De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 31 oktober pagina 9

31 oktober 1931 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

76 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 31 OCTOBER 1931 No. 2839 No. 2839 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 31 OCTOBER 1931 Een Standaardwerk over Spinoza door Dr. G. J. Wijnaendts Francken IX hut volgend jaar zal hier te lande de 800ste verjaardag van de geboorte vou Spinoza her dacht worden, waarschijnlijk op omvangrijker wij/e dan vijf jaren vroeger de 250ste van zijn sterfdag. Te meer nu sedert dien des wijsgeers laatste woonhuis aan de Paviljoengracht te 's-Gravenhage (waar Spinoza de laatste zeven jaren van zijn leven woonde) na den aankoop door de Stichting Domus Spinozana zoozeer ver fraaid en gerestaureerd is geworden Het aantal geschriften over Spinoza's leer en leven is legio. Telken jare komen er in de verschil lende landen weer aan aantal bij; zoo ook thans weer een nieuw lijvig werk van 000 pag. groot 8°. op prachtige wijze uitgegeven, l) Het is van de hand van een schrijver, doorkneed in de geschie denis der wijsbegeerte, aan wien wij reeds 700 menig zorgvuldig bewerkt, leerzaam wijsgeerig boek te danken hebben. Op grondige en heldere wyze ge-. schreven, geeft het een uitvoerig overzicht, zoowel van Spinoza's leven als van zijn werken; en dat wel niet achter elkander maar dooreengevlochteii. Telkens wordt daarbij de wijsgeer sprekende inge voerd, waaraan dan allerlei verduidelijkende uit eenzettingen worden vastgeknoopt van een breed historisch karakter en zonder dat daarbij in een hier allerminst wonscholijke, den gedachtengangstorende polemiek wordt vervallen. Xadat eerst als inleiding verteld is van het humanisme en van do beschaving in de Nederlanden ten tijde van Spinoza. alsmede van het lot dat den Joden in Spanje was tebeurt gevallen, komen achtereen volgens de levensperioden in Amsterdam, l ijnsburg, Voorburg en Den Haag ter sprake. Bij die A'an Hijnsburg komen dan de ..Korte Verhande ling" en het boek over Cartesius aan de orde; bij Voorburg het ..theologisch-politiek tractaat"; bij Den Haag het nagelaten hoofdwerk de ..Ethica" ? ?n de ..Staatkundige Verhandeling". Natuurlijk worden daarbij de leeringen van Spinoza en Dos«?artes herhaaldelijk samen vergeleken en beider onderlinge verschillen in ', t licht gesteld, terwijl aandacht ook gowij«l windt aan den inhoud van \ Ken kleurige en toch gedistingueerdo decoratie is een geb randschild t rd glasmedaillon in lood met» familiewapen voor het venster gehangen. Vraagt L' eens een prospectus aan het heraldisch Atelier Marten N- Damstra, Kapelstr. 40, l trecht, een aanbevelenswaardig adres ook voor zegel ringen, lak- en droogstempels met wapengravures, enz. dat tal van tevredenheidsbetuigingen van overal ontvangt, dank zij de billijke prijzen en de keurige afwerking die uit b.g. reproductie blijkt. Kón aardig geschenk zoo'n glasstuk l < (Adv.) Spinoza's brieven, de veelvuldige bestrijding, door den wijsgeer reeds tijdens zijn leven van theologische zijde ondervonden, alsmede auix zijn verhouding tot Johuii «Ie Witt, het afgewezen beroep naar Heidolberg, hot bezoek aan het Franscho kamp te Utrecht en andere markante voorvallen uit het oveiigens toch zoo rustig en gelijkmatig verloopend leven van den wijsgeer. Daarnevens is het fraaie werk verlucht met een 10-tal met zorg uitgekozen illustraties, waarvan de helft afbeeldingen zijn van Spinoza .uit verschil lende bronnen afkomstig, een 5-tal betrekking hebben op zijn achtereenvolgende woonplaatsen en de overige drie reproducties geven van zijn handschrift en van de bekende portretten van «Ie Witt en Leibniz. Spinoza ontwikkelt zijn gedachten op eeh strikt discursieve wijze, volkomen ahitstorlscli. De waarheid r/roeit niet volgens hem. maar zij is ons logisch denkmatig gegeven, ongebonden aan tijd en omstandigheden, als een soort van openbaring van den geest. Met mathematische ónbewogenheid en nuchterheid geeft ons Spinoza zijn uiteen zettingen: want alle gemoedsaandoeningen voeren volgens hem. evenals de Stoïcijnen dat leerden. slechts tot eene verwai'dheid van .voorstellingen. En hij doet dit als ware heel geen eeuwenlange geesteshistorie aan hem voorafgegaan. Toch was. meent Vloemans (pag. 439) .,Spinoza niet in de eerste plaats een scheppend genie als Descurtcs of Leibniz: zijn kracht lag bij uitstek in het e.ombineeren en synthetiseeren.'' Bij hem valt al het persoonlijke en specifiek menschelijke weg; hij wil strikt objectief en onpersoonlijk zijn en niet dan abstracte waarheden .bewijzen, die niet het specifiek menschelijke niets te maken hebben. Hij wil zich slechts bezighouden met het eeuwige en onveranderlijke; om de rest bekommert hij zich niet. Een algemeengeldig systeem wil hij geven voor alle tijden, dat kan dienst doen als een wijsgeerige religie: een wijsheid prediken, die voortvloeit uit onomstootel ij k vastgestelde waar heden en die tevens voor het leven kan dienst baar zijn. Het is die waarheid, welke moet worden nagestreefd als hoogste goed, om daarmede de gelukzaligheid van het goddelijke als hoogste levensdoel zich te veroveren. Naar Vloenians nog eens duidelijk uiteenzet. is Spinoza door en door een metaphysicus, die zich steeds bezighoudt niet het wezen der dingen en een muurvast vertrouwen heeft in de vermogens van het menschelijk denken. Critiek daarop, in den geest van onze huidige kenleer. is bij hem niet te vinden en van eenigen twijfel omtrent de juistheid n betrouwbaarheid Van ons denkver mogen is bij hem geen sprake. Het subjectief menschelijke meent hij geheel te kunnen uit schakelen en eene gedachte aan het zuiver incnwlivlijk karakter onzer kennis komt niet bij heru op. n«»ch die dat de. mensen zelf de maatstaf aller dingen zou kunnen wezen. Alle denkbeeld van een slechts telutieve waarde van de besluiten en uitkomsten der ieJe isheni ten eenenmale vreemd. Zoo ook alle historisch inzicht van het wordende en alle besef van de onvermijdelijke betrekkelijk heid der menschelijke waarheid. Hij komt hierin overeen met den stichter der Eleatische School l'armenides. In zooverre is Spinoza allerminst psycholoog, maar een dogmatisch rationalist en intellectualist, in wiens stelsel gevoel en,wilslcven geheel op. den achtergrond treden. Maar daarnevens .s volgens hem een zuiver intuïtie/ schouwen en doorgronden der waarheid mogelijk on bereikbaar. waarbij het verstandelijk redeneeren slechts Voer tuig en middel is om het intuïtief inzicht te recht vaardigen. In zooverre weer is Spinoza een gods dienstig mysticus, die met de idee God begint en daarmede eindigt. Deze sarnenkoppeling van rationalisme en mystieke beleving, niet als onver zoenlijke tegenstellingen maar als een verbond tot harmonischer! opbouw van wereldbeeld, vormt juist het eigenaardig aspect van Spinoza's leer en slechts een Plato is in dit opzicht met hem te Kunstzaal van Lier Rokin 126 Amsterdam Doorloopend tentoongesteld Kunstwerken van jonge Hollandsche en Buiten), meesters Bezichtiging vrij Boekbespreking C, (Je Dood, De Honderdduizend, roman. UU ga re A. J. G. Strcw/holt. lïeeds de eerste zinsnede van dit verhaal van Cornehs «Ie Dood, omtrent wien volgens do zwaarwichtige voorrede, A. M. de Jong ,.de populairste lettei'kunstenaar van ons land." zulke groote en blijde verwachtingen koestert, teekent dit boekje: ..t'it angst en misdaad en nood zijt gij gewi r.len on tot angst en misdaad en nood zult gij wederkeeren. Aldus de schepper vnn staten, idealen en handelszaken, wiens werkzaamheid geen einde zal nemen in deze wereld." Is-ie effe goed, zegt Cornelis. van handelszaken, halm, wat zegt u daarvan:' Van handelszaken! Kn verder, alle volgende tweehonderd bladzijden door, steekt do gijnpomim zijn neus tusscheti de regels door. Kn dit is eigenlijk heel jammer. Want de Dood heeft met die. irriteereiule zelfgenoegzame grapjasserij zelf afbreuk gedaun aan een boek. «lat zeker niet' van uitstekende eigenschappen gespeend is. Want al is dun ook het ..verhaal" van een ver wonderlijke banaliteit (de arme sloeber van een kelner, die de lumderdduizenl trekt), do uitwer king ervan, is toch dikwijls heel fijntjes en heel menschelijk-iimig. Kr komen bladzijden in dit kleine boek voor. die tot de gaafste en diepmeedoogendste behooreh, die ik in vele maanden, of zelfs jaren las. Hier en daar vonkt het zuivere leven op uit, met een streelend»1 hand en oen gevoeligen ccest geschreven, regels: «>p enkele plaatsen (om en bij bladzijde l-;0) is de stemming'er subliem, maar telkens weer slaat, als in sadistische zelfkastijding. de schrijver zelf «lesohuono ban van zijn werk kapot: door een grapje. .«Uit misschien rood»1 haat imn-t reprosenteeron. doch roso zuurzne.tigheid n'orilt. Ken mislukt b,ook dus:.Ta, maar een mislukking, die moer »'ii ver heugender bel«>ft»>n in zich houdt dan mirnigo ..g«>slaagtle" roman, die even gemakkelijk werd ge schreven als zij vergeten werd. Ka zeer zeker is do Dood geen alloduug.so.li*verschijning in de arena der vaderlandse!»»- s«-ho»mo letteren. E. ELIAS vergelijken. Juist danr»loor komt bij. hem een soort van synthese of' versmelting .tot stand ' van het religieu.se en het specifiek wijsgeerige, en ver krijgt zijn loer ecu religieus-mystieke kleuring, waar /.ouwel contemplatieve, beschouwing als exacte natuiirwctcnschappclijktv methode gelijk tijdig door hem worden aangewend. Hoe het zij, Spinoza is e««n wijsgeer, die voor alle tijden waarde behoudt en wiens kennismaking belangrijk is voor een ieder, die streeft naarphilosophische bezinning. Hij behoort tot de ' uitverkore.ll geesten, dio in. do laatste anderhalve eeuw den moesten invloed hebben geoefend op hot wijsgeerig denken. En Yloemans' omvangrijk, vloeiend en met loffelijke onpartijdigheid geschreven Werk zal in hooge mate dienstig kunnen zijn tot de kennis van diens leer. en leven. .1.).. Dr. Antoon Vlocnians. Sjiinosa, tic nicnsch, ? hvt. -leven en hel.'? iccrk. '*~(}rttrenlnnjc. Leopold'* I*Hu, MaafHchappij 'UWl. PUROL er op! 't' Verzacht de pijrv 't Geneest de wond, 't Houdt ze rein En helpt terstond. Schilderkunst In Artl t* Nelly Bodenheim, Lion Cachet en Joep Is'icolas hooren door n bepaalde eigenschap bij elkaar; de vierde, Zijl, die tegelyk met hen in Arti tentoon stelt staat door de afwezigheid van die eigenschap afzonderlijk tegenover dit drietal. Hiermee is natuurlijk niet bedoeld, dat het bijeengenomen drietal een reeks is van gansch-enal gelijken; integendeel, er is daar verschil genoeg, maar ne en bizondere eigenschap is hun drieën gemeen. Deze is de eigenschap: eene phantdiaie te bezitten; in speelscherordon nantie of in nog speelscher vervor ming de natuur te groepeeren, de verschijningen van uit hun daaglijkschheid te heffen tot iets ongewoons, maar waar de wortel van dat ongewone toch opwaarts stijgt uit het gewone"; ge zoudt dit drietal speelzieke realisten kunnen noemen, dartele en dartelende realisten.... Ongetwijfeld is zóó eene de vrouw in het gezelschap: Nelly Bodenheim. Deze heeft werk gemaakt van meer expressioiiistischon aard (om een ver velenden term te gebruiken) dan ge in Arti, vindt maar in do borduursels hier (hoe eigenzinnig kunnen kunste naars op hun talent vertrouwen!) vindt ge dat ironisch spel der phantaisie, dat we deze teeki-naros eigen weten en dat haar boekskes de be koring geeft van eene. die het zoetsappig-burgerlijke en het rustig hofjesachtige kent, w aanleert en veroordeelt en het daardoor een accent vol ziltheid geeft.... nuchterheid, die bepaalde instru menten zóó zeer kenmerkt; eigenwijze schraalheid is wat zij hun, oorspron kelijkheid heeten.. .. De derde van den trits mot du phantaisie als verbindende eigenschap is Joep Nicolas, de glazenier. Ik heb in de Groene meer dan ns op zijn belangrijkheid gewezen; ik kan dus met een korte kenschetsing volstaan. Wanneer wij het drietal der nutteloozen" (nuttiger en meer blijvend dan de zoogeheoteii nuttigheid-vereerders!) zoudon keuren en 'hem, bij wien de phantaisie het e«lelst is, eerst zouden moeten noemen dan zouden wij geen oogenblik aarzelen als zulk eonen Lion Cachet te. noemen. * * * wij in haar werk de immer eigenschap van het zoo dut (sinds Vinden te loven geheeten ..nuttelooze' de bouwmeesters do baas spelen in' ons land, of eerder speelden) een scheidbaro zuster van de schoonheid lijkt (maar deze bouwmeesters ver gissen zich!) «lat zelfde. rijke. ..nuttelooze" vinden wij in Lion Cachet's versieringen, in zijn meubels. tapijten, tegels, gordijnen. Onge twijfeld zal veel van zijn werk, als «Ie nuttige gebouwen (nut hangt af van de'techniek van een periode en is daarom voorbijgaand!) als de ? nuttige gebouwen dus van Vele der bouwmeesters, wien het aan overzicht on inzicht toch ietwat ontbreekt (ruwe jongleurs zijn het met cubieke blokken en veel keei'en herhalen yjj, iets gewijzigd, hun toeren!) vervangen zullen zijn door andere eveneens weer nuttige gebouwen, ongetwijfeld zullen «lan Liqn Cachet's stoffen, enkel» meubels, tegels, tapijten en gordijnen geëerd worden als daden van bijzonder belang en voortbrengselen van een bij zondere waarde. Hét zou niet meer dan passend zijn nu reeds in. groote getale, deze dingen te verzamelen, en te schutten voor vernieling of voor verregaande slijtage! Want wat is er in deze dingen van Lion Cachet? Er is d aar een inderdaad weelderige phantaisie. Bij Lion Cachet is geen moeite noodig, een rijkdom ons t«vertoonen; bij hem kan het alleen noodig zijn dien rijkdom te bedwingen, die bij al zulke helden als Huszar en dergel i j ken is afwezig en voor hen nimmer bereikbaar. Werk als dat van Lion Cachet verbindt ons met de groote perioden der versieringskunst ??te veel meubels n andere dingen der tegenwóordigen, spreekzieke re clamemakers voor hun armoede., scheiden ons daarvan. Deze, laatste hebbeu niet de prikkelende koele ideeën, die geen ideeën zijn, te hebben doen erkennen als verstijvingen des geestes, als ruime jurken over k-egtes; het is zijn verdienste het leven op nieuw te hebben binnengelaten in de werkplaatsen, waar het als ondeftig werd geweerd. En dit alles is bij hem niet gebeuld als «-en poging, die de noodzakelijke hulp eener technische ervaring ontbeerde; dozo vernieuwer overtrof niet alloen in levendigheid de glaspotentaten, hij overtrof zo door een vlotte kunde der noodzak**lijkheden om een ,,glas" wél te ver vaardigen. Er was dat onmiddel ij kc In hem, dat aan werk een blijvende signatuur geeft, liet ..glas" was hom zóó natuurlijke oplossing van zijn begaafdheid, dat hij mij soms toelij kt. dat hij zelf de belangrijkheid daarvan zou kunnen onderschatten, en zou kunnen meonen. dat een hem mooi«1 ijker techniek van moor innerlijke waarde is. ... ge ziet dit aan het ne naakt te tentoonstelling, in sommig portret, waar de kleur meer een vlaag van het licht geeft. Maar wat mij toen ik het laatst, dat ik over hem schreef, het liefste was, bleef mij het liefste. Zelden is Adamse meer zichzelf, dus meer eon schilder, dan wanneer hij tiet Veldboeket schildert. In deze bundels kleine, dikwijls snel-welkende bloomen, die, zooals het lot het wou, do velden on de wei on den wegrand versieren; <li<5 in hun bloeion en in 't sterven, in lam groot getal en in de onverwachtheid van hun plaatsing, al den nadruk en don moedwil missen der zoi'gvuldig-gokweekte, haast schreef ik tot trotschen bloei of scherpe afzonderlijkheid gedwongen planten, in deze boeketten i*> Adamse gehec'1-en-al wat hij wezon kan en wezen moot. Met do «jngedwongeuen is hij dan ongedwongen; met do argeloozon neodrig on argeloos. Jan vu 11 II «-rui.) n «-u l»ij vun Lier In do kunstzaal van Lier is een belangrijke tentoonstelling van het laatste werk van Jan van Herwynen. l 'mmum is toegevoegd oen reeks por tretten uit den eersten tijd van den schilder. In het volgend nummer komen wij <>p «leze expositie uitvoerig l'I.ASSCIIAEUT Jan van Herwijnen Wij voelen toch dadelijk in Nicolas' werk, dat hij uit een meer onbeschroomden, harderen tijd is. Wij voelen dat in wat bij hem ironisch is, in wat bij hem komisch is n dat tot het koddige onverstoord /durft gaan. Maar wij gevoelen tegelijkertijd welke winsten hij, die (ik herhaal) onmiddelijk in glas denkt, ons in zijn ramen heeft gebracht. De speelschheid van dat koddige, vun dat komische, van dat ironische, wij misten het te lang in de glazen". Een glasraani leek een preek van een Dominus, vol Heere's, Heere's! Te veel Van het levende werd van het glas afgehouden; traditioneele oplossingen leken het werkelijke, en oplossingen, zooge naamd moderne (maar naar wezen vreemd aan onzen tijd', vol van ideeën, dat raar artikel door den tekort denkenden tan Konijnenburg als kost baarheid verkeerdelijk. opgedolven). Het is de verdienste van Nicolas deze Kunstsaal van Lier U». I,. Ni-htvui-K hij Amsterdam A. Vei'llt Zijl, de beeldhouwer, staat, ik zeido het u, ongewoon tussehcii de andere drie, die ongewoner" zijn dan hij is. Zijn trouwhartig realisme wordt wat poover tegenover de anderen en tegenover het werk dier anderen; het rees, dat gevoelt go scherp en duidelijk, niet van zoo diepen grond als het werk van Lion Cachet en het goede werk van Nicolas. Het is iet)s te, braaf", on onze tijd heeft te veel beweging en te veel moeiten om in dien zin braaf te zijn. Wanneer wij needrig waren, maar «lat zijn wij niet! dan zouden wij zeggen: zulke braafheid legt beperkingen op of is bewijs van beperkingen, die wij niét meer verdragen. , AilamMe. In Piet u ra. I>t»n Haag Er is in de kleur van Adamse, in zijn techniek dus, een beweeglijkheid gekomen, die het trouwhartige werk meer fleur geeft. Er is vooruitgang, l l«-t vele werk. dat een chroniqeur in den loop der jaren voor oogen krijgt, pleegt, ' nadat hij het zich eerst zo»i volledig mogelijk bewust heeft gemaakt «»m tot een voorloopige karakteristiek te komen. ? wég to zakken in zijn onderbewustzijn. Hij i vergeet het. Snel en radicaal als 't kan. want dit is het beste! Ver trouwen op hetgeen daar. onder den .bewustxijnsdrempel. dan verder aan schifting on verpmïng 'van zijn in'drukken geschiedt, is. wil het niij voorkomen, oen vereischte v»»or hem of haar die zich vermeet over kunst te schrijven. 7»>o staat Schwarz. roep ik zijn naam! . voor 'mij als een wat verwilderd, snel-tóeslaaml graficus, niet altijd vrij van een wat nerveuse moedwil. man r die in zijn boek banden en affiches toch óók .vele malen, met een /ekere oppervlakkige brutaliteit, raak sloeg en ons met eon folie uitval van zijn fantasie trof.... Hij heeft zich nu, naar , men uit «leze doeken bij Vecht kan zien. ge keerd tot een zekere bezonnenheid! tot grooter geduld willen dwingen. zooals dan b.v. in enkele visch- en andere stillevens. En dat is ook nu nog maar zér ten deele gelukt. Kr steekt in dit werk, voor mijn gevoel, een soort tweeslachtigheid. Eenerzijds vindt men er een krachtige opzet. een fel zien en oogenblikkelijk weergeven in de compositie, ander zijds, waar getracht wordt in de kleur, in een détail, zich te be^ zinnen' en langzamer te gaan". komt hij er niet uit" en blijft halverwege steken. Het markantste voorbeeld hiervan is, Voor mij, het groote stilleven met kruik-rnet-bl«>emen en het tinnenbord met vruchten op een tafel. Hier, in dit stuk, spreekt die ne, eerste zijde sterk in do voordracht-van-het-geheel, en die andere zijde, nóg Sterker misschien, in de wijze waarop dan die .vruchten op het tinnen bord gedaan zijn. Er zijn stukken waar deze twee slachtigheid minder spreekt en hier wordt door de verf, door de heen, soms weer raak ge in ouden Schwarziaanschen kleur slagen trant! A, E. VAN DEN TOL

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl