De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 10 oktober pagina 7

10 oktober 1931 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

-/' . <<; l; DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 10 OCTOBER No. 2836 No. 2836 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 10 OCTOBER 1931 v DRAMATISCHE KRONIEK door Henrik Scholte Tl» 17* H is in l'arijs oen klein theatertje in de buurt -A-RU wat onze Flaminganton plegen t o noemen de La/,a.rus-statio, alwaar een Engelse!» troepje U-u profijt i* van «Ie Angelsaksische kolonie do moedertaal in coro lioiult. llt't /.ij n manr dorderangs-spolors. die /Joh rondom Ethvard Stirling on Margarot Vaughan groepeeren. maar enfin, /ij .slaan er /Joh doorheen en /ij hebben actualitoitsbosot" genoeg om /onder «l te veel kioskourighoid het ..v jent de pandt re" van Kugolsehe tooneel.srhrijvers bij te houden. of het nu ..Saint Jonn" is ?of het nieuwste snufje van den /oetelijken \"an Druton. Zij gingen nog wel eens verder ook. We tende. dat goode Kngelscho acteurs er niet aan «lachten om naar het vasteland over te steken. v.oolang tenminste het pond sterling; een Veilig separatisme waarborgde, breidden Kdward Stirling *>n de /Jjnen hun ..cultureele roeping" HOK een beetje verder uit. Zij stapten aan de Gare du Xord op ilen trein en reisden naar liet Noorden. Ken of meer keeren per jaar bexoehten /ij Brussel. Amsterdam en Den Haai;. Daarvoor werd hier dan de smoking aangetrokken, omdat men daarv.ondor nu eenmaal niet geacht kan worden. de Kng'olscho taal te volden, laat staan de Engolscho geest te begrijpen, en men genoot althans met mate het wat droge. ilorre spel en de geest ighoden van de middelmaat. Maar wat voor een mentaliteit heeft die inensohen nu dit jaar in godsnaam bezield;* Dat x.ulke kletspraat als van Mrs. IC. M. Dehifield nog opgejsrhrex on en in Londen gespeeld wordt (..the Big Succes of The Ambassadors" !). dat verwondert tenslotte niemanu. .Maar «lat juist dit grij/.ig brokje middelmaat uitgekozen /.ou moeten worden om primo in l'arijs. secundo in Amsterdam als ..cultu reele propaganda" den volke te vertoonen ! Als uit die dubbele selectie dit prul overblijft, 'waar halen die Kngelsche acteurs dan den wanhopigen moed vandaan om daar expresselij k voor van Londen naar l'arijs. van l'arijs naar Amsterdam te reizen? Denkt men dan werkelijk, dat hier maar alles geslikt wordt 'f Alsof het publiek het kon ruiken, was het trou wens bij zwijgend consigne weggebleven. Zelfs de Engelsche kolonie had geen behoefte ..to sec themselves". Er was kort en goed heelemaal niets te zien. Kr was net precies dat. wat ons. voor zoover wij dan het Kngelsche tooneel kennen. altijd gehinderd heeft: acteurs, die maar net even boven het beschaafde dilettantisme Uitkomen en langs hun neus weg pratend, netjes gekleed blijven doorzagen over dingen waar niets meer over te vertellen is, over het huwelijk met een steekje los. «>ver de verveling, over de romantiek van het Alhambra bij maanlicht en als het moet, een for (>ods sake decent woordje over Freud. Net precies hetzelfde praatje dat men maakt, als de kaarten geschud worden en men tegenover den willokourigon bridge partner, die ook geen ..mensch". maar slechts een min of meer bruikbare dummy is. de tweeminuten-stilte moet opvullen. .Maar dat zoo'n -overtollige Tauchnity.-lady een onweerstaanbare behoefte blijkt te hebben om zichzelf te zien. beteeként toch nog niet, dat wij dat ook doen? Dit was geen tooneel. noch in den goeden noch in den slechten zin. Dit was slechts de absolute overbodigheid.. Een Xedorlandsche troep zou er niet over hebben durven denken om zoo'n stuk to spelen. En als .zij het gespeeld hadden, omdat een Nederlandsch auteur voor zijn' eigen' pennevrucht misschien nog wel eonige contanten over had, dan hadden zij het in elk geval tienmaal beter gedaan ! Maar dan te denken* dat zij. Nederlandei's, met zoo iets ook maar een meter over de grens, laat .staan over twee of drie grenzen hadden durven gaan. Dat te verhinderen zou trouwens meer de taak van de douane dan van den tooneelcriticiïs geweest zijn. Ju r o* H («el uk? van I,. II «T/ «»i» A. Friednmnn. Hehouwtoonoel Het Schouwtotmeel is in deze roerige tijden conservatief gaan beleggen. Den eonen avond speelt , het in Den Haag Sardou in optima' forma, een avond later is het een vormelijk. naturalistisch, maar zorgvuldig uitgewerkt stuk, dat dertig jaar geleden evengoed geschreven had kunnen worden. ?of misschien wel geschreven is, want ik moet toegeven, dat het voor mij een beetje bij verrassing uit de lucht is komen vallen. Ken aangename verrassing overigens. Kr is een triest, maar /eer waarschijnlijk en zelfs overtuigend gemaakt geval van een stakkerig snijdert je. dat een stille liefde heeft voor een Koemoensche ver pleegster. Als de/.e hem /.oo maar accepteert en :ils er in een conventioneel ter/ijde-gele/en brief al sprake geweest is van een uitzetting van ongewenschte vreemdelingen, dan vermoedt men wel. dat er meer achter die onverwachte bruiloft steekt. Kn al is dat wat jer tenslotte voor den dag komt. niet /oo wereldsehokkend als men aanvankelijk hoopte, al blijft het stuk voortdurend binnen de nauwe grenzen van een zielig-bedrogen man en een harde, naar leven en liefde hunkerende vrouw, toch is deze ..Alltagstragödie" in elk opzicht verant woord en met fijne karakterteekening uitgeschreven. Men denkt daarbij aan Hans Miïller's ,.Vlam", ook al omdat Annie Verhuist, goddank tot het tooneel teruggekeerd, opnieuw bewees, dat in haar eigenlijk de ware opvolgster van (i reet je Lobo woont. Maar het is dan ..Vlam" met den nadruk op de tragedie van den mint. het is vrijwel /.onder Müller's goedkoope effecten en het beetje teveel aan sentimentaliteit verdraagt men tenslotte gaarne om de liefde en den eenvoud, waarmee hier de figuur van den ..kleinen man" genuanceerd werd. De kleermaker Jaro Svatek is misschien de best..1 incarnatie, die men van Davids' liedje op het tot meel ge/Jen heeft. Hij bewijst met zijn afgedragen jasje en het deprimeerende bol hoed j o zelfs de stelling, dat eigen-bazen in het kleermakersvak de beste con factie-klanten zijn. Hij wordt, door het minutieus volteekende ,<»pel van Jan Musch. een prachtige, licht en ontroerend gehouden figuur: hij vergeeft, hij begrijpt, hij vernedert zich voort durend. Hij kent de grenzen van zijn eigen pothuistragodietje: ..De aarde draait toch wel. . . . om. . .. en om. . . . en om. ..." De zelfmoord, dien men reeds lang verwacht, komt eerst tegen het slot. De schrijvers hebben het karakter van de vrouw hard en consequent gehouden. Als zij ontdekt, dat de jonge kerel, waar zij met de aanhankelijkheid van een prostituee aan bleef vast hangen, een allorlamlendigste poen van een vent is, wordt er ijecn goedkoope concessie aan de zaal gedaan. Zij ont dekt niet de schichtige en simpele liefde in den man. dien zij slechts, om redenen van utiliteit getrouwd heeft. Daar was zij van het begin af aan de vrouw niet voor. Al haar hartstocht ontlaadt zich in een sterk geschreven scène op. den man in het algemeen, als haar natuurlijken vijand. Zij is een heftig levende vrouw, een vrouw die kan liefhebben, maar die zeker niet wil liefhebben uit vergeving, nog minder uit desillusie. En zoo komt Jaro's zelfmoord als een logische consequentie, na een trouwens wat dwaas verhaal over een eenzaam rondwandelen met zichzelve. 'meer zielig dan dramatisch, en in het achteraf sterven van de/en misdeelde ligt bijna iets vredigs. Een acteur als Jan Musch is de man om in een dergelijke rol geheel op te gaan en haar liofdcr'jk te verzorgen, te releveeren in ontelbare tk-tails' en langs de randen van het overgevoelige genre-spel toch scherp en vinnig oin te vormen tot een groot karakter. Annie Verhuist, die sinds het uiteen vallen van de oude kern van Bouber's volkstooneel de planken verlaten had. bleek in geen enkel opzicht iets van haar elementaire innigheid en fcillooze intuïtie voor het door-en^door vrouwelijke - inderdaad het oude geheim van f J rota Lobo! verloren te hebben. Zij speelde een moeilijk karakter voluit en ongekunsteld: opbruisend, wispelturig. hoonend zoolang zij de sterkere was en zekerheid had in zichzelf, radeloos en armzalig zoodra zij zich verstooten wist. Kn als derde van den avond want de bijfiguren waren al te, conventioneel geteekend en werden ook dienovereenkomstig uitge beeld verraste Lena Kloy met een rijk en hartelijk geteekende volksvrouw, waaraan geen kantje onecht was en waarbij men voortdurend aan het karakteristieke werk van Aaf Bouber denken, ?moest. Ook in regio en enseoneoring was deze voorstelling een pluim op de hoed -van Jan Musch. Het;werd. in dien dompigen kleermakerskelder, tooneolrealisme iri don besten zin van het woord. Een klein scenetje als het appelensrhillen, wanneer .Tar<>; bedroefd maar innerlijk toch gerust om de eerste, halve b»?MUZIEK door Constant van Wessem lluim diru.v* D.K gelegenheid om de jonge Hollandsche. zangeres I lans (!ruys te hooren. een gelegen heid, die ik tot nog toe had moeten missen, bracht mij op haar volksliederena vond in het Muziek» lyceum, waarop zij. na een korte inleiding door Lou Lichtveld, verschillende specimina van volks liederen zong. Onder volkslied werd. volgens de inleiding en volgens de samenstelling, terecht verstaan niet z.g.n. poprlaire liedjes, maar volks gezangen, zooals die in het volk zelf bij zijn «lans en zijn arbeid en bij zijn geloof zijn ontstaan en voortleven, en waarin tekst en muziek samen zijn. geboren. liet was merkwaardig bij de meeste van deze volksliederen te constateeren hoezeer zij hun karakter van tot zingen .overgaand spreken door middel van «Ie gemoduleerde kreet ook in hun muziek bewaren. Sommige zijn zelfs niet veel meer dan een lange vocalise en worden woordeloos gezongen. De melodie is vaak alleen uit de wendin gen van het rytinne geboren, zooals bij de dans muziek, die het karakter van het Spaansche volks lied en ook van «Ie negro spirituals kenmerkt, een bowogingsmuziek, die tegelijk gemoedsuitdruk king is. Een zeer typeerend voorbeeld van «Ut laatste is «Ie negro-spiritual ..l got a robe, you got a robe". De keu/e der liederen was misschien wat te beperkt mijns inziens hadden nog primitievere gezangen. '/Jj die tot de muzikale magie behooren. zooals bijv. de regenliederen tier Imlianen. in het verband niet mogen' ontbreken, maar wat gekozen werd was goed en belangwekkend. Men kan over «Ie negro-spirituals op zich zelf debateeren of /.ij inderdaad tot het volkslied behooren on niet eerder tot het kunstlied, zij liet dan ook door negers ge maakt, want tekst en ook vaak melodie zijn aange past aan een vreemde cultuur, die niet heelemaal «les negei"» is (zooals alles bij do Amerikaansche negers niet heelemaal meer des negers is, men kon dit beter in Afrika zoeken). Maar deze negro-spi rituals zijn boeiend en de keuze er uit bracht een goede afwisseling. Ook de Italiaansche. .Spaansche. (irieksche. Roemeensche. Slowaaksche en Rus sische liederen waaruit liet verdere programma bestond waren belangwekkend en de aandacht overwaard., Hans Cïruys stond hier voor een taak. voor een soort zingen, dat haar ongetwijfeld goed ligt. l laar voordracht had het spontane, nvi eens bijna ernstig extatische dan weer het naief-lichte. dat strookt met het karakter van zulke liederen. De voordracht was dan «>ok voor mij ongetwijfeld het beste deel aan haar zingen, dat nog niet vrij is van zekere euvels, als daar zijn oen te geknepen bovonregister (wat in de'hoogere tonen de stem wat scherp doet klinken en ook in de neger-spirituals zekere vereischte Jweeke intonaties deed missen) een niet heelemaal beheorscht mezza voce en een zekere 'nervositeit van het geluid, dat het best is. wanneer hot voluit en krachtig klank geeft. Maar de zangeres heeft hart. heeft toewijding en een goede durf, wanneer /.ij zich weet te laten gaan. Ik verwacht van haar veel en vooral haar intelligente wijze van vertolken is mij daarvoor een waarborg. De liederen, waarin zij niet een zekere kracht en overgave kan zingen waren dan ook de beste: ik denk aan dat Haidukenlied en aan het eerste der twee Russische liederen, dat herhaald moest worden. Mijn heilwensch en mijn compliment! kentenis van <Je vrouw:, die hem nimmer toebe hoorde, naast haar aan de kleinburgerlijke tafel zit, was tot een juweeltje uitgewerkt. En men consta teerde in een-stuk als dit zelfs weer met een zeker genoegen, dat er echt en overvloedig plassend water in den emmer van de werkvrouw was (het halve tooneel kreeg een dweilbeürt!), dat de soep henschel ij k dampend op tafel kwam en dat de naaimachine haar eigen, frenetieke'melodie spon als zij het gevoelige instrument van stille gedachten of halfluide alleenspraken had te zijn. De tijd scheen dertig jaar te hebben stilgestaan, maar het was het beste uit dien tijd, dat herleefde. Kn dat werkte, als reactie in dezen stijlloozen tijd, in menig opzicht weldadig. \ Toegepaste Kunst Een Kamerinrichting van Wouda door Otto van Tussenbroek Kunstzaal van Lier Rokin 126 Amsterdam Doorloopend tentoongesteld Kunstwerken van jonge Hol landsche en Buitenl. meesters Bezichtiging vrij MEN kan. wat «Ie binnenhuiskunst ten «mzont betreft, de laatste jaren duidelijk drieörloi richting herkennen, welke zich althis onderscheidt: Ie. die van «Ie Klerk (Kramer e.a.) 2e. die van Wouda (Spanjaard e.a.) en He. die van Rietveld (van Ravesteyri »'.a.). Kik hunner stelde zich een scherp omlijnd beginsel. Vergelijkende komt men tot het volgende inzicht: u. VA~ is bij eerstgenoemde groep stee«ls een nei:«ing merkbaar tot wat men zou kunnen noemen: het uitbuiten tier vormim «gel ij k heden van het houtmateriaal enz. in een verlangen naar ver rijking en versiering van het meubel dat als zoodanig wordt opge voerd tot een kunst werk waarin de ont werper zijn ganscho per soonlijkheid en knusty.innig vermogen, uit spreekt De lijnen zijn ? zwen kend en buigend, een donkere soms zwoele kleur overhoerscht en het binnenhuis maakt .steeds een vollen in druk. Men dicht als het ware de beschikbare ruimte met zwaar meu bilair. Een zekere tjc~ >ilntcnheid is hier Jiet treffend kenmerk b. Bij laatstgenoemde. derde groep, lijken veel eer de vertrekken van het binnenhuis ietwat leeg. Tegenover de artistieke vrijheid, ja schilderach tige, romantische wanorde, welke bij eerstgenoem de richting wordt aangetroffen is bovenal syste matiek en ordelijkheid bij hetgeen deze groep be reikt opvallend. Men heeft meer eerbied voor de ruimte (in navolging van de duitsche naburen noemde men ook ten onzent de nieuwe richting: Ruimte-Kunst) en men schiep meubels waar men, althans voor het grootste doel, dwars doorheen ziet, immers men maakt bij tafels veelvuldig gebruik van spiegelglazen bladen, gedragen door betrekkelijk dunne stalen buizen. Ook de zit meubels zijn lichter en open. Het binnenhuis maakt een minder gesloten indruk, de kleur is licht en het is in wezen overzichtelijk als een machine want er is niets te veel inaar ook niets te weinig in verband met hetgeen men bij de functie dor bewoning noodig heeft. Rationaliteit is hier het sterkste kenmerk. c. Tusschen deze beide groepen in staat het .streven van Wouda. Men zou hetgeen hij in zijn binnonhuiskunst bereikt kunnen rangschikken als zijnde beheerscht door dezelfde beginselen, welke levend zijn in den architectonischen arbeid van een Borlage. oen Dudok. De door hem ontworpen meubelen en de naar zijn aanwijzingen verzorgde ntérieurs zijn strak en streng, er is steeds oen samenspel van onversierde vlakken en klaar en 'overzichtelijk wordt aldus het eindresultaat, waarin een verlangen valt af te Ie/en naar een aaneensluitende rangschikking van het meubilair dat steeds een vierkant karakter vertoont waarbij ten Hintte beheerschte eenvoud aan de «jrde is. 5C«)«j is dus Wouda als binnenhuiskunstonaar een zoeker naar rust en naar evenwicht. ()«>k op doelmatigheid is zijn streven gericht en menig vertrek, dat aanvankelijk zonder eenig stijlbègrip was gemeubeld heeft hij kunnen omtooveren tot een woonruimte, waarin het goed is te vertoeven. menige doodgewone suite werd (zie de hierbijgftamle afbeeldingen) «loor doelbewuste rangschik king van het meubilair met veel succes verbeter*! en steeds treft daarbij het zuivere gevoel voor verhouding en do opmerkelijke aanlog voor ruimte beheersching. Wouda's voorkeur gaat uit naar hot blanke eiken. Wie «lat eikenhout (naar vadorlandschen trant !....). donker gerookt wenscht kan op zijn medewerking niet rekenen ! Het gaat hem om de lichte kleur van het hout. onderbroken «loor donker palissander en hier en daar een vlak van effen, sprekende kleur, rootl of blauw, in z.g. slijplak («lat is lakverf welke in dunne lagen telkens geschuurd wordt) of wol in spuitlak (cellulose-verf, welke wordt opgespoten): het gaatr hem om rustige tegenstellingen van licht en donker, obk.de bekloedingsstoffen zijn steeds effen evenals de gordijnen' en vloerbekleeding. terwijl de wanden licht-getint zijn. Er is oenheid tusschen doze laatste en den vloer en het plafond, 'liet grondplan van het vertrek als zoodanig, waar dus verkeers-ruimte" nu>ot open blijven, is op een zoodanige wijze ingedeeld dat men nimmer den indruk van opzettelijkheid of gewildheid verkrijgt (het bizarre ligt Wouda niet) on wie zulk oen grondplan op teekening beziet krijgt tien indruk «lat alles in zulk een kamer staat, ?y.o'oals hot staan moet. Bij het hierbij afgebeelde vertrek hoeft men. binnentredend aan «Ie linkerhand een groote boekenkast., welke geflankeerd wordt thior eert sch«»t (o«;n zijstuk «lat d«> gohoele hoogte der kast beslaat) hetwelk tevens als tocht scherm dienst «loot. De kast heeft drie rijeii planken en zij is op/ettelijk open gehouden, waardoor <lo boeken als voor-het-grijpen liggen! Het ondergedeelte springt naar voren, zootlat hier twee diepe, met in het midden openslaande deuren, bergplaatsen lamve/ig zijn. Die deuren, voor/Jon van een voudige zwarte rondo knoppen, zijn iets terugge nomen en deze oplossing, welke relü'f geeft aan het geheel, is weer typeerend voor «ion ontwerper. die zijn architecten-aard niet verloochent on gaarne o]) den lichtval let. Bij dit. den gansenen linker/Jjwand beheerschond, accent sluit /Jeh een schrijfburoan aan. Men hooft hier als hot ware de boeken die men noodig hoeft voor het grijpen on /.it tevens in oen rustig hoekje. (Persoonlijk acht ik hier de lichtval bij dag waar immers bij liet schrijven invallend licht van links het best is niet geheel juist, ook de lamp naar ont werp van den inrichter van het vertrek staat verkoord.) Aan do overzijde van de kamer bij het venster is een laan kastje, gecombineerd met oen lange bank. eindigende in een laag schot, waar tegen een theekastje is gezet. Bij «Ie bank eenvierkant tafeltje en thie leunstoelen. Hier is alles als vanzelf ontstaan en gegroeid uit «Ie weiischon «lor opdrachtgevers en juist waar men zoo vaak een te veel aantreft aan allerhande overtollige dingen werkt hier do beperking m.i. weldadig. Zooals dat beeldje van Memles da Costa op de banklciming rechts in de bijzondere sfeer van het vertrek een geheel eigen beteekenis verkrijgt en tot volle waarde komt weet Wouda elk onderdeel te doen aanspreken in hot totaal waarop hij. door zijn sterke persoonlijkheid, een zoozeer eigen stempel^ vermocht to drukken. En hiermede is dan ook «Ie plaats van dezen binnenhuis - kunstenaar van bijzondere gaven als woning-inrichter te bepalen. Nieuwe Uitgaven Dr. A. E. van Giffen, Archeologische Verkentncrken. Openbare voor dracht gehouden bij de aanvaarding van het ambt van Lector aan «Ie .Rijksuniversiteit- te (!roningen. l* i t ga v e J. B.Woltors. U roningen. C. R. de Klerk. de. (ifuótste der ..tjreat Hol landers", met oen woord vooraf, van Mi1. C. van Vollenhovon. l'itgave Wereldbibliotheek. Amsterdam. .??Ji» Moinat. Vonr zingende- kleintjes, 35 versjes met pianobegeleiding.' He druk. Uitgave W. J. Thiome & Cie. Zutphen. K. Franquinot, Boerderij-t y pe'n in Limburg. Uitg. Mij vb. Ch. offin. Maastricht. II. A. Kaag. Handelspolitiek. Uitgave Foreholte", Den Haag, Ir. S. J. van Embden, Amsterdam's toekom* sti;)e ycilaantc. Van Munster's U.M. Amsterdam. Ir. A. A. Musser c.i. Vrijbaan voor de toekomst. Bijdrage .tot de kennis van het wegen vraagstuk. Uitgave Oosthoek, Utrecht.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl