De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 3 oktober pagina 2

3 oktober 1931 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

No. 2835 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 3 OCTOBER 1931 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 3 OCTOBER 1931 No. 283$ De Raad van State 400 jaar door Dr. Jan Romein .... of eigenlijk 70 jaap AAN een zoo bij uitstek waardig onderwerp als een vier eeuwen oude staatsinstelling zou mijn onversneden pen zich niet gewaagd hebben, ware het niet, dat er bij nuchtere be schouwing op den eerbiedwekkenden ouderdom van het bedoelde college wol iets viel af te dingen. Dergelijke jubilea toch hebben de, misschien on bewuste, strekking om de continuïteit van het historisch verloop te onderstrepen: beziet men zoo'n voorwerp van schrikbarend ontzag echter eens van wat dichterbij, dan blijkt er veeleer sprake van discontuïniteit. en het lichaam, dat de eeuwen getrotseerd scheen te hebben, schrom pelt in 't gemeen op zijn best tot een ..survhal"' ineen. Zoo is het ook met den Haad van State, en het lijkt ons van genoegzaam belang, zijn geschiedenis ook eens van dien kant te belichten. Geen nuttiger bedrijf in een tijd als de onze, dan ons van de wankelbaaiheid en vergankelijkheid van alle mehschelijke instellingen te doordringen. ** * Alle middeleeuwsche vorsten dan, van keizer tot graaf, hadden een raad (curia) naast zich, onbestemd van samenstelling en bevoegdheid. Bij de toenemende ingewikkeldheid van het bestuursmechanisme, gevolg van de toenemende staatsbemoeiing in een wereld, waarin het oude feodale stelsel niet langer voldeed, splitsten zich van dien tijdelijken en vonneloozen hof raad lang zamerhand verschillende finantieele en juridische colleges van min of meer blijvenden aard, min of meer bepaalde samenstelling en met een min of meer vaste instructie af. Frankrijk was daarmee voorgegaan en de Bour gondiërs volgden ook hierin het voorbeeld van hun Fransche verwanten na. De lezer, dien het interesseert, kan deze administratieve ontwikke ling van de Bourgondische monarchie voldoende uitvoerig beschreven vinden door niemand minder dan Pirenne in het tweede deel van zijn ,.Histoire de Belgique" en daarvan het tweede hoofdstuk van het derde boek. De eerste, vaste organisatie van deze centrale raden", zooals zij meestal heetten, dateert echter van iets later tijd en wel van Karel V. die in het nu beroemd geworden jaar 1531 naast den reeds bestaanden Raad van Financiën, een Geheimen Raad en een Raad van State inrichtte. Deze Raad van .State van 1531 nu. om ons verder tot den jubilaris te bepalen, was in tegenstelling tot de beide andere raden, geen eigenlijk regeerings-, slechts een adviseerend lichaam, waarin als ge wone leden uitsluitend leden van den hoogen landsadel zitting hadden. Toen in 1559 Philips II naar Spanje vertrok, en naar aanleiding daarvan de regeering opnieuw inrichtte, behield de Raad van State wel is waar zijn instructie, maar door de instelling van den Achterraad of Consulta ging hij in beteekenis ten zeerste achteruit, zeer tot misnoegen van den hoogen adel, met name van Oranje, die geen lust had om op die manier te deelen in de verantwoordelijkheid voor regeeringsdaden op wier voorbereiding hij voortaan niet den minsten invloed oefenen en die hij evenmin goedkeuren kon. Ofschoon formeel dus hetzelfde lichaam als dat van 1531, was de Raad van State van 1559 en volgende jaren in feite dus al iets anders. Maar de breuk met het verleden zou nog veel scherper worden, doch voorloopig juist weer naar den kant van toenemend gezag. Historische antecedenten en analogieën, te ingewikkeld om hier te behandelen, maakten n.], dat de Raad van State zich na den dood van Requesens in 1576 bevoegd achtte om den landvoogd te ver vangen. De tusschenregeering van Matthias, die nu volgde, en die in werkelijkheid de regeering van Oranje was, en die dan pok niet door den koning, maar, vanwege den Opstand, door de Staten-Generaal ingericht werd, kreeg weer een Raad van State naast zich, welks instructie (van 1578) ons helaas niet bekend is, maar waarvan men mag aannemen, dat zij den Raad veel grootere bevoegdheid toegekend heeft dan daarvoor. En nog waren zijn lotswisseleingen niet ten einde, integendeel. In 1584, toen Noord-Nederland, dat inmiddels, sinds de Unie van I't recht, van het Zuiden was afgescheiden, zich gedwongen zag om na tien moord- op Oranje zijn regeering opnieuw in te richten, kwam er een nieuwe Haad van State met nog uitgebreider bevoegdheden, dan die naast Matthias. Alleen in het Zuiden bleef, tot tle Fransche Omwenteling toe. een Raad van State bestaan, die zich met dien uit den lands heerlij ken tijd laat vergelijken: de in löS-1 in het Noorden opgerichte Haad van State heeft ,met den ouden niets dan den naam gemeen. Hij was bedoeld als regeerend lichaam, al heeft hij naast Leicester dan ook geen werkelijke macht gehad. Ook regeerend lichaam \vas. maar wel macht had de Raad van State, die in liiSS zijn instructie kreeg, noodig geworden, omdat de jonge Republiek er na de mislukking met l,eicester van afzag om nog verder naar een souverein te zoeken., Deze Raad van State, evenzeer een product van den nood als die van vier jaar te voren, kennen we. wat zijn oprichting eu instructie betreft, goed uit een desbetreffend artikel van Dr. Japik.se 1), die het onderwerp bestudeerd heeft uit de door hem uitgegeven Resolutiën der Staten-Generaal. Deze studie bewijst, dat hij niet alleen als regeerend maar zelfs als centraal regeeringslichaam gedacht was. Dan, die glorietijd van den Raad van State heeft niet lang geduurd.' Elke Staatsinrichting is de weerspiegeling van bepaalde klassenverhou dingen en die van de Republiek maakte daarop zeker geen uitzondering. Zooals zij in 15S8 werd ingericht, voldeed zij in het algemeen aan de tot macht gekomen burgerij, die zich weldra, vooral in Holland, tot den regentenstand gaat ontwik kelen» Op n punt na: juist de Raad van State. Het karakter van de ze] f regeering der jonge re publiek is bepaald door den Opstand. D.w.z.: handhaving van do zelfstandigheid van steden en gewesten tegenover de centralisatie-neiging, waarvan men afkeevig was. zoowel in het algemeen, uit particularistisch belang, als ook in het bijzonder, omdat zij in het pas afgeschudde verleden samengehangen had met en ondergeschikt gemaakt was aan de Spaansch-Habsburgsche dynastie on haar katholieke belangen. In dat federalistisch geheel paste de nieuw opgerichte Raad van State maar matig en men moet zich het centralistisch karak ter van de instructie van 1588 dan bok verklaren uit den nood van dat jaar, waarin men bereid was althans een stuk van de ..vrijheid" op te offeren tenville van een doelmatige oorlogvoering. Dat blijkt uit het vervolg der geschiedenis duidelijk genoeg, want zoodra, door de militaire successen van Maurits in de door Fruin beschreven .,Tien jaren'' (1588?'08), die noodzaak minder drukte, werd de klem der regeering steeds meer van den centralistischen Raad van State naar de fede ralistische Staten-Generaal verschoven. Toen deze sinds 1593 permanent werden, was het met de macht van den Raad van State gedaan. Hoe noodig ook, is het ? gelijk bekend ? onder de Republiek nooit tot een ingrijpende her vorming der staatsinstellingen gekomen, tenslotte omdat dezelfde belangen, die ze hadden ingericht, ook een herziening beletten. Het bekendst zijn de pogingen van den raadpensionaris Van Slingelandt in de eerste helft van de 18e eeuw geworden, toen de energie der Republiek niet langer toereikend was om haar gebreken te maskeeren. Intusschen had*', zegt Thorbecke, die aan die pogingen n artikel heeft gewijd de ondeugd door gewoonte bijkans den schijn van deugd aangenomen; log heid gold voor wijsheid; men zocht redenen tot verdediging van hetgeen meer dan iets anders tegen de rede streed" en de eigenste Raad van State, waar Van Slingelandt, als zijn secretaris, met voorstellen kwam, die tot centraliseering hadden moeten leiden, waagde het- niet eens van advies te dienen in een zaak, die, mits goed aangepakt, zijn eigen macht slechts had kunnen vergrooten. Waarlijk, de staatsinstellingen van de Republiek stierven in 1705 een verdienden dood. .'?*..'* Ook de Raad van State. Het lichaam van dien haam, dat in 1814 met de monarchie verrees, had in wezen weer niets uit te staan met den Raad van State uit de Republiek; het was een Witte Curafao Sec Cherry Brandy M ent hèGlaciale Curafao Brandy kroonraad, te vergelijken en ook wel geïnspireerd op den Engelschen ..Privy Council" en dus nog eerder verwant met den Bourgondischen 'Geheimen Raad, den ('onseil Privé, dan met den Raad van State van 1531. En ook deze ten slotte zou zijn karakter niet ongerept bewaren. Hij viel ten offer aan de geleidelijke door voering van het parlementaire stelsel. Terwijl hij als kroonraad advies gaf aan den koning, be stempelde een wet van 31 Dec. 1801 hem tot regeeringsraad. die alleen adviezen aan de rcgeering verstrekt. Slechts formeel bleef de koning voorzitter. Behouden van den oudsten Raad van State is alleen, dat hij in sommige gevallen het koninklijk gezag kan waarnemen, zooals hij o.a. gedaan heeft van 3 April?2 Mei 1889 en van 29 October tot 20 November 1890, toen koning Willem III geacht werd niet meer zelf te kunnen regeeren. Wil men dus perséeen jubileum vieren, dan zoeke men het niet te hoog: de Raad van State, zooals hij nu is, is geen vierhonderd jaar, maar slechts 70 jaar oud. En dat is al oud genoeg voor een lichaam dat nog zoo jeugdig aan het feest vieren getogen is. Maar laten we hopen, dot zij zich door Thorbecke's boven-geciteerde woorden, de feestvreugde niet zullen laten vergallen. 1) Bijdragen Vad. Gesch. en Oudheidkunde, 5de feeks, IX (1922) bhh. 170 volg. HOOFIEN'S ROOMBOTER WORDT SPECIAAL BEREID Tentoonstellingen Pander en Zoon, Amsterdam. Bekroonde meu belen naar ontwerp prof. Schuster. Tot 8 October. Kunstzaal Buffa en Zonen, Amsterdam. Teeke ningen van O. Fabrès. Tot 9 October. Kunstzaal W. Wagenaar, Utrecht. Werken van J. Bendien en P. Citroen. Tot 15 October. Stedelijk Museum, Amsterdam. Belgische Beel dende Kunst van de laatste honderd jaar. Tot 15 October. Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Teekeningen door C. F. Roelofsz. Tot 18 October. Huize van Hasselt, Rotterdam. Werken door C. Timmer. Tot 19' October. Kunstzaal Vecht, Amsterdam. Schilderijen en teekeningen door Ernst Leyden. Tot 22 October. Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Schilderijen en Gouaches door den glazenier Joep Nicolas. Tot 25 October. . Kon. Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER & Co. ~ ~ DEN HAAG --~ AMSTERDAM ARNHEM Verz* van Tentoonstellinggoederen i J V eilige Schoonheid door A. Plasschaert Ne h i l «l *? rl Jeu: oen gocdt» js4>l«llM'l<ii*«iim Het schoone voorwerp, het schilderij, het beeld of 't edel pottebakkerswcrk wordt door de meeste n als een weelde ervaren, en toch als een gewaand o waarde. Het is sieraad; bewijs van welstand, be vestiging van een fortuin; een verzameling van schoone voorwerpen wordt daarenboven nog ge bruikt als middel om hoogere" kringen te be reiken; een verzameling geldt dan als bewijs van intellectueele voortreffelijkheid; het bezit daarvan is als een krans om het hoofd van den bezitter. Er zijn nog andere verzamelaars; dat zijn der schoonheid minnaars, die min of meer de moge lijkheid bezitten wat zij schoon vinden zich aan te schaffen (hoe weinig is daarvoor soms noodig!) De laatste zijn de wezentlijken; de anderen zijn de «esthetische hypokrieten, maar soms met een goed verstand begaafd en zij begrijpen (hoewel gevoel loos !) dat een groot werk, een belangrijk schilderij, een voortreffelijk beeld, een vaas of een schotel, een waarde bezitten, die, schijnbaar onwezentl ij keimeer dan eenig aandeel, voornamentlijk in moei lijke tijden, weerstand tegen de algemeene waardeverdwijningen bezit. Het is daarop, dat dit ?artikel wijzen wil en als verandering wil ik dit hier eenigszins breedvoerig vermelden, met verandering van mijn standpunt, niet omdat ik het werkelijke standpunt voor goed verliet, maar omdat ik hier twee dingen wil bereiken: ten eerste, herinneren aan de wezentlijke. onvergankelijke waarde van het kunstwerk (dit aandeel der schoonheid, zij het ook geen obligatie) en'ten tweede, omdat ik daar door een aantal lieden hoop tot nadenken te brengen, die ik voor mijn plan noodig heb. Ik herinner mij hoe n mijner vrienden'in den grooten oorlog zijn gezin en zichzelven redde: door het bezit van twee schilderijen en door den verkoop «laarvan. Wat hij aan goed geld bezat, kon hij plotseling (door den oorlog) niet meer bereiken: een stranding van het gezin leek dus dichtbij. Maar doordat hij een Vincent en een Seurat' bezat. kon hij zich redden; twee schilderijen van bekende schilders hielpen hem uit den nood: n der geldwinnende landen verzekerde zich gaarne zulk bcv,it. Deze schilderijen waven niet gekocht voor' ..grof" geld: lirfde en juist inzicht huilden indertijd hun plicht gedaan: voor weinig geld was de verzame ling verrijkt niet wat onverwachts en later, middel tot verder gaan zou blijken temidden \im allerlei verstoring van finantieele markten. Deze nandeelen-der-schoonheid bleken vol van een voor treffelijke kracht: meer zelfs dan-menige welgefundeerde obligatie ha< den zij zich als zeker vertoond .... Ik geef toe, dat de toestand tijden» den 'oorlog, tijdens de grootste geldspilling van alle tijden. eenigszins anders was dan de tegenwoordige, die mij noopt tot dit schrijven. De ontwrichting was toen toch localer dan thans; er was geen totale onzekerheid, zooals zij nu schijnt te bestaan, nu obligaties en aandeelen wonderlijk verzinken en een teveel armoede als ongewenschte gast mee brengt; nu penningen, die onaantastbaar leken {\vat was het pond anders voor den Brit:') ijdler blijken te zijn dan kenners van finantieen doi'sten te vermoeden. 'k weet ook, dat een schoon voorwerp in finan?tieelen 'zin niet kan gelden als een steeds vertr< mwbre obliyatie ook daar is soms een tijdelijke daling, tijdelijk een geweldig maximum (wij zagen dat ook!) maar daar is toch. in het wezentlijk kunst werk, een stelligheid» diégeen een ander aandeel op den duur heeft vertoond. Het schoone voorleer p is op den duur een zekerheid, die door tjeen enkele indere wordt overtroffen. Mot doze materieele be. .schouwing ?? der schoonheid, met deze materieele Kunstzaal Rokin 126 van Lier Amsterdam Doorloopend tentoongesteld Kunstwerken van jonge Hollandsche en Buitenl. meesters Bezichtiging; vrij Een Elfcents-tarief voor de Amsterdamsche Tram Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek WISSELGELD SLGTEN I270T 2 De nieuwe bijwagen beschouwing over wat in liefde («-n met m-lke liefde!) werd gemaiik'. wil ik dat aantal lieden bereiken, die' anders onbereikbaar zijn voor de .schoonheid, voor den ireest. Ka ik doe dat ten slotte niet voor de. koopers. maar voor <le makers der schoonheid: :ij <i(mn »i!j ter finrtc: hen erken ik hier door. Want waartoe wil ik de luien van den geest, de slappelingen tegenover den geest opwekken? Ik wil. dat /.ij hun geld. dat lui neer ligt in de banken, actief maken ten bate der schoonheid, ten bate van de schildeis en beeld houwers en pottebakk"i-s. Zij behoeven het . hun dierbre goud-niet gansch-en-al te spemleeren in deze bun moeielijke daden, maar reeds met een gedeelte daarvan, kunnen zij hun.-die dat ver dienen. DI zichzclrcn veel goeds iloeti. /ij konden mij tegenwerpen: \vij veten niet ! Maar als zij iets anders niet weten, laten /.ij zieli voor veel geld voorlichten: /ij konden dat hier d<»en voor vrt-1 minder door de bevoegden, die willig zijn in deze te helpen. Het is nu meer <lan anders tijd schil derijen te koopen. beelden, weefsels, vazen, potten. («e moet natuurlijk alleen werk koopen, dat een kunstuiting is. Kr zijn veel schilderijen, beelden en potten, dio niets met de kunst temaken hebben; ga in deze" vooral niet af op de maatschappelijke successen, dié, te veel door. maatschappelijke relaties ontstaan. Kooi) niet alleen de reeds lang ..genoteerde" kunstwerken, we/.entlijke obligaties der kunst, draagbare rijkdom, alleen te bereiken voor de nu schaarsche of angstige groot o ? for tuinen, maar koop werk vooral van hen. in wier werk eveneens de schoonheid (de blijvende) triumpheert; koop '.werk. waarvan de stijging zeker is, o geldzieken ! en stut den geest, stut het veroverend gevoel, en vaar later zelf daarbij wel: koop dus werk van'i die tegenwoordigen. die eens ook. en gewis, als meester /uilen gelden. Die' zijn er zoo goed als altijd; en zelfs als zij een tijd schuil zouden gaan achter den nevel doronverschilligheid: z,ij glanzen op een dag opnieuw of als nieuw om dan (Vermeer!) niet meer te zinken achter de kim. Denk aan Vermeer niet alleen, denk aan vele der Hollanders, denk ook aan ('hardin - en wees met het luie goud paraat. Ik zal hier niet zeggen, dat dit voor u voegt als een der grootste nood zakelijkheden; dat ge daardoor den rijkdom van uw ras vermeert voor altijd ik zeg: zie naar uw winst,' o finantieele genieën. Koop nu, en berg (het kostte immers niet zeer vél i) de goede cHAKEL ' KSÊWeS 11-17 «AMST Kleermakerij Bij ons verkrijghaar N.R.V MONTA'SCHOENEN schilderijen op. zooal* <re uw wijn zorgzaam keldert.'tot hij zijn maximum van bloei bereikt.' I)i<«n wij TI drinkt £ij <>p met uw vrienden, het is een hartelijkheid, die ik eer. maar de .schilderijen gedijen als som gelds. en /.ij blijven. s;ij verteert ze niet ! Misschien komt er. rariteit, in uwe familie iioiïeindelijk «V-n. die ze zelfs lief heeft (dat komt .Vo-ii in de beste krimren!). maar. toch. wanneer deze ongewoonheid bij u niet \ oor komt. dan blijkt op een dag toeh uw fortuin gered door wat ge niet acht: als alle aandeelen voorbij zijn heersvht nog 'zwijgend het innige beeld, het schil derij.'dat als een melodie is. de vaas in wier vormen en materie de eeuwigheid werd gebonden. Ik herhaal: koop om \velke reden nu het kunstwerk: het sclioone voorwerp is '>/' den duur een onovertrefbre zekei-heid ! WIE ZUINIG WIL ZIJN DIENT VOORAL DEGELIJKE MEUBELEN TE KOOPEN. DUS: XMDER ZONEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl