Historisch Archief 1877-1940
1
GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 OCTOBER 1931
No. 2838
No. 2838
'DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 OCTOBER 1931
,i
V
l
l'
li(
i
f
\
De Toestand in Duitschland
DU vraag waarmee iedere Hollander, die in
Duitschland eens komt rondkijken, '/i f h
bezig houdt, is deze: Zijn ze er nu failliet, of niet ?
Wanneer hij er dan goed heeft rondgekeken, kan
hij naar huis gaan niet de overtuiging dat ze er
niet mér failliet zijn dan in zijn eigen landje
??waarmee de kern van de vraag verder onbe
antwoord is gelaten.
Eén ding wordt aanstonds duidelijk, nl. dat de
omstandigheden in Duitschland aanmerkelijk beter
zijn dan ze naar buiten toe worden voorgesteld.
Aan den anderen kant valt het niet te loochenen,
dat de toestand er toch nog altijd hoogst ernstig is.
De industrieele werkeloosheid en de absolute
onmogelijkheid voor het opgroeiende geslacht
om een looncmkn werkkring te vinden, hebben
geleid tot het kwteken van een stemming van
radeloosheid, die op haar beurt weer een ge-schikten
voedingsbodem schiep voor communisten eii
natiouaal-socialistcn. Hieruit is langzamerhand
een gevaar voor de openbare orde gegroeid ??- de«>
te meer omdat de uitersten soms hand in hond
gingen dat culmineerde in de tot een eei heids
front saniongegroéklc politieke oppositie tegen de
rijksregeering. In ekn parlementairen strijd echter
heeft deze ..nationale" oppositie het verleden
week tegen Brüning moeten afleggen, waai mee
voor het eeretvolgende en afzienbare tijdvak het
aau 't bcwiudkomcii van Hugenbei-g, Hit Ier. of
wie van deze heeren ook, wel schijnt te zijn uit ge
sloten .
Men mag wel als zeker aannemen dat. indien
liet kabinet Brüning had moeten wijken, in
Duitschland de burgeroorlog zou zijn uitgebroken.
Op hetzelfde oogcnblik immers, dat de regeering.
ten val gebracht door nationalisten en communisten
tesamen, zou hebben gedemissiom-eid. zou A-an
rechtsch een fascistische dictatuur zijn afgekondigd,
wat op hun beurt de arbeiders niet op zich zouden
hebben laten zitten. Vrijwel de
geheelearl-eidersmassa zou. zooal niet het communisme, dan
toch de communisten zijn bijgevallen. De rest
kan men zich voorstellen.
. Het was deze ..gelegenheid", waarop de com
munisten wachtten. En in het licht van deze
verklaring wordt hun houding meteen duidelijk.
Zij hoopten dat de Nationaal-socia'.isten hun de
gelegenheid zouden geven om den burgeroorlog
te beginnen.
Op dit oogenblik is de kans op een dergelijke
ontwikkeling niet groot. De rijksregeering zit
stevig in het zadel. En wat belangrijker is dan
een groot e parlementair meerderheid: de
rijksWeer is een betrouwbaar wapen, dat zich niet door
fascistisch gedoe zal laten intimideeren, zoolang
Hindenburg leeft. De invloed van den
Kijkspresident is niet groot, maar op dit punt onmis
kenbaar. Mag men de betrouwbaarheid van den
rijksweer al geen constante waarde toekennen,
den grijzen Hindenburg zal dit corps door dik
en dun volgen en zoolang hij doof blijft voor alle
fascistische en dictatoriale lokvinken, is de gelegen
heid niet gunstig om met geweld bezit te nemen
van de openbare macht.
Maar wat ook de onverkwikkelijke gevolgen
zouden zi.in geweest van een overwinning van
rechtsch, hoezeer ook de staatshuishouding voor
jaren achtei.uitgezet zou zijn door binnenlandsche
onlusten, een nog grooter nadeel zou Duitschland
zijn toegebracht in zijn buitenlandsche betrekkin
gen eh in het vertrouwen dat het rijk toch nog
altijd in zekere mate geniet. Men behoeft er dan
ook niet aan te twijfelen of het verband met den
Volkerenbond zou zijn verbroken.
Gelukkig is niets van dat alles gebeurd, maar
het is toch goed, wanneer men zich voor oogen
stelt wat er had kunnen gebeuren. Dat intusschen
het politiek geharrewar er nog altijd voortduurt,
is de reden dat men nog niet geheel gerust kan
zijn op de toekomst. ' .
? * ' »
? ?..-''* '
Het gebrek aan scholing op politiek gebied
wreekt zich wel in ontstellende mate. Maar.gebrek
aan scholing niet alleen op politiek gebied. Ook
financieel. Wat hapert er op dit oogenbjik aan de
Duitsche financiën? Niet het feit, dat Duitschland
geen crediet meer heeft en met kunst- en vliegwerk
dat crediet, dat het bedrijfsleven nog heeft kunnen
behouden, heeft vastgelegd. Dat is op zich zelf
geen oor/aak, maar een gevolg. Waarvan?
Het geheele Duitsche openbare en bedrijfsleven
van na den oorlog is opgebouwd met geleend
geld. Toen is bijna overal dezelfde fout gemaakt
als dat bekende winkeliertjt* maakte, dat na
veel tegenspoed eens het geluk .had gemakkelijk
crediet te kunnen krijgen en begon niet op ,. on
kosten "allerlei betrekkelijk noodige en betrekkelijk
onnoodige uitgaven te doen en allereeist zich zelf
een behoorlijk salaris tue te kennen. J l ij vond,
dat hij dat toch als directeur van zijn y.aa'k wel
moest verdienen en dat je uit niet minder kon
doen en dat dat toch beslist nooelig was, etc. En
wanneer hij zich afvroeg, of dat ook allemaal wel
gerechtvaardigd was, antwoordde hij zich zelf
dat dat toch best van de winst af kon. Die winst
moest alleen nog gemaakt worden. . . . Icuiaml
die met eigen gelei werkt, is niet zoe» gauw geneigd
dei gelijke feniten te make>n. Het is opvallend, hoe
vaak men mi twy in Duitschland in elen loop van
een ges-piek heKut. elat men 't een e>f ander toch
niet minder kan doen elan voor zoo of zooveel.
En wanneer men eens roiielvraagt hoe hoog, vooral
van leidende e.peubaie ambten, ele salarissen en
pensioenen zijn, wanneer men e>plet wat er voor
uitgaven zijn gcelaan voor publieke gebouwen en
inrichtingen ? allemaal uitgaven die tenslotte.
toch uit ele belastingen moeten worden veilelaan
dan gevoelt men zich als Hollanelcr een achterlijk
maar secuur dorpeling.
1 11 Duitsche zakeiikringen krijgen vaagwog ,.ele
socialisten" ele schuld van al elie te groote royaliteit.
Dat is onzin. De fenit zit overal en men hoort
Laar in k der gesprek. Vroeger was elat anders.
Een Duitsche stael werd lustmnel door een handje
vol kooplieden en fabrikanten, elie wel zorgden
dat er niet meer wei el uitgegeven elan er aau
belasting, voornamelijk eluen' hen zelf betaald,
binnenkwam.
E t n gedwee ambtenaar was met een fatsoenlijk
buigemeesteissalaiis tevreden. In ele republiek
zijn het niet meer het handjevol notabelen, dat
de lakens uitdeelt, maar de politieke fracties
die de gioote massa vertegenwoordigen en e'iu
nug niet de gekgenheiel hebben gehad ele iiooelige
, ervaring e>p te eloen. Die allereerst kijken naar
de openbare werken die noeidig" zijn en de
ambten die nien toch niet met mineier dan ,, zoo
veel" kan'honoreeren.
Aan wie ele schuld is, doet weinig ter zake.
Het is een feit, dat het ancien régime alle opvoeding
in deze richting verzuimd heeft. Noodgeelwongen
wordt nu der massa de noodige wijsheid lang
zamerhand wel bijgebracht.
Dat een dergelijk systeem nroet vastloopen
wanneer er een terugslag in de conjunctuur komt
is duidelijk.
Met dat al is de toestand in Duitschland intrin
siek niet slechter dan in andere landen, waar die
overigens ook slecht .is. Er is geen reden om
aan te nemen dat, wanneer het budgetair evenwicht
weer hersteld is, de verplichtingen uit hoofde van
de bestaande openbare schuld niet zouden worden
nagekomen. En er is op dit. oogenblik geen
reden om aan te nemen, dat er een partij aan het
bewind komt, dia het voornemen koestert zich
van deze verplichtingen te ontdoen. Er zijn zelfs
teekenen die reeds nu op een credietwaardiger
toekomst wijzen, zoo o.a. het onverwachte succes
van de Reichsbahnanleihe.
Men hoort wel, zelfs van bezadigde zijde in
Duitschland, de moedelooze opmerking, dat het
Nationaalsocialisme toch wel niet te stuiten
zal zijn. Zoo zeer is het in de laatste jaren
in omvang toegenomen en zoodanig is het ,,in
de mode". De geheele jeugd bijna, en vooral
de geheele universitaire jeugd, is Hitleriaan» of
communist. ?
Deze zienswijze is niet vrij van oppervlak
kigheid. Zeker, juist onder de universitaire
jeugd wordt men getroffen door het overwel
digend aantal Hakenkreuzler. En de gevolg
trekking,' dat binnen weinige jaren de toonaan
gevende kringen geheel vaii het onverdraagzaam
Hitlerianisme zullen zijn doordrongen, ligt voor
de hand. Toch is deze gevolgtrekking onjuist.
Als sociale factor en als sociologische verschijnings
vorm is de student" in Duitschland in geenen
deele, wat hij hier is. De groote eii langdurige»
werkeloosheid heeft er toe geleiel dat elie
jongelieelen uit ele verpre)letariseerele kleinburgerij, elk*
een min of meer behoorlijke schoolopvoeding achter
den rug hadden e>n geen mieidel van bestaan
konden vinden, zich maar voor n of meer
ce>llegegangen aan een eler tallooze universiteiten
lieten inschrijven. Iets beters hadeleii ze toch niet
te doen. Van een regelmatige studie is voor heit
geen sprake. Ken staatsexamen" hebben ze niefc
afgelegd. Ze zijn meer wat wij ..te>uhoorelcrs"
noemen en trekken van semester tot semester
?
nu eens hier, elan weer daarheen, /ij vormen een.
tijdelijke en toevallig o vergroot e meerderheid,
en, gevangen in dezelfde Avanhoop elie? het
arbeielspre>letarjaat iu ele armen eler communisten elrijft,
veirmeii zij het recruteeringsniateriaal voor ele*
nationalistische solelaatjespelers. Op elen duur zal
dit half-intcllectueele pivletariaat echter. e'>f
op,.Amerikaausche" wijze ondergaan in ele veel
groeitere massa elooelgeiwoon fabrieksprole'tariaat,
of vanzelf weer worden geabsorbeerd eloor nicmvi»
werkgelege-nheiel in handel, industrie en admini
stratie.
AVanneer ele malaise eenigszins zal ga.au luwen,
zal het voorzichtige beleid-van Brlining al
aanstemels vruchten afwerpen.
Niets baart zooveel succes als het sue;ccs zelf.
Dan zal emgetwijfelel ele parlementaire meerder
heid, elie nu juist groot genoeg is om zijn bewind,
staanele te houden, wel toenemen. Het is daarbij
volkemien onbelangrijk of elat ee"i persoonlijk
bewind is, zooals nu, of een gewone park'mentair»*
regeering. Als he>t maar is: ele instandhouding'
van ele republiek.
M. K.
Tentoonstellingen
Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Schilderijen
en Gouaches door den glazenier Joep Xicetlas.
lot 25 October.
Kunstzalen d'Audretsch, Den Haag. Werk van
Mrozewski. Te>t 31 Octe>ber.
Huize van Hasselt. Schilderijen demr C. Timmer
(tot 10 October) en schilderijen van ('harlcy
Toorop. Tot 31 October
Kunsthandel Aalderink, Amsterdam,
.Se-hilelerijen door E. Heitsma. Tot 31 Octe>ber.
Kunsthandel Keezer, Amsterdam. Beeldhouw
werk T. A'os. Tot 31 October.
Kunsthandel van Wisselingh, .Amsterdam. Bel
gische schilderijen en Beeldhouwwerk der ll)e en
20e eeuw.
Stedelijk Museum, Amsterdam. AVerk van
Herman Heyenbrock. Tot l November.
Eijks Museum. Amsterdam. Antiek uit Aziëeit
Egypte. Tot l November.
Kunsthandel Hofstee Deelman, Amsterdam,
AVerk van Arnold Balné. Tot l November.
Pictura, Dordrecht. Schilderijen van Toon Kel
der. Tot l November.
^mersfoortsche Kunstkring, Amersfoort. Schil
derijen van stadgenooten. Tot 8 November,
Kunsthandel fc'ena, Den Haag. AA'erk van Dick
van Driest. Tot 8, November.
Arti et Amicitiae, Amsterdam. AVerk van N.
Bodenheim, Cachet Nicolas en Zijl. Tot 9 November.
Kunsthandel de Bois, Haarlem, Teekeningen.
door Olaf Jordan. Tot 14 November.
Kunsthandel Huinck en Scherjon, Amsterdam.
Nederlandsche en Fransche Kunst. Tot 14
Novermber.
Kunsthandel D. G. Santee Landweer, Amster
dam. Teekeningen Rodolphe Bresdin. Tot 15
November.
Ned. Vrouwenclub, Amsterdam. Werken door
Betsy Osieck?Westendorp. Tot 15 November.
Kunsthandel Buffa & Zoon, Amsterdam, Schil
derijen van Jan Gregoire. Tot 15 November.
Kunsthandel van Meurs, Amsterdam. AA'erk van,
Jean Frulant. Tot 21 November.
GARDE-MEUBLES DEN HAAO
BATENBURG & FOLMER
HUUQENSPAMK 22, TIL. 11080 '
Billijk* Tarl«v«n«V«riorgIng ? Garantie
Het Tweekoppig
Monster
door Albert Heiman
Mcnno Ter Braak: Ha m p ton Court *)
DE e>ude Grieken die behagen schepten in het
construeeren van dilemma's, verbeeldelen dezen
lust door een mythisch dier, Amphisbaena ge
naamd, dat op de plaats van zijn staart ook een
ke>p had en in twee richtingen tegelijk liep. Het
zou vandaag nog het totem-dier van Menno ter
Braak kunnen zijn, met dit verschil, dat de
schepping van het tweekoppig monster voor ele
Grieken spel, en voor den Nederlander, als < chte
binnendijksch ingepolderde, bloedige ernst is.
Ter Braak, die gaarne doorgaat voor elen vol
komen agnosticus, voor den man elie steeds zegt:
A. is niet waar en het tegendeel van A. is óók niet
waar, dezelfde man gelooft aan de Amphisbatma.
aanbidt het monster, verwacht alle heil van zijn
bescherming. Dat hij dit doet is een doodgewone
kwestie van onwetendheid en misschien ook van
kinderachtigheid. A'an ieder ding valt eip een be
paalde manier te bewijzen, elat het niet waar of
waardeloos is, en omgekeerd. Het is een kunstje dat
te>t de oudste philosophemen behoort, en dat oven
serieus genomen wordt, en op zeker emgenblik
als werkmethode bruikbaar kan zijn, als de
euclidische meetkunde, die berust op het geloof
in een punt zonder lengte of breedte.
Dat Menno ter Braak zich uit alle dingen di
lemma's construeert, is een liefhebberij e>f een
hartstocht die hier niet in kwestie zem komen.
wanneer zij niet ten grondslag lag aan zijn oersten,
zoo juist verschenen roman Hampton Cemrt".
Het ia hem kennelijk erom te doen geweest een
dilemma te veraanschouwelijken, en daarom in zijn
boek inplaats van een gewone draak een Amphis
baena geworden. Daar ik den ernst igen wil heb
gehad hem zelfs daar te begrijpen waar hij vaag en
onduidelijk was, meen ik het dilemma wel in zijn
theoretischen vorm te kunnen recemstrueeren. Maar
ik vrees dat een minder geduldige lezer er niet zoo
licht in zal slagen, want de veraanschouwelijking
is ten eenen male mislukt, door gebrek aan b, eelelenel
vermogen en onkunde van het roman-métier.
,,Kunst" is nu eenmaal onontbeerlijk om iets buiten
verstandelijke formuleeringen om, duidelijk (laat
ons zeggen: voelbaar) te maken. A*oe>r een filosoof
hebben Plato's dialogen bijvoorbeeld, groote
sprongen en hiaten in de redeneoring. Maar zij zijn
geschreven door een kunstenaar, die de gave heeft
gehad, buiten het verstand oin te overtuigen. En
de hymne waarmede sommige van deze dialogen
eindigen, is veelzeggende!' en overtuigender elan
de nauwkeurigste dialectiek.
Ter Braak nu, is een kunst-vijandige, die'op
zeker oogenblik toch naar.het kunstmiddel grijpt,
en die zijn stapel borden, welke de domste jongleur
weet te balaneeeren, klets, voor onze voeten in
gruizels laat Vallen. Zijn karakters zijn geen ka
rakters, maar vage mijnheertjes, zijn vrouwen zijn ,
leege zakken» en hij heeft de onnoozellieid zijn
roman te besluiten met een scène die volkomen in
den stijl van?Amalia, bemint gij den graaf" is;
de zeer wijze en geïnitieerde Andreas beloe.'t
achter het gordijn de kussen welke zijn vroegere
geliefde wisselt met zijn vroegeren leidsman, en
schrijdt dan als een spookbeeld de kamer uit,
nagestaard door de verraste minnekoozenden.
Ju-ju I
Ik zou hierachter een punt kunnen zetten, en
niet een gerust hart beginnen aan een ander boek.
Maar er is in Hampton Court tegelijkertijd iets,
dat ik duidelijk als slecht signaleeren wil, omdat er
mogelijk menschen zullen zijn, die juist dit zullen
aanzien voor een nieuwe uiting" en voor een/
literaire aanwinst. Het is de volslagen
liefdelooshèid van alle menschen uit dit boek, en het gebrek
aan eerbied van den schrijver voor iedere levens
uiting die in zijn oogen. gewoon" is.
Aan mij doet het zich voor als het ongeloof der
onwetendheid.,Hebt ge weieens twee jongens van
zestien hooren spreken over het huwelijk van hun
ouders, over dat van hun grootouders? Zij weten
dat het niets en een nulliteit is, en natuurlijk ia dat
meestal ook zoo, maar alleen op een heel andere
manier dan zij het zich voorstellen. Er zijn
daarMinister de Geer op jacht
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
Nederlandsche Maagd: 't Zal mij benieuwen of je den buit binnen brengt
t»
naast duizend andere dingen, veel prachtige.
toppunten die het banale voorafgaan en weer op
het banale volgen. Maar. ik schaam me oud te
moeten doen en het te moeten zeggen, er is een
zekere wijsheid voor noodig om dat alles te kunnen
beseffen. Het heeft met sentimentaliteit niets ty
maken, en niets niet de leugens die Ter Braak te
lijf gaat, maar je moet eerst hebben liefgehad
on hebben verloren, overwonnen hebben en getrapt
zijn geweest, om eerbied te leeren voor jezelf al*
drager van een klein brokje leven, n eerbied voetr
anderen omdat ook zij ieder een klein brokje van
de wereld vertegenwoordigen, waarvan geen van
ons in staat is de juiste waarde te bepalen. Want
naar welk ongeschapene wordt het gewicht ge
rekend?
De Andreas en de van Haaften van Ter'Braak
zijn lieden die in een petieterig narcisme op de
heele wereld neerkijken, waarvan ze geen zier
begrijpen, omdat zij een doodelijken angst hebben
gewoon" te zijn. En alleen deze angst is hun
distinctie, en deze angst is hun eenige negatieve
bijdrage tot de vitaliteit van hun omgeving. De
Andreassen en de van Haaftens zijn aan liet eind
van het boek precies even ver als aan het begin;
ze hebben niets anders -gedaan dan eon paar
honderd bladzijden lang zwakzinnig geredeneerd
en elkander bedonderd. Zo gebruiken hun vrouwen
liefdeloos en hartstochtloos; het woord zegt 't
juist: ze gebruiken" alles, om voort te vegeteeren.
AVanneer Andreas heel in 't begin in den trein
zit en fantaseert over een verkeerden wisselstand,
heeft men even de verwachting dat er uit dezen
fantast wel een mensen van vleesch en bloed kan
groeien. Maar niets daarvan; Andreas daast door
over een revelatie in het Park van Hampton Court,
waarover wij verder niets te weten komen, Zelfs
niet narden kinderachtigen,,stomp" dien hij van zijn
verloofde krijgt. Dan ontmoet hij van Haaften, die
een wereldwijs student van drieëntwintig kon zijn,
een die de heele schepping zoo lekkertjes in zijn
zak heeft, totdat hij als dokter of procureur in een
stil plaatsje moeite doet om te vergeten dat hij
eens zoo'n dwaas was.
Waarachtig, er vallen andere dingen te schrijven,
en er vallen andere dilemma's te poneeren! Maar
daarvoor is noodig dat men niet meer gelooft in het
kinderlijke monster met twee koppen, maar dat
men het teekent om te lachen, zooals Socrate* zal
gelachen hebben, en de oude Goethe toen Bettina
hem kuste, en
..Wel. mijn vriend, zelfs wanneer wij iemand
aantreffen die beweert de kunst der demonstratie
te kennen, en deze wil onderrichten, zullen wij
zeker niet zijn woorden geheel aanvaarden; wij
zullen uitzien naar een anderen man om ons aan
te toonen of de eerst* de waarheid spreekt. En den
tweede vindende, zullen wij nog immer onzeker
zijn of onze bewijzer werkelijk het verschil kent
tusschen een goed rechter en een slecht, en zullen
wij een derde noodig hebben oni nummer twee te
waarborgen; want hoe kunnen wij bij mogelijkheid
zelf weten hoe den besten rechter te kiezen?"
De aarts-agnosticus die achttien eeuwen geleden
dit zei. had Ter Braak kunnen leeren zijn dilemma's
beter te poneeren; de eerste de beste roman
schrijvende juffrouw had hem ten voorbeeld
kunnen dienen voor de .vervaardiging van minder
niummie-achtige kletsmeiers, als die welke zich m
zijn fantasielooze Hampton Court" onledig
houden.
?) Uitgave Xijgh en van DUmar, Rotterdam:.
Dr. WILLY SCHOHAUS
Donkere
Schaduwen over het
Schoolleven
Vertaald en Ingeleid door
Drs C. J. STRU1IK >
Ing. f 1.60 Geb. f 2.10
Bij Uw Boekhandelaar voorhanden