Historisch Archief 1877-1940
\
P)e Groene ftmslerckimmcr
<Bc_/WeekbIad voor Nederland
Kleine Ad ver t entiën
50 cent per regel
Aanbieding
vóór Woensdag 10 uur
ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JITTA
Redacteuren: L, J. JORDAAN, F. G. SCHELTEMA EN
M. KANN. ~ Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM
- KEIZERSGRACHT 355. AMSTERDAM - C
Telefoon 37964
Postgiro 72880
Gemu Giro G, 1000
OPGERICHT IN 1877
No. 2835
ZATERDAG 3 OCTOBER 1931
Doelmatige Overheidsbemoeiing
door Prof. Mr. F. G. Scheltema
l
I?ïeen tweetal artikelen, onlangs in dit blad
opgenomen 1), trachtte ik, het goed recht der
democratie te bepleiten, en eenige bezwaren, tegen
dien staatsvorm aangevoerd, te weerleggen. Echter
stelde ik de bespreking van n bezwaar uit: te
weten dat A-an de mogelijke belemmering, die een
te ver doorgevoerde democratie voor een doelmatig,
zakelijk, economisch overheidsbestuur kan vormen.
Daaraan zou ik thans nog een enkele opmerking
willen wijden.
In het belang der gemeenschap is* gewenscht,
dat de overheidstaak gelijk iedere andere
arbeid ? zoo doelmatig mogelijk wordt verricht.
Hit geldt de overheidstaak in het algemeen: het
geldt wel zeer in het bijzonder dat gedeelte ervan,
dat direct of indirect met de voorziening in ?eco
nomische behoeften samenhangt; en het klemt te
meer. naarmate dit gedeelte dei- overheidstaak in
omvang toeneemt gelijk het zienderoogen doet.
"Men. kan 'met dezen vorm van overheidsbemoeiing
wel of niet zijn ingenomen: men kan vóór- of tegen
stander zijn van staats-, provinciale- en gemeente
bedrijven, of van een van overheidswege meer doel
bewust geleid productie- en distributieproces;
hierover zal men het eens zijn. dat. Indien en
rinn'znover, nu of in tic toekomst, de overheid een
dergelijke taak verricht, het gewenscht is, dat /.ij
zulks zoo doelmatig mogelijk doet; aan de volks
gemeenschap in zijn geheel genomen kan dat
.slechts ten goede komen.
Doelmatige overheidsbemoeiing dus: een eisch
van alle tijden, maar toch wel bijzonder klemmend
in een tijd als de huidige, waarin het economisch
motief zoo bijzonder .sterk spreekt.
* *
Is fiu t-eii democratische staatsinstelling hoo
wenschelijk dan uit een oogpunt van billijkheid
ei i rechtvaardigheid niet in zekeren zin eon
beletsel voor zulk een. zoo doelmatig mogelijk
gevoerd, bestuur? Het was. bij mijn weten, de
Xederlandsche Maatschappij voor Xij verheid en
Handel, die Voor het .eerst te onzent dit probleem
principieel stelde, en daardoor een uitermate ge
wichtige aangelegenheid in het licht der publieke
belangstelling bracht. Haai1 in 1025 verschenen
rapport. Dofllmdtiyc overhcidsbemoennrf genaamd,
wiis gel>ouwd op de navolgende stelling: Met de
voort schrijdende overheidsbemoeiing is niet
gepaitrd gegaan een reorganisatie van
wetgevendeen bestuursorganen in dien zin, dat zij steeds bij
macliU' kouden «ij n. de onderwerpen, welke zij te
regelen kregen, voldoende te beheerschen". Sinds
dien was bet onderwerp actueel: nog dezer dagen
concludeerde een door do S.D.A.P. ingestelde
commissie: Door overlading en tekort aan des
kundigheid ssijn de bestaande politieke organen
niet meer zoo good in staat om te voldoen a,an de
steeds toenemende eischcn. die do maatschappij
in haar tegenwoordige structiuir aan hen stelt".
Ik kan in dit artikel het gestelde probleem
uiteraard niet uitputtend behandelen, doch moet
volstaan met het aangeven van een enkele groote,
lijn.
Er is op het eerste gezicht inderdaad tusschen
tle begrippen ..democratie" en ..doelmatig over
heidsbestuur" een zekere wanverhouding. De
democratie legt het overheidsgezag in handen van
vertegenwoordigende colleges parlement. Staten,
raad , die in menig opzicht de qualiteiten. noodig
voor een zakelijk beheer, missen. Kr is een -?? in
een college van hoofdzakelijk op grond van
politieke praestaties gekozenen welhaast vanzelf
sprekend gemis aan deskundigheid ten aanzien
van vele technische aangelegenheden; er is over
lading van arbeid, die belet, details naar behooren
te behandelen; ei- is. lasl not least, de praktische
onmogelijkheid van snel besluiten en handelen,
die een zakelijk beheer vóór alles verlangt.
De ver-doorgevoerde democratie, de democratie,
waarin alle ovprheidsben>"<'im.ir ge.schio It door, of
althans onder de directe ontrole van, de vertegen
woordigende colleges, is met een doelmatige
overheidsbemoeiing inderdaad moeilijk te rijmen.
* ?*
*.
Is verzoening tussclu-n de twee desiderata
bet democratische en het doelmatige -~ mogelijk?
Inderdaad: mits de democratie niet tot dat
uiterste wordt doorgevoerd: mits zij zich eenige
zelfbeperking weet op {>? leggen: mits zij de ver
zorging van zuiver zakelijke belangen aan de
politieke sfeer Weet te onttrekken, en durft toe te
vertrouwen aan leiders, die binnen zeer wijde
grenzen zelfstandige gestie kunnen Voeren. Ruime
delegatie van bevoc-gdl oid met betrekking tot
economisch'beheer moet liet parool der democratie
zijn, wil zij aan de eischen der doelmatigheid kunnen
voldoen.
Te .constatet-ren valt. dat de ontwikkeling der
overheidszorg in de latere jaren, en. in aansluiting
daaraan, de ontwikkeling van ons staats- en
administratief recht, inderdaad in deze richting
geschiedt. Men kan b.v. wijzen op de toenemende
neiging van provincies en gemeenten, om hun
bedrijven in den vorm van stichtingen of
naamloozc. vennootschappen te gieten ? electriciteit,
drinkwater, gemengd trambedrij f e. d. . waar
door deze bedrijven worden losgemaakt uit het
politiek verband, en als gewone particuliere be
drijven kunnen worden beheerd; op de mogelijk
heid, dio sinds 1922 onze Grondwet biedt, .om
overheidsorganen1'?niet noodwendig vertegen
woordigende in het leven te roepen, aan welke
bepaalde overheidsbelangen ter behartiging kunnen
worden opgedragen mogelijkheid, waarvan tot
dusverre nog niet is gebruik gemaakt ; m:>n kan
eindelijk wijzen op de positie van de openbare
staats- on gemeentebedrijven, die weliswaar in
formecten zin nog steeds door een departements
hoofd of door B. en W., onder controle van parle
ment of raad, worden beheerd, maar waarvan vele
in feitelijkcn zin reeds een groote zelfstandigheid
genieten.
Toch is het de vraag, of juist in dit laatste
opzicht niet, verder moet worden gegaan. Indien
. het b. v. waar is, dat bij de benoeming Van directeuren
van gemeentebedrijven nog wel eens de politieke
richting in stede van de bekwaamheid van den
benoemde den doorslag geeft; indien het waar Ls,
INHOUD:
1. Prof. Mr. F. O. Scheltema, Doelmatige. Over
heidsbemoeiing,
2, Dr. Jan Romein, Raad van State.
3. A. Plasschaert. Veilige Schoonheid Joh.
Braakensiek, Elfcentstarief voor de Gemeentetram.
4. Mr. F. W. Goudsmit. De baanwachteres ran Blerik
Theo van Reijn, Beeldhouwkunst.
5. W. Veenendaal, Holland-Indie L. J. Jordaan,
De onbeschaamde.
6. Jan van Nijlen, Fransche auteurs: J. Kessel.
1. Dr. P. van Olst, De Regenboog Mr. Frans
Coenen, Kroniek.
9. Nico Rost, Erich Cawwt
10?11. L. J. Jordaan, Philips~film.
12. Mr. H. Scholte, Toneel. ?
13. A. Plasschaert, Schilderkunst. Albert Heiman,
Boekbespreking.
14. A. Waterman, Het gmtden Kalf.
15. C. A. Ktaasse, Beursspiegel.
l". Lou Lichtveld. Grammofoon Constant van
YVessem. .\ttt:ick.
18. Alida Zevenboom. Croquante Croquetjes.?L'i t het
Kladschrift ran Jantje.
19. Ivans, Pwlstreek.
20 Letterraadsel. Charivaria.
Omslag: Spelproblemen.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, De verstoorde maaltijd.
Viooltj
Voortreffelijke
chocolade in den
vorm van viooltjes.
Een specialiteit.
RINGERS
Lef op den naam !
dat ontslag ook van totaal ongeschikte Werk
nemers in het publieke gemeentebedrijf vrijwel
uitgesloten is. dnn beteekent dat. dat het over
heidsbedrijf, wat zijn efficiency betreft, nood
wendig bij het particuliere achterstaat, en dat
die achterstand alleen kan worden ingehaald,
door de staats- en gemeentebedrijven rechtens een
ineei' zelfstandige positie toe te kennen, dan zij
thans bezitten.
Ik kon. naar gezegd, in het voorgaande slechts
hoofdlijnen trekken. Die hoofdlijnen loopen in de
volgende conclusies samen.
De democratie moet bedacht zijn op doelmatig
overheidsbestuur; zij moet dat te meer zijn. naar
mate de economische taak der overheid in omvang
toeneemt. Daartoe is ruime, delegatie van zakelijk
beheer noodig; getracht moet worden, zooveel
mogelijk de behartiging van zakelijke belangen uit
de politieke sfeer uit te schakelen, teneinde aldus
aan die overheidsbemoeiing dezelfde kans op effi
ciency te. geven, als het particuliere bedrijf heeft.
Het recht der overheid blijve in beginsel afgeleid
van de geregeerden. Maar, waar doelmatigheid
dat verlangt, durve men, binnen het kader der
democratie, toekenning van zelfstandige machts
uitoefening op zakelijk terrein in ruime mate aan.
1) Hel recht der overheid en Het goed recht der
democratie, resp. in. De Groene Amsterdammer"
van 5 n 12 'September 1031".