De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 28 november pagina 11

28 november 1931 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

r f 20 De Groene Amsterdammer van 28 November 1931 No. 2843 Nederlandsche Handel-Maatschappij, N.V, AMSTERDAM. AGENTSCHAPPEN te ROTTERDAM en 's-GRAVENHABE Vestigingen in Nederlandsch-lndiö, Straits-Settlements, Britsch-lndië, China Japan en Arabi ALLE BANKZAKEN SAFE DEPOSIT. - KOFFERKLUIS. De Holl. Voorschotbank HAARLEM, KRUISWEG 70. De Bank verstrekt gelden tot elk bedrag met een minimum van f 101)0.?op zakelijk onderpand en onder borgtocht, met in patulgeving eener polis van levens verzekering van gelijk bedrag, en verkoopt 5% schuldbrieven in stukken van f 1000.?, f 500. en f 100.?- tegen Beurskoers. N.V. STANDAARD HYPOTHEEKBANK te ROTTERDAM Directie: Mr. H. H. C. CASTENDIJK en I. MOSSELMAN De Bank geeft onder controle van het Algem. Administratie- en Trustkantoor 5 % Pandbr. tegen beurskoers uit. Gemeente HAARLEM. Uitgifte van72.000.000, 5 pCt. Obligatiën, in stukken van /1OOO,-, met een looptijd van ten hoogste 12 jaar. De ondergeteekenden berichten, dat zij krachtens overeen komst met het Gemeentebestuur op: Dinsdag, 1 December 1931, van des] voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur, de inschrijving op bovengenoemde obligatiën openstellen: ten kantore van de INCASSO-BANK N.V. te Amster dam, Rotterdam en 's-G ra ven h age en ten kantore van de Heeren R. MEES & ZOONEN te Rotterdam en 's-Gravenhage, alsmede ten kantore van den Gemeente-ontvanger te Haarlem, tot den koers van 98l/4 pCt., op de voorwaarden van het prospectus d.d. 26 November 1931, waarvan exemplaren, benevens inschrij vingsformulieren, bij bovenvermelde kantoren verkrijgbaar zijn. INCASSO-BANK N.V. R. MEES & ZOONEN. AMSTERDAM. Ofi ROTTERDAM; 26 1Qo, 1931« N.V. Maatschappij voor Hypothecair Krediet in Nederland gevestigd te 's-Gra ven hage, Nassau laan No. 23 waarin opgenomen de Maastrichtsche Hypotheekbank voor Nederland te Maastricht, St. Servaasklooster 8 B ij kantoren: Amsterdam, Westermarkt No. 2 Utrecht, Boothstraat No. 15 .Groningen, Turfsingel No. 9 De Di rectie <D LEVENSVERZEKERING ARNHEM" de basis voor een zorgenvrij bestaan. N.V. Bataafsche Hypotheekbank AMSTERDAM Anno 1889 Geeft uit tegen beurskoers: 5 % PANDBRIEVEN in stukken van f1OOO,-,f50O,-en flOO,-. Coupon* Januari en Juli N.V. Rotterd. Hypotheekbank voor Nederland Opgericht 1864 Maatschappelijk Kapitaal f 10.000.000, waarvan geplaatst f 8.400.000, waarop 10 pCt. gestort. Verstrekt geld op eerste hypotheek. Voor inlichtingen wen^ men zich tot het kantoor der Bank, Schiedamsche Singel 89 te R'dam of tot hare Agenten De Directie: Mr. Th. Reepmaker, Mr, N. P. C. van Wijk, Mr. B. van Rotsum. N.V. UTRECHTSCHE HYPOTHEEKBANK UTRECHT Pandbrieven f61.000.000. Reserves f 1.652.263.26 DE BANK stelt beschikbaar: 5 pCt. pandbrieven a 100 pCt. in stukken van flOOO.?, f5OO.?, en flOO. met verplichte uitloting van l/u per jaar. De Directie: Mr. A. J. S. VAN LIER. Mr. P. R. HOORWEG BJASPSBOMMH: KERK5TT?AAT55 Mo. 2843 De Groene Amsterdammer van 28 November 1931 21 Ceteris Paribus, door G. A. Klaasse Protectie Kr is in de economie n machtspreuk waarmee ?men elke willekeurige critiek op elke theorie radi caal wegredeneert, dat tooverwoord heet: Ceteris Paribus. Komt een voorspelling op theoretische gronden gelanceerd niet uit dan is niet de theorie fout, neen, umso schlimmer für die Tatsachen, er hebben zich geheel