Historisch Archief 1877-1940
M
NHEIDs HET HOLLANDSC
INNENHUIS
Paul Bromberg over het
\
Hollandsere Interieur
BOEKBESPREKING 'DOOR OTTO VAN
TUSSENBROEK
l
l
il
Willem Penaat: Werkkamer
ALS tweede nummer in de serie ..Moderne Schoonheid" (in het eerste
behandelde Ir. J^P. Fokker het ..Eigen Huis") verscheen zoo juist bij
de X.V. Uitgevers Mij. .,Kosmos" te Amsterdam een boek over Het Hol-'
landsche Intérieur" door Paul Broniberr/.
Het ontwerp van het omslag en de typografische verzorging zij n van Aninn
Kuri-ers, die daarmede een fraai stuk werk leverde zooals wij trouwens
van hem gewend zijn. Hij bezigde voor het zetwerk het 12-punts
..Futura".4
\
l
Paul Bromberg.: Kinderkamer
type, terwijl het boek onberispelijk gedrukt
werd door de Drukkerij ,,de Usel" te
Deventer.
Het geheel maakt een zeer verzorg
den en fraaien indruk met omslag in oranje
rood, waarop letters in goud, met een
diepblauw schutblad, terwijl om den tekst,
in zwart
ge
druktevenals de af
beeldingen,
blauwe lij
nen zijn
get r tikken,
welke een
goede af
sluitingvan
den
drukspiegel vor
men.
Bromberg
geeft (bij 32
blz. tekst
en 05 af
beeldingen)
als man van het vak en vlot stylïst vele nuttige
wenken in zake woninginrichting. Hij doet dit
bij duidelijke plattegronden naar vertrekken,
welke door hem en door collega's zijn verzorgd
en waarop men de meubels geschikt ziet zooals
deze het best kunnen staan in verband met de
practische eischen der bewoonbaarheid, terwijl
tevens een
voorbeeld
v a n een
oude en een
nieuwe op
lossing is
gegeven
waaraan te
toet se n
valt dat
met weinig
moeite en
door mid
del van ge
wijzigde schikking een bepaald vertrek
grootelijks kan worden verbeterd.
Veelal correspondeeren deze platte
gronden met de achter in het boek ge
plaatste afbeeldingen, zoodat de aan
dachtige lezers volop gelegenheid hebben
tot leerzame vergelijking. Ook de wijze
waarop een oudenvetsche kamer gemo
derniseerd kan worden is door den auteur
uitvoerig behandeld, zoodat deze uitgave
is geworden niet alleen een boek uit de
practijk, maar tevens e,en handboek voor
allen die van hun woning het beste
willen maken wat ervan te maken is.
Terecht spoort Bromberg daartoe aan:
,,De intérieurs van veel beschaafde, fijne
geesten, die door hun levenshouding tot
de aristocraten van onzen tijd gerekend
mogen worden, verkeeren in een cha
otisch smakeloozen staat, omdat hun aan
dacht er steeds langs gestreken is, zónder
bewust waar te nemen. Hun opvoeding die
veelal gericht was op het waardeeren van
antieke vormen, heeft geen oultureële
beteekenis leeren zien in de moderne h
storielboze ruimte kunst. De ontwikkeling
van hun onderscheidingsvermogen wat
moderne vormen betreft, moet dus nog
plaats hebben, daar de algemeene toestand
J. A. Brinkman en L. C. van der Vlugt
Zitkamer
van hun beschaving hiervoor gunstig is.
gaat het ontwikkelen van het gevoel
voor verhouding, vorm en kleur zeer
snel, indien maar op de juiste wijze de
juiste gelegenheid ervoor wordt gegeven".
Men ziet het, de schrijver wanhoopt niet
en inderdaad: er valt veel goed ie maken !
Het aardi
ge daarbij is
dat hij nie
mand iets
aanpraat
en tevens
in zijne be
sprekingen
volkomen
objectief
weet te blij
ven. Voor
heen geuite
meeningen
(ik denk
hierbij aan
het meta
len meubel)
schroomt hij niet om te herzien. Het is een
bewijs van zijn eigen aanpassingsvermogen aan
den nieuwen tijd en een bewijs van eerlijkheid.
Dat hij met zijn tijd weet mee te gaan daarvan
is dunkt mij het volgende uit zijn boek een
sprekend voorbeeld: .,Waar werkelijk een echt
verlangen bestaat om het ,,beslutonu" van het
intérieur
open te bre
ken en de
v r ij h e i d
van het
open veld
toe te laten
stroomen,
is een
bin
nenarchitectuurvan
glas en nik
kel geen
snobbisme
.... daar kan de zon tegen witte wanden
overdadig licht werpen, daar kan de uit
bundigheid zijn van een felkleurige be
kleeding en de uitgelaten vreugde om een
bevrijding van alle benauwenis, die het
ouder\vetsche, dompe, donkere intérieur
tezamen kneep door burgerlijke
conventietjes. Welke kunstenaar zou niet graag
zoo'n bevrijd intérieur eens in forsche
lijnen scheppen; hij droomt van de spor
tieve bewoners, van het sterke nieuwe
menschengéslacht, van zijn grootsche
''levensallure vol .titanenkracht, maar waar
toch ook een nerveuse verfijning in
'leeft"....
Indien Bromberg de volgorde zijner
-(afbeeldingen had omgekeerd en van oud
tot nieuw ware gegaan instede van met
het allernieuwste aan te vangen (hoewel
Voor dit laatste natuurlijk veel te
Pt-Jggen is !) zou zeker de indruk nog
sterker bereikt zijn geworden, dat er met
het in de laatste jaren sterk gepropageerde
beginsel der vrijmaking van het binnen
huis van al hetgeen met betrekking tot
de functie der bewoning niet strikt nood-,
zakelijk blijkt (dus overtollig kan heeten)
geweldig veel gewonnen is en het merk
waardige is vooral hierin gelegen dat
F. Hausbrand: Woonhal
daarvan ordelijkheid en overzichtelijkheid (urn van gemak en tijdwinst bij het
onderhoud niet eens te spreken) het onmiddellijk gevolg zijn. De in'het boek op
genomen afbeeldingen van m< iderne vertrekkenbewijzen daarenboven dat de vrij
making van het oude en traditioneele niet noodzakelijk behoeft in te sluiten een
sfeer van onguzelligheid of leegte. Samenvattend dus een boek dat ik graag in
ieders: handen zaïr, die aandacht heeft t>n liefde koestert voor de schoonheid
van het binnenhuis in het algemeen en de nieuw geboden kansen in het bijzonder.
l
W. H. ispen: Woonkamer
?