Historisch Archief 1877-1940
'S.
NEDERLAND'S EERSTE GELUIDSFILM
De Philips-film van Joris Ivens en Lou Lichtveld
Jori-*
<*n !..<» u
117 AT ..De Brug" voor 1»2S was. blijkt de
T? Philips"-film voor 1031 in veel opzichten
te worden.
De Brug" realiseerde vier jaar geleden een alge
meen, vaag verlangen naar het credo eener nieuwe
vormgeving - naar een nieuwe, logische formule
naar de concrete bevestiging tenslotte van een
geloof, dat in veler gemoed leefde. Nu kan men
zulke dingen gering achten men kan zich op
sluiten in de ivoren torens van schouwburg- en
concertzaal en met al dan niet aanvechtbare
autoriteit spreken van de film, die de kunst" be*
dreigt. Daarbuiten gist en woelt het werken
ongekende krachten samen in het vulkanische
proces, waaruit een andere samenleving geboren
zal worden. Een samenleving, die. als alle perio
dieke wisselingen der cultuur, haar eigen karakter
zal dragen en zoo vrij zal zijn haar eigen wetten
van schoonheid te decreteeren. . . . wat ook de
steunpilaren in marmer of stuc, der huidige kunst
vormen daarover mogen denken. Het moet geen
geringe vreugde zijn. aan die gvoote omwenteling
metterdaad mee te werken althans in de oogen
van ons, intens meelevende toeschouwers, die
slechts van onze warme belangstelling en
geestdriftigen stexm kunnen blijkgeven.
In 192S dan. leverde De Brug", het tast
baaibewijs voor een stelling, die in haar eenvoud en
onweerlegbaarheid nog steeds als basis dient
voor een gezonde filmtaal. Deze stelling luidde:
Het materiaal der film. van haar meest- primitieve
tot haar gecompliceerdste uiting is en blijft rinurra
t*n ilhnbund." Iedere twijfel, iedere onzekerheid
in de beoordeeling der cinegrafische. productie
kan aan deze simpele grondleev getoetst worden.
Wie hetzij in oprechtheid, hetzij ? coquetteerend
met eigen bescheidenheid vraagt of dit en dat
wol van een film gezegd mag"
worden, vindt hot nuchtere ant
woord in het bovengenoemde axio
ma. ... wanneer hij het tenminste
teil vinden. De fundamenteele
belangrijkheid van De Brug"
lag stellig wel hier in, dat zij het
eerste, voor ieder begrijpelijke
beeld gaf, van de creatieve mo
gelijkheden, opgesloten in de
eenheden: camera en filmband.
Een volmaakt neutraal onderwerp als een mo
derne spoorbrug, waaraan geen litteraire of pic
turale associaties te verbinden waren, vormde
de aanleiding tot iets, dat wij met het woord:
cinepoëem, gedicht-in-beelden, zoeken te benaderen.
Ook de minst geïnitieerde en volkomen argelooze
toeschouwer voelde intuïtief, hoe in deze beelden
reeks door bewuste observatie en ordening, een
persoonlijke visie en bewogenheid haar neerslag
vonden.
Dezelfde groote verdienste nu heeft ongetwijfeld
de ,,Philips"-film. Evenals vier jaar geleden De
Brug" geeft zij antwoord op een dringende
vraag. Destijds gold het de verhouding:
camerafilmband. Nu betreft het de verhouding:
camerafilmband-geluid.
En het treft vóór alles, hoe hier opnieuw de
kern van het probleem is benaderd in het zoeken
naar de autonome kenmerken van het materiaal
naar de eigenschappen die den expressievorm
onderscheiden van iedere andere. Voor de zwijgende
film vond men die in de camera-instelling en
montage, waardoor observatie, zoowel als
beeldopvolging en tijdsverdeeling een geheel oorspronke
lijk karakter kregen. Bij dit eerste
geluids-experiment heeft men zich in de eerste plaats rekenschap
gegeven van de vraag: Wat maakt de geluidsfilm
tot een zelfstandige uitdrukkingsmogelijkheid ?
En men vond terecht, dat het antwoord moest
luiden: De onderlinge t»nafhankelijkheid van
beeldstrook en geluidsband.
* *
Het beeld wordt opgenomen door de foto
grafische filmcamera de klank dooi' het
soundapparaat. Deze eenvoudige waarheid zal alweer
de basis blijven voor' alle vormen van
geluidsfilmconceptie. In iedere toepassing der werkelijk
heid, hetzij op het tooneel of elders, zijn geluid en
gezichtsindruk onverbrekelijk en organisch ver
bonden. Een man. die lacht zelfs al doet hij
BIOSGOPY DOO'R L. J. JORDAAN
zulks achter de coulissen verraadt zijn stoffelijke
aanwezigheid en zijn materieele gebondenheid
aan tijd en plaats. Een man, die lacht .,op" de
klankfilm, kan oogenblikkelijk afgewisseld worden
door het beeld eener plaats of handeling, duizend
mijlen daarvandaan, terwijl nochtans die lach blijft
doorklinken! Hieruit volgt logisch, dat de klank
in dit geval een geheel andere beteekenis krijgt.
en derhalve een nieuwe functie dient te vervullen.
Het zal duidelijk zijn, dat duizend nieuwe mogelijk
heden geopend worden, waarnaar wij zelfs nog niet
kunnen gissen en die slechts hier en daar in de
troebele verwarring der geluidsfilmproduetie tot
uiting komen. Des te belangwekkender is dan ook
een experiment, als deze Philips-film, waarin het
vraagstuk van alle valsche bijkomstigheden
ontdaan zich in zijn overzichtelijkste en een
voudigste gedaante presenteert.
er mee synchroon te gaan en wij zien den glasblazer
diepe ademteugen nemen en in zijn glazen buis
persen, terwijl wij een steunend zuchten hooren
in een ander, willekeurig rythmè. En evenals
destijds ,,De Brug", werd ook deze Philips-film
de verrassende bevestiging van het eenvoudige,
onweerlegbare grondprincipe, dat iedere uitings
vorm het sterkste en zuiverste effect sorteert,
wanneer de essentieele eigenschappen van het
materiaal geëerbiedigd worden. Immers het
nietsynchroon werken van het geluid, logische er
kenning van de dubbele, onderling onafhankelijke
registratie, wel verre van den indruk te verzwakken,
versterkt deze op ongekende wijze.
Wat vervolgens de aandacht trekt, is de vaak
Wij hebben hier niet te maken met-een drama
tische fictie, noch met een decor, noch met spelende
acteurs.... altegader factoren, die de aandacht
van het probleem-zelf afleiden. Wij hebben hier
te doen met het allersimpelste gegeven: eenerzijds
de impressie van een stuk realiteit (i.c. een modern
grootbedrijf)?anderzijds haar iceerytivc door de
middelen van het geregistreerde beeld en den
geregistreerden klank. Duidelijk en open ligt hier
de situatie: hoe werd die impressie door de gegeven
middelen geprojecteerd ?
En dan komen wij allereerst, gelijk gezegd, tot
de con.clusie, dat die weergave rekening heeft
gehouden met het grondprincipe der klankfilm:
de onafhankelijkheid van beeld en geluid. Nog in
geen enkele soundfilm de gesonoriseerde teeken
films uitgezonderd werd het geluid sorns met zulk
een speelsche vrijheid toegepast maakte het zich
vaak zoo los van de bêeld-materie, teneinde er des
te intensiever in te kunnen opgaan. Nu eens vleit
het zich a.h.w. tegen het beeld aan, volgt het en
steunt het. De fróle, ijle glinstering van dunne
glasbuizén lost zich op in de parelende
discantarpeggïo's van een piano de snelle, korte rukken
van een ponsmachine worden gesteund door
cello-pizztcati. Dan weer verwijdert het zich van
het beeld, door zijn eigen weg te gaan en wij hooren
een stem, die brieffragmenten dicteert, zonder
dat dit geluidsphenomeen zich aan eenigen
stoffelijken voun verbindt. Andermaal functioneert
het geluid volkomen parallel met het beeld, zonder
volmaakte samensmelting van cameraman on
componist". Evenals bij de spelers", waag ik
het deze benaming tusschen aanhalingstekens
te zetten met al de risico van meer'of minder
heldhaftige steken onder water. Want gelijk het
begrip speler", zich voor de camera totaal anders
voordoet, dan in den gebruikelijken zin meen
ik ook. dat den componist" der klankfilm een
geheel nieuwe taak te wachten staat.
Lichtveld heeft dit gedemonstreerd met 'een
verrassende juistheid, welke alleen verklaard
kan worden door een opmerkelijke filmische
intuïtie.
Het kan niet anders, of deze musicus moet zelf
veel van den cineast in zich hebben. Hij maakte
geen muziek ,.bij" de film hij liet zich
meesleepen door de stroomende continuïteit van het
klankfilmproces en het zou mij niets verwonderen.
wanneer de suggesties voor montage en klankkleur
in wederzijdsche ..wisselwerking, waren gegeven.
Aldus ontstond een wonderlijke
sanienvlechting van visueelo en orale motieven, die dit
werk wel zeer tot een hechte eenheid maakte.
Het moet dunkt mij, voor den muziekcriticus
moeilijk, ,zoo niet onmogelijk zijn, een
over de cömpositie"-an-sich te geven,
/vaar deze bedoelingen en intenties van geheel
anderen aard heeft. Hij kan hoogstens
consta'- teeren, hier voor een geheel nieuw soort
van..comI positie" te staan een compositie van beeld en
i klank, waarvan de elementen harmonisch of
<*<mtrapuntisch zijn aangewend.
Het zou interessant zijn van
Lichtveld te vernemen, welke
consequenties hij zelf uit dit ex
periment getrokken hoeft. In
hoeverre hij b.v. nog vindt, dat
een vibreerende viool of cello
geleiders van een hier niet ter
zake doende persoonlijke emotie:
die van den instrumentalist in
dit geheel van objectieve beeld
en klank-elementen past. Alsmede of hij voor de
toekomst bepaalde, in zich zelf afgeronde
melodiephrasen, nog in deze doorloopende arabesken van
klank en geruisch denkt aan te wenden.
* *
Het lag voor de hand, dat het vraagstuk der
klanktoepassing in dezen pioniersarbeid de meeste
aandacht absorbeert. Ivens als camera-man heeft
hier zijn reputatie ten volle gehandhaafd. De
stukken absolute film der dansende microfoons
en vooral het grandiose fragment der glasblazers,
hebben afgezien nog van de bewonderens
waardige fotografie en volmaakte montage-techniek
een directe emotioneele werking, die hij zelden
bereikt. En opnieuw rijst de vraag, door mij reeds
eerder gesteld, in hoeverre de stimuleerènde en
inspireerende samenwerking met een ander, den
intelligenten en stoeren cineast ten goede zijn
gekomen. Stellig geloof ik. dat Ivens. evenals
vroeger met Franken het geval was. in Lichtveld
een voortreffelijken complementairen partner heeft
gevonden.
Rest ons nog het doel, waartoe deze film word
gemaakt. Propaganda zeide Ir. Halbertsma
in zijn inleidende toespraak heeft de firma
Philips in deze film niet gezien. Daartoe demon
streerde zij vooraf een radio-film van Hans Richter.
die overigens niet in den schaduw van het
Nederlandsche product kan staan. Ik kan niet
beoordeelen in hoeverre de firma Philips post factum
tot deze conclusie is gekomen en zich dus in het
onvermijdelijke heeft moeten schikken. Ik kan
alleen zeggen, dat het mij zou spijten, want de film
moge dan wellicht geen direct reclame-product
in den banalen zin des? woords zijn ? vast staat.
dat zij boeit en imponeert en dat zij. in haar
fascineerende werking de naam der
Philipsfabrieken automatisch betrekt.
Moge het Philips-concern. dat met deze royale
en moedige daad een gebaar van nationale be
teekenis maakte, er de welverdiende vruchten
van plukken!
..Trader Horn" en ..Xoodlof
Weg- ns plaatsgebrek moet een bespreking van
Trader Horn" en Noodlot" tot de volgende
week blijven liggen.
Nieuwe Uitgaven
P. C. v. d. Wolk, Op teeg der Evolutie. Uitgave
Apeldoornsche Electr. Drukkerij. Apeldoorn.
Dr. Richard C. Cabot, Leven. Uitgave W. L, & J.
Brusse, Rotterdam.
D. A. Vorster. De Kathedraal. Uitgave Van
Gorcum & Comp.. Assen.
Fr. de Witt Huberts. Zu-aarddansen. Uitgave
Eigen Volk, Scheveningen.
Nono. Dubbele Zes. Uitgave Andries BHtz.
Amsterdam.
Jan Lustig. Zan'gspeL Uitgave W. J Thieme k
Cic . Zutfen.
Drs. H. R. O. v. d. Veen. Ef.n lOU-f»/
e.rantcnopyaven. Uitgave J. B. Wolters. Gronineen.
S. H. v. d. Kluit. Tofilboek. Uitgave W. J. Thieme,
Zutfen.
Umberto Nobilo. M et de I tal ia naar (Je
A'oorrfpooL Uitgave N.V- Hollandia Drukkerij. Bttarn.
Huib Wouters, flfvlcuyclde daden. Uitgave
V.A.R.A. Hilversum.
Collectanea Franciscana Xcerlunflica. Deel II.
Uit gegeven bij het eeuwfeest van de komst der
minderbroeders in Nederland en van d^- sticht inp
eenev eigen provincia Germania» Inferior*. Uitgave
Teulings. 's-Hertogenboschv
Dr. Louis Hugo Belle, (ïrondsluyen der Accoun
tancy. Uitgave v h. G. Del wol. Den I laag.
Dr. W. H. \an der Goot. De bcstedinu van hef
inkomen. Uitgave Martinus' Nijhoff. don Haas:.