Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 SEPTEMBER
No. 2834
No. 2834
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 SEPTEMBER 1931
Teekening voor de Groene Amsterdammer" dcor Henri v. d. Velde
l
N
Misdadigers Rechtszaalscène Albert van Dalsum en Charlotte Kohier.
\
DRAMA TI SC H E KRONIEK
door Henrik Scholte
Bruckner'M ..JIlMdudlRer-*" bij tle
Koninklijke
Ook nog iets over het K«*val. ,.TH|hy"
ONDERLINGE coïncidentie: nu het tooneel
in Amsterdam mede op den rand van den
economischen afgrond staat, beginnen wij juist
eindelijk vertooningen te krijgen, die het tooneel
uit ziji} artistieke misère van de laatste jaren
opheffen. Sinds het Oost Nederlandsen Tooneel
waren er misschien al voortdurend symptomen die
daarop wezen. Zij mogen in het totaal der seizoenen
in de verdrukking zijn gekomen tegenover het
vele bocht, dat dan toch altijd nog de overhand
had, verloren gegaan zijn zij sindsdien nimmer
en in het vorige seizoen werd de hoop zelfs leven
diger. Met dit seizoen is de inzet reeds vele klassen
hooger geweest. Het is misschien nog te vroeg,
nog te weinig om dit reeds te constateeren, maar
er is dan toch blijkbaar een schoonmaak op til,
er wordt blijkbaar een school van jonge regisseurs
aangekweekt, die de vuist óp tafel ,durven leggen
en by de vertpbning hun man staan. Men durft
blijkbaar weer stukken aan, nadat men te lang
derderangswerk heeft geleverd in de armoedige
Allusie, dat juist zulk ongevaarlijk werk een geregeld
bezoek zou garandeeren. (Dat ongevaarlijke"
werk héft bijna den laatsten tooneelliefhebber den
schouwburg uitgejaagd!). Aan acteurs noch aan
actrices heeft het ons ontbroken,' maar zij begin
nen blijkbaar eerst thans hun kansen te krijgen.
En in dit opzicht is het misschien zelfs een geluk,
dat de economische misère achter vrijwel elke
première loert. Van een tooneel, dat 7ich in
economischen zin de luxe veroorloven ke.n om
te experimenteèren, van exclusieve : :.ou\Vüurj.;j^
met mode-stuntjes is nog nimmer het heil gekomen.
Juist nu men aan, wat men dan het,.experiment"
pleegt te noemen, ook het economische gevaar
van te falen verbindt, juist nu men niet meer
de kans heeft om ja-ën-nee tegelijk te zeggen
en eigenlijk met elke première de bruggen achter
zich verbrandt, moet er een eerlijk va banque
gespeeld worden. Uiterste prestatie; en laat dan
maar eens kijken of het tooneel nog zijn plaats
heeft in de wereld, of er nog publiek is, dat weer
naar den 'schouwburg komt om het tooneel en
om niets anders, of er met het tooneel nog wat te
créeeren, te overtreffen, te bewijzen valt!
Met een drama als Misdadigers" wedt de troep,
die het opvoert, niet langer op de kletspraat van
het salonstuk. Het is althans weer een stuk, dat
onrust schept, vragen opwerpt, en tot stelling kie
zen dwingt. En tenslotte zijn het eendere factoren,
die een even ongëwenschte run op een bank
als een maar al te vurig,gewénschte run op een
schouwburg veroorzaken. Dat met een explosief
stuk als Misdadigers" de veiligheid van het
af ter dinner-amusement, het .laperige vertrouwen,
dat alles welgaat met de artistieke deposito's,
die gij meent op' de planken safe gesteld te hebben t
opgeschud en in beroering gebracht wordt, is
misschien de redding, de zuivering van hot'tooneel.
En daarenboven, eonig en laatste bewijs \oor zijn
maatschappelijk bestaansrecht l
Het heeft weliswaar nog een jaar of drie geduurd,
A oor uien hier eindelijk den eersten (maar dan ook
terstond den besten) Bruckner durfde
introduceeren. IH'.t is zoo ongeveer het minimum, dat er
in ons land voor de voortplanting van het
tooneelgeluul is vastgesteld, afgezien dan van de amuse*
mentsstukjes. die bij den hcerschendf n nood in die
snoepw inkel-branehe nop warm van de internatio
nale bakkers gehaald worden. En het is nog mooi.
dat men een stuk uls ..Misdadigers" in extenso
heeft itioijcn vertoonen, want het geringe, dat er
in de bewwVing aen veranderd is, betrof plechts
die enkele argumenten, waarin Bruckner zich in
/ijn zucht om te betoogen onnoodig herhaalde
on geen der veranderingen tastte de essentie noch
ook d ? felle atmosfeer van deze bittere- tragedie aan.
Het is de tragedie ven het huis des vaders.
dat vele woningen heeft. Door het heele stuk
heen, verdeeld en toch innerlyk samengebonden
door een onmetelijke nuanceering der tafereelen,
loopt het bete og van een openbaren aanklager,
die zich, als een waarachtig tooneelschrijver,
slechts van den zuiversten en in diepsten zin
verantwoorden vorm van het tooneel bedien* om
zijn standpunt te staven met de kracht der
aigumenten. Hij hoeft daarbij, wat een over
winning op het naturalisme Js, afgezien van het
schilderen der ellende om de ellende. Menschcn
in dit liüh leven, knoeion en sterven. In het feit,
dat hij daarbij geen détails spaarde, dat hij het
leven samentrok onder n toevallig dak in plaats
van het Verdeelen over de misère \an een toevallige
straat, ren toevallige stad, kan ik nochtans» nk-ts
van de sadistische wellust terugvinden, die oude
en nu fond burgerlijke aestheten als de natura
listen bezielde om mo >i Weer te spelen met de
ellende van anderen. Achter de misère staat bij
Bruckner tenslotte het mededoogen en de ontgoo
cheling. ook al was hij manlijk genoeg om ons
het commentaar van ach's en oh's te besparen.
Hij schiep slechts, in de korte, gecondenseerde
woorden van den geboren tooneelscbrijver, de
realiteit van vele en verscheidene per.- onen, die
zich niet aandienen en dit is zijn overwinning
op het expressionisme als de lyrische emanities
van het eigen ik, maar als de levende getuigen van
vele, dagelijksche krantenverslagen der recht
zalen. Hij schiep niet meer postulaten dan noodig
waren om deze menschen hun eigen, noodlottig
leven te doen leiden, een leven, dat tenslotte
onder geen rechtssysteem kan worden samengevat,
een leven, dat dan ook na de averechtsche beslis
singen van een strafwet, die slechts voor het puur
denkbeeldige gemiddelde maar niet voor de levende
variëteit kon worden geconstrueerd, doorgaat
met vallen en opstaan, met zondigen, knoeien en
ten onder gaan.
In het tweede bedrijf, dat scenisch enkel bedoeld
is als een symmetrische overgang, een
durchblenden" van het huis met de zeven kamers in
een gerechtshof met een gelijk aantal zalen, ligt
DE GROOTSTE
MEUBELFABRIEK
VAN ONS LAND
GEEFT OOK
DE
KLEINSTE
ORDER
ALLE
ZORG
XHDER
ZONEN
het zwaartepunt van zijn betoon:: als het
rechtsspreken niet is de wiskunde van toegepaste for
mules, wat anders is dan het wezen van het recht
dan een natuurkracht, die de postulaten van
onzen wil, de gebrekkige constructies onzer over
tuigingen telkens weer overhoop werpt? Aan die
constructies kunnen wij zoolang vasthouden, als
zij niet iu tegenspraak komen met de feiten van
het leven. Aangezien in het leven deze natuur
kracht woont, zullen deze constructies echter
in elkaar storten zoo dikwijls als wij van tot
jïeval oordeelen en vonnissen. Achter al het recht
ligt do anarchie, want de staat is in wezen een
aaneonkoppeling van millioenen menschen, die ten
slotte volmaakt anarchistisch naast elkaar leve.n.
Het vonnis, gesproken in naam van het volk,
is een aanfluiting. Alle vonnissen, uitgesproken
iu dit tweede bedrijf, op het oogenblik dat in
de wachtkamer der advocaten dergelijke vragen
?worden opgeworpen, waren in naam van dat
volk uitgesproken, grootere misdaden dan de
misdaden van hen uit het volk. die daarmee
geoordeeld werden. Het begrip recht kan geen
recht zijn als het is gebaseerd ophet begrip misdaad.
En de genade, die, achter alle misère, ligt in het
woord van het huis des vaders met de vele wonin
gen, houdt niet stil voor de vele woningen van het
huis, dat zij, die in het begrip misdaad gelooven
zonder het op zichzelf te hebben toegepast,,,gevan
genis" plegen te noemen!
* * .
Van Dalsum heeft dit stuk, zonder de uitwerking
met effecten te bederven, vertoond met het
volle behoud van zijn revolutionaire bewijskracht.
Het is de grootste winst van deze waardige en
bezielde vertooning, dat zij het geheele accent
op het principieele. ergo niet op het
pulitiektendentieuze betoog legde. Wij kregen geen
rechters uit Russische films te zien, die met
-gechargeerde grimen achtelooze teekeningetjea
?zitten te maken, terwijl zij iemand ter dood
ver?oordeelen. In het stuk is de bewijslast verdeeld
«m in de vertooning werd die verdeeling gehand
haafd. Zeittheater" in den caricaturalen zin
werd vermeden. Het onnoodige teveel was ge
schrapt en zelfs na de première zijn, meen ik,
nog enkele détails weggelaten, die aan de eigen
lijke waarde van het betoog niets toevoegden.
Onder van Dalsum's regie, die sterk, eenvoudig
?en zuiver was, konden vele acteurs de volle kracht
?van hun talenten tóonen, al valt er gelukkig
in een stuk van veertig personen moeilijk van een
hoofdrol te spreken. Er werden weliswaar sommige
belangrijke rollen verknoeid ((als bv. de zinloos
leege Olga van Do van Hoogland), er werden
.kleine episoden in het felste licht geplaatst, door
oen enkel masker (als de Schimmelweis van Dom
?de Gruyter) of een kort en scherp gespeeld karakter
?(als die ten voeten uit geteekende rechters van
Saal?born en Eerens). Breed uitgewerkt waren de rollen
van Ernestine, de harde, in den god der vergelding
rotsvast en tot het .bittere einde geloovende
keukenmeid, die door Charlotte Kohier met een
weergalooze felheid en een grootsch-beheerschte
tragiek werd uitgebeeld! van den kellner Tunichtgut,
waaraan van Dalsum vooral in het tweede bedrijf
de 'volle'maat'-gaf van zijn altijd tot extatische
breedvoerigheid neigend spel; van \Villy Haak
als een laaiend stuk volksmeid en van den zieligen
homosexueel Frank Berlessen. die door Cruys
Voorbergh met een intenze overtuiging en ontroe
rende nuances werd vertolkt.
De tooneelbouw van van Dalsum was ondanks
de handicap, die het tooneel van den
Holland.schen Schouwburg meebrengt, een groote verras
sing door den durf, délogica en den betrekkelijken
eenvoud der ensceneering, hoe gecompliceerd in
technischen zin dit bouwsel op twee ruglings
.aaneengevoegde tooneelvvagens ook mocht zijn.
". ? ' ": '? .' * * * ': ' ..
Wat bij Misdadigers" echter een onderdeel
van een zwaar-ontroerende vertooning was, werd
bij het naast de deur gespeelde ,,1'rilby" hoofd
taak. Verkade heeft zich een draaitooneel aange
meten, . dat evenals de tooneelwagens van van
Dalsum een technisch novum op ons tooneel
beteekende en dat inderdaad gezien reeds de
..,»vlotte bediening" op den tweeden avond en do
kans op voortreffelijke effecten in beweging bij
«opendoek voor komende vertponingen van groote
waarde kan blijken.
.Waarom echter de tandelooze draak
van.Dumauirier's Trilby" de eer ten deel moest vallen, is
?een duister punt gebleven. Het kan wel eens aardig
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Henri v. d. Velde
Misdadigers
zijn, een panopticum op de been te zetten uit
dien tijd ,.als der Grossvater die Grossmutter
nahm", indien men dat doet met de charme van
RenéClair of ironisch aesthetiseerend als Paul
Morand. Maar gemeenlijk kiest men daar een
frisscher en humoristischer stukje voor uit dan
deze duffe, mallotige en kinderachtige tragedie.
die tegen het slot haar eitje niet kwijt kan raken
en ons vergast op het noodeloos zieltogen van de
door den onsmakel ij ken charlatan Svengaly om
zeep gebrachte, lieve Trilby (die met de t eentjes).
Men zag thans, vooral in het relatief levendiger
begin, een paar brokjes verzorgde regie en men
zag een keurtroepje van acteurs en actrices, die
zich met heldenmoed door den rijstebrijberg heen
werkte. Maar als Verkade meent, zich in.'(lezen
tijd de weelde te kunnen veroorloven van een
soort kiekeboespelletje en met kindsche voor
liefde Voor een oud portrettenalbum een langen
neus trekt tegen het publiek, dan trekken wij eon
langen neus terug en gaan liever Misdadigers"
zien voor de tweede maal.
Nieuwe Uitgaven
Joannes de Lttei: laerlyck Verhael van de
Verrichtinghen der Geodroyeerde
WestIndische Compagnie, in derthien Boerken.
Deel I. Uitgave M. Nijhoff, 's-Gravenhage.
Als jongste uitgave van de
Linschoten-verceniging welke, ondanks de moeilijke tijdsom
standigheden, nog steeds een onverzwakte activiteit
blijft tóonen, verscheen het eerste deel van den her
druk van Joannes de Laet'a laerlyck Verhael
van de Verrichtinghen der geoctroyeerde
WestIndische Compagnie," namelijk de eerste drie
boeken van de dertien, handelend over déjaren
1621, 1025 en 1020;
Als bewindhebber van genoemde compagnie had
de Laet de beschikking over alle archieven, en
daar hij niet de bedoeling had om een populair"
relaas te geven van de historie der eerste twaalf
jaar van de Compagnie, maar wel een zoo groot'
mogelijke nauwkeurigheid beoogde, hebben wij
in het laerlyck Verhael het geschiedwerk bij uit
stek voor de reizen en bedrijven in het Westen.
Belangrijk is ook de volledige afdruk van het
Octrooi der Compagnie, die aan het eigenlijke Ver
haal voorafgaat.
Niemand had deze uitgave op meer competente
wijze kunnen bezorgen dan de heer S. P. L'Honor
Xaber, die zich ten opzichte der
Linschoten-vereeniging reeds zoo vele onschatbare verdiensten
verworven heeft.
Hopelijk laat hij ons niet te lang wachten op de
volgende deelen vau.de Laet's voorbeeldig relaas.
ABONNEMENTSPRIJS
van De Groen.e Amsterdammer"
per jaar, bij vooruitbetaling
franco per post:
Voor Nederland . . . f 10.
,. Ned.-Indiëp/mail. 13.50
i, n p/zeepost 10.
M ab. binnen Europa 11.50
uitgezonderd:
Engeland-Italië- )
,.13.50
Zwitserland. . )
.. Amerika . . . . 13.50
,. Zuid-Afrika. . . 11.50
Postgiro No. 72880
Gemeentegiro G. 1000