Historisch Archief 1877-1940
6
De Groene Amsterdammer van 28 November 1931
No. 2843
No. 2843
De Groene Amsterdammer van 28 November 1931
Een nieuw leermiddel
door H. G. Cannegieter
In het nieuwe gebouw van de
gemeentelijke Hoogere Burgerschool B
te Haarlem is dezer dagen een merk
waardige tentoonstelling geopend.
Dr. W. G. L. Wieringa, leeraar in de
wiskunde aan deze instelling, heeft
daar in overleg met den directeur
dr. J. J. van den Hoek de aandacht
van belangstellenden gevestigd op
een nieuw leermiddel, waarvan eerst
genoemde de beteekenis voor het
onderwijs is gaan inzien, zoodra hij
kennis gemaakt had met de tinnen
poppetjes, welke in de fabriek van
Ernst Heinrichsen te Neurenberg door
kunstenaarshand worden
vervaardigd. Het is dr.
Wieringa gelukt, de
figxiurtjes. die men in spanen don.
zen uit die fabriek kan be
trekken. in een kader te
plaatsen, waarin hun ar
tistieke waarde, maar ook
hun didaktische beteekenis
eerst tot haar volle recht
komen.
Ik ben, toen ik het vorig
jaar een bezoek aan de
sprookjesachtige bakermat
van dit tinten volkje mocht
brengen, in bewondering ge
raakt over de geraffineerdheid van d
ontwerpers en de vervaardigers van
dit goedje. Maar nu ik de tentoonstel
ling in de Haarlemsche H.B. S. heb
gezien, weet ik niet. wien ik het
meest moet bewonderen, don
tinnégieter of. den decorateur. Weinig
beroepsschilders, tooneel decorateurs
en zelfs regisseurs zullen dr. Wie
ringa overtreffen. De zeventien
diorama's, waarin hij de tinnen pop
petjes heeft opgesteld, zijn elk op zich
zelf een verbluffend zuiver geënsce
neerd stukje miniatuur-theater, waar
van bovendien elk détail cultuur
historisch nauwgezet is gemotiveerd.
De thans in scène gebrachte
tafereelen zijn slechts als voorbeeld
bedoeld; de catalogus van Hein
richsen biedt gelegenheid tot een
oneindige uitbreiding en een onuit
puttelijke variatie. Van de oudste
tijden der antieke wereld tot op de
.allërjongste cultuurperiode heeft het
Neurenbergsche fabriekje modellen
in voorraad. Het vorig jaar zag ik bij
Heinrichsen het conterfeitsel in tin
van de moderne jeugd in plusfour en
korte rokjes; ik ben overtuigd, dat
de tinnen jongedames op het oogen
blik pok reeds mee van mode hebben
verwisseld en thans in lange
avondjajpon paradeeren.
Dr- Wieringa begint zijn collectie
met het jaar 1000 vóór Christus. Itet
eerste diorama verplaatst ons naar
het oude Egypte; we zien den N ijl en
de bewatering door de bekende dijken;
we zien slaven het water naar honger
gelegen akkers opscheppen; we zien
een woonhuis met korenschuren. Maar
ook zien wij twee Egyptische tempels:
een .groote met pylonen en een kleine
met lotosknop-zuilen en boven den
ingang twee gevleugelde zonneschij
ven, geflankeerd door Ureusslangen.
Tweo sfinxen bewaken den tempel.
In de Libysche woestijn, die zich als
een suggestief panorama tot den
horizont uitstrekt, staan obelisken,
palmen en een bloeiend^ cactus; aan
den Nijloever stappen een flamingo,
een maraboe en een ooievaar, allen
van tin. Een tinnen processie trekt
naar den tempel: de stadhouder,
kenbaar aan zijn staf met struisveeren
en mantel van pantervel; de pharao
met de dubbele kroon, wit van
Opper- en rood van Neder-Egypte;
de koningin, met den geesel als
teeken harer waardigheid in
de hand; de hofhouding,
slaven, bevracht niet kistjes
edelsteenen, kostbare
reukwateren en zalven.
Dadelijk treft de eenheid
in deze compositie: men
krijgt geen oogenblik den
indruk, dat al deze decors
en figuren voor didaktische
doeleinden kunstmatig bij
een zijn gebracht; het is,
zooals het daar staat, afge
dekt door het donkere voor
schot en met diffuus licht
bestraald, een schilderijtje.
Dit is het bewonderenswaardige in
deze verzameling: de sfeer, welke
7,00 volmaakt past bij elke gerepro
duceerde cultuurperiode; de eigen
aardige stemming, welke de telkens
weer zoo volmaakt harmonische aan
sluiting van de figuurtjes bij de tinten
en tonen van het decor wekt. Land
schap, lucht, bouworde, kleed ij, ge
baar en gedrag, het dringt gemeen
schappelijk telkens terstond tot ver
plaatsing in het vertegenwoordigde
tijdstip, onder welks eigenaardige
bekoring men onmiddellijk geraakt.
Dit is .het plekje, om zich ,,in de
middeleeuwen te droomen" of in het
oude Rome of in den pruikentijd.
De volgende diorama's brengen ons
onderscheidenlijk: in de oude haven
stad Tyrus; bij de Aimats"
(paalbewoners) in Midden-Europa; bij een
Oermaansche rechtspraak op een
open plek in het oerwoud.
Rome komt nu aan de beurt: hoe
levendig is de opstelling van het
amphitheater rondom de arena. Ten
aanschouwe van honderden bezoekers,
Caesar, Vestaalsche maagden enz.
heeft het gladiatorengevechfc plaats.
Onder het lachende blauw van den
Italiaanschen hemel, waartegen de
gele steen van het aquaduct helder
afsteekt, trekt nu het Romeinsche
publiek langs de Via Appia.
Dan komen de middeleeuwen: een
steekspel; kasteelbouw, ergens aan
een bocht van den Rijn nabij ons land;
een kerkplein buiten de oude stads
muur binnen de nieuwe
omwalling.
Ken marktplein uit 1500. Nog een
plein, nu achtar de stadspoort met
de wagen-af spanning; een haven
plaatsje; het hof van een Duitsch
vorst uit 1720 met echte Ruysdaels"
UN CEWAAHMERKT
DOOF?
Hiervoor Is slechts
Eén afdoende hulp:
!" DE ACOUSTICON
Vraagt ons gratlt* SO tolz. bock!
Goed nieuws voor hen d!e doof zijn."
ACOUSTICON MIJ. NIEUWE PLEIN 84
A 11 N H K M.
Spoor's
Mosterd
W. A. Spoor Jr., Cukmborg".
N.V. BOEKHANDEL
BIBLIOFIEL
N. Splegelstr. 7O
AMSTERDAM
TELEFOON 30789
Ook UW adres voor
Uw boek-inkoopen
voor het a.s.
SintNicolaasfeest.
Sea~Horse
de allerbeste
Mouiwjn Jenever
M.P.POLLEN & ZOON ROTTERDAM
IN
SAMENWERKING
sparen bijen in zomertijd
tegen de risico's van .harden
winter
Doe ook zóó en verzeker
U in den zomer van Uw
leven tegen later risico
NILLMU
's GRAVEN H.A GE
A msterdam -Utrecht- Rotterdam
Honing zonder Rijksmerk is geen honing.
OUD-BUSSEM levert uitsluitend honing
van prima kwaliteit.
THE AMERICAN LUNCHROOM Cy.
K A L V E R S T R A AT 16-18 AMSTERDAM
RESTAURANT A LA CARTE
PLATS DU JOUR
Snelschrift ~
RIENTS BALT
Zelfond. 95 Gt. f r. ^
DEGELIJKE OPLEIDING,
ln den Boekh en na
postwissel bij RIENTS
BALT - Den Haag,
Daguerrestraat 28
mond. en schrift, aan bovenstaand adres
in de vestibule; een buitenplaats in,
1730 met stadhouder Willem IV als
gast, hoepelrokken, staatsiekarossen,
poederpruiken; een buitenplaats langs
den Amstel in 1780, draagkoets, salet
jonkers, een verloofd paartje, zij met
weelderig bepluimden hoed, hij met
driekanten steek. Een stad in 1840
met Biedermayer-figuren, postkoets,
reizende handwerksman, burger in
Paltrok, studenten met witte broek
en kaplaarzen, oude dame met
palnidoek, neepjesmuts, nachtwacht, Onkel
Brftsig in eigen persoom
Tot slot een kooplieden-karavaan
in de middeleeuwen, de voertuigen
door gewapend geleide beschermd
gelijk thans weer, tijdens het
neobarbarisme van 1031, de postwagens.
Hoe fijn is elk figuurtje gekarakteri
seerd; die wandelaar in gedachten
verzonken, dat doode lijf van den
gehangene, die gans onder den arn
van den boer! Een gelaat als een
speldeknop, met n zwart puntje
aloog beschilderd en toch van een over
tuigende expressie !
Is 't eigenlijk niet overbodig, no*.
te wijzen op de. beteekenis van hè'.
tinnen poppetje van Heinrichsen en.
het diorama van Wieringa als leer
middel? Cultuurhistorie, costuum*
kunde, architectuur, tooneel, aard
en volkenkunde, natuurlijke histori»,
alles vindt in de rijke verzamelhi:;
iets van zijn gading. Zelfs de
totkomstige filmregisseurs,-?en dit zeg'
iets ! - kan hier profiteeren.
De gemeentelijke hoogere
burgeischool te Haarlem zal na afloop van
deze tentoonstelling het kijkkastj.'
als leermiddel invoeren. Zij zal
d-eerste instelling zijn', die dit doet, -
Vermoedelijk niet de laatste !
Otn des lieven vredes wille
door Mr. Frans Goenen
Japau en de Volkenbond
Het gaat den Volkenbond tegenwoordig niet
naar den vlet ze. Iedereen, behalve Mr. J. Lim
burg, is daar nu wel van overtuigd en men ver
baast zich alleen, dat al die diplomaten tezamen
niet zooveel diplomatie en tact hadden om zich,
terwijl het nog tijd was, voor een duidelijk dreigend
echec te behoeden en hun Bond tenminste een
.schijn van prestige te laten. Het eenige wat men
in hun voordeel zeggen kan, is dat menigeen
hunner, ook Briand, blijkbaar ter goeder trouw
was en oprecht geloofde in hun ideëel bedrijf yoor
den vrede. Al is dat dan voor staatslieden misschien
ook rijkelijk naïet. Maar daar zitten zij nu, met
z'n allen, in Parijs. Speciaal ontboden om dcor
hun machtigen invloed bet vredesprincipe te doen
zegevieren over het vóór-oorlogsche brutale en
barbaarsche geweldprocédé. Daar zitten zij nu,
*m praten en onderhandelen, en kunnen niet
meer weg. Terwijl daarginds een oorlog aan 't
..woeden" is naar ouden trant. Immers, er worden
bloedige slagen geleverd, ieder der beide partijen
geeft de ander de schuld, heele bevolkingen slaan
op de vlucht uit hun verwoeste, platgebrande
landstreken, langs de spoorwegen is een continueel
vervoer van troepen en munitie, en zelfs, als ge
bruikelijk is, komen de militaire
gezantschapsatta«hé's der neutrale Staten", ter hunner leering.
naar het oorlogsspel kijken. Wat zou dit anders
zijn dan oorlog? En wie, behalve de
Volkenbondsleden, zou dit niet grif erkennen?
Het laatste redmiddel voor dat verbijsterd
college in Parijs lijkt te zijn een formule te vinden,
<;en soort compromis, waarop de heeren haastig
huis-toe kunnen gaan. En men schijnt daar nu ook
hartstochtelijk naar te zoeken, naar een vage
?concessie van Japan, dat hij 't niet al te erg zal
maken en mettertijd ophouden te vechten. Alles
aal dan gered zijn, behalve de eer en de reputatie.
Kn het zal jammer zijn voor het illuster gezelschap,
<lat in Genève telken jare zulke gezellige bijeen
komsten vieit. Want dat waren en zijn het tot
nog toe. De heele zaak is allang Selbstzweck"
geworden, gelijk dat in de natuur van vereenigingen
ligt. Zij dienen gezelligheid, ijdelheid, eerzucht.
zij verschaffen wensehelijke relaties, zij verschaffen
menigeen baantjes en de stad Genève veel voordeel.
Altemaal goede dingen, zoo het maar niet om
zulk een hoog ideëel doel ging....
Men kan, conciliant, meenen, dat de wereld
voor dit doel nog niet rijp is, in afwachting of zij
<?r ooit rijp voor worden zal. Onder den invloed
(en den druk) van Wilsons roerend kinderlijk
Vtrtrouwen, is dertien jaar geleden dit zonderling
instituut voor den vrede gesticht, waar van
aanbegin al menigeen een hard hoofd in had. De
mensehheid was inderdaad een beetje geschrokken
van eigen wandaden, maar, als bij kinderen,
vergeet dat men schdom heel gauw en leeft dan
weer naar den ouden trant, op instinct en impuls,
,,ter meester bate en ter minster schade", of wel,
landsgewijs, ieder voor zich. En als zij niet zoo
Witte Curafdo Sec
C herry Brandy M ent hèGladde
Curafao Brandy
grondig verarmd waren, zou er al lang weer buren
ruzie zijn. Japan deed toentertijd graag mee aan
het edel vredesstreven. Het had in den oorlog
ook zoowat buit binnen gehaald en doet gaarne
met de groote westersche broeders mee. Ten eerste
staat dat goed, en bovendien, wil men in de wereld
verkeeren, dan moet men zich niet isoleeren. Het
verplichtte ook voorloopig tot niets of bijna niets,
want verdragen en hun interpretatie zijn twee.
Gelijk thans blijkt. Met werkelijk westersche
diplomatieke slimheid hebben de Japs" den tijd
afgewacht en gekozen, dat niemand der
grootmachtige heeren een cent, laat staan een soldaat,
over had om zich te verzetten tegen iets, dat
buiten zijn grenzen voorvalt en zijn directe be
langen niet raakt. Bovendien, hoe zou een
Vredesbond aan het vechten kunnen ^laan ! En een
algemeene boycot van Japansche waren, gesteld al die
ware door te voeren, zou heden ten dage gevaarlijk
en onvoordeelig zijn en van zeer twijfelachtige
uitwerking. Zal men dan zijn gezanten terugroepen 'f
Allen tegelijk? Indien daar geen oorlog op volgen
kan, heeft het geen zin te boudeeren. Die gezanten
komen er later dan toch wel weer met hangende
pootjes terug, zeer tot scha der diverse prestiges.
Het is jammer van den ouden Briand, dat hij
voor dezen faillieten boedel zijn roemruchte
vredesreputatie inzette en men zal er niet anders
van kunnen zeggen, dan dat hij blijkbaar zijn
politieke flair verloren heeft....
Er schijnt niets aan te doen: Japan wil
Mantsjoerije, ten minste als .,invloedsfeer", voor zijn
export en om de hand te leggen op de ..schatten"
van den bodem, boven- en ondergronds. En daar
China voorloopig te zwak is dat te beletten,
zal het dit Onrecht moeten dulden, juist als dat
vroeger tusschen de Staten gebruikelijk was.
De eenige verrassing in de affaire is een nog moge
lijke strijd met Rusland, maar, gegeven de om
standigheid dat beide machten heel krap in hun
contanten zitten, zal dat wel niet gebeuren.
Ons, Europeëis. rist enkel het berustend zwijgen
hiertoe te doen en vuorloopig den Volkenbond
liever met rust te laten. Die voelt zich niet lekker.
** *
Daarom was het ook eigenlijk onkiesch al
komt het er niet vél op aan in dit tijdsgewricht
een demonstratief" Congres der Jongeren
Vredesactie te Utrecht te gaan houden en aldus den
Volkenbond weer over de tong te doen gaan. ,,De
Jeugd wil vrede", schijnt iemand gezegd te hebben.
maar voor de internationale practijk kan het
niemand wat schelen of de jeugd dat wil. Voor
loopig. bleek zij te willen vergaderen en veel te
praten, zonder daarbij iets buitengewoon inte
ressants of zelfs verstandige te berde te brengen.
Al deze min of meer ethisch aangedane vereeni
gingen, die aanwezig waren, hadden blijkbaar
allereerst behoefte om, bij monde hunner delegatie s,
te verklaren waarom zij eigenlijk aan zoo vaag
een doel als de bevordering des Vredes mede
werkten, en spraken daarbij van zeer
.uiteenloopende en niet geheel terzake dienende, schoon
beslist ideeële zaken. Zoo de een over alcohol en
.onthouding, de ander over afstomping van
zieleleven en het waar christendom, dat wij vóór den
oorlog schijnen beleefd te hebben, een derde over
de ,,diepgaande studie", die sommige studenten
kringen van den oorlog, zijn oorzaak en bestrijding
maken. Enz. Eenigszins opmerkelijk was echter
de uitspraak van den afgevaardigde der Hoc.-dem.
Studentenclubs, die een oproerige stemming" in
Europa constateerde en daar veel op tegen scheen
te/ hebben. Hoe ordentelijke lied.en zijn die sociaal
democraten toch allengs geworden....
Het voorloopig slot van de Vredesvertooning
was, dat het heele congres 's avonds om tien uur
achter martiaal roffelende trommen geweldig door
Utrechts straten trok, om de blijkbaar oorlogs
zuchtige bevolking te imponeeren
envanonwrikbaren vredeswil te doordringen.
Zou men niet zeggen, dat .de jeugd toch liet
allerliefst soldaat j e speelt;*
Gorgel zonder glas en
water
gorgel droog ?
, 43 en 65 ets. met
Toegepaste Kunst
door Otto van Tussenbroek
TVntnon.stclline A. D. i'opler t*n
t'. MoMcr t« Rotterdam
In het Kunstnijverheidshuis de Distel" te Rot
terdam werd het glaswerk van Copier en het
weefwerk van Moser, beide oud-leerlingen der Academie
aldaar, saamgevoegd tot een zeer aantrekkelijke
tentoonstelling waarbij de zorgvuldige plaatsing
opviel.
De glaskunstenaar Copier is bezig zich te ont
wikkelen tot een waar glasvirtuoos in den besten
zin. Hij vereenigt zich volkomen met het prachtige
materiaal, haalt er letterlijk alles uit wat er uit
te halen valt en brengt het daarin waarlijk in zijn
beste oogenblikken tot wonderen der glastechniek,
zooals een zware vaas van buiten glanzend in melk
witte en blanke partijen, van binnen van een net
werk van zich kruisende ribben voorzien.
Toch is zijn werk mij het liefst waarbij eenvoud
en stijl de overhand hebben en als ik mij niet vergis
dan is Copier doende het daarin mér te zoeken
dan in zeer bewerkelijke en uiteraard kostbare
dingen.
Opmerkelijk is ook zijn voorliefde tot diepe kleu
ren: een zwaar blauw of een .zwoel rood, terwijl
overigens een zekere vindingrijkheid hem in staat
stelt altijd weer tot andere vormen te komen, waar
door hetgeen hij geeft bij voortduring blijft boeien.
Moser houdt van felle kleuren en durft zoo nu
en dan eens wat : een mooi vermiljoen in twee kleu
ren ..ton sur ton" met een dun .streepje geel er jn
of een diep blauw in geheel effen toon, waaraan een
ultra-modern binnenhuisarchitect zijn hart zou kun
nen ophalen, ook maakte hij verschillende dingen
die zeer gevoelig op stillere tinten zijn afgestemd
en die zich naast Indische doeken bezien zouden
handhaven.
Tentoonstelling ..De Trekvogels" te
Amsterdam
Het is de laatste jaren met de toegepaste kunst
wel zoo gegaan dat te velen zich daarmede bezig
zijn gaan houden, zonder dat daaraan een zekere
roeping of innerlijke aandrang toe dreef. Met dit
gevolg dat er ook op dit gebied gerust van over
productie sprake kan zijn. Wo zouden het met de
helft van al wat er gemaakt wordt (vaak een soort
kunstzinnige huisvlijt !) best kunnen doen !.
Dat hebben zij, die de sympathieke vereeniging
..de Trekvogels" in het leven riepen, begrepen.
meest jongeren die gevoeld hebben dat vakkennis
vooral noodig is onx tot het bijzondere te komen.
die dus allereerst denken aan het scheppen van Ket
schoone en daarna aan een mogelijke verkoopskans.
Ten einde deze laatste te bevorderen worden nu
eens hier. dan weer daar tentoonstellingen inge
richt, (vandaar de aardige en welgekozen naam der
vereeniging) en op dit oogenblik is Amsterdam
weer aan de beurt, waar de firma II. Pander & Zo
nen daartoe gastvryheid verleende en drie manne
lijke benevens acht vrou «velijke kunstnijveren hun
werk toonen.
Ik zal dit hier met tot in bijzonderheden bespre
ken. maar wil volstaan met te zeggen dat er heel
veel goeds bij is en dat ook uit de prettige manier
van uitstallen de goede smaak spreekt welke uït
elk werkstuk, zonder uitzondering, op treffende
manier naar voren komt. Zoodat men hier van Rie
Carp". Thora Hofstede Crull, A. Dekker, Elisabeth
Menalda. Wim Oepts, Jeanne Bieruma Oosting,
Mies van Os. ('om. Sandifort. Pieter Starreveld.
Jeanne Scheffer, Cornelia Vos en Cath. Wayer (ik
geef de namen alphabetisch) allerlei werk in ver
schillende technieken aantreft dat zich gunstig
onderscheidt door toewijding en.... wat meer
zegt: talent !