De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 24 oktober pagina 3

24 oktober 1931 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

H \ GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 OCTOBER 1931 No. 2838 No. 2838 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 OCTOBER 1931 Louis de Vries Dramatische Kroniek door Henrik Scholte Zestier Jnar, on dertig aan het tooiieel EEN kop als "Rembrandt's vader, oj doemend uit den achtergrond van een donkor-getint Joodsch milif-u, een smartelijk, mild. go,-dig en romantisch gezicht, zoo staat Louis de Vries voor mij, hij motie dan typisch Joodsehe rollen spelen. Isaaken en Abrahams in stukken van een zwak kunstgehalte met een sterk-uitl* vende rol voor hom erin. ot' wel clean-shaven schuil gaan achter de fiolen van een modern laboratorium, in een dier rollen uit de wereld der officieele wetenschap, die hij met een haast kinderlijke voorliefde schijnt te willen,ver tolken: den ..Schepper" (die op den ? dag na de premiere met de tooneelspelersstfJcing op de flesch ging), den dr. 'M Uier uit ..Het Recht tot Staken", den .,Vrouwenr,.rts", Daarnaast waardig, in de zware en gestandaar diseerde grime der kl ssiekon, den Shvloek, den Judas, den Rechter van Zalamea of den niet nu dadelijk al te krijgshaftigen Bode uit Vondel's* ,,Gijsbrecht": breed-uit geniet en en Hollandschpatria'rchaal als Pankrr-s Duif. 'nobele vadersmart achter het wiebelende hekje v»n Jhr. van Rieinsdijk's ,.Pro Domo", bovrrig biddend en gedrag n zingend als de oude. Lehmann in lu-t familiestuk bij uitnemendheid, feller en manlijker in het \vel eenigszins miskende ,,Schw< iger" van Werfel en tenslotte, welk een besseten masker (ork al was het dan minder Pirandello dan de Vries») in ,Jlendrik IV" l Het is de kunst van. hot..masker, die de Vries bovenal Verstaat en gecultiveerd heeft: niet alleen de Rembrandtieke schaduwen, .maar ook - te zelden vertoond en soms in te onbctoekononde stukken welk een pracht van eon Schieber als Prellstein, welk een ongewoon-geloofwaardige Na poleon. Zeldenor nog verloochende hij den drang naar hot pathetische en speelde den clown. Maai* wie zich dat eene scenetje aan het slot van de Vier dagen uit het Leven van een Onfatsoenlijk Meisje" herinneit, dien plotseling op den drempel s taanden, van oudheid krakendtn, vilijnen Vorst Eberhard, herinnert zich daarmee een der vlijmendste burlesken uit de laatste jaren van ons tooneel. Welke ook zijn misstappen geweest mogen zijn. zijn gemis aan zelfcritiek, dat hij met alle virtuozen gemeen heeft, zijn gemis aan inzicht in don zwakken, of melodramatischen bouw van het bij voorkeur door hem ontdekte stuk-?zijn spel daarentegen is niet verouderd noch verstard: het is veelzijdig in die eenzijdigheid, die het kenmerk der persoon lijkheid is, eerlijk en verantwoord. Vandaar dat men tenslotte mode en richting vergeet en zich, bij de weinige gelegenheden, die aich de laatste jaren hebben voorgedaan, steeds overgeeft aan het mysterie van het tooneel", de dronkenschap der metamorphose, die hij wenscht op te wekken. Kr ligt thans een jubileumstuk voor hem gereed, dat hem misschien andermaal gelegenheid zal ge ven om te bewijzen, dat ook in het moderne reper toire een extatische impressionist als de Vries zijn plaats heeft: Henri C'lerc's ,.1/Autoritaire", de doordrijvende en betwotoiige vader, een obsodeoivndo persoonlijkheid, die, gelijk dat met de geijkte term heet. een zee van leed over zijn gezin Imngt." l n het kader vandegesh ton, burgerlijke tragedie is dit een rol, die weinige spelers van het huidige reper toire (niet alleen in ons land) ten voeten uit waar achtig zouden kunnen maken. Misschien, dat de Vries ditmaal de gelegenheid krijgt om de waarheid te howijy.ru van de alplm en omega van zijn stand punt : dat tenslotte toch liet eenige, waar het publiek om vraagt, is hot zware spel van vlooseh en bloed. Inderdaad, niet zoo heel talrijk zijn degenen, die zich voor hun zestigsten verjaardag opmaken om. met den inzet der volle persoonlijkheid, het publiek eens in het gezicht te zeggen wat hij denkt dat tooneel is, in plaats van zich met een gemak kelijke reprise te laten bewierooken voor een succes, dat achter den rug is. Daarom alleen is dit jubileum reeds verantwoord. Daarom alleen zou men den harden werker, die niet alleen vrijwel geen succes-rol uit het officieaio repertoire ongospeold liet. maar daarnaast nog hardnekkig zoekt naar wat zijn'talent zou aandur ven, niet alleen een hartelijken gelukwensch willen meegeven, maar ook een hartelijk succes torwenschen: op zijn jubileum on daarna. Arthur Schnitzlrr Ook ' al is het decor verouderd, ook al drukt «»p al deze overgevoelige, ovei'bewusto mensc.hen. die, bij het enkele noemen van Sohnitzler's naam en de praegnanto titels van zijn novellen en drama's, aan ons voorbijtrekken, het stempel der maatschappelijke overbodigheid oen over bodigheid, die soms een soort morbide en ver moeide pose wordt, zoo vaak zij zich van hnnr eigen onmacht bewust is. toch was hij als geen ander, die hem ter zijde streefde, de representant van zijn tijd. meer de chroniqueur dan de criticus. Stelling kiezen deed hij zelden, de macht tot de daad. het temperament tot onver biddelijk afwijzen, ontbrak hom'. Als dokter doorzag hij slechts, en stelde de diagnose. Men herkende zichzelf in den badineerenden Anatol. in den raisonnoerenden Herr von Sala, in het simpele, maar breed-geanalyseerd e mannenlovon van ..Der Weg ins Freio". Tot zijn personen stond Schnitzler meestal in een verhouding van niededoogen en een al te verwante gemeenzaamheid: ,.wir spielen alle. wei' es weiss, ist klug". Een enkele maal geeselde hij. maar ook dan nog met de sierlijkheid van een, die zoo niet vergaf dan toch begreep: de tragicomische sarcasmen in den »1 te menschelijken monoloog van ..Leut'nant Gustl", die hemzelf den K.u.K.-offick-rssjoip kostte, de onnavolgbaarscherp gobeitste stemming van après nous lo délugo" in den kelder van den Grutten Kakaüu". Vele malen groep hij ook naar de parabel of het poppenspel. Zijn heele verhouding tot zijn figuren was die van oen volmaakten marionettenspeler. Slechts eenmaal, waar het eigen geloof en de eigen stand in het geding gebracht werden, schreel hij rnet óie'n zeldzamen recht vaardigheidsdrang, die in hem woonde een manlijke en felle trage die, die als ,,Professor Bernardi" over de planken van het wereldtooneel ging. In zijn novellistisch werk was hij de meester der nuance, de. doordringende ontdekker in de werelden van het halfbewuste (welk een bron waren zijn werken voor zijn collega-in-vele-op zichten Freud !?), de karakterkenner met het logisch raffinement van den arts en de fascineerende charme van den speler, de man, die niet veroordeelt maar verduidelijkt. In zijn dramatisch werk, dat slechts naar den vorm van zijn novellen gescheiden was, zal hij ook wanneer het tooneel deze passieve, met zichzelf overhoop liggende en voor het slot altijd falende menschén niet meer wenscht blijven de ongeëvenaarde hemieuwer van den dialoog (?Anatol", Reigen", Die Schwestern", zijn poppenspelen; van den mono loog in Fraulein Else"), die door hom theater" geworden is in eon zoo zuiveren, zoo geraffineerden zin, dat tenslotte ook het verbruikte materiaal: duels, doornon e.n decadenten, en het onophoudelijk spel met de wachtwoorden der lyriek: liefde en dood, ons nimmer blind zullen maken voor de onvergankelijkheid van dit werk: in al zijn be perktheid comedie" humaine te'zijn tot in den hoogsten graad der volmaking. Arthur Schnitzler Boekbespreking ..Hut' Els Oferu-on" door ./. /'. Vermeer, r/eilluslreenl door Circetje Bosch Uitgave Vun Holkcma en J'Uf/evcrs Maatschappij Kr is een lacune in de lectuur voor meisjes van den leeftijd tusschon H?12 jaar. In deze lacune is voorzien door, Mevrouw Zoomers?Vermeer, die in Hoe Els Overwon" een boek gaf, dat geschikt is voor oen meisje van acht zoowel als voor een van twaalf en voor die beide leeftijden ook even amusant en boeiend is. O, het gegeven is maar heel eenvoudig, maar het is uitgewerkt op oen wijze, die zelfs ons ouderen pakt. Els, de hoofd-figuur, is eon hartelijk, eenvoudig kind. met een zeer gevoelig hartje. In dat kleine hart liggen zoo vast gesloten, Moeder, de groote zuster Suus, Jaap Suus' verloofde, en Bob, Els' groote hond. En nu wordt moeder ziek en moet anderhalf jaar''naar het Zuiden. Om dit mogelijk te maken aanvaardt Jaap een betrekking in de West. waar hij getrouwd met». uus heen zal gaan, wordt Els' vader is dood en het gezin moet van een matig inkomen leven het huis tijdelijk verhuurd, Els dien tijd liefderijk opgenomen door Jaap's Oudei's en Bob, die al niet zoo jong meer is en waar vrijwillig geen lief hebber voor komt opdagen om hem op te nemen, verkocht aan een ouden heer en^dame, die afkomen op do advertentie. . Het gegeven is werkelijk zeer eenvoudig. Maar Els' strijd, het terugdringen van haar tranen, als het groote moment daar is, dat ze van alles afscheid moet riemen wat haar zoo heel hef is en waar ze met haar trouwe hartje zóó aan hangt, dit alles is niet eenvoudig. De schrijfster heeft Els' strijd op de haar eigen onopgesmukte wijze weergegeven en haast losjesweg vertellend, geeft ze ons een kijkje op dit gave rneisjeszieltje. Dit boek, waarin meerdere aardige meisjesfiguren voorkomen, is van een, groote natuurlijk heid. E. B. B. LA VALS REIS NAAR AMERIKA Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan 1925: De Oom uit Amerika 1931: De Oom uit Frankrijk MUZIEK door Constant van Wessem Hclnrlch Selilusnus IK schaam mij, dat ik nooit van Schlusnus ?l gehoord had. Ik had hem moeten kennen, als ik een radio bezat. Ik bezit er echter geen (wensch er ook geen te bezitten: in mijn huis zal ik ten minste veilig zijn). Derhalve: van Schlusnus had ik nooit gehoord. Ik las met beschaming in de cou ranten die het weten kunnen , dat Schlusnus een groot man was, een groot zanger (de bijvoegelijke naamwoorden ben ik vergeten). Ik wachtte dus Zaterdagavond het optreden van dezen zanger in de Gr. Zaal Concertgebouw met werkelijke spanning. De man komt en zingt. En waarlijk, het gaat mij als de anderen, ik ben perplex van zulk een stem, zulk een geluid. Ik verwensch mijn radio-afkeer en luister. Wat een soepelheid, wat een gemak van zingen, welk een trefzekerheid btf den plotselingen inzet van hooge tonen, die helder en vast als de straal van een opspuitende fontein opengaan.... En het is ook niet stompzinnig virtuoos, het is dramatisch, de zanger zingt een heel drama in wat voor ons voordien slechts een liefelijk en melancholiek Biedermeier-verdriet in Schubert, een romantische steenteekening in Schumann was. Wy imoren heftige intonaties op teedere woorden. Zgn wat erg Duitsche manier van voordragen maakt van een lied als Schumann's ,.Lotosblume", een lied, dat boven zijn begeleiding zweeft als een lotosbloem op het water, een zwaren en moeizaam getrokken weeklacht, en de ..Hidalgo" wordt moedig en heel fier en grimmig spreekt de scherp en duidelijk articuleerende stem het woord ..Gefecht" uit, dat het u als een degenstoot door de ribben gaat. Het wordt me langzaam aan te opera achtig, de eerste verrukking voor dit wonderbare geluid van Schlusnus is voorbij, het plastisch uitspreken der woorden krijgt iets, dat me te veel aan de planken van het tooneel herinnert en dan constateert men met een eerst wat ongeloovige .verbazing, dan met zekerheid: de slottoon aan het eind van een phrase, aan het eind van een lied zakt en is vaak te laag. Kan dat bij een Schlusnus of liever mag dat bij een Schlusnus? Neen, neen. Maar door dit alles neemt ons respect voor den zanger wel wat af: wij willen, dat een groot zanger heelemaal groot is en wij houden niet van een acrobaat, die zijn trapeze mist. Zoo gaat het door tot aan de pauze, via enkele opvlammingen zooals Liszt's Drei Zigeuner". Maar in Richard Strauss mis ik de atmosfeer volkomen. Na de pauze komt de opera. En we zyn er. Wij hebben onder het vorige het opera-paard al verscheidene malen ongeduldig aan den teugel hooren rukken en nu gaat het er in galop van door. Natuurlijk, Schlusnus is een operazanger. Wat moet hij ons allerlei liederen voörzingen, die tot de kamermuziek behooren, die dwingen fijn te luisteren naar opvatting en artistiek gevoel voor stijl? ? Wij zijn er: Giordano, Verdi, l^eoncavallo. Het wordt geweldig, stormachtig, het geheele lichaam zingt, in het schelle kunstlicht der operareflectors, onder schmink en tooneel-requisieten beweegt dit zingen zich eerst in zijn element. Ons. applaus krijgt n waarachtige klank van 'enthousiasme, wij* zijn als dronken van dramatiek en helfhaftigheid. De toegif tjes beginnen te regenen, een aria VERLANGT BIJ UWEN WIJN H ANDELAAR EN IN UW RESTAURANT CHAMPAGNE KRUG&CO REIMS IN KWALITEIT AAN DE SPITs! van Handel, een Serenade uit Don Juan van Mozart, misschien nog meer, ik ben niet langer gebleven, er komt geen eind aan. Wij nemen het niet langer meer zoo nauw en zijn er in, echt in. Schlusnus keert van dezen eersten avond in Amsterdam als een zegevierend vorst huiswaarts l l TUYNENBURG MUYS WOLLEN DEKENS 1.5O-X2.0OMETER VANAF FL. 6.25 ZOO'N. DEKEN OVER HET BED GESPREID, IS WARM GENOEG, MITS KWALITEIT: -DEN HAAG AMSTERDAM ROTTERDAM NPER 6 ZONEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl