Historisch Archief 1877-1940
»"- J
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 3 OCTOBER 1931
No. 2835
No. 2835
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 3 OCTOBER 1931
\
Groquante
Croquetjes
door
Alida Zevenboom
IK y.it weer zonder meid. Als jo
eenmaal aan hot sukkolou bont,
kom jo er 200 gauw niot van at'.
Net als van do dorst. zooals tlii>
stuurman van tl o groote vaart altijd
?zei en mot wien ik oou blauwen
Maantlag losvaste verkeering had. Ik heb
tlie Duitseho mamsol mot oen maand
loon zoo op straat gezet, want eerst
vond ik haar op zolder in wel wat al
te druk gesprek met don
glazenwasseher en ik begreep ook al niot waarom
het acteurt je 's middags zoo lang op
zijn kamer bleef en als ik hem wat
vroeg, in het Duitsch wat terug zei
en het tafeldekken bij meneer
StanisJafski duurde me ook te lang on zij
kwam er altijd vandaan mot oen erg
rood hoofd en de man zou met goed
fatsoen over-grootvader kunnen zijn !
En toen ik er van de week wtit van zei
tlat zij te laat thuis kwam. toen zij
haar avondje had, gaf zij mij zoo'n
brutaal antwoord en vroeg ze me of
ik soms jaloersch op haar was, omdat
meneer Stanis.... ik heb haar
verilere woorden niet eens afgewacht en
haar zoo de deur uit gebonjourd. En
nu zit ik zonder en dat nog wel in
<lo Koninginnowoek ! Ik ontbreek
Anders nooit op den Dam en het
spijt mij dat ik er dit jaar niet was?l
want ik geloof, dat ik mot de petten
hoeren die er den heelen dag
rondXezwalkt hebben, oen hartig woordje
had kunnen spreken. Net of onze
lieve Koningin en de vroolijke Juliaan
en onze.goede 'Prins er iets aan doen
kunnen, dat er zooveel Werkloosheid
heorscht .en als het w.iar i.s wat ons
acteurt je vertelde dat bij den intocht
van Hare Majesteit, de werkloozoii
niet .hun stompelbookjes zwaaiden
vu I faro Majesteit op haar vraag waar
y,ij mee zwaaiden, van den
Burgt*meester ten antwoord kreeg: ..Mot
hun spaarbankboekjes", dan vind ik
dat dat antwoord precies juist was.
want is het niet van on/e spaarcenten
dat de werkloozcn betaald worden
en het zou goed' zijn als zij dat ook
A-e n.s wilden .«uithouden.
Dat zou ik ze op den Dam JV:MI hun
VersU'iul hebben gebracht ,.en het
zou u allicht een oor of zoo gekost
hebbe'n". zei het aetcurtje. toen ik
liet niet hem er over luid. want hij
moet liet meegemaakt hebben dat
de politie er nog al stevig opsloeg
vn juist op het hoofd van iemand.
die een paar workloozen trachtte te
?overtuigen dat zij beter deden den
Bijbel te lezen dan de
Boursnoteeringen «n toen ik ?hem vroeg hoe of die
meneer er zoo ongeveer had uitgezien
dien ze een houw over zijn hoofd
hadden gegeven. Werd ik eens erg
flauw van smaak, want volgens do
beschrijving leek hij als twee droppels
water op den inwendigen zendeling.
Als het acteurt je. mij tenminste niet
voor den mal beeft gehouden en het
portret gezien heeft dat ik nog altijd
van hem bewaard heb en waarom
,tóch eigenlijk;1 Wat is een vrouw
toch een vreemd wezen, want hoe
heeft hij mij eigenlijk behandeld?
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
* *
*
Maar om op den Dam terug te
komen n ding laat ik mij nooit
ontgaan en dat is den kerkgang van
ons Hof. Dat vind ik mooi. De kranten
zeggen altijd dat een Koningin schrijdt
en daar wordt door sommige
oneerbiedigen wel eens over gelachen,
maar op den Zondagmorgen schrijdt
het Hof werkelijk en in dezen tijd nu
je alles ontvalt, is dat toch maar
een houvast.
En wat spoot het mij. dat ik niot
naar Schiphol kon. want ik moest
voor het eten zorgen, want dat kan
ik Mina. de werkster, niot overlaten.
maar gelukkig dat ik radio heb en
zoo in de. keuken, bij het btikkon
van mijn appelflappen, heb ik ge
luisterd naar meneer Vogt on wat
doet hij dat toch mooi ! Hot is of je
er in levenden lijve bij bent en hoe
ma:>kt hij toch al die geluiden zoo
goed na dat je zworen zou dat het
echt is? Ik heb het al eens meer
gezegd, geloof ik. dat ik altijd, als
ik de stem van meneer Vogt hoor.
een kouwêrilling langs mijn rug voel
loopen -?vroeger Zeiden do
bijg'eloovige menscjien dat er dan iemand
over je graf liep -'- en dat ik altijd
aangedaan word, maar van de week
heeft hij mij zoo geroerd dat ik waar
achtig .op oen.oogenblik mijn
appelflappen vergat en ze liet aanbranden.
zoo was ik met mijn geest op Schiphol !
En nu gaan wij elke week naar den
Dost vliegen. Och, och. als ik nog
denk aan dien morgen dat .ik een
zeker iemand, die als. koloniaal
getookond b>.d, wegbracht naar het
schip in 'de'Kiétlamlen ! Wat was dat
toch een aardige jongen on zoo har
telijk. Hij had me. oen gouden speld
als aandenken gegeven voor mijn
doorgewerkte omslagdoek, maar toen
hij goed en wel in du Koode Zee was,
vertolden ze me dat^ hij dat ding ge
stolen had en ik had hem in ruil nog
wel oen gouden ring gegeven, maar
dien had ik niet gestolen. En hij had
nog veel meer achterover gedrukt"
zooals dat tegenwoordig heet. 1T zal
misschien zeggen dat ik niet erg
gelukkig geweest ben in fle Liefde.
.maar in de Staatsloterij ben ik het
evenmin ooit geweest en toch sla ik
nooit een trekking over en heb altijd
een twintigje, maar nooit iets ge
wonnen, zelfs geen eigen geld. Als ik
daar nu eens tegen protesteerde, zou
ik gelijk hebben, maar ga ik daarom
op den Dam staan schreeuwen? En
meneer Vogt vertélde maar door en
net toen ik weer beslag in de pan
dood, vertelde hij van de toeren van
dien vlieger (ïraft en ik schrok zoo
dftt de helft op het fornuis terecht
kwam, want waarom moeten de
monschen nu altijd zulke gewaagde
dingen doen en als zoo'n kunst
emaker nu eens zijn stuur had los ge
laten on te midden van ons Hof was
neer gekomen, wat dan? Dat vraag
ik maar. En als ik dan hoor. dat het
op Schiphol stampvol w«s' en d«t
meneer.. Sr.rrasani hot eiken avond
besproken-uitverkocht hooft, zooals
ons acteurt je dat noemt, laat u zo
dan maar praten Vftn onzen gulden.
die begint te bibberen, wat meneer
Stanislafsky me weer wou wijs innken
en oen ntonsch zou er bijna toe komen
om zijn spaurduitjos maar meteen
op te makel1., zoo benauwd schijnt
het -te worden voor nn-lisclien die
nog wat over hebben gehouden. En
als je di'n ook leest van al die menschen
die uitgaan, dan begrijp jo maar niet
waarom het ons toonool zoo slecht
gaat. Het acteurt je vertelde me dat
zij bij het Neer'lundsch" al de sala
rissen aan hot korten zijn gegaan,
mot 3. tot 25 p('t. en ik hoop maar
niet dat zij do vrijbiljotteix gaan
opslaan, want dan komt er heelemaal
niemand meer in don schouwburg.
Maar als u mij vraagt, begrijp ik die
tooneeldirocties ook niet. want, ik las
van de Week dat meneer Jan Fabricius
zestig jaar was geworden on ik zei
zoo tegen mezelf: Nu zullen ze van
avond Wel in den grooten schouwburg
een stuk van hem opvoeren" wat
heb ik niet bij ,,Dolle Hans" genoten
en bij ,,Eenzaam" zitten grienen om
van dat stuk, waarin Louis Bouw
meester zoo mooi \vas, maar niet eens
te spreken en ik keek in de krant en
niets dan stukken van buitenlanders
op dien feestavond en ik ben het eens
met ons acteurt je, die me zei dat
schrijvers als Fabricius die rollen
schrijven, waarin je hem van
hakkiedouw" kan geven, vél meer in eere
moesten worden gehouden. Als ik
nog denk aan meneer Brondgeest
als Dolle Hans" en meneer C'or van
der Lugt in ,,Eenzaam".... meneer
Fabricius moest nog eens een stuk
schrijven niet den imv'endigen
zen1 deling er in als hoofdpersoon. Ik
geloof dat dat trekken zou en ik zou
hem heel wat bizonderheden aan do
hand kunnen doen.
En u do vrouwelijke hoofdrol,
zei het actourtje.
En jij do komiek, die bij mij
op kamers woont en dien ik don
hoeion tijd achterna zit niet hot
boekje, dat nu alweer /es maanden
ten achter is, eis hij wordt nog gekort
ook. zooals hij zei. Het zijn wel'tijden ?'
Nieuwe Uitgaven
.1. M. van Sas. De herzienint/ der
firniffnteirft. Uitgave Leitor?Nijpels,
Maastricht.
W. Struik en W. J. Jongejan,
f'uhicr de i-crbrs. J. J). Wolters.
(! roningon.
Ciirneifie rntlün-nient lor interna'
titmat /«vfrt'.Yoarbook. Hi.'JO. Published
by the Endowment, Washington.
Mr. J. Kan. Inlfiiliny tolde
recht»wetenschap. IVe.druk. Erven Bohn,
Haarlem.
Dr. Hermann Werener Siemens.
Hoofdlijnen tier Erfelijkheidsleer.-
Eashygiène en bevolkingspolitiek. Uit
gave P, N'oordhof f. (Jroningen.
A"E G
SCHRIJF- FACTUREER -EN
BOEKHOUDMACHINES MET REKENWERK
EUROPA SCHRliFMACHIHEHANOEL .
Amsterdam
Rokin 113 Tal, 35660
Agenten door'het geheela land.
Hammer]fest?Haven
Gezicht op Hammerfest
NAAR DE POOLSTREEK
! E Noordkaap !
Het voorgoborgte, dat Noor
wegen als uitersten voorpost uit
zendt in de blauwgroene golven van
de Noordelijke I Jszee .... s
Zwartgrijs, massief, in scherpe lijnen
afstekend tegen den zonnigen hemel
van den lichten poolnacht
Als 'n scherpe horeii op den monster
kop van een rhinoceros, vertoont zich
halverwege den steilen wand. die
bijna loodrecht in zee neerdaalt
een uitspringende punt, donker als
die wand zelf.
En onstuimig jagen woeste golven
op tegen het onwrikbare, de /ee
splijtende rotsgevaarte, hoog-lokkend
en uiteenspattend tot wit schuim: in
de verte een witte rand, waaruit hot
massief van de Kaap oprijst ?.
Er is veel wind en de zee staat hol.
Het gerucht loopt reeds aan boord,
dat wij waarschijnlijk niet zullen
kunnen landen ....
Daar nadert een kleine loodskottor.
die zooeven liet land verlaten heeft.
Hij wordt door de golven angstwek
kend gebeukt en geslingerd. Het blijkt
onmogelijk, dat hij het schip in rechte
lijn nadert: eenige malen cirkelt hij
er om heen, steeds naderbij komend;
en eindelijk ligt hij langszij, steigerend
op de golven. De post en eenige
paketten worden er in geworpen»
enkele woorden worden gewisseld. En
dan krijgen wij zekerheid ! Het land
is voor ons1 onbereikbaar: wij zullen
de Noordkaap niet kunnen beklim
men! ,
Met verlangende oogen volgen wij
het duidelijk zichtbare pad, dat
in korte zigzags stijgend?van de
enkele huizen, die <van de achterzijde
van de Kaap.liggen,naar het plateau
daarboven voert. Wij hadden ons
verheugd op de bestijging, maar aan
de onverbiddelijke .macht van de zee
hebben wij ons te onderwerpen ....
Toch, wannér straks ons schip zich
in beweging zet om uit te varen in de
wijde zee en in den stralenden nacht,
nemen wij een onuitwischbaren indruk
N o o r d k a ap Ha mm er f est
door Ivans
mét ons: do zwarte rots, die staat, de
golven, die donderend storm loepen.
Die rots zal nog staan, die golven
zullen nóg storm loopen honderden en
duizenden jaren nadat wij allen van
hier zijn weggegaan. Maar ns zal
de rots wankelen en vallen,
onderHet ligt aan" de Zuid-zijde van**
eenniet «diepe.* 'rondo baai. Achter haar
'van ons schip uit gezien rijzen
lage, grauwe, rotsachtige heuvels,
nog niet bekleed mot het groen van
boomen of grooh-vo planten. Naar het
Oosten, om de baai wandelen»!,
beNoordkaap
mijnd door den nooit eindigenden
stormloop. Dan zullen «Ie golven de
plaats bedekken, waar zij gestaan
héft ....
Zeker, oorspronkelijk zijn de ge
dachten niet, die ons vervullen l Maar
juist daarom zijn ze zoo algemeen
menschelijk: uitvloeisels van den
onwillekeurigen eerbied, waarmede wij,
menschen, elke heldhaftige worsteling
aanzien om te handhaven wat is tegen
wat zijn zal en zijn moet ....
.
Den volgenden dag, als wij vroeg
in den morgen aan dek komen, ligt, in
helderen zonneschijn, Hammerfest,
i ?
'B werelds noordelijkste stad, vóór ons.
reikt men do meridiaan-zuil. op het
lage vóórgeborgte Fugel-Xaos ge
legen. '
Het uiterlijk van Hammorfest, bij
dit mooie, wér, brengt den reiziger,
die uit de strakke, sombere natuur
van Spitsbergen of van de zwart1-.
dreigende Noordkaap hierheen ver
plaatst is, in oen opgewekte stemming.
Ook de grootste menschenhater moet
hier, dunkt, ons, de nabijheid van
menschen, van hard-werkende,
hardlevende, maar krachtige en gezonde
menschen, niet zonder vreugde be
groeten.
.-Vis gewoonlijk, speelt onze muziek
op het achterschip, wanneer de sloepen
naar den wal varen. Op de voorplecht
van elk dezer staat een jonge, slanke
matroos met oen bootshaak in <lo
hand. het lichaam handig
balaiiceerende, wanneer vruolijk spelende
golven de sloep «loon dansen en de
inzittenden soms met glinsterende
droppels bespatten. Hijgde
aanlogplaats bobben zich vele jonge en oude
bewoners en bewoonsters van Ham
merfest verzameld. De aankomst van
een toeristensehip is hier nog altijd
oen yt-beurteni* en. als wij aan land
stappen, hebben wij V-t voor velen
onzer hoogst zeldx.amo gevoel een
bc:icnaicaariliyheid te zijn !
Vriendelijk ziet de stad er uit:
houten huizen, soms in heldere kleuren.
meestal irocd onderhouden en proper.
daarin gunstig afstekende bij wat wij
elders, b.v. te Heykjavik zagen. Met
weinig succes kondigt oen in kleurig
gewand gestoken I,aplnndor aan. 'dat
er een rendier te zien is: voor den
volgenden dag is ons elders.de aanblik
van een heelt* A%»/<///i' rendieren be
loofd ! \Vij dwalen oonigon tijd dooi
de breede. niet-geplaveulo. bij dit
mooie weer goed-begaanbare straten.
En do bont winkels, waar do vellen
van ijsbocren. poolvossen, zeehonden
on hennelijntjes bij dozijnen zijn
uitgostald. vinden voel aftrok.
Xó«'i zien wij Hammerfest. vroed ij k,
tintelend, in hot licht van de zon, die
hier gedurende drie en een halve'
maand niet ondergaat.
Maar do pastoor oen Hollander,
dien'Vnk«»hm~onzor op straat getroffen
hebben en die verrukt was Hollandsen
te hooren vertelt van den langen
winternacht. Van de duisternis, die
echter te bestrijden is; maar ook van
de geweldige sneeuwstormen en van
de groote koude, die men moeilijker
draagt en die do«»r de duisternis
te heviger schijnt.
Wij zagen het stadje in den zonne
schijn ....
Maar met stille bewondering gaan
onze gedachten uit naar de menschen,
die volhardend, jaar in jaar uit
hier den barren winter trotseeren.
j