De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 28 november pagina 7

28 november 1931 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

NEDERLANDSCHE EN BUITENLANDSCHE FILMS Tennissen, Pierement?Fe jqs, Menschen achter Iralies Hanns Schwarz, Bommen op Monte Carlo Heinrich George, W allace Beery en AndréBerly als ,JButt" in ,£ig House". ...Pierement" vu n ds. J. Tennissen. Corso. .n. i f (ioddtuik ! De tweede ! D.w.z. na Dirk l^aari's ..Voetbal" eindelijk de tweede Hollandsche film met luimoristischen inslag". Wie, als steller dezes, veel te maken heeft met filmlezingen, die zal bij ondervinding weten, welk een op den duur benauwende ernst, de jonge Hollandsche filmproductie gevangen houdt. Een avond Nederlandsche film wil bij herhaling gezien zeggen: twee uur onafgebroken degelijk heid.... knap, boeiend, sterk.... maar ernstig, o, zoo ernstig ! Ik houd er niet van de gemeenplaats na te wauwelen, als zou ons volk een humor-loos volk zijn.... een goedkoöpe en nimmer bewezen krachtterm van buitenlandsche dagblad-corres pondenten en pedante essayisten. Het is bovendien een wonderlijk geval met dien humor: Ivens, die als persoon om den dood niet droog en ernstig is, kan in zijn.overigens voortreffelijk werk, van een dwingende, ijzeren strakheid niet loskomen, terwijl .Laan. die volstrekt geen bijzonder luchthartigen indruk maakt, jiiet een frappant*» geestigheid en ' gemakkelijkheid den humor in zijn films hanteert. Alles saamgenomen schrijf ik de onmiskenbare stroefheid van het Hollandsche cine grafische werk toe aan de eigenaardige omstandighe den, waaronder het meesten-tijds ontstaat. De Xeclerlandsche cineast krijgt een opdracht ??gewoonlijk van commercieelen of propagan dist ischen aard. Voor hij aan zijn arbeid begint heeft hij in den regel een com pleten veldslag achter de.i rug met de betreffende firma of vakvereenigingsdelegatie over de kosten, de samen stelling van het draaiboek en de tendenz. Het is den draaiboekschrijver in negen van de tien gevallen de eigenlijke componist, van de film na die eerste schermutselingen geducht ingepeperd, dat hij een schrikkelijk riskant en duur werkje gaat ondernemen, l lij moet rekening houden met de kosten, met de propa ganda, met den .smaak en de belangen van den op drachtgever, met de critiek, maar vooral met den doodelijken ernst van het geval. Onder dien loodzwaren last van verantwoor delijkheid vangt hij zijn arbeid aan en alleen een flink stuk in zijn kraag kan hem in een dergelijke situatie nog tot humoristische bokkesprongen verleiden. En het lijkt mij dan ook volstrekt geen toeval, dat de beide eenige humoristische" films, die onze filmproductie rijk is, vrije, onafhanke lijke scheppingen zijn. Zoo bleef dan Laan's heerlijk luchtig en speelsch filmpje het eenige lichtpunt in de ietwat donkere degelijkheid der Hollandsche filmproductie. Maar.... hoera Teunissen (gezegend zij zijn vaderlandschen naam !) heeft opnieuw het ijs van den filmernst gebroken en onder de muzikale capriolen van zijn pierement, bewegen de voeten van den recensent zich onwillekeurig .tot een lichtzinnig dansje.... Het idee is vijftig procent van de film ! Eigenlijk het cinegrafische ei van Columbus zoozeer lag de ge dachte voor de hand niet het nationale draaiorgel en de nationale geveltjes een na tionale klankfilm te maken. Teunissen heeft niet veel meer gedaan, dan het prach tige klank- en beeldmateriaal op eenvoudige en zaakkundige wijze toepassen zon der oineastische extravagan ties of surrealistische uit bundigheid. Met een goedgevonden ibeghi: het, traagjes wiebel.ende spiegelbeeld van oude pakhuizen in het stille Am<sterdamsche grachtwater vangt de film aan Dan komt het draaiorgel, gewel dig klankenfregat met zijn barokken voorsteven, den Bioscopy door L. J. Jordacm hoek omzeilen. IJet geperforeerde boek wordt opgelegd de slinger gaat in beweging en wij hooren de oude, vertrouwde muziek opklinken. En het is ons met n slag duidelijk, welk een suggestieve atmosfeer welk een intense ..couleur locale" liet pierement weet op te roepen, liet pierement, dat bij onze grachten hoort, bij onze geveltjes en bij onze Amsterdammers. . . . duizend maal meer dan die moile-rri van Montmartro: d havmonika ! Kn mi beiüint een luchtig, v rooi ij k spel van Amsterdanische beelden, die elkaar in een somplat-koniisch. HOIILS geestig, soms gedurfd arran gemout 'opvolgen. De blik van de camera (met. welk een twinkelend, onbevangen oog!) glijdt argeloos en als toevallig over allerleubekonde ei vertrouwde dingen: ..Hier pord mem!" zegt eet verweerd bordje en het apparaat klimt omhoo langs een oud. slaperig geveltje. ..Hier snijdt me katers !" heet het elders en een kat neemt deinor stratief de vlucht. In allerlei bonte fiorituren zeur het orgel zijn automatische levensvreugd uit e een doodkistenmaker schuift fluitend zijn boute; vrachtje door het raam van zijn werkplaats. 1>. stuwing der muziek begint zich in de Hollandse!) voorzichtige miniatuur-roes te openbaren: ee groezelige hand tikt de maat. een paar grot geschoeide voeten maken danspassen, tenslott het zwieren van rokken om draaiende beenen.., En tusschen dat alles door de houten trapje . de pothuisjes en de trapgeveltjes de stoïeynsrj ? kop van een wit paard, de heerlij k-levende volk typen. Het pierement speelt door, op de houten cadai der bellende orgelpoppen het wiel schokkei tevreden in den straatmodder. Dan is de buur afgewerkt" de handen bedenken steeds trap het centenbakje.... al draaiende zet het gevaar' zich in beweging... .de muziek wordt zwakker.. wormstekige huisdeuren sluiten zich.... schee' ? vensters zakken omlaag.... het orgel is weer o, i den hoek verdwenen. En terwijl de klankenroulades langzaam we sterven, werpt de camera een langen, peinzend» i blik in het stil-wiebelende grachtwater.... De kleine symphohie in Amsterdam-rnajeui' < geëindigd. . > Een kostelijke film ! in zijn nuchtere helderheid - vernietigend requi sitoir. De hoofdpersoon" is de gevangenis-zelf. dit propere, modern-practische schavot -?de ..handeling" bestaat in niet veel meer, dan in de eindelooze inarsch der veroordeelden door de gangspelonken en in het getrappel der duizenden voeten langs ijzeren wenteltrappen. Het is een drama van staal en beton en geconserveerd menschenvleesch. Het licht is hard en koud en onver biddelijk, als de ijzeren tralies, die het beeldvlak doorpriemen - de gestie der levenden, automa tisch en wezenloos, als de wenteling der zware. metalen deuren om hun assen. En wij voelen, bij dit onverbiddelijke, koele, relaas, den weerzin en «Ie ontzetting in ons opstijgen en volgen vol ontzag het machtige gebaar van een kunst, die als geen i luiere deze weergalooze vivisectie op een rottend. tuk i naat se hap p i j vennag toe te passen. HU echter verandert <le opzet. De film conceneert zich plotseling op <le botsing der indiviuen. . . . de gevangenis, als lovend organisme i T vlakt tot toevalligeii ach tergrond. De persoon .<iutt, «Ie persoon 'Morris en de persoon Kent, i reden naar voren en een geheel nieuw drama, het ? Irmna van misdadigers-trouw en misdadigersverraad, vraagt onze aandacht. Wij moeten i-onsklaps overschakelen van het boven-persoonlijko -eurspel van een sociaal systeem naar het conflict 'Ier zuiver mensohelijke driften. De aanklacht. lift zich eerst rechtstreeks tot ons richtte en vvnardoor wij, als jury en beklaagde tegelijkertijd. n het gebeuren betrokken werden breekt af. ;let wordt een zaak tusschen de handelende perM»nen en wij. zien ons tcruggeschoven naar' onze : oeschouwersplaatsen. Met een zucht van ver lichting misschien, maar stellig ook met het gevoel, dat aldus een sublieme daad van moed verloren Paul FO.JOS. ..Big Housu". Eenige maanden geleden besprak ik deze fi! u reeds, bij gelegenheid van de Europeesche premi*f te Parijs. En nu bij het weerzien versterkt zich »' indruk van tweeslachtigheid, in dit overigens '?/. ',?<» belangrijke fiimwerk. Een tweeslachtigheid, r, ie merkwaardigerwijs ontstaat door de combinai uvan twee, ieder op zich zelf, prijzenswaardi v elementen, maar wier samenvoeging de tota; Iimpressie schaadt. Hier toch zijn met elkaar, samengebracht >'(? teridenz van een heftige maatschappelijke aa klacht en de verbeelding van een zuiver roman tisch conflict. In den aanvang van de film en feite het geheele eerste deel door, grijpt ons de ijskou- ibeklemming by de keel van een zakelijk-moorde il betoog tegen het Amerikaansche gevangen .*? systeem. Alles in dit stuk is voortreffelijk in st jl gehouden alles draagt het karakter van een k Wij verlaten het terrein der koele, logische /.akelijkheid voor de troebele regionen der romaniek en niemand zal ontkennen, dat afzonderlijk ?eschouwd dit nieuwe fragment grootsch en Aangrijpend wordt uitgebeeld. De machtige figuur van Heinrich George rijst dwingend voor ons op, ii al zijn suggestieve massaalheid maar het re f t ons als de verloochening van een grootschei . pzet, dat zij het projeetiedoek dermate vult, dat iet beeld der gevangenis vrijwel aan ons oog wordt 'iittrokken. Het is een wonderlijke overweging daarbij te 1 ^denken, dat deze imposante creatie van Butt 11 zijn medespelers in triplo werd geconcipieerd. >orspvcmkelijk gedacht voor den Amerikaan Vallace Beery, werd zij tevens uitgebeeld door V'ulréBerly voor Frankrijk en George voor Miitschland. En wij kunnen niet nalaten het 'eval te prijzen, dat deze gevaarlijke Jonge* mnerij mogelijk maakte. Want de sluwe, duistere ??eer'y en'de dierlijke geweldenaar George hebben el zeer weinig met elkaar gemeen. Xaast de '^uur van George zinkt de persoon van den 'anschman volkomen in het niet. Het 7.011 de .'?eite loonen, deze twee realisaties met de derde ?in Beery to kunnen vergelijken. ... ik heb de u'llige verwachting, dat zij van de drie het 'evendst moet zijn. Immers ?' hoe betrekkelijk summier en vaag het karakter van Butt (met '?pzet waarschijnlijk 1) gehouden werd het kan 'jiet anders, of het drama werd om zijn persoon'ijkheid, met haar typische essentieele eigenschapPen, gecreëerd. En het feit, dat het experiment ?ditmaal slaagde, doet niets af aan het riskante van het artistiek verwerpelijke dubbing"-systeem. Kan intusschen, de Metro-Goldwyn ons ook niet eens de Amerikaansche versie la» ten zien? Het zou on gemeen interessant wezen ! HannM Srhwarx ..Bommen op Monte-C'arln" Kembrandt. Met verbazing staat men tegenover de geweldige a m u s cmentsfilms. welke de l TA den laatsten tijd uitbrengt. Ziehier nu een fantastische klucht half burleske, half operette - waarvoor niemand minder gerequireerd werden dan de voortreffelijke productions-leiter Krich Pommer. een der beste jongere regisseurs. Hanns Schwarz en de brillante cameraman Günther Rittau.Daar bij het casino van Monte-Carlo. een vol slagen pantserkruiser en een duizendkoppige menigte, als min 4if meer vrijwillige figu ratie. En dit alles draait zich om een aardig vrouwtje en een knappen zeeofficier in de maalstroom van een allerdolst gegeven: het bombardement van de speelbankstad oniderwille van 100.000 francs-nieuw ste koers regeling. Men kan noch van Pommer, noch van Schwarz beweren, dat zij in deze vermakelijke en drieste operetteklucht hun vroeger werk overtroffen heb ben. Maar men kan anderszins niet ontkennen.dat twee meesters van het métier hun schouders onder dit pompeuze niemendalletje hebben gezet. "Met groote frischheid, vaart en durf is de zaak aange pakt en er zijn momenten, die onbetwijfelbaar boven het niveau van de vermaaksfilm uitstijgen. kamer langs de meubelen en het onbeslapeii bed. Dan zonder dat de rotatie der camera wordt onderbroken, gaat het verbaasde oog van den toeschouwer over een ameublement van gansch anderen aard: een kist. een primitieve tafel, een vastgeschroefden stoel, een zeer een voudig bed. En in dat bed ligt de vluchtelinge boven dat bed zien wij de patrijspoort van een srhip. . . . wij /.ijn aanboord ! Een prachtige en origineele wijze van enchaineeren. Wanneer zien wij' P« immer en Hehwarz weer eens in ander Werk? Tot het beste behoort stellig wel de razende vlucht der bewoners van Monte Carlo voor het dreigende bombarde ment een onafzienbare menigte, die per auto en te voet langs de boule vards race't. Een voor treffelijk stukje film (als zoodanig wel het zui verste camerawerk in de heele film) is het mo ment: wanneer de Con sul van Montenero en de hofdame iiun ietwat ex centrieke koningin mis sen. De beide hofdignitarissen hebben aarzelend de deur van het vorstelijk slaapvertrek geopend en het apparaat volgt lang zaam hun ontstelde blikken door de leege.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl