Historisch Archief 1877-1940
. ...?. .^KI i»««,ii.ii«m urepr-a^ fcV
,
V
\
K .
i
//. Wiegersma
Koltler in IMrttirn t«» l>nr<lr<*«>lit
Zonder twijfel is het laatste schil
derij van Kolder, het groote liggende
naakt, het beste srhilderij van de
heelt* tentoonstelling. (Xo. 10) Het
is het naakt, waarvan de kop naai
den beschouwer heen gekeerd is. en
dat zonder eenigen nadruk of moed
willige omlijning groot van volumen
is: in de kleur uiterst verzorgd er,
teeder, is het van die eigenaardige.
ongewone doorschijnendheid in het
vleesch. die in Holland bij anderen
thans onbekend is. Zoo'n werk als
dit van Kelder, verdraagt niet de
minste zorgeloosheid, alles moet ten
uiterste zijn nagegaan: niets mag
worden nagelaten, opdat de melodie
iler rormoi en ran rf? kleur zóó onge
rept mogelijk opklinkt. Terwijl Wie
gersma het lichaam stiet als een
nobele vaas. van de heupen bijv.
neerwaarts, is Kekler's zicht, zooals
zijn wezen, een gansch ander iets.
Het gaat bij hem om wat ik den lainnen
Hluitnfr rlcr schoonheid heb genoemd:
het gaat niet om een gepraeciseerde
ziels* of lichaamshandeling: het gaat
indei'daa'1 nergens anders om dan
geluk, dat schoone voorwerpen
Naakt
geven, en dit geluk is dan door den
schilder «e-uit, in de daarmee over
eenkomstige vormen en kleur vooral;
kleur en vorm heffen zulken staat
boven en uit het tijdelijke, liet spreekt
van zeil', dat ook de lijn. die het
lichaam bepaalt tegenover den ach
tergrond, of wilt ge het zuiverder.
de trillende beweging der kleur, die
op feu levende lijn gelijkt, een zoo
danige lijn moet zijn. dat haar golven
nog eens verduidelijken, wat het
essentieele is in dezen schilder in
zulke uitingen.... Verwant met dit
naakt (October liKU) zijn de drie
andere naakten, eigentlijk met het
genoemde, de schilderijen op deze
tentoonstelling (de overige zijn eer
studie's!) Het beste van de drie andere
is het vooroverliggende naakt, waai
de volumen-verwerkelijking het meest
en het meest groot bereikt is bij
dit drietal. Bij de twee anderen is de
vastheid in het volumen geringer.
ofschoon het ne (ik noem dat altijd
het naakt met den hoogen hoed:
er is daar op namentlijk een vorm. die
op zoo'n ding gelijkt!) een groette
bekoring als kleur bezit. Ik besprak
met u den aard der achtergronden
/5. Opsomer
Portret van Kamiel Huysmans
SCHILDERS EN TEEKENAARS
Toon Kelder H. Wiegersma Joep Nicolas
W. H. Singer E. Reitsma
op deze naaktschilderijen nog niet.
Deze zijn geen scherp gedefinieerde
voorstelling; zoo iets zou hier te be
paald werken: het is eeii complex
van kleuren, dat zuiver, hoewel
eenvoudige*.^ het lichaam als kleur
begeleidt. Soms lijkt zoo'n achter
grond op een suggestie van een land
schap (misschien is hij oorspronkelijk
soms daarvan afgeleid), maar hij is
vervormd tot een meespelende muziek
in de geheele melodie van het naakt . .
De heele tentoonstelling is. op
enkele.uitzonderingen na als kinder
portretjes enz. een onophoudelijke
eerbied voor het naakt. (Se zoudt
haar de onophoudelijke lust kunnen
noemen het naakt te geven als een
edele wijs. Het naakt is in rust. en
buiten de lust. den vleeschelijken
hartstocht, gehouden: het ontstond
uit en in aandacht voor een verschij
ning, die den schilder aandeed als
een welige muziek. Datzelfde vindt
ge in de studies, die hier in grooten
getale zijn aanwezig, en die als
kleurstudie, soms als die van een houding
moeten begrepen worden. Maar. daar
ze alle zijn uit n periode, de laatste
van den schilder, geven ze met de
wezentlijke schilderijen mee. deze
heele verzameling een aangename
eenheid. Kr is echter n werk te
nqemen. (Xo. tl. Compositie) waarop
niet n enkel naakt de hoofdzaak is.
maar waar ge de herinnering vindt
aan een voorafgaand tijdperk, wat .
ik het arkadifithi'. of het arkadische
landschap heb genoemd. Hier waren
figuren. dik\vijls langgerekte, van
vrouwen zoozeer n met een meer
gedetailleerd landschap (naar de kleur
vooral eer gedetaillerd) dat ge niet
kondt zeggen, dat de mensch daar
een afzonderlijke plaats innam, of
de eerste plaats, maar dat
menschelijf en kleurrijke natuur in elkaar
geweven waren, totdat, weer l de
kleur van het geheel verrukte als
een staat-vol-geluk. Deze kleur en
deze staat van den geest moeten hen.
die het werk van den schilder Kelder
niet dan met sprongen konden volgen.
zeer verrassen. Het vroegere werk.
de figuur en het stilleven, waren
evenals dit laatste, gaarne naar den
vorm ruim. maar de zware kleur gaf
een tragischen nadruk aan de voor
stelling. Wie het werk wel voortdurend
kon volgen, heeft gezien dat de ver
schuiving naar de laatste ,.kleur'' een
langzame, voortdurende en zekere
was: hij kon tevens zien. dat de per
soonlijke vorm. die Kelders Werk
steeds een afzonderlijkheid gaf, te
rugkeerde, al was die vorm natuurlijk
anders geschakeerd, het volumen an
ders ervaren dan vroeger ~- wat, dat
spreekt van zelf, ook moest... .het
moest leniger-leVend zijn !
Deze dingen alle te saam. de naak
ten, de studies en de ..composities"
maken deze tentoonstelling een niet
te miskennen, aangename gebeurtenis.
Vlnaniwhr en WnnlM'lio ktmi«t In
liet Mt<Mli>lijk .>liiH«Min» Xoii enkle
iiotitlt'M over ilt» KI-h i l «l e I-H van
cl o v, o n tijd. ,
Baseleer is de schild er,, van de Schel
de e,n zonder hooge luchten, /onder
twijfel is liij op déze tentoonstelling
slecht vertegenwoordigd geweest,
zooA. PLASSCHAERT EN A. E. v. d. TOL
als Daeye dat op normale wijze was.
De Saedeleei- is typisch archaïseerend,
(Sustave de Smet heeft ongetwijfeld
in Holland van zijn meest
eoloristische wei'k gemaakt. Twee schilde
rijen van Knsor, een burgersalon en
de dame? in het grijs geven van dezen
beweeglijken klcurigevoelige goede
voorbeelden, Laennans was hier
min, Joep XIcolUM bij van Urr,
i _ ^ A m M te ril a m|
Men kan er van overtuigd zijn,
dat iedere kunstsoort tot op groote
hoogte autonoom is en haar i'igen
wetten en grenzen stelt, en nochtans
bij het karakteriseeren van een mu
zikaal werk geneigd zijn een
bouwkunstigen term te bezigen en een
E. Reitsma
der dan hij zijn kan (het gebeurt.
dat bij kunstenaars het gevondene,
de vondst op een goede, liever op
een kwaden dag. tot procédéwordt),
Logelain is gevoelig van schakeering
in zijn paddestoelen, van Opsomer
noem ik alleen zijri Kamiel Iluysmans.
Permeke, de in Holland nog betwiste.
vertoont naast de Verloofden uit
het Brusselsch Museum, werken te
moeilijk voor de meeste,
onwilliggemaakte Hollanders. Het schaedt
hem niet, deze onwilligheid, maar ik
,had. juist omdat hij betwist is, een
vijftal schilderijen gekozen, die deze
hollandsche lasterikken hadden doen
zien, dat bepaalde hoedanigheden*
hem niet ontzegd zijn zooals deze
vooringenomenen meenen. Savelijs,
Servaes zijn in Holland cenigszins
bekend zooals Tijtgat dat is; Vaes is
in Holland goed bekend (zijn .,Konijn
ep biefstuk'" is een zijner Stillevens
met een groote kracht van kleur)
F. van der'Berghe is tegenwoordig*
in zijn Gedrochten X'an niet'te mis
kennen phantaisie en kleur. Mijne
meening over (J. van de Woestijne
is u bekend: vaardig, technisch
bij-dehand. maar, veel-beïnvloed en dik
wijls onoprecht; daardoor moedwillig
naar 'vorm óf naar voorstelling. , I*.
Naakt
architecten-naam te noemen: ? bij
het bespreken van litteratuur te
reppen van bepaalde ..plastische"
qualiteiteii en een schilder of beeld
houwer in het geding te brengen.. ..
Zoo geeft. men de algemeene steer
waarin dit wei'k van Joep Xicolas
staat misschien dadelijk het beste
aan door n naam uit ,,de muziek"
te noemen: dié, van.... Debussy !
Die naam roept op: een sfeer die
pomg uiterst subtiel is en toch aller
minst wankel of zoekend; die soms
schijnt weg te schemeren in aandui
dingen, vermoedens1, herinneringen
en verwachtingen en dan weer sterk
plastische beelden uit de realiteit
van hier en nu" tot bestaan brengt;
die onverwachts 1('slaat en, even on
verwachts, een uiterste concentratie
kent.
Deze analogie wil niet mér dan
een globale aanduiding zijn en de.
wijze suggereeron waarop deze schil
derijen en.. gouaches, als geheel ge
nomen, iemand kunnen treffen. Xiét
kovnt zij in iemand op, omdat vele
van deze stukken.... een muziek
instrument laten mé-spreken, en. een
der grootste/doeken zelfs een geheele
groep musiceerende figuren geeft,
maar omdat men 'hier, voor alles,
Toon Kelder
Aan de wanden van onder tot boven.
op stoelen, op den grond, op tafels,
overal vindt men het werk uitge
strooid en waar er dan nog een plekje
overblijft liggen ter verdere Ver
bijstering van. den, t'ch p,l
terugschrikkenden besch* mwer, vele zaken
die gebruikt zijn om het te maken".
als daar zijn burijnen en koperen
platen, houtblokken, benevens ver
schillende ,.teksten" waaruit deze
schilderes haar inspiratie geput heeft.
Waar Mevrouw Heitsma zich aan
een eenvoudig gr«.fisch werkman
schap houdt onstaaii enkele goede
dingen. Ik noem: het portret van
Henriet te Koland Holst in koper
gravure. Bolland's portret en vooral
de krijtteekening ..Diamantkloovers".
Wil zij daarentegen, met behulp %an
Tagoi-e, het socialisme, de vrouwen
emancipatie, enz. een vlucht nemen
naar de grootu Verbeeldingen, dan
ontstaan werken waar men. uit
eerbied voor wat uit het
pretentielooze graveerwerk aan degelijke tech
nische kunde blijkt, liefst map-r liet
zwijgen toe doet.
W. H. SI neer .Ir. bij Buffel
en iconen. Amsterdam
Den ..American Pa in ter" W. H.
Singer Jr.. wiens tentoonstelling on
langs door .den Amerikaanschen ge
niet dit werk een muzikale sfeer in
treedt, die wel tus^ehen het verlangen
naar de verovering van gespannen,
subtiele, absolute harmonieën in kleu
ren en v<;rmen (e.q. lijnen) en dan'
naar een relatieve, maar stevig-*'
reëele plasticiteit schijnt in te zweven.
Merkwaardig is, dat. geschiedt die
laatste, de kleur niét met deze be
weging mée-gaat, maar als 't ware,
wordt weggetrokken naar waar het
eerste Verlangen latent verwijlt. .
Kr lokt in dit werk steeds een
vreemde wereld der droomen tlie
wég-trekt van de; aarde en. tegelijker
tijd, vaart er doorheen een uiterst
sterke, zinnelijke vitaliteit, die deze
aard.» wil. Volk-dige overgave aan
het ene, dan wel aan het andere,
is er nooit. Droom en daad, zou men
kunnen zeggen, strijden in dit werk
wel zér fel en tot een verzoening
komt'het slechts zelden en dan. nog
maar in een onderdeel, zooals, om
een voorbeeld te noemen, in het
gelaat van het damesportret-.
De Sabijnsche Maagdenroof is mis
schien een nóg meer uitgesproken
poging de twee aandriften, die ik
in dit werk voel, .saam te brengen
en dat lukt dan voor een groot deel
inderdaad in de vormgeving en com
positie: de kleur wordt hier vrijwel
geëlimineerd.
We hebben met het feit, dat de
schilder Xicolas < ok nog ..glazenier"
is. hier niets te maken. Het is m.i.
een fout ons da-t ..glazenierschap'',
zooals de uitnoodiging tot «leze
tentoonstelling dat bijv. óuk weer
doet. zr.''ii voortdurend voor oogen te
houden: het verleidt velen tot een
onjuiste instelling, omdat zij aan
stonds, ook in dit werk. dat toch,
zooals alle kunst alleen om zichzelfs
Wil beschouwd'.moet worden, op
zoek naar dien glazenier meenen te
'moeten gaan ! Ik di»e aan dat zoeken
riiét mee en stel, vo(,r mezelf, vast
dat we hier te maken hebben
metuiterst vitaal werk. dat. al komt het
hier en daar tot staan" in frag
menten, die eert schoonheid
beteekeiien binnen het rijk der beeldende
kunst, toch de grenzen van dat rijk
zoekt te verbreken om zich te k vinnen
uitvieren in een ander rijk. dat der
muziek. De schilder Xicolas zie ik
daarom als een.. . .musieus. die, rfcb,
om tctmhUe bijkomstige redenen,
zooftls de toevalligheid dat do
benoodigdlieden en de handvaardigheid mi
eeijniftftl binnen zijn bereik w»ren,
op het doek en het papier, in vormen
en kleuren is gaan uiten, inplaats
van, via de piano, de virol of het
orkest, door middel van rhythmen en
harmonieën. En moest ik mijn oordeel
dan nóg eens kort samenvatten, ik
zou hpi-ekcn -\an: tHitxikalc vaart.
JR. oltütnin Vnlem-a bij
Aalderlnk, Aniwtordam
Mevrouw E. IteitSma Valcnca <lü:
destijds de Prix de Home voor
graveeren verwierf" stelt bij Aalderink
oen groote hoeveelheid portretten en
ander werk in -zwart krijt, koper
gravure, houtsnedc, ets,' aquatint,
olieverf en paster ten toon. In zulk
een. hoeveelheid inderdaad dat men ,_ __?.
er aanvankelijk verbijsterd van staat. ?"? Wl6gSTSniQ>
Naakt
z:int geopend werd. kent men hier
te lande reeds jaren als den schilder
van het schilderachtige geval in
het land der fjorden.
Thans vindt men een goede dertig
stukken van het oeuvre bij Buffa
bijeen en kan men zien hoe Singer
zijn onveranderlijk motief, de
Xoorsche sneeuwbergen (op den voorgrond,
óók bijna onveranderlijk, een helling
met enkele afz-mdetlijke kaaisrecht
? >mho«(g-groeiende dennen) beeldt on
der het wisselend aspect van zomer,
herfst, winter en lente, zon en een be
dekte lucht, morgenlicht en
avondval.
Er zijn in het weergeven van die
verschillende atmosferen, waarin dit
motief dan gehuld wordt. Dualiteiten
die mér dan uitsluitend putt-g
aandoen". Daarin spreekt .soms iets.
van een grootere bewogenheid dan
die van het picturale alleen. In de
eerste plaats is dit dan het geval
waar de atmosfeer van een mistige'!
sneeuw-dag gegeven woult. En .oc»
is het begrijpelijk dat. waar een
werk zich, bij uitzondering, vrijwel
uitsluitend richt op zulk een atmosfeer
met l-«slat ing van het genoemde chro
nische motief, het beste ontstaat
wat Singer te geven he.-ft. Bijv. ,.Ir
Winter-s (trip.", v. p. T.
Portret
\