Historisch Archief 1877-1940
\ i
f
MUZIEKGESCHIEDENIS IN BEELD
t
Een platenatlas door Casper Höweler
niet voldoende .de aandacht trekt. Höweler
is veel soberder in zijn keuze geweest en
eigenlijk beter in zijn doel geslaagd; hij
heeft inderdaad de Muziekgeschiedenis in
beeld gebracht, voor zoover zij zich in beeld
Iaat brengen. H\j heeft zichzelf scherpe en
duidelijke grenzen gesteld en daardoor een
?/eer overzichtelijk geheel verkregen, zooals
men het zich moeilijk beter kan voorstellen.
Duidelijker ook dan Kinsky doet geeft H
weler de plaats aan, die de primitieve muziek,
de Anf&nge der Tonkunst", in de ontwikke
ling der muziek inneemt, hij overdrijft niet
door een te uitvoerig platenmateriaal de
beteekenis van de Grieksche en Komeinschc
muziek en kiest ook bij de nieuwere muziek
met mate uit de overvloed van afbeeldingen
van componisten om het. evenwicht in zijn
verzameling niet door een deformatie der
proporties ten bate van een .dichterbij ons
staande muziek te verstoren.
Prent uit Gradus ad Parnassum" van
Fux. (Illustratie uit Casper Höweler9s
Platenatlas. Uitgave H. J. Paris)
Zooals Kinsky zijn Album musical" samen
stelde als een soort platen-atlas bij de ..Ency
clopedie de la musique et du Conservatoire"
van Lavignac. gaf Höweler bij zijn Inleiding
tot de muziekgeschiedenis'' een ..Muziekgeschie
denis in beeld" uit, die bovendien, door ver
wijzing naar desbetreffende paragraphen. nog
beter zijn instructief doel dient en ook door een
bij de platen gevoegde tekst nog meer de aandacht
er op vestigt wat zij bedoelen en wat men er in
moet zien dan de verzameling van Kinsky doet.
waarin vele afbeeldingen te klein en dus ondui
delijk zijn gereproduceerd. En die daarenboven
aan een te groote veelheid van illustraties
euvel gaat, waardoor men ten slotte een
verwarden indruk krijgt en het belangrijkste
* *
Men heeft natuurlijk wel hier en daar bezwa
ren wat de keuze der af beeldingen betref t. Het
gaat met zulke samenstellingen als met de bloem
lezingen: ieder zal er iets missen, dat hem per
soonlijk liever was geweest dan het gekozene.
Wat mijzelf betreft lijkt mij speciaal de in af
beeldingen uitgedrukte vergelijkingen tusscheu
bouwkunst en muziek iets te veel het zwaarte
punt te laten vallen op een stelling, die reeds
Goethe tot de formuleerin^ bracht, dat de bouw
kunst hem voorkwam als een verstarde muziek",
en waar even veel tegen als vóór valt te zeggen.
m.a.w.datzijjte veel van een bepaalde beschouwings
wijze afhankelijk is, die eerder bij de philosophie
der kunsten thuisbehoort dan in een platenatlas
voor het algemeen gebruik. En wat wil Höweler
aanvangen met de bouwstijlen van zekere tijd
perken, waarin zij niet door een evenwaardige
muziek worden begeleid: ik denk maar aan den
Empire-stijl, waarmee men toch zeker niet de
j''J'
.'. ff,
<'} (\
? f * - l t
Balletpantomime »Le T ure Généreux". (Illustratie uit Casper Höweler's
Platenatlas. Uitgave H. J: Paris)
Boekbespreking door Constant van Wessem
Het binnenste van een groot achttiende veuwsch orgel. (Illustratie uit Casper
' Höweler's Platenatlis.'JitgaveH.J.Paris)
muziek van Beethoven, toch zoo zeer verbpndi' >
met den geest van het Napoleontische tijdpei .
wat haar idealen van grootheid en heroiek betre t
kan vergelijken? Ook is soms het naast elka» >?
zetten van wat hij een gelijkend en een, ui't
gelijkend portret van een bepaalden componi.'t
noemt niet steeds overtuigend: persoonlijke smaa *
on vooral persoonlijke krjk op het wezen van e<'»
bepaald componist spelen ook een rol in den1
beoordeeling. Ik voor mij geloof niet, dat h« t
portret van Mozart, dat hier naast een géflatteei d
portret van Mozart geplaatst is, meer den naa u
van gelijkend verdient, omdat het realistisch't'
geschilderd aandoet. Hoewel toegegeven mo t
worden dat' van weinig componisten zulke ui ?
eenloopende afbeeldingen bestaan als van Mozar*
er, bestaan andere portretten, Waarin de dispr*
porties van Mozart's gezicht natuurgetrouw»
' worden aangegeven dan in het kennelijk dile'
tantisch-slecht geschilderde portret door Jostt
Lange. Berlioz had door een karakteristieke f
portret kunnen vertegenwoordigd zrjn dan deze
photographie, die van zijn merkwaardige gelaat
strekken te weinig doet uitkomen en ook de foto
van den ouden Liszt met het tevreden oudevrour
wen gezicht van zijn laatste levensjaren laat de
figuur zelf weinig recht wedervaren. Zoo is er
nieei'. Maai» het doet ten slotte weinig afbreuk
aan het geheel, dat ?*?' ik herhaal het - niet
anders dan uitstekend geslaagd mag heeten.
' ' * '* . . ' ? ?
Ook de bijschriften bij de platen zijn meestal
zorgvuldig en doeltreffend. Ztj houden zich in
zekeren zin aan den tekst van de Inleiding tot
de muziekgeschiedenis" en loopen daarom ook
'?en enkele maal het gevaar stellingen te her
halen die daar geponeerd werden en die men
zou wenschen te bestrijden. Zoo ben ik het nog
altijd niet met Höweler eens, dat eerst met het
expressionisme in de muziek de moderne muziek
aarlijk begint: de muziek is niet uitsluitend een
'vorm-plobleem, en het expressionisme, voor zoover
het Schönberg betreft, is evengoed als een' na
bloei der romantiek te zien, muzikaal
gesproIken en zeker niet moderner [dan het
impresisionisme, dat door een nieuw gevoel jegens do
muziek, in ieder geval bij Debussy, eerder tot
de moderne muziek mag gerekend worden; er
is een hemelsbreed verschil tusschen. een ,,schil
dering" door Richard .Strauss bjjv. en een
.,schildering'* door Debussy en dat verschil ligt
juist, dunkt mij, in dit nieuwe gevoel jegens
de muziek. Ook komt mij de idee van het
expressionisme, dat niet schoonheid, maar waar
heid het criterium voor een kunst moet zijn.
nogal onwezenlijk en derhalve niet modern voor:
immers, wat is die waarheid? Ik meen een
bewering, als zou Debussy's ..Aprèsuiidi d'im
faune" minder waar" zijn dan een muziekstuk
van Weberii bijv., moeilijk te kunnen onder
schrijven op de methode komt het niet
aan, op het resultaat.
Concertgebouw-sext «'t
De concerto»! van het
Concertgebouwsextetkamerorkest kenmerken zich altijd duur een
geven van een rijk en overvloedig samengesteld
programma. Zij brengen ons. in afwisseling met
andere concerten, die weinig van de bestaande
programma's durven afwijken, veel nieuw s. Op
het concert van Maandagavond waren niet min
der dan zes eerste uitvoeringen. Wij kunnen hier
voor niet anders d an erkentelij k wezen. hoe wel we
moeten toegeven, dat een samenbrengen van een
groot aantal ingewikkelde en van het gehoor
groote inspanning eischende onbekende werken
zelfs met de beste bedoeling van onzen aandacht
te veel vraagt. En wil men toch een dergelijk
programma brengen dan moet het concert korter
wezen en.... misschien zou dat ook aan de voor
bereiding ten goede komen, want niet alle eerste
uitvoeringen maakten den indruk volmaakt inge
speeld te zijn. En ook een reprise als die van de
sonate voor fluit, hobo, clariuet en piano van
Milhauil, hoe interessant ook, vergt van de
samenspelers een volmaakt ..klappen" van allo details.
Men had soms het gevoel, dat do spelers er zich
hals over kop instortten en er zich zoo goed mogelijk
doorheen sloegen. Daarentegen bleken stukken als
de dans van Tansman. het Divertimento van Haydn
Carlo Farinelli wordt gelauwerd door zijn
Muze. (Illustratie uit Casper Höweler's
Platenatlas. Uitgave H. J. Paris)
(voor velen ur'de onrustige cacophonie?gelijk
het hun voor moest komen een ware en dank
baar aanvaarde verademing), de begeleiding der
liederen uitstekend ingestudeerd. Het kan dus.
Berthe Seroen zong de Bestiaire van Poulenc
(nog steeds een allercharmantschéen zelfs geniale
kleine muziek), de Catalogue des fleurs vanMilhaud
en de bijna oversubtiele Trois Poèmes de Mallarm
?van Kavel en zij zong onder de beste dispositie
van stem en voordracht. Vooral in de Bestiaire
was haar oude meesterschap als zangeres en
voordraagster weer zeer evident en een hartelijke ver
heuging voor hen, die het betreuren, dat Mevr.
Seroen zich feitelijk zoo weinig meer op het podium
Iaat hooren. Zij mag daar met recht nog steeds
haar plaats opeischen.
; ^Bpj^^T,*? '"VT '~*ii&V* ~*C# ?;-.*?>?";
Scène uit^JRomeo enjulia" van Shakespeare. (Illustratie uit Casper Hdweler's
Platenatlas. Uitgave H. J, Paris)