De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 24 oktober pagina 6

24 oktober 1931 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

M NHEIDs HET HOLLANDSC INNENHUIS Paul Bromberg over het \ Hollandsere Interieur BOEKBESPREKING 'DOOR OTTO VAN TUSSENBROEK l l il Willem Penaat: Werkkamer ALS tweede nummer in de serie ..Moderne Schoonheid" (in het eerste behandelde Ir. J^P. Fokker het ..Eigen Huis") verscheen zoo juist bij de X.V. Uitgevers Mij. .,Kosmos" te Amsterdam een boek over Het Hol-' landsche Intérieur" door Paul Broniberr/. Het ontwerp van het omslag en de typografische verzorging zij n van Aninn Kuri-ers, die daarmede een fraai stuk werk leverde zooals wij trouwens van hem gewend zijn. Hij bezigde voor het zetwerk het 12-punts ..Futura".4 \ l Paul Bromberg.: Kinderkamer type, terwijl het boek onberispelijk gedrukt werd door de Drukkerij ,,de Usel" te Deventer. Het geheel maakt een zeer verzorg den en fraaien indruk met omslag in oranje rood, waarop letters in goud, met een diepblauw schutblad, terwijl om den tekst, in zwart ge druktevenals de af beeldingen, blauwe lij nen zijn get r tikken, welke een goede af sluitingvan den drukspiegel vor men. Bromberg geeft (bij 32 blz. tekst en 05 af beeldingen) als man van het vak en vlot stylïst vele nuttige wenken in zake woninginrichting. Hij doet dit bij duidelijke plattegronden naar vertrekken, welke door hem en door collega's zijn verzorgd en waarop men de meubels geschikt ziet zooals deze het best kunnen staan in verband met de practische eischen der bewoonbaarheid, terwijl tevens een voorbeeld v a n een oude en een nieuwe op lossing is gegeven waaraan te toet se n valt dat met weinig moeite en door mid del van ge wijzigde schikking een bepaald vertrek grootelijks kan worden verbeterd. Veelal correspondeeren deze platte gronden met de achter in het boek ge plaatste afbeeldingen, zoodat de aan dachtige lezers volop gelegenheid hebben tot leerzame vergelijking. Ook de wijze waarop een oudenvetsche kamer gemo derniseerd kan worden is door den auteur uitvoerig behandeld, zoodat deze uitgave is geworden niet alleen een boek uit de practijk, maar tevens e,en handboek voor allen die van hun woning het beste willen maken wat ervan te maken is. Terecht spoort Bromberg daartoe aan: ,,De intérieurs van veel beschaafde, fijne geesten, die door hun levenshouding tot de aristocraten van onzen tijd gerekend mogen worden, verkeeren in een cha otisch smakeloozen staat, omdat hun aan dacht er steeds langs gestreken is, zónder bewust waar te nemen. Hun opvoeding die veelal gericht was op het waardeeren van antieke vormen, heeft geen oultureële beteekenis leeren zien in de moderne h storielboze ruimte kunst. De ontwikkeling van hun onderscheidingsvermogen wat moderne vormen betreft, moet dus nog plaats hebben, daar de algemeene toestand J. A. Brinkman en L. C. van der Vlugt Zitkamer van hun beschaving hiervoor gunstig is. gaat het ontwikkelen van het gevoel voor verhouding, vorm en kleur zeer snel, indien maar op de juiste wijze de juiste gelegenheid ervoor wordt gegeven". Men ziet het, de schrijver wanhoopt niet en inderdaad: er valt veel goed ie maken ! Het aardi ge daarbij is dat hij nie mand iets aanpraat en tevens in zijne be sprekingen volkomen objectief weet te blij ven. Voor heen geuite meeningen (ik denk hierbij aan het meta len meubel) schroomt hij niet om te herzien. Het is een bewijs van zijn eigen aanpassingsvermogen aan den nieuwen tijd en een bewijs van eerlijkheid. Dat hij met zijn tijd weet mee te gaan daarvan is dunkt mij het volgende uit zijn boek een sprekend voorbeeld: .,Waar werkelijk een echt verlangen bestaat om het ,,beslutonu" van het intérieur open te bre ken en de v r ij h e i d van het open veld toe te laten stroomen, is een bin nenarchitectuurvan glas en nik kel geen snobbisme .... daar kan de zon tegen witte wanden overdadig licht werpen, daar kan de uit bundigheid zijn van een felkleurige be kleeding en de uitgelaten vreugde om een bevrijding van alle benauwenis, die het ouder\vetsche, dompe, donkere intérieur tezamen kneep door burgerlijke conventietjes. Welke kunstenaar zou niet graag zoo'n bevrijd intérieur eens in forsche lijnen scheppen; hij droomt van de spor tieve bewoners, van het sterke nieuwe menschengéslacht, van zijn grootsche ''levensallure vol .titanenkracht, maar waar toch ook een nerveuse verfijning in 'leeft".... Indien Bromberg de volgorde zijner -(afbeeldingen had omgekeerd en van oud tot nieuw ware gegaan instede van met het allernieuwste aan te vangen (hoewel Voor dit laatste natuurlijk veel te Pt-Jggen is !) zou zeker de indruk nog sterker bereikt zijn geworden, dat er met het in de laatste jaren sterk gepropageerde beginsel der vrijmaking van het binnen huis van al hetgeen met betrekking tot de functie der bewoning niet strikt nood-, zakelijk blijkt (dus overtollig kan heeten) geweldig veel gewonnen is en het merk waardige is vooral hierin gelegen dat F. Hausbrand: Woonhal daarvan ordelijkheid en overzichtelijkheid (urn van gemak en tijdwinst bij het onderhoud niet eens te spreken) het onmiddellijk gevolg zijn. De in'het boek op genomen afbeeldingen van m< iderne vertrekkenbewijzen daarenboven dat de vrij making van het oude en traditioneele niet noodzakelijk behoeft in te sluiten een sfeer van onguzelligheid of leegte. Samenvattend dus een boek dat ik graag in ieders: handen zaïr, die aandacht heeft t>n liefde koestert voor de schoonheid van het binnenhuis in het algemeen en de nieuw geboden kansen in het bijzonder. l W. H. ispen: Woonkamer ?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl