Historisch Archief 1877-1940
l'
14
De Groene Amsterdammer van 7 November 1931
No. 2840
?! t
Nederlandsche
Handel-Maatschappij, N.V,
AMSTERDAM.
AGENTSCHAPPEN te ROTTERDAM en 's-GRAVENHASE
Vestigingen in Nederlandsch-lndië, Straits-Settlements,
Britsch-lndiö, China Japan en Arabi
ALLE BANKZAKEN
SAFE DEPOSIT. - KOFFERKLUIS.
Een polls der
LEVENSVERZEKERING
Mij. ARNHEM"
Is de beste geldbelegging.
,l
* *
N.V. DE HIIARLEMSCHE
HYPOTHEEKBANK
Leden der directie: -<Sü5^ Mr. A. S. MIEDEMA,
P. H. CRAANDIJK en A. E. THIERRY DE BYE DOLtEMAN
Hypotheken f
41.380.236.Pandbrieven f 41.429.950.
Resen'es . . f 1.099.275.
N.V. ZU l DE R
HYPOTHEEKBANK
5 pCt
Pandbrieven
a 100 pCt.
1 Directie:
Mr. AUG. HEIJBROEK
Mr. K. A. NEDERLOF
N.V. Rotterd. Hypotheekbank
voor Nederland
Ofgericht 1864
Maat*ctiappelijk Kapitaal f 10.COO.OCO,
waarvan ««-plaatst f 8.400.000,
waarop 10 pCt. gettort.
Verstrekt geld op eerste hypotheek.
Voor inlichtingen wende men zich tot
het kantoor der Bank, Schiedamsche
Singel 89 te R'dam of tot hare Agenten
De Directie:
Mr. Th. Reepmaker, Mr, N. P. C. van Wijk,
Mr. B. van Roisum. E
N.V. STANDAARD
HYPOTHEEKBANK
te ROTTERDAM,
Mr. H. H. C. CASTENDIJK 'en
1. MOSSELMAN
De Bank geeft onder controle van het
Algem. Administratie- en Trustkantoor
4i % Pündbr. tegen beurskoers uit.
Hl Insulaire Hypotheekbank
téZIERIKZEE,
Tijdelijke uitgifte van
5 % Pandbrieven 1OO %
Aan Pandbrieven in omloop
voor ± f 22.00O.OOO.
De Holl. Voorschotbank
HAARLEM, KRUISWEG 70.
De Bank verstrekt gelden tot elk
bedrag met een minimum van
f 1000.?op zakelijk onderpand
en onder borgtocht, met in
pandgeving eener polis van levens
verzekering van gelijk bedrag,
en verkoopt 5% schuldbrieven
instukken van f 1000.?, f 500,
en f 100.?tegen Beurskoers*
Spreekzaal
Het einde van de crisis
De hoor Klaasse ontwikkelt in het
nummer van 24 October Van uw
Weekblad een plan ter beëindiging
van de crisis.
Aangezien dit in een zeer beperkt*!
ruimte moest geschieden is het plan
uiteraard, zooals de heer K. zelf in
ia het slot van zijn betoog zegt, zeer
beknopt en zeer onvolledig.
Het is dan ook niet mijn bedoeling
op onvolledigheid of hiaten in zyn
plan te wijzen, maar eenige cardinale
punten naar voren te brengen, waarop
het met de uitvoering van het plan
wel eens zou kunnen haperen.
Daartoe zij het mij vergund eenige
der voornaamste stellingen van zijn
artikel puntsgewijze te behandelen.
Ie. De heer K. acht de omstandig
heid dat een deel, zegge tien procent
onverkochte voorraden niet afgezet
kan worden een niet zoo ernstig feit,
maar hij acht het bedenkelijker dat
deze tien procent onverkochte voor
raad de prijs van het geheele product
blijft drukken. Hij wil deze voorraden
door concerns, zoo noodig met steun
der belanghebbende regeeringen uit
de mark t-genom.cn zien.
Op welke producten de heer K. in
het bijzonder doelt, weet ik niet, maar
het komt mij voor dat in het algemeen
de onverkochte voorraden door hem
onderschat worden.
Dat met het opkoopen der, de markt
drukkende, voorraden bedragen ge
moeid zouden zijn, die onder de hui
dige omstandigheden voor dit doel
hoogstAvaarschijnlijk niet verkregen
zouden worden, moge ik aan de hand
van een paar voorbeelden illustreeren.
De wereldvoorraad van suiker be
draagt thans minstens .500.000 ton.
Hoe groot deze zou moeten zijn om
als normaal aangemerkt te kunnen
worden is moeilijk te schatten, en hoc
ver men zou moeten gaan met het op
koopen van voorraad is nog moeilijker
vooruit te zeggen. Veronderstellen wc
dit minder dan de helft te zijn, dan
heeft deze 3.000.000 ton op het zeer
lage peil van 8 cent pur K.G. toch
altijd nog een waarde van / 210.000.000.
Bezien wij de wereldvoorraad van
koffie dan komen we tot nog veel ont
stellender cijfers.
Voor dit artikel bedraagt de wereld
consumptie ongeveer 24.000.000 balen,
welke door de loopende oogsten meer
dan ruim gedekt wordt, zelfs is er met
een aanmerkelijk overschot rekening
te houden.
De wereldvoorraad van dit artikel
overtreft de 30.000.000 balen, op
eenige millioenen meor of minder komt
het hier niet aan.
Tegen 20 cent per pond, een zeer
laag prijsniveau, gaat het hier om een
koffiewaarde van / 720.000.000.
Biet het product rubber is het niet
veel beter gesteld. Hier bedraagt de
wereldvoorraad meer dan 500.000 ton,
terwijl de productie nog steeds grootcr
is dan de consumptie.
Op het tegenwoordige afschuwelijke
noodpeil van de rübberprijs, zegge
12£ cent per pond, is 500.000 ton
rubber 125.000.000 gulden waard.
Deze voor ons land zeer belangrijke
producten der Indische cultures
vertoonen dus een beeld dat veel en veel
somberder is, dan door den heer K.
in zijn artikel verondersteld.
Ten opzichte van de meeste andere
groote wereldmarktartikelen acht ik
den toestand niet veel gunstiger (ka
toen, petroleum, koper, ijzer, steen
kool, granen, enz.).
2e. De heer K. wil, wanneer onver
hoopt het opkoopen der voorraden
niet voldoende uitwerking mocht heb
ben (hetgeen mijns inziens natuurlijk
het geval zou zijn, het zou slechts een
stimuleerenden invloed op de productie
hebben) dit verbinden met een pro
ductiebeperking.
De volgorde ware beter 1. Produc
tiebeperking, 2. Opkoopen. 'Het is na
tuurlijk denkbaar dat in de toekomst
de door de Overheid geregelde pro
ductie de eenige wijze van productie
zou zijn met kans op winst. Persoon
lijk ben ik hiervan allerminst zeker.
De resultaten die men tot nu toe
heeft kunnen constateeren van een
kunstmatig ingrijpen in de productie
zijn lang niet altijd gunstig. Het groot
opgezette plan Chadbourne ter beper
king der productie van suiker heeft
nu, geruimen tijd na de inwerking
treding, het product nog niet of nau
welijks winstgevend kunnen maken*
terwijl de verliezen welke geleden wor
den door nutteloos geworden capaci
teit niet te becijferen zijn.
Hoe verschillend de opvatting bij
de eerstbelanghebbenden betreffende
regeeringsbemoeienis ten opzichte van
gedwongen beperking kan zijn, be
wijze de verdeeldheid van inzicht
hieromtrent der rubberproducenten,,
welke genoeg uit de breedvoerige be
handeling dezer materie in de bladere
is gebleken.
De Begeering schroomt en mijns
inziens terecht met ingrijpen in den
natuurlijken gang van zaken.
De gedwongen productiebeperking
toch, zou gevolgen hebben van ver
strekkend en invloed op economisch
gebied waarvan, en zeer zeker wan
neer zij algemeen werd, de consequen
ties moeilijk of in het geheel niet zou
den te overzien zijn.
3e. Aan het slot van zijn artikel
juicht de heer K. groote
ruiltransacties (als die waarover onlangs onder
handelingen liepen b.v. koffie tegen
Ruhrkoler, katoen tegen suiker) toe,
omdat zij de tendens hebben, groote
boven de markt hangende voorraden
te absorbeeren.
Nogmaals komt hier de onderschat
ting der voorraden aan het licht. Deze
transacties toch kunnen bij veel te
groote voorraden moeilijk eenigent
' invloed uitoefenen. Het ging b.v. in
het geval koffie tegen kolen om een
hoeveelheid van 250.000 balen koffie,
hetgeen bij een voorraad van30.000.000
balen geen verschil maakt. Bovendien
verdwijnt er een consument tijdelijk
uit de markt hetgeen juist verzwak
kend op de prijs werkt.
Al met al lijkt mij hut plan van den.
heer K. ter beëindiging van deze
crisis, welke ook een finantieele crisis
is, moeilijk uitvoerbaar. Het plan zou
alleen al om redenen van f inantieelen
aard weinig kans van slagen hebben.
De gedachte om door internationaal
overleg in de toekomst te komen tot
voorkoming van verdere nuttelooze
overproductie . is natuurlijk alleszins
toe te juichen. Maar dat deze inter
nationale samenwerking zoo vlot zou
loopen, dat ze ons van deze crisis zou
kunnen verlossen vóór ze chronisch l»
geworden, waag ik vooralsnog te be
twijfelen.
H. R. BELÏNFANTE
Naschrift.
In de Groene van 14 November
hoop ik zoowel den heer Ten Kate als
den heer Belinfante ? te mogen beant
woorden. .
C. A. KLAASSE
No. 2640
De Groene Amsterdammer van 7 November 1931
15
Gemeente-financicn in den knoei
. door G. A. Klaasse
Het bericht dat enkele gemeenten moeilijkheden
ondervonden met hun kaspositie. heeft nogal be
roering gewekt. Eenerzijds werd een triomfgejuich
aangeheven in de kringen van de ,,conservatieve"
ijomeentenaren, die allang hadden voorspeld dat
het mis moest loopen, dat de spilzucht der ge
meenten, speciaal die met een links georiënteerd
bestuur, mtt een debacle moest eindigen, en die
in de jongste gebeurtenissen de bevestiging meen
den te zien van hun wijze voorzienigheid. En
anderszijds is in het linksche kamp een koor van
kneraetanden aangeheven tegen de bankiers, die
hun macht hebben misbruikt om de gemeenten.
die in dezen tijd bovenal geldmiddelen noodig
hebben om den nood te lenigen en niet door het
stopzetten van reeds geprojecteerde
overheidswerken de depressie te verzwaren, in een dwang
buis te knechten. En dan is daar tenslotte nog
het commentaar, van den wethouder van n
deibelaagde gemeenten: de banken staan er zoo
beroerd voor, dat zij ons helaas in de ure des
gevaars niet konden bijstaan.
Wahrheit und Dichtung door elkaar! Om te
beginnen het fabeltje van de bankiers die eerst hun
i'liëntele zouden hebben opgestookt om de
obli£atiën van spilzieke gemeenten te verkoopen.
speciaal van Amsterdam en Rotterdam deze
aantijging is met zoovele woorden kort geleden
gelanceerd en daarna geweigerd zouden hebben
<tin de kasbehoeften te financieren teneinde aldus
deze gemeenten klein te krijgen". liet is wel
waarschijnlijk dat de banken hun opinie hebben
«ver het financieele beleid onzer voornaamste
gemeenten, en het is best mogelijk dat zij dat niet
heelemaal konden onderschrijven, maar hun een
iieorganiseerde actie als hierboven bedoeld toe te
dichten is toch wol erg fantastisch. Wat het drukken
van den obligatiekoers betreft is het pure eigen
belang al afdoende reden om geen koersdruk te
forceeren of te bevorderen, want de laatste emissies
zijn alles behalve een succes geweest, en nu zouden
de emittonten zich de markt voor het onverteerde
restant gaan bederven? En wat de kasvoorschotteii
betreft: de financieele politiek der groote gemeen
ten staat al jaren bloot aan heftige critiek, en de
jongste .begrootingen hebben toch niet zulke
jnïncipieele wijzigingen gebracht dat men nu
plotseling ..maatregelen" zou gaan nemen. Neen
hier zijn de politici werkelijk wat al te weltfremd.
denken zij te veel in hun eigen gedachtesfeertje,
dat alleen maar politiek en nog eens politiek be
helst. Onze banken hebben in dit opzicht weinig
klassegeest, en wanneer de financieele politiek
der gemeenten aanleiding zou zijn om terughoudend
met voorschot te zijn dan is dat alleen om zicli
voor stroppen te sparen, voor het eigen hachje
dus, zeker niet uit hoogere motieven van algemeen
belang.
*?* *
Waarom is het dan wel vastgeloopen, heeft
inderdaad het geldelijk beleid zich gewroken, of
zijn het toevallige reactie verschijnselen die in
verband staan met de algemeene crisis op financieel
gebied die hier de zaken ook in de war hebben
gestuurd ? De waarheid ligt, zooals zoo vaak, min
of meer in het midden. Ik zeide reeds dat het de
kaspositie van de gemeenten was die zorg baarde.
Hieruit mag men niet de conclusie trekken, dat
zij dus niet hadden gezorgd de beide eindjes
aaneenteknoopen. Zelfs wanneer het bvidget vol
maakt gezond is, en alle uitgaven door normale
inkomsten worden gedekt dan wil dat nog niet
«eggen dat de kasvoering vanzelf op rolletjes
loopt. De inkomsten plegen eerst geleidelijk, en
wel onevenredig naar het laatste deel van het
fiscale jaar overhellend, binnentekomen, terwijl
tle uitgaven meer evenredig, verdeeld zijn. Zoodat
OtOUTEVAftinA5
er dus steeds overbruggingsmiddelen noodig zijn.
anticipatie-credieten. De gemeenten, die ruim
in hun kas zitten, financieren dat zelf, terwijl zij
in den tijd, dat de inkomsten sneller vloeien, het
overschot uitzetten a deposito, maar zeer veel
gemeenten en zeker de grooten plegen kasgeld
leeningen voor dit doel optenemen. Aldus loopt er
vrijwel steeds een vrij omvangrijk bedrag aan
anticipatie-voorschotten. Maar daarbij komt nog
meer: do gemeenten hebben voor allerlei doel
einden: scholenbouw, wegenaanleg ik wil de
conservatieve burgers een steen des aanstoots
besparen door niet optesommen voor welke doel
einden in de laatste tientallen jaren de groote
gemeenten kapitaal opnemen kapitaal noodig
dat hun op langen termijn "Wordt verschaft. Maar
die gelden zijn geleidelijk noodig. terwijl men er
de voorkeur aan geeft en bij de gemeenten die
op de obligatiemarkt een beroep doen is het
practisch zelfs niet anders mogelijk telkens
met een behoorlijke tusschenpoos de leeningen
voor ronde bedragen aantegaau. In de periode
tussclum de eerste uitgaven en het sluiten Van de
leening vergaat dus eenige tijd. ook die duur
moet overbrugd worden door tijdelijk crediet.
Ziedaar de voornaamste oorzaken van hot feit,
dat do gemeenten bijna steeds kasgeld noodig
hebben. Die voorschotten worden behalve door
andere geldschieters veelvuldig door de
credietbanken verstrekt: het is immers hun bedrijf om
.,vlottende credieten" te geven die de tendens
hebben te rouleeren.
* *
*
Waarom is d je machinerie nu ten deele vast
geloopen V De aanleiding daartoe is tweeërlei: de
vraag 'naar kasgeld werd groot er en de cre
ietverleeningscapaciteit der banken werd kleiner. Do
\raag werd groot er omdat de bron waaruit voor
heen telkens de kasgeld leeningen ? voor y.omvr
opgenomen ter financiering van overheidsactief
werd afgelost: emissie van obligatieleningen sedert
eenigen tijd is opgedroogd. De algemeene ver
trouwenscrisis heeft in de jongste maanden
d«obligatiekoersen vrij sterk omlaag geforceerd, voor
sommige gemeenten is de toestand van dien aard
dat de uitgifte van een leening als uitgesloten map
worden beschouwd, terwijl de gemeenten die zich
meer in de gunst van de beleggers kunnen verheugen.
ervoor terugdeinzen om de eerste te zijn die met de
markt meegaan door toetestemuien in een hoogere
rente die overeenkomt met den huidigen stand der
obligatiekoersen. Al sedert eenige maanden is er
geen enkele leening meer geplaatst, de laatste
emissie voor de beurscrisis, een 4 pCt. leening Nij
megen, werd voor den inschrij\ ingsdatum ingetrok
ken. En in dien tusschentijd gaat de financiering
maar door, dus meer dan gewoonlijk moeten de
kasgeldfaciliteiten worden aangesproken. Hoe
ston.den nu de banken daartegenover? De vrijwel alge
meene vertrouwenscrisis der laatste maanden heeft
de liquiditeiten der banken duchtig aangesproken.
De balansen van de Nederlandsche Bank toonen
aan dat er bij de banken een paar honderd millioen
aan deposito's zijn opgevraagd, want met dat be
drag is de biljettencirculatie toegenomen. De ban
ken mogen in,tusschen hun deposanten voor dat
gebrek aan vertrouwen uitermate dankbaar zijn,
want het heeft hen ertoe gebracht vrijwel al hun
uitzettingen uit het buitenland, voornamelijk hun
pondensaldi en in treasüries belegde bedragen, terug
te trekken nog juist voordat Engeland kans kreeg
een deel van dat bezit te exproprieeren. Intusschen
was het aldus teruggetrokken goud niet voldoende
om de nöodige biljetten te krijgen of juister niet
voldoende om behalve de biljetten nog een rekening
courant-saldo van 130 millioen boven het normale
te kweeken (of dat grootendeels nóg als beschikbare
liquiditeit der banken aanwezig is of creditsaldi van
niet-banken vertegenwoordigt is natuurlijk niet
bekend) maar móest door disconto en beleening
nog een beroep op de centrale bank worden gedaan.
De banken zagen zich'dus een flink stuk van hun
liquide middelen ontnomen, terwijl zij aan den
anderen kant op alle eventualiteiten voorbereid
wilden zijn, en hun beschikbare middelen weer
wilden aanvullen. Vanzelfsprekend wilde men dit
? pas in de laatste plaats uit de credieten aan han
dels- en industrieele relaties losmaken, doch werden
D. G. SANTEE LANDWEER
KUNSTHANDEL, Keizersgracht 207, AMSTERDAM C.
Van 14 Octoher tot 15 November
TENTOONSTKLMXG -
Teekenlngen ROVOLPHi:
BRESDIN10-12 en l1/,?5 uur
het eei-st die credieten uitgekozen die men ver
strekt had als belegging, niet als integreerend deel
van hot gewone credietbankbedrijf. De gemeenten
werden dus het mikpunt voor opzeggingen, of
althans voor den eisen om discontabele promessen
t»; verschaffen.
En dat laatste was ook niet zoo gemakkelijk;
daarvoor moet nog even verder worden uitgewijd
over do financieele politiek der gemeenten. In de
laatste jaren is de geldrente dank zij do depressie
'bijzonder laag geweest, veel lager nog dan de ook
reeds aanmerkelijk gedaalde kapitaalrente. Dat is
vele gemeenten aanleiding geweest om op veel
kleiner schaal dan gewoonlijk tot consolidatie
overtegaaii. en het kasgeld voortdurend ts laten
oploopen. Behalve de la^e rente speelde de aflossings
plicht een rol: voor vaste leeningen eisenen Gede
puteerde Staten als goede huisvaders aflossing bin
nen 40 tot 00 jaren, kasgeldleeningen plegen tijde
lijke óverbruguingscredieten te zijn. dus denkt men ,
daarbij niet aan aflossing. Hetwelk enkele slimme
B. A: W.-colleges aanleiding was om de vroede
gedeputeerden een loer te draaien, de vaste lee
ningen groot endeels omtezotten in kasgeld voor
schotten on- aldus hot jaarlijksch budget van de
aflossing te ontlasten. Dat laatste moge nu geen
regel zijn geweest, oen feit is dat de vlottende
schuld dor gemeenten oVor het algemeen tot .buiten
gewone proporties was uitgegroeid, '/.oker tot ver
boven, bet normale ..anticipatiecrediet". Geen won
der dat de Nederlandsche Bank er onder die om
standigheden weinig voor voelde om maar so wie so
tientallen millioenen gemeentepromessen te slik
ken, (ifon wonder'ook dat de banken, die ook om
hun liquiditeit moesten denken, en wisten dat af
lossing door omzetting i» vaste leeningen moeilijk
heden met zich brengt er niet dieper in wilden
sraan. Dat zulk een houding a fortiori gerechtvaar
digd was voor een;tremeente als Rotterdam, waar
van de l p*'t. obligatie'n *<i stonden behoeft wel
p'eu betoog, afgezien nog van de absolute hoogte
van. het bod ra t; der opgenomen kasvoorschotten.
Zoo was het dus een combinatie van allerlei
omstandigheden, tendeele wortelend in do
finanoieelo gemeentepolitiek, tendeele in de algemeene
financieele crisis, die do machine hier en daar deed
vastloopen. En hoe komt ze weer los? Natuurlijk
springt de reireering bij; men kan toch de gemeenten
niet laten vastloopen. al was het alleen maar om
het psychologisch effect hier en in het buitenland.
waarvóór wij juist nu moeten oppassen, afgezien nog
van den terugslag op den algemeenen economischeiv
toestand. Daarbij zal de repeering haar eisenen
kunnen stellen, en kunnen toezien dat normale
maatstaven van voorzichtig, beleid worden in acht
genomen, maar aan den anderen kant kan nu ver
meden wordon dat de heilzame werking van over
heidsuitgaven uit geleend geld in dit tijdvak
achterwege blijft. Voor inflatie dit duiveltje
springt tot misselijk wordens toe uit het doosje
van hen die ons voor va-banque politiek willen
bewaren behoeft men voorloopig niet bang te
zijn ook al zou de' regeering. ? via een
schatkistpapieremissie daarvoor bij de Nederlandsche Bank
terecht moeten komen. Want onder normale om
standigheden zouden de gemeenten hun geld ge
kregen hebben tendeele uit obligatieleningen.
andersdeels" uit kasgeld voorschotten. Het beleggend
publiek blijft op het oogenblik op de dubbeltjes
zitten, neemt geen obligatiën en heeft zelfs by de
banken tendeele de middelen die voor kasgeld
voorschotten hadden kunnen worden gebruikt
weggehaald. Wanneer men nu het achterwege
blijven van dat normale verloop redresseert door
wat centraal bankorediet in het verkeer te pompen,
dan beteekent dat veeleer tegengaan van deflatie.
van het onbesteed blijven van besparingen en
andere beschikbare middelen, dan inflatie. En
aldus wordt vermeden dat de crisis nog een graad j o
wordt verscherpt.
TUYNENDURG MUYS
W'