
(1SU>?»2). AU red lYi-im- (1SHS
18!).")) en .Inn.&tobbticrtti (18:58?11)1-1)
Het zou zeer moeielijk zijn te
zeggen, wie der drie de belangrijkste
is. zoozeer /.ijn zij verscheiden, of
schoon ge J. .Stobbaerts en Joseph
Stevens de voorkeur zoudt geven om
den rijperen smaak van de kleur:
i.fschoon Verwi'e u wat te duidelijk de
beestcschilder kon lijken, de haast
moedwillige beestetischildel', en de
anderen bevangen en van een rijke
kleur, die deze het gaarnste uitten
door dierenlijven en Mat daar-roiul
was. (ïeen van allen hebben zij iets
anekdotisch in den armen zin (Stevens
is daar wellicht het dichtst bij. bij
het anekdotische) alle drie hebbén
xij een kloekheid, die. vooral bij Stob
baerts. het licht verteedereii kan.
De beestest ukken van J. Stevens
ten eerste overtuigen u wat een in
Holland ongekend rijke colorist hij
was. een colorist. die bij buien door
Volheid de legance en Verfijning van
zijn broeder kon Overtreffen. Onge
twijfeld is als schilder deze Stevens
een der beste schilders, die zich gezet
hebben tot het schilderen van honden.
Verwée is nuchterder: zijn kleurklank
klinkt minder vol. maar hij is in staat
tot zeldzame dingen, waar vastheid
en grootheid ^ an vorm te samen gasvu
in natuurlijkheid. (5e begrijpt mis
schien IVrmeke's dieren
schildering soms langs de
zen rustige. Kn Stobbaerts V
De derde beestcschilder.
hier r,ok ,te vinden, heeft
schilderijen' g.-maakt. die
dorr hun meesterschap en
?«loor «-en volledig gekuilde
veitolking u keel kunnen
lijken (viel meesterwerken
hebben dat!) naast andere.
waar het licht het eerste is,
eerii-ijk, toch gedemptjmaar
overal levend, broedend
licht, en waar, uit zulklicht.
dommelend verrijzen «Ie
koeielijven in den stal.
4 ? ra Ti KI'!i \verl< van
l*«'li mlirueU In «Ie
Kunst/alen A.Vecht,
A uitste ril a m
De Düitsche beeldhouwpr
Jx«hmbruck, in 1881 uit
z<ier eenvoudige oudels ge
boren, trad. in zijn jeugd
vanuit de fabriek en de
werkplaats... . via Am
sterdam''het Hijk der Mu
zen binnen. De heer von
Piepenbroek, directeur van
de Kaiser Wilhelm Schnle
V. E. van Uytvanck
te Amsterdam ..ontdekte" toch dit
talent en verschafte het de middelen
om zich verder te ontplooien. Heeds op
de Dusseldorfsche Academie, werd deze
ontdekking direct in zulk een mate
..gerechtvaardigd", dat deze instelling
een we"k van den jongen beeldhou
wer, nog tijdens zijn leerlingschap.
aankocht. wat een «el zeld/.arMH
voorkomende erkenning mag heeten.
Zoop.ls Amsterdam dan gezegd kan
worden te .«taan met welwillende aan
dacht aan het begin van dit kunste
naarsleven. zoo eert bet thans, in
aandacht, de nagedachtenis daarvan
met de/e expositie, die het bijna ge
heel complet i-, nagelaten oeuvre van
den overleden kunstenaar omvat. Dit
bestaat «lan uit een groot aantal
etsbladeii. enkele lithos en een teekening.
waarop Lehmbruck zijn visie op het
Portret van Val. de Saedeleer
meiischt-lijk. en meer speciaal op het
vrouwelijk naakt, heeft vastgelegd.
Ivhmbruck was niet uitsluitend
beeldhouwer, niet een kunstenaar
die uitsluitend in massa's, in volumen.
kon zien en beelden. Hij was van een
veelzijdige begaafdheid en heeft y.ich
o'.a. ook als dichter, in de e.an het
woord inha>rente vormen en elemen
ten, kunnen uiten. Dit grafisch werk
is dan ook niet in «Ie eerste plaats
voorstudie Voor beeldhouwwerk, maar
heeft een eigen zelfstandige bet ee
kenis, mede omdat de lijn er.
zooals de grafiek dat als gesloten
kunstv«>rm eischt. een zelfstandige bet ee
kenis in heeft en niet. zooals dat
liij g'.'teekende voorstudies voor pla
stiek, veelal geschiedt, een hulp
middel is. d«t dikwijls al te snel weer
\\«>r«lt ..losgelaten".... v. p. T.
De Braekeleer
De tuin van den Kweeker