onvoorziene nieuwe omstandig heden voorgedaan waardoor het algemeene beeld dusdanig is gewijzigd dat de prognose niet kon ,,uitkomen". Wanneer de economie leert dat ver laging van de prijs tot gevolg heeft dat de vraag toeneemt en het aanbod vermindert, dan is die stelling juist, maar alleen: ceteris paribus, alle overige omstandigheden gelijkblijvend, hetgeen in dit geval wil zeggen dat vooropgesteld wordt dat de koopkrachtige vraag gelijk blijft, en de productiekosten eveneens. Edoch koopkracht en kostprijs zullen bij algemeene prijsdaling niet gelijk blijven, ceteris 7al niet paribus blijven {vergeef mij Charivarius). Want de prijsdaling zelve heeft reeds de neiging om wijziging tébrengen in «én van die factoren, de koopkracht, en tot op vakere hoogte ook op de tweade: de kostprijs. Daarom heeft de heele c^teris-paribus-fictie ook zoo bitter weinig beteekenis. Zij is goed als werk hypothese om geabstraheerd de invloed van een bepaald gebeuren te analyseeren, maar wil men de theorie practisch aanwenden dan hebben werkhyoptheses afgedaan, dan moet men trachten zoo ver mogelijk in de consequenties van n verschijn sel door te dringen. Wanneer men tracht door het heffen van in?voerrechten buitenlandsche concurrentie te weren dan -/al de tendens bestaan dat ook do uitvoer evenredig met de import achteruitgaat, xoodat de aan de exportnijverheid toegebrachte schade weer opweegt tegen de steun aan de voor de inheemschc markt werkende nijverheid. Maar ook al weer: cetaris paribus. Want dit veel misbruikte ,,in-en-uitvoer-argument" gaat toch niet meer op wanneer om n of andere reden op het tijdstip van invoering der beschermende rechten de uitvoer al een knauw heeft gekregen. Op het ;oogenblik wordt aan alle kanten onze uitvoer bedreigd, onze onzichtbare export (vooral uit hoofde van scheeps vracht on) is reeds zeer sterk achteruitgeloopen, zoodat een kunstmatige ver mindering van de import zeker niet sowieso een reactie op de nog réstee rende export hoeft uit telokken, wanneer men even. afziet van handels politieke consequenties, repressailles e..d. Do. leer dat een belemmering van de import tegelijk <le export belemmert, gaat uit van een toestand v*n stabiliteit in de handelsbeweging en daarom kan het argument dus niet gebruikt worden in een pariode van uitgesproken labiliteit, y.ooals wij die thans meemaken. Het ,,cetaris paribus" is ook hier een niet toelaatbare'hypothese gewor den. . Wanneer een invoerrecht wordt geheven en de prijs v»n het geprotegeerde artikel stijgt, dan kan men zeggen, dat de gemeenschap daarop niet vooruitgaat, omdat immers de consumenten erdoor evenveel geschaad worden als de produ centen erdoor begunstigd zijn: de koopkracht van den verbruiker gaat achteruit evenredig met de vooruitgang van de koopkracht van de voor de inheemsche markt werkende industrie. Maar let wel: cet?ris paribus, en juist daarom is de stelling dat dergelijke verschuivingen in koopkracht maat schappelijk geen verbetering brengen zoo zinloos. Want alweer, de overige omstandigheden zullen niet gelijk blijven. Als dat waar was dan zou een partieele overproductie nimmer ernstige ge volgen kunnen hebben: wat deert het ons dat de boeren een krats voor hun graan krijgen, want wanneer zij daardoor minder industrieele producton kunnen afnemen dan staat daartegenover toch een grootcr koopkrachtige vraag van de gebruikers van hun producten. Als de boeren tezamen voor hun tarwe 100 millioen minder ontvangen, dan houden de broodgebruikers van hun inkomen tezamen juist 100 millioen meer over om aan andere producten te besteden. Kn toch.... juist die verschuivingen hebben vaak de meest ernstige reacties voor de heele volks huishouding in petto. Zoo is het internationaal. maar ook nationaal. Frankrijk heeft door zijn systeem van gesloten huishouding gezorgd dat zijn boeren steeds een behoorlijke prijs voor hun graan maakten, soms drie maal de wereldmarkt prijs, maar de economische toestand in Frankrijk is er niet minder om! GRATIS ontvangt U f,de Groene Am ster d a m m e r" tot 1 Januari a.s. wanneer U zich thans voor 1932 abonneert- Zie de coupon op pagina twee van het ar r o e n e omslag:. teem. zooals (lat in vele landen in de laatste jaren is gegroeid kan nimmer lu-t doel van een gezonde overheidspolitiek zijn. Ken algemeen invoerrecht waartoe veelal verschillende inridcnteele maat regelen hebben gevoerd heeft geen zin, het heeft alleen tengevolge dat de algemeene levens standaard hooger is, en dat ook de kostprijzen zooveel hooger zijn dan normaal. De industrie als geheel is er dus niet op vooruit gegaan. Wanneer op het oogenblik een bescherming van onze nij verheid ? agrarisch of industrieel om het even zou moeten worden verdedigd op grond van het feit dat onze kostprijzen over het algemeen hooger zijn dan elders dan kon men gerust dit punt van het regeeringsprogram schrappen. Wil onze exportindusti ie in het leven blijven dan mag de regeering er niet toe meewerken dat een te hoog algemeen kostprijsniveau wordt gehand haafd door protectie der voor de eigen markt werkende industrie. Als het waar is dat de loonen hier naar verhouding te hoog zijn, dan moeten zij omlaag, daar helpt geen bescherming aan. Inderdaad is n door de depreciatie van ver schillende muntsoorten, n door meer directe loonsverlagingen in het buitenland de kwestie van de loonkorting in een heel ander daglicht gekomen. Weltwirtschaftlich beschouwd is loons verlaging zeer zeker geen oplossing voor de crisis. maar zoodra n land begint moeten andere wel1 volgen. Hoopt men door protectie het prijspeil en dus het potentieele loonpeil voor de inheemsche industrie te handhaven dan is dat de genadeslag voor de exportindustrie. Men kan toch niet alleen voor de exportnijverheid de loonen omlaag bren gen ! * * Onze regeering, die in de/,e dagen moet trachten het hoofd koel te houden en te laveeren tussclien twee groepen, waarvan de n rigoureuse staats inmenging verlangt en de andere elk ingrijpen van de overheid op economisch gebied uit den booze acht, '/al goed doen de macht van het ceteris paribus niet uit het oog te verliezen. Onder normale omstandigheden is vrijhandel waarschijnlijk het beste voor een land. maar wanneer overal de vrije handelsbeweging bedreigd wordt, dan kan men in dat tijdvak van verschui vingen een goede greep doen door niet klakkeloos vast te houden aan een principe, en aan alle kanten slagen te ontvangen zonder ergens temp te slian. Vrijhandel heeft de strekking om een belangrijk deel van het goederenverkeer in beide richtingen over de gren/eri te doen plaats vinden; dat beteekent, dat wanneer het uitgaande verkeer overal bedreigd wordt, het ingaande niet in stand gehouden mag worden. Dat zal in the long run vanzelf gebeuren, maar tegen dien tijd hebben wij allen misschien het loodje gelegd. De long-run theorie is minstens even gevaarlijk als de ceterisparibus-fictie; op den duur hebben wij geen crisis want dan nivelleereri hausse en baisse elkaar maar nu zitten wij er toch maar mee. Er is alle aanleiding om diélong-run-tendens een handje te helpen! Onze betalingsbalans is in de laatste jaren al heel wat minder gunstig geworden, en terwijl de onzichtbare uitvoer, zoo,als ik reeds opmerkte, zeer aanmerkelijk is gedaald, blijft het saldo tusschen tastbare in- en uitvoer ongeveer gelijk, zoodat het saldo van de betalings balans minder mooi is. Wanneer nu door bijzondere omstandigheden de kans dreigt dat anderen ons met hun producten overstroomen dan is het toch niet zoo dol om de hekken dichttegooien. Wanneer een Nederlandsche industrie, die haar product voor 10 gulden kan verkoopen, bedreigd wordt door uitheemsche concurrenten die voor 8 gulden aan de markt komen, dat beteekent een be scherming, dat de verbruikers 2 gulden meer betalen; maar het behoud van de industrie be teekent voor Nederland als geheel een behoud van 10 gulden inkomen (aangenomen dat het product. geheel inheemsch is dus ook de grondstoffen). Ik ben er mij tenvolle van bewust, dat dit terrein uitermate glibberig is. Het protectionistische sysZulk een soort protectie ligt dan ook allerminst in de bedoeling van de regeering. Heel anders is het wanneer door bijzondere omstandigheden. waarvan men aanneemt dat ze tijdelijk zijn,, een nationale industrie wordt bedreigd, dan is het geboden het laissez faire te laten varen. Als door de grillen van de Deensche Kroon het Deensche vleesch hier de prijzen tot op de helft omlaag gooit, dan is Nederland er meer bij gebaat, dat de veehouders een rendabel bedrijf hebben, dan dat de vleeschgebruiker tijdelijk ..koopjes halen". Alle tijdelijke invloeden die de neiging hebben de toch reeds heerschende depressie te verscherpen dienen zoo mogelijk geweerd te worden; wanneer de repeering daartoe het hare kan bijdragen zonder dat meer belangen geschaad dan gebaat worden dan moet zij dat op het oogenblik doem Die maat regelen moeten tijdelijk zijn. want als blijvende steun noodig was dan beteekent dit dat wij via die bescherming popen om een te hoog kostprijsniveau te handhaven, en dat is Op den duur niet mogelijk ! Het ingediende wetje op de invoercontingenteering heeft ten doel zulk een mogelijkheid tot tijdelijke steun te scheppen. Afgezien van het feit dat er weinig reden lijkt te zijn in deze af te wijken van onze gewoonte om niet de regeering carte blanche te geven, doch elke gewenschte maatregel afzonderlijk door de kamers te doen beoordeelen, meen ik dat de gekozen oplossing ook in zooverre niet gelukkig is dat het prijs voordeel dat men aldus hoopt de inheemsche prodifcenten in handen te spelen ook aan de im porteurs ten goede komt. voorzoover zij importlicentie kunnen krijgen. Waarom dan niet veel liever die extra-marge aan de fiscus gegeven via een invoerrecht? De bedoeling is toch protectie en prijsverhooging, dan maar liever eerlijk een tarief eventueel gepaard aan contingenteer ing waarbij tenminste de schatkist ook zij spint, en waardoor voorkomen wordt dat indirect onze regeering aan buitenlandsche producenten sub sidies verstrelct ten koste van onze consumenten ! Maar afgezien van dit bezwaar tegen de ge kozen oplossing zal'men tot de erkenning moeten komen dat het thans een tijd is om principes te rechter tijd over boord te gooien. Het getij is aan het verloopen,... ceteris paribus" geldt dus niet meer! POLROGER&C1^ LE CHAMPAGNE ENVOGUE JAGER-GERLINGS HAARLEM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl