De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 3 oktober pagina 6

3 oktober 1931 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

'S. NEDERLAND'S EERSTE GELUIDSFILM De Philips-film van Joris Ivens en Lou Lichtveld Jori-* <*n !..<» u 117 AT ..De Brug" voor 1»2S was. blijkt de T? Philips"-film voor 1031 in veel opzichten te worden. De Brug" realiseerde vier jaar geleden een alge meen, vaag verlangen naar het credo eener nieuwe vormgeving - naar een nieuwe, logische formule naar de concrete bevestiging tenslotte van een geloof, dat in veler gemoed leefde. Nu kan men zulke dingen gering achten men kan zich op sluiten in de ivoren torens van schouwburg- en concertzaal en met al dan niet aanvechtbare autoriteit spreken van de film, die de kunst" be* dreigt. Daarbuiten gist en woelt het werken ongekende krachten samen in het vulkanische proces, waaruit een andere samenleving geboren zal worden. Een samenleving, die. als alle perio dieke wisselingen der cultuur, haar eigen karakter zal dragen en zoo vrij zal zijn haar eigen wetten van schoonheid te decreteeren. . . . wat ook de steunpilaren in marmer of stuc, der huidige kunst vormen daarover mogen denken. Het moet geen geringe vreugde zijn. aan die gvoote omwenteling metterdaad mee te werken althans in de oogen van ons, intens meelevende toeschouwers, die slechts van onze warme belangstelling en geestdriftigen stexm kunnen blijkgeven. In 192S dan. leverde De Brug", het tast baaibewijs voor een stelling, die in haar eenvoud en onweerlegbaarheid nog steeds als basis dient voor een gezonde filmtaal. Deze stelling luidde: Het materiaal der film. van haar meest- primitieve tot haar gecompliceerdste uiting is en blijft rinurra t*n ilhnbund." Iedere twijfel, iedere onzekerheid in de beoordeeling der cinegrafische. productie kan aan deze simpele grondleev getoetst worden. Wie hetzij in oprechtheid, hetzij ? coquetteerend met eigen bescheidenheid vraagt of dit en dat wol van een film gezegd mag" worden, vindt hot nuchtere ant woord in het bovengenoemde axio ma. ... wanneer hij het tenminste teil vinden. De fundamenteele belangrijkheid van De Brug" lag stellig wel hier in, dat zij het eerste, voor ieder begrijpelijke beeld gaf, van de creatieve mo gelijkheden, opgesloten in de eenheden: camera en filmband. Een volmaakt neutraal onderwerp als een mo derne spoorbrug, waaraan geen litteraire of pic turale associaties te verbinden waren, vormde de aanleiding tot iets, dat wij met het woord: cinepoëem, gedicht-in-beelden, zoeken te benaderen. Ook de minst geïnitieerde en volkomen argelooze toeschouwer voelde intuïtief, hoe in deze beelden reeks door bewuste observatie en ordening, een persoonlijke visie en bewogenheid haar neerslag vonden. Dezelfde groote verdienste nu heeft ongetwijfeld de ,,Philips"-film. Evenals vier jaar geleden De Brug" geeft zij antwoord op een dringende vraag. Destijds gold het de verhouding: camerafilmband. Nu betreft het de verhouding: camerafilmband-geluid. En het treft vóór alles, hoe hier opnieuw de kern van het probleem is benaderd in het zoeken naar de autonome kenmerken van het materiaal naar de eigenschappen die den expressievorm onderscheiden van iedere andere. Voor de zwijgende film vond men die in de camera-instelling en montage, waardoor observatie, zoowel als beeldopvolging en tijdsverdeeling een geheel oorspronke lijk karakter kregen. Bij dit eerste geluids-experiment heeft men zich in de eerste plaats rekenschap gegeven van de vraag: Wat maakt de geluidsfilm tot een zelfstandige uitdrukkingsmogelijkheid ? En men vond terecht, dat het antwoord moest luiden: De onderlinge t»nafhankelijkheid van beeldstrook en geluidsband. * * Het beeld wordt opgenomen door de foto grafische filmcamera de klank dooi' het soundapparaat. Deze eenvoudige waarheid zal alweer de basis blijven voor' alle vormen van geluidsfilmconceptie. In iedere toepassing der werkelijk heid, hetzij op het tooneel of elders, zijn geluid en gezichtsindruk onverbrekelijk en organisch ver bonden. Een man. die lacht zelfs al doet hij BIOSGOPY DOO'R L. J. JORDAAN zulks achter de coulissen verraadt zijn stoffelijke aanwezigheid en zijn materieele gebondenheid aan tijd en plaats. Een man, die lacht .,op" de klankfilm, kan oogenblikkelijk afgewisseld worden door het beeld eener plaats of handeling, duizend mijlen daarvandaan, terwijl nochtans die lach blijft doorklinken! Hieruit volgt logisch, dat de klank in dit geval een geheel andere beteekenis krijgt. en derhalve een nieuwe functie dient te vervullen. Het zal duidelijk zijn, dat duizend nieuwe mogelijk heden geopend worden, waarnaar wij zelfs nog niet kunnen gissen en die slechts hier en daar in de troebele verwarring der geluidsfilmproduetie tot uiting komen. Des te belangwekkender is dan ook een experiment, als deze Philips-film, waarin het vraagstuk van alle valsche bijkomstigheden ontdaan zich in zijn overzichtelijkste en een voudigste gedaante presenteert. er mee synchroon te gaan en wij zien den glasblazer diepe ademteugen nemen en in zijn glazen buis persen, terwijl wij een steunend zuchten hooren in een ander, willekeurig rythmè. En evenals destijds ,,De Brug", werd ook deze Philips-film de verrassende bevestiging van het eenvoudige, onweerlegbare grondprincipe, dat iedere uitings vorm het sterkste en zuiverste effect sorteert, wanneer de essentieele eigenschappen van het materiaal geëerbiedigd worden. Immers het nietsynchroon werken van het geluid, logische er kenning van de dubbele, onderling onafhankelijke registratie, wel verre van den indruk te verzwakken, versterkt deze op ongekende wijze. Wat vervolgens de aandacht trekt, is de vaak Wij hebben hier niet te maken met-een drama tische fictie, noch met een decor, noch met spelende acteurs.... altegader factoren, die de aandacht van het probleem-zelf afleiden. Wij hebben hier te doen met het allersimpelste gegeven: eenerzijds de impressie van een stuk realiteit (i.c. een modern grootbedrijf)?anderzijds haar iceerytivc door de middelen van het geregistreerde beeld en den geregistreerden klank. Duidelijk en open ligt hier de situatie: hoe werd die impressie door de gegeven middelen geprojecteerd ? En dan komen wij allereerst, gelijk gezegd, tot de con.clusie, dat die weergave rekening heeft gehouden met het grondprincipe der klankfilm: de onafhankelijkheid van beeld en geluid. Nog in geen enkele soundfilm de gesonoriseerde teeken films uitgezonderd werd het geluid sorns met zulk een speelsche vrijheid toegepast maakte het zich vaak zoo los van de bêeld-materie, teneinde er des te intensiever in te kunnen opgaan. Nu eens vleit het zich a.h.w. tegen het beeld aan, volgt het en steunt het. De fróle, ijle glinstering van dunne glasbuizén lost zich op in de parelende discantarpeggïo's van een piano de snelle, korte rukken van een ponsmachine worden gesteund door cello-pizztcati. Dan weer verwijdert het zich van het beeld, door zijn eigen weg te gaan en wij hooren een stem, die brieffragmenten dicteert, zonder dat dit geluidsphenomeen zich aan eenigen stoffelijken voun verbindt. Andermaal functioneert het geluid volkomen parallel met het beeld, zonder volmaakte samensmelting van cameraman on componist". Evenals bij de spelers", waag ik het deze benaming tusschen aanhalingstekens te zetten met al de risico van meer'of minder heldhaftige steken onder water. Want gelijk het begrip speler", zich voor de camera totaal anders voordoet, dan in den gebruikelijken zin meen ik ook. dat den componist" der klankfilm een geheel nieuwe taak te wachten staat. Lichtveld heeft dit gedemonstreerd met 'een verrassende juistheid, welke alleen verklaard kan worden door een opmerkelijke filmische intuïtie. Het kan niet anders, of deze musicus moet zelf veel van den cineast in zich hebben. Hij maakte geen muziek ,.bij" de film hij liet zich meesleepen door de stroomende continuïteit van het klankfilmproces en het zou mij niets verwonderen. wanneer de suggesties voor montage en klankkleur in wederzijdsche ..wisselwerking, waren gegeven. Aldus ontstond een wonderlijke sanienvlechting van visueelo en orale motieven, die dit werk wel zeer tot een hechte eenheid maakte. Het moet dunkt mij, voor den muziekcriticus moeilijk, ,zoo niet onmogelijk zijn, een over de cömpositie"-an-sich te geven, /vaar deze bedoelingen en intenties van geheel anderen aard heeft. Hij kan hoogstens consta'- teeren, hier voor een geheel nieuw soort van..comI positie" te staan een compositie van beeld en i klank, waarvan de elementen harmonisch of <*<mtrapuntisch zijn aangewend. Het zou interessant zijn van Lichtveld te vernemen, welke consequenties hij zelf uit dit ex periment getrokken hoeft. In hoeverre hij b.v. nog vindt, dat een vibreerende viool of cello geleiders van een hier niet ter zake doende persoonlijke emotie: die van den instrumentalist in dit geheel van objectieve beeld en klank-elementen past. Alsmede of hij voor de toekomst bepaalde, in zich zelf afgeronde melodiephrasen, nog in deze doorloopende arabesken van klank en geruisch denkt aan te wenden. * * Het lag voor de hand, dat het vraagstuk der klanktoepassing in dezen pioniersarbeid de meeste aandacht absorbeert. Ivens als camera-man heeft hier zijn reputatie ten volle gehandhaafd. De stukken absolute film der dansende microfoons en vooral het grandiose fragment der glasblazers, hebben afgezien nog van de bewonderens waardige fotografie en volmaakte montage-techniek een directe emotioneele werking, die hij zelden bereikt. En opnieuw rijst de vraag, door mij reeds eerder gesteld, in hoeverre de stimuleerènde en inspireerende samenwerking met een ander, den intelligenten en stoeren cineast ten goede zijn gekomen. Stellig geloof ik. dat Ivens. evenals vroeger met Franken het geval was. in Lichtveld een voortreffelijken complementairen partner heeft gevonden. Rest ons nog het doel, waartoe deze film word gemaakt. Propaganda zeide Ir. Halbertsma in zijn inleidende toespraak heeft de firma Philips in deze film niet gezien. Daartoe demon streerde zij vooraf een radio-film van Hans Richter. die overigens niet in den schaduw van het Nederlandsche product kan staan. Ik kan niet beoordeelen in hoeverre de firma Philips post factum tot deze conclusie is gekomen en zich dus in het onvermijdelijke heeft moeten schikken. Ik kan alleen zeggen, dat het mij zou spijten, want de film moge dan wellicht geen direct reclame-product in den banalen zin des? woords zijn ? vast staat. dat zij boeit en imponeert en dat zij. in haar fascineerende werking de naam der Philipsfabrieken automatisch betrekt. Moge het Philips-concern. dat met deze royale en moedige daad een gebaar van nationale be teekenis maakte, er de welverdiende vruchten van plukken! ..Trader Horn" en ..Xoodlof Weg- ns plaatsgebrek moet een bespreking van Trader Horn" en Noodlot" tot de volgende week blijven liggen. Nieuwe Uitgaven P. C. v. d. Wolk, Op teeg der Evolutie. Uitgave Apeldoornsche Electr. Drukkerij. Apeldoorn. Dr. Richard C. Cabot, Leven. Uitgave W. L, & J. Brusse, Rotterdam. D. A. Vorster. De Kathedraal. Uitgave Van Gorcum & Comp.. Assen. Fr. de Witt Huberts. Zu-aarddansen. Uitgave Eigen Volk, Scheveningen. Nono. Dubbele Zes. Uitgave Andries BHtz. Amsterdam. Jan Lustig. Zan'gspeL Uitgave W. J Thieme k Cic . Zutfen. Drs. H. R. O. v. d. Veen. Ef.n lOU-f»/ e.rantcnopyaven. Uitgave J. B. Wolters. Gronineen. S. H. v. d. Kluit. Tofilboek. Uitgave W. J. Thieme, Zutfen. Umberto Nobilo. M et de I tal ia naar (Je A'oorrfpooL Uitgave N.V- Hollandia Drukkerij. Bttarn. Huib Wouters, flfvlcuyclde daden. Uitgave V.A.R.A. Hilversum. Collectanea Franciscana Xcerlunflica. Deel II. Uit gegeven bij het eeuwfeest van de komst der minderbroeders in Nederland en van d^- sticht inp eenev eigen provincia Germania» Inferior*. Uitgave Teulings. 's-Hertogenboschv Dr. Louis Hugo Belle, (ïrondsluyen der Accoun tancy. Uitgave v h. G. Del wol. Den I laag. Dr. W. H. \an der Goot. De bcstedinu van hef inkomen. Uitgave Martinus' Nijhoff. don Haas:.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